Jonge journalisten op de arbeidsmarkt. Een rondgang langs 26 redacties



Vergelijkbare documenten
Docentendag Welkom collega s. Mediaredactie, is dat eigenlijk wel voor mbo ers?

Factsheet persbericht

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

Cultuur is een eerste levensbehoefte

Onderzoek: Studiekeuze

Reflectiegesprekken met kinderen

Master in de journalistiek

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Resultaten. Eenvoudige statistieken Vragenlijst 'Landelijke dagbladen en online nieuws' Vragenlijst 21747

Is de werkervaringsplek in uw organisatie een boventallige plek? Dit wil zeggen een plek die normaliter niet door een werknemer wordt bezet.

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

StudentenBureau Stagemonitor

POP. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Robin van Heijningen

Factsheet persbericht. Vooral studentes somber over kansen arbeidsmarkt

Resultaten. Eenvoudige statistieken Vragenlijst 'Landelijke dagbladen en online nieuws' Vragenlijst 21747

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

SOLLICITATIEGESPREK? GEBRUIK DEZE 30 HANDIGE ZINNETJES

Stageverslag Danique Beeks

In dit nummer: Op zoek naar een baan? Persoonlijk. Maak een plan van aanpak! Wie is Tessel en wat zoekt zij?

Nog voor de zomer van baan veranderen?

Juridische medewerker

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Duale Master Journalistiek en Media Mirjam Prenger coördinator opleiding

PARTNERDAG. 3 november 2010 Beurs van Berlage

PROJECT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Resultaten WO-monitor 2013

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

COLLIERS INTERNATIONAL OFFICE REVIEW 2014

Nationaal studentenonderzoek Stageplaza.nl

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

Factsheet persbericht

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

JAARPLAN JONGE SOCIALISTEN ARNHEM- NIJMEGEN

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

VRAGEN BIJ DE COMPETENTIES

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

Profiel van informatiezoekers

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

De loopbaanchecklist

FAQ Startende leraren

Onderzoek: Sociaal leenstelsel

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Wat was het afgelopen schooljaar het meest op jou van toepassing? Doe je deze zomer betaald vakantiewerk? Ik ging naar de middelbare school 53,9%

Uit huis gaan van jongeren

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

KLANTONDERZOEK. Meest risicovolle aanname Consument wil interactief nieuws tot zich nemen

Starters-enquête. 9 september Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

8 MEDIA EN SOCIALE MEDIA

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Onderzoek Vakantiewerk

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

ELSEVIERS HULP BIJ STUDIEKEUZE

Hoofdstuk 6. Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

De meest gestelde sollicitatievragen

Onderzoek Eenzaamheid onder jongeren

Ambassadors Club Nieuwsbrief #6

Onderzoek: Studiekeuzecheck

Onderzoek Stress. 5 Juni Over het 1V Jongerenpanel

Aflevering 2: Solliciteren

Hoofdstuk 4 - oefening 20 Extra Schrijfoefeningen

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ rapportage. Bea Voorbeeld. Naam: Datum:

Nationaal Studentenonderzoek Stageplaza.nl

Opdrachten productie:

MEDIACONTACT SITUATIE

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

1. Kansen op de arbeidsmarkt

Jouw toekomst. Havo 5

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

JAARMONITOR 2015 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Aan de slag met de Werk Ster!

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Onderzoek Hoe scoren je docenten?

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Sollicitatiebrief. De 10 Stappen. Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk!

Uitwerking vacatures:

Survey Journalistiek & Media, Universiteit van Amsterdam

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Onderzoek Jeugdwerkloosheid

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Inhoud. Werkplan journalistieke productie: pagina 2 Nederlandse nieuwslezers versus Amerikaanse news anchors

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

Wat denk je zelf? Studiekeuze123

Inge Test

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie

Redactie in beeld: R-TV Webredacteur. Sigrid Abels, MR1A. Julianadorp,

P e r s o n a l C a r e e r P l a n

Transcriptie:

Jonge journalisten op de arbeidsmarkt Een rondgang langs 26 redacties Vers in de Pers Nederlandse Vereniging van Journalisten Maart, 2013

Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. De basis van een jonge journalist 4 2. De opleidingen 7 3. Waar liggen de kansen 11 Conclusie 15 Lijst van deelnemers 16 Vragenlijst 17 2

Voorwoord Vers in de Pers (ViP) is de sectie voor jonge journalisten en studenten journalistiek van de NVJ. Voor hen organiseert het ViP-bestuur jaarlijks activiteiten waarmee ViP-leden hun netwerk uitbouwen, een kijkje nemen op redacties of zich (beter) profileren op de arbeidsmarkt. Over die journalistieke arbeidsmarkt horen we de laatste jaren weinig positieve geluiden en de honderden jonge journalisten die jaarlijks afstuderen aan de opleidingen Journalistiek, schatten hun kansen laag in. Het nog jonge bestuur van ViP zag hierin de taak weggelegd om te onderzoeken of dit ook echt zo is. Hoe is de arbeidspositie van jonge journalisten op dit moment? En hoe ontwikkelt deze zich de komende jaren? ViP bezocht begin dit jaar 26 willekeurige redacties van landelijke en regionale dagbladen, tijdschriften, nieuwswebsites en omroepen. Uit de antwoorden die de (hoofd)redacteuren ons gaven, konden we een paar nuttige tips destilleren die hieronder staan geformuleerd. Het is dus niet zo dat deze aanbevelingen op alle media van toepassing zijn, want iedere redactie zit anders in elkaar. De lijst met deelnemers en de vragen die wij stelden staan in de bijlage. Dit onderzoeksrapport is ten eerste bedoeld voor onze leden; jonge journalisten. In het eerste deel geven we een opsomming van adviezen en mogelijkheden die de kans op een baan vergroten. Daarnaast richten wij ons op de docenten aan de verschillende journalistieke opleidingen in het land. In het tweede gedeelte geven de ondervraagde redacteuren hun ongezouten mening over de kwaliteiten van de hbo- en universitaire studies Journalistiek. Het laatste gedeelte geeft een overzicht van het aantal arbeidsplaatsen bij de door ons ondervraagde redacties. Op die manier proberen we een voorzichtig beeld te schetsen van de ontwikkelingen op de journalistieke arbeidsmarkt, nu en in de toekomst. Het bestuur van Vers in de Pers Marloes Lemsom (voorzitter) Marie-Paule Fritschy (vice-voorzitter) Aïda Brands Anne Hammers Annemarie de Kunder Saskia Houttuin Stéphanie Versteeg 3

1. De basis van een jonge journalist Stel: je bent 24 jaar, bijna afgestudeerd aan een willekeurige School voor Journalistiek en je wilt graag zo snel mogelijk aan de slag bij een omroep, dagblad, tijdschrift of nieuwssite. Wat zijn dan je kansen? Met een open sollicitatie maak je weinig kans. Wanneer je op een vacature reageert, ben je één van de velen. Toch bleek uit onze rondgang langs 26 redacties dat er nog kansen zijn voor jongeren, maar die moeten wel op een goede manier worden benut. De vijf volgende aanbevelingen helpen wellicht bij het vinden van een baan. 1. Een goede stage is het halve werk. Voor veel starters is een stage de opstap naar een eerste baan. Maar wanneer ben je een goede stagiair? Uit de antwoorden van de ondervraagde redacteuren bleek dat stagiaires die een goede indruk maken, enthousiast zijn en actief meedenken de grootste kans hebben om na hun stage te worden aangenomen. Daarnaast moet je van nature al een flinke dosis talent en potentie hebben. Vooraan blijft een scherpe journalistieke blik; die pik je er zo uit. Dat merk je gewoon tijdens vergaderingen en tijdens korte brainstorms. Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur. Stagiairs die niks zeggen, niks durven, het nieuws niet volgen of een negentot-vijfmentaliteit hanteren, maken vanzelfsprekend geen goede indruk. Kom tijdens een stage zelf met goede en originele ideeën en voer ze ook uit. 2. Zorg voor een goede basis. Welke basiskennis bezit een startende journalist? Ook deze vraag stelden wij op 26 verschillende redacties en ook hier luidt de boodschap: ken je klassiekers. Nieuwsgierigheid, ondernemingszin, enthousiasme en een algemene kennis van de Nederlandse maatschappij zijn de belangrijkste vereisten voor een startende journalist. Daarnaast moet een starter goed kunnen schrijven en beschikken over een journalistieke drive en de nodige dosis talent. Een jonge journalist moet open-minded zijn. Nieuwsgierig, hij moet alles willen weten. Bovendien moet hij het goed kunnen uitleggen. Christiaan Ruesink, hoofdredacteur Algemeen Dagblad 4

3. Werk snel maar zorgvuldig. Snelheid is het meest genoemde punt waarop je je als jongere kunt onderscheiden van de generatie die al langer meedraait volgens de redacties die we hebben gesproken. Met name voor jonge internetredacteuren is dit belangrijk. Ze signaleren ontwikkelingen sneller, stellen meer vragen en zijn over het algemeen nieuwsgieriger. - Christiaan Ruesink, hoofdredacteur Algemeen Dagblad. Toch kan snelheid ook een gevaarlijke valkuil zijn, blijkt uit het volgende antwoord. Ze willen heel snel tot een conclusie of resultaat komen, of een onderwerp uitgedacht hebben. Die snelheid is in het journalistieke métier soms ook een gevaar. Ik zie jongeren soms te snel denken 'dit is het'. Terwijl je juist af en toe reflectie nodig hebt, evenals tegenvragen. Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur. 4. Houd niet vast aan de traditionele media. De redacties geven aan dat jonge journalisten vaak geoefender zijn in het gebruik van nieuwe en sociale media. Doe daar je voordeel mee, en aarzel niet om voor een internetredactie te werken, want uit onze enquêtes blijkt dat deze van alle redacties die wij bezochten, het hardst groeien (zie pagina 11). Jonge journalisten willen nog veel bij kwaliteitskranten of grote televisieprogramma s werken, maar die media zitten behoorlijk in de problemen. Je moet je journalistieke ambities niet daarnaar vormen. Jan-Jaap Heij, directeur De Nieuwe Pers (DNP) 5. Werk aan een specialisatie. Het is niet noodzakelijk om je als jongere toe te spitsen op één bepaald vakgebied, zeggen verschillende redacteuren. Met goede algemene kennis op het gebied van politiek, rechtspraak en economie kom je als starter een heel eind. Daarnaast voegt een extra vreemde taal altijd iets toe. Mocht je je toch toe willen leggen op één bepaald onderwerp, dan is op de ondervraagde redacties de meeste vraag naar de onderstaande specialisaties: Technische kennis op het gebied van online media, zoals datajournalistiek, apps en graphics. Kennis van financiën en economie. Kennis van de Arabische taal en cultuur. 5

6. Verkoop jezelf als merk. Internetmedia eisen dat een jonge journalist zichzelf als merk kan verkopen en dat hij of zij kan werken voor een breed publiek. Met uitzicht op een veranderende markt waarin steeds meer freelancers werken, is het noodzakelijk om jezelf goed te presenteren. Je kunt je onderscheiden door ideeën. Niet alleen over artikelen maar ook over hoe je die artikelen kunt verkopen. Jan-Jaap Heij, directeur DNP 6

2. De opleidingen De ondervraagde redacties hebben samengenomen ervaring met studenten van bijna alle verschillende hbo- en wo-opleidingen Journalistiek. Een groot voordeel is dat zij de studenten niet kennen vanuit de schoolbanken, maar uit de praktijk. Wat doen studenten van de verschillende opleidingen wel en niet goed, en waar laten de instellingen nog steken vallen? Journalistiek op het hbo en de universiteit. Ongeveer een derde van de ondervraagde redacties heeft alleen ervaring met studenten van hbo-opleidingen Journalistiek. De ervaringen zijn wisselend. De Scholen voor Journalistiek in Tilburg, Ede, Utrecht en Zwolle krijgen voornamelijk positieve kritiek. De zogenoemde mediaopleidingen op hogescholen, zoals de opleiding Media en Entertainment Management, komen er minder goed vanaf. Over het algemeen zijn [media]opleidingen veel minder gedegen in het opleiden van journalisten. Ze geven zeer weinig basiskennis mee zoals wat is een reportage of hoe maak ik een reportage. Maar ook wat is een gemeenteraad. Dat wordt allemaal niet meegegeven. Renzo Veenstra, hoofdredacteur Omroep West. Redacties die ervaring hebben met studenten van universitaire opleidingen in Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Groningen merken wel een verschil met de hbo ers, maar universitaire studenten scoren niet per definitie beter: een op drie redacties geeft de voorkeur aan hbo-studenten. Volgens de redacteuren zijn deze studenten praktischer opgeleid en verstaan ze het journalistieke ambacht beter. Twee derde werkt liever met wo-studenten, maar een mix tussen beide typen student lijkt het meest ideaal. De journalisten van de universiteit zijn over het algemeen intellectueler, maar die van het hbo kun je vaak direct de straat opsturen en zijn dynamischer. De studenten van de universiteit moet je achter de broek zitten om iemand te bellen. Ik wil graag beide op mijn redactie. Christiaan Ruesink, hoofdredacteur Algemeen Dagblad. Het onderscheid tussen hbo- en wo-opleidingen is aardig voorspelbaar, maar tussen de wo-opleidingen wordt ook onderscheid gemaakt. Amsterdam is heel goed. Rotterdam ook, maar de studenten zijn minder origineel, een beetje degelijk. Groningen is oké, maar niet opvallend. Leiden geeft naar mijn mening geen goede journalistieke 7

vooropleiding. Marcella Breedeveld, adjunct-hoofdredacteur NRC Handelsblad. Huiswerk voor de opleidingen De ondervraagde redacteuren uitten flink wat kritiek op de opleidingen in het hele land. Wij vroegen aan hen wat zij het meeste missen bij de studenten die op hun redactie aan de slag gaan. 1. Basisvaardigheden. Eén op de drie redacties die we ondervroegen, vindt dat het de studenten ontbreekt aan journalistieke basisvaardigheden, zoals een goed stuk kunnen schrijven, telefonisch interviewen of het voeren van een één-op-ééngesprek. To-the-point schrijven is lastig. Het verhaal smeuïg maken, dat wordt niet geleerd op de opleiding. Hoe je een verhaal spannend opbouwt, is ook een probleem. Joost de Haas, adjunct-hoofdredacteur De Telegraaf. 2. Online vaardigheden. Op veel redacties stoort men zich aan het gebrek aan online vaardigheden van studenten en verbaast men zich over het feit dat opleidingen geen aansluiting zoeken bij de ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media. Jongeren kunnen goed met social media omgaan, maar weten voor de rest niets van internetjournalistiek. Andere platforms vormen een specialisatie binnen de opleidingen, maar internet is dat niet. Zou het niet ook een afstudeerrichting moeten zijn? Als je toch kiest voor platforms als afstudeerrichting, dan zou internet er ook een moeten zijn. Wilma Haan, redactiechef Nu.nl. 3. Taalvaardigheid. Op bijna één op de vijf redacties maakt men zich zorgen over de gebrekkige taalvaardigheid van studenten. Het niveau van het Nederlands is erg zorgelijk. Ik kan wel zeggen 'vroeger was alles beter', maar het is echt een structureel probleem. [ ] Vroeger deed het er misschien minder toe, een dt-fout hoor je niet op de radio. Maar nu alles multimedialer wordt is het cruciaal dat het Nederlands goed is. Ook een goede zinsbouw is erg belangrijk. Marcel Gelauff, hoofdredacteur NOS. 8

4. Presenteren en creativiteit. Een aantal redacties zou graag zien dat meer aandacht uitgaat naar presentatievaardigheden van studenten, zoals het pitchen van nieuwe ideeën of het bedenken van originele invalshoeken bij het nieuws. Soms lijken de opleidingen te veel aandacht te geven aan bijvoorbeeld hoor en wederhoor en niet aan hoe goede onderwerpen worden gevonden. Jonge journalisten hebben vaak nog geen neus voor nieuws. Ze zijn vaak te braaf. Probeer de randen in een interview op te zoeken. Ze zijn daarnaast ook niet altijd even creatief. Als wij alleen maar opschrijven wat er gebeurd is, dan zijn wij over twee jaar dood. Marcel van Lingen, hoofdredacteur ANP. 5. Algemene kennis. Het schort bij veel studenten aan algemene kennis, met name op het gebied van rechtspraak, financiën, politiek of staatsinrichting. Sommigen weten gewoon niet wie de burgemeester van Den Haag is en dat vind ik echt stuitend. Renzo Veenstra, hoofdredacteur Omroep West. Wat missen startende journalisten? Naast 26 redacties vroegen we ook 41 oud-studenten met een zogeheten werkervaringsplek naar hun mening over de opleiding die ze zelf volgden. Werkervaringsplekken, ook wel CAO-plekken of Plasterkbanen genoemd, geven jongeren de kans na hun studie gedurende één of twee jaar op een redactie te komen werken. Een ruime meerderheid van deze jonge journalisten studeerde Journalistiek. Ongeveer de helft deed dit op hbo-niveau, de andere helft volgde een woopleiding en een enkeling studeerde geen Journalistiek of volgde een mboopleiding. Er moet wel worden opgemerkt dat van de jongeren die zijn bereikt, de meesten een baan kregen aangeboden (maar liefst 83%, ongeveer de helft daarvan op basis van een vast contract). Zij denken wellicht anders over hun studie dan zij die na hun werkervaringsplek elders zijn gaan werken, of bijvoorbeeld zijn gaan freelancen. De helft van alle ondervraagde oud-studenten was tevreden met de opleiding die ze volgden, en ze hebben geen aanbevelingen. Eén op de vijf oudstudenten vindt, net als de hoofdredacties, dat tijdens de opleiding te weinig online vaardigheden zijn opgedaan. Ook vonden zij dat de opleiding te weinig diepgang had. 9

Eén op de acht Plasterkers vindt dat de opleiding te weinig aandacht besteedde aan journalistieke basisvaardigheden. Eén op de tien had graag meer geleerd over de praktijk als freelancer. Dit beeld komt redelijk overeen met de antwoorden van de redacteuren, die hetzij in hogere mate - aangeven de journalistieke basisvaardigheden en kennis van online journalistiek het meeste te missen bij studenten en starters. Aangezien er in verband met een krappe arbeidsmarkt steeds meer nadruk komt te liggen op freelance werken, is het van belang dat daar genoeg aandacht aan wordt besteed door de opleidingen. Nieuwe Plasterkbanen? De Plasterkregeling, genoemd naar de toenmalige minster van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, startte in 2009 en voorzag in een overheidssubsidie van vier miljoen euro waarmee zestig arbeidsplaatsen voor jonge journalisten konden worden gecreëerd bij de geschreven pers. Eind 2012 liep de regeling af. De Nederlandse Vereniging van journalisten (NVJ) wil een verlenging van de Plasterkregeling, omdat dit de kansen voor jongeren op de journalistieke arbeidsmarkt zou vergroten. ViP vroeg 41 oud-plasterkers hoe zij hier zelf tegenover staan. Driekwart van de oud-plasterkers is voor het creëren van nieuwe werkervaringsplekken zoals de vroegere Plasterkbanen. Opmerkingen van een voor- en tegenstander: Veel redacties kunnen best een aantal goede digital natives gebruiken: mensen die al van jongs af aan hun weg weten in de digitale wereld. Veel collega s kwamen de laatste jaren naar mij toe met vragen hierover. Ook heb ik met een mede-plasterker een paar Twittercursussen gegeven. Er moeten geen nieuwe Plasterkbanen komen omdat er voor de oude Plassterkers nauwelijks banen zijn. Constant een goedkope oplossing verzorgen voor de werkgever zorgt niet voor vaste banen maar juist voor veel verloop. 10

3. Waar liggen de kansen? Als bovenstaande tips zijn meegenomen, rest nog de vraag of er überhaupt wel mogelijkheden zijn voor jonge journalisten om op de ondervraagde redacties aan het werk te kunnen. We vroegen de 26 redacties naar de invulling van hun personeelsbestand op dit moment, over een jaar en in de nabije toekomst, over ongeveer vijf jaar. Aan de hand van de onderstaande resultaten, hopen we een kleine inkijk te kunnen bieden in hoe de arbeidsmarkt zich de komende jaren ontwikkelt. 1. Januari 2013 In totaal zijn de 26 ondervraagde redacties goed voor zo n 6800 arbeidsplaatsen. Eén op de drie medewerkers is in vaste dienst (2302 fte), en twee derde werkt op basis van een freelanceovereenkomst (4465). Van het totaal aantal vaste medewerkers is ongeveer één op de zeven jonger dan dertig jaar, bij het totaal aantal freelancers is dit één op de dertien. Medewerkers in dienstverband: Freelancers: 11

Een ruime meerderheid van de vaste medewerkers op de redacties die we spraken, is verbonden aan de traditionele media: kranten, radio en televisie. 49,9 procent van de 2302 mensen in vaste dienst werkt bij een krant, 41,2 procent bij radio of televisie. Tijdschriften nemen slechts 4 procent van de vaste medewerkers voor hun rekening, internet 2,1 procent en het ANP 2,7 procent. Bij het ANP werken dus relatief meer mensen in vaste dienst dan bij de drie bezochte websites. Medewerkers in dienstverband: Onder freelancers zijn dagbladen verreweg het meest populair. 88,9 procent werkt voor een dagblad, 6,4 procent werkt voor radio of tv. 3,4 procent van de freelancer doet dit voor tijdschriften en slechts 0,9 procent bij internetsites. Wellicht is het lage percentage freelancers bij audiovisuele media te verklaren door het feit dat er met name gesproken is met doorlopende nieuwsprogramma s en niet met radio- of televisieprogramma s die op projectbasis werken. Freelancers: 12

Bijna 85 procent van alle vaste medewerkers werkt voor een landelijk medium, 15 procent bij een regionale omroep of krant. Bij de freelancers is het aandeel dat werkt voor landelijke media nog groter, namelijk 92,2 procent, tegenover 7,8 procent voor een regionale omroep of dagblad. Kansen voor jongeren Waar komen jongeren op de redactie terecht, en welke contracten krijgen zij aangeboden? Op veel redacties zijn vaste contracten verleden tijd en krijgen jongeren een freelancecontract aangeboden voor een bepaalde tijd. Andere redacties werken met tijdelijke contracten via uitzendbureau s, waarmee bijvoorbeeld vakanties en zwangerschapsverloven worden opgevuld. Jongeren die kans maken op een aanstelling voor langere duur, krijgen eerst een jaarcontract aangeboden, dat mogelijk kan uitmonden in een vast contract. 2. Verwachtingen januari 2014 Bij de door ons ondervraagde redacties zullen volgend jaar 75 mensen minder in een vast dienstverband werken. Dat komt neer op een daling van 3,3 procent. Het aantal freelancers stijgt naar verwachting met 5,1 procent. De meeste redacties van de redacties die we spraken, verwachten dat het aantal medewerkers ongeveer gelijk zal blijven. De Telegraaf en Omroep Gelderland hanteren een vacaturestop. Bij het Algemeen Dagblad zal een verschuiving plaatsvinden van dienstverbanden naar freelancecontracten. Opvallend is dat alle ondervraagde internetredacties (Nu.nl, DNP en dichtbij.nl) komend jaar een groei verwachten van het aantal medewerkers. Bij Nu.nl en dichtbij.nl geldt dat voor zowel dienstverbanden als freelanceovereenkomsten. DNP werkt alleen met freelancers en verwacht een groei van vijftien freelancecontracten. Dagbladen verwachten over het algemeen geen verschil tussen het aantal medewerkers op 1 januari 2013 en 1 januari 2014. Alleen De Telegraaf verwacht een daling van tien freelancers. Audiovisuele media verwachten geen verschil in het aantal medewerkers op 1 januari 2013 en 1 januari 2014. Tijdschriften verwachten een kleine stijging. Elsevier verwacht twee nieuwe dienstverbanden. LINDA. verwacht in 2014 te werken met drie nieuwe jonge freelance bloggers voor de webredactie. 13

Het ANP stuurt aan op een grotere groep freelancers. De redactie wil geen duidelijkheid geven over of dienstverbanden opgezegd zullen worden. Wel is duidelijk dat het ANP in de toekomst naar een andere verhouding tussen freelancers en vaste medewerkers toe wil. Naar verhouding zal er meer gebruik gemaakt worden van freelancers dan nu het geval is. Het ANP heeft nu twintig freelancers en wil dit op termijn verhogen naar zestig. 3. Verwachtingen januari 2018 Voor de verwachtingen over vijf jaar geldt dat de drie ondervraagde internetredacties de enige redacties zijn die groei verwachten. Dichtbij.nl verwacht over vijf jaar ongeveer veertig extra mensen in dienst te hebben. DNP hoopt op een permanente stijgende lijn voor de komende jaren en hoopt in 2018 met zo n 35 freelancers meer te werken dan nu. Nu.nl durft nog geen inschatting te maken, maar verwacht stijging. Het Algemeen Dagblad hoop dat op de lange termijn de meeste medewerkers tussen de 30 en 40 jaar oud zijn. Er zijn nu te weinig jongeren. De krant hoopt op een vrouwelijkere en jongere redactie. Omroep Gelderland en het Parool verwachten een krimp wat betreft vaste contracten. Dat zal veroorzaakt worden doordat ouderen met pensioen gaan en geen nieuwe contracten aangegaan zullen worden. Wat betekent dit voor de arbeidsmarkt voor journalisten over 5 jaar? Het aantal medewerkers in 2018 zowel in dienstverband als op freelance basis is voor de meeste redacties nog niet in te schatten. Opvallend is dat meerdere redacties nog geen inschatting kunnen geven van het totaal aantal medewerkers, maar wel de wens hebben om de balans tussen het aantal oudere en jongere medewerkers aan te passen. Zo hoopt zowel het ANP als Omroep Gelderland in 2018 in verhouding meer freelancecontracten te hebben dan nu. De redactie hoopt tegen die tijd in verhouding minder dienstverbanden af te sluiten. Uiteraard kunnen er naast de 26 redacties die ondervraagd zijn voor dit onderzoek andere redacties zijn waar de voorspelling van het aantal medewerkers afwijkt van onze conclusies. Desondanks hopen we op basis van dit onderzoek een realistisch beeld te kunnen bieden van de journalistieke arbeidsmarkt voor de jonge journalist. 14

Conclusie Met dit onderzoek wil Vers in de Pers (ViP) jonge journalisten een kijk bieden op de journalistieke arbeidsmarkt en de manier waarop die zich de komende jaren ontwikkelt. Hiervoor vroegen wij 26 redacties van landelijke en regionale dagbladen, kranten, sites en tijdschriften naar hun kijk op de mogelijkheden voor jongeren. Wat betreft het aantal arbeidsplaatsen zijn op basis van onze rondgang langs de redacties twee belangrijke ontwikkelingen te verwachten: 1. Toename van het aantal freelancers ten opzichte van het aantal dienstverbanden. 2. Groei van online media: redacties van websites die aan dit onderzoek deelnamen, zijn de enigen die groei verwachten. Deze twee ontwikkelingen lijken ook de toekomst voor beginnende journalisten te bepalen. Hoewel maar drie van de door ons bezochte redacties bestonden uit internetmedia, is het toch opvallend dat zij de enigen zijn die groei verwachten. De deelnemende redacties noemen online vaardigheden vaak als één van de punten waar jonge journalisten in uitblinken en waarmee zij zich onderscheiden van de generatie boven hen. De boodschap luidt vaak dat studenten niet te veel moeten vasthouden aan de traditionele richtingen als dagbladen, radio en televisie. Uit dit onderzoek blijkt dat daar de komende jaren inderdaad niet de meeste banen te verwachten zijn. Daarnaast wordt van starters verwacht dat ze initiatiefrijk zijn, origineel en met eigen ideeën komen. Eigenschappen die voorbereiden op een bestaan als freelancer. Een veel gevraagde specialisatie kan hier bij aansluiten. Tot slot worden er belangrijke aanbevelingen gedaan voor de journalistieke opleidingen. De Scholen voor Journalistiek en de universitaire masters sluiten te weinig aan op de ontwikkelingen op het gebied van online media, vinden zowel de redacteuren als oud-studenten met een werkervaringsplek die aan dit onderzoek deelnamen. Ook vindt men op een aantal redacties dat studenten niet goed worden getraind in hun presentatievaardigheden en het ontwikkelen en pitchen van eigen, originele ideeën. Wanneer studenten zich goed willen voorbereiden op de huidige arbeidsmarkt, zouden de opleidingen hierin voorop moeten lopen. 15

Lijst van deelnemers Wij danken de volgende respondenten hartelijk voor hun medewerking. Marcella Breedeveld, adjunct-hoofdredacteur NRC Handelsblad Bart Brouwers, hoofdredacteur Dichtbij.nl Sjoerd Fennema, eindredacteur, Josefin Hoenders redacteur, EenVandaag Marcel Gelauff, hoofdredacteur NOS Patrick Goldsteen, Playboy Magazine Esther Lammers, adjunct-hoofdredacteur Trouw Wilma Haan, chef redactie Nu.nl Joost de Haas, adjunct-hoofdredacteur De Telegraaf Erik Hagelstein, chef nieuws Omroep Gelderland Jan-Jaap Heij, directeur DNP Margot Jamnisek, chef redactie, en Charlotte Olthoff, webredacteur LINDA. Arendo Joustra, hoofdredacteur Elsevier Edwin de Kort, hoofdredacteur Omroep Zeeland Marcel van Lingen, hoofdredacteur ANP Marieke Monden, redactiemanager Het Parool Ingrid Pronk, adjunct-hoofdredacteur AT5 Luc Oggel, stagebegeleider PZC Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur Dolf Rogmans, hoofdredacteur Villamedia Christiaan Ruesink, hoofdredacteur Algemeen Dagblad Meindert Schut, adjunct-hoofdredacteur BNR Nieuwsradio Lotte Stegeman, hoofdredacteur Kidsweek/7Days Harm Taselaar, hoofdredacteur RTL Nieuws Renzo Veenstra, hoofdredacteur Omroep West Arjen van Vliet, hoofdredacteur Truckstar en Formule 1 Corine de Vries, managing editor de Volkskrant 16

De vragenlijst Kansen op de arbeidsmarkt: A1: Over welke basiskennis moet een jonge journalist beschikken om op uw redactie te werken? A2: Hoe kan een jonge journalist zich onderscheiden ten opzichte van andere journalisten in uw redactie? A3: Hoe maakt een stagiaire op uw redactie de meeste kans om hier na afloop van de stage een baan te krijgen? A4: Welke beginnersfouten ziet u jonge journalisten maken? A5: In welk opzicht bent u aangenaam verrast door jonge journalisten? Kunt u een voorbeeld noemen? A6: In welk opzicht bent u teleurgesteld in jonge journalisten? Kunt u een voorbeeld noemen? Hoe belangrijk zijn: B1: Hoe belangrijk zijn: Algemene journalistieke vaardigheden (1= helemaal niet belangrijk, 5= heel belangrijk) B2: Hoe belangrijk is: Specifieke kennis (specialisatie) (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B3: Hoe belangrijk is: Leeftijd (1= helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B4: Hoe belangrijk is: Technische (computer) kennis (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B5: Hoe belangrijk is: Relevant netwerk (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B6: Hoe belangrijk zijn: Goede ideeën voor onderwerpen kunnen aandragen (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B7: Hoe belangrijk is: Opleidingsniveau (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) B8: Hoe belangrijk zijn: Presentatievaardigheden? (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel belangrijk) Opleidingen: C1: Wat zijn uw ervaringen met de verschillende (journalistieke) opleidingen? (Studenten van welke opleidingen presteren het beste? Welke presteren minder goed?) C2: Merkt u verschil tussen hbo- of wo-studenten? Antwoord: Ja/nee, want... C3: Merkt u verschillen tussen de verschillende journalistieke masteropleidingen? Bijvoorbeeld Amsterdam, Leiden, Groningen, Rotterdam C4: Wat mist u bij stagiaires of pas afgestudeerde journalisten wat ze idealiter in hun opleiding al hadden kunnen leren? C5: Is het een vereiste dat een jonge journalist Journalistiek studeert of heeft gestudeerd? 17

Invulling personeel: D1: Hoeveel FTE heeft u nu in dienst? D2: Met hoeveel freelancers werkt u? D3: Hoeveel mensen verwacht u volgend jaar in dienst te hebben? D4: Met hoeveel freelancers verwacht u volgend jaar te werken? D5: Hoeveel medewerkers verwacht u op de middellange termijn te hebben? (over ongeveer 5 jaar) D6: Hoeveel jongeren (onder de 30 of maximaal 3 jaar afgestudeerd) heeft u in dienst? D7: Hoeveel jongeren (onder de 30 of maximaal 3 jaar afgestudeerd) freelancen bij u? D8: Hoeveel jongeren denkt u volgend jaar in dienst te hebben? D9: Met hoeveel jonge freelancers denkt u volgend jaar te werken? D10: Hoeveel jongeren denkt u over 5 jaar in dienst te hebben? D11: Met hoeveel jongeren denkt u over 5 jaar op freelancebasis te werken? D12: Als er ontslagen gaan vallen, vallen die dan vooral bij jonge of oudere medewerkers? En waarom? Mogelijkheden banen: E1: Wat zou een handig expertise zijn voor een jonge journalist die een baan zoekt? E2: Waar ziet u in uw eigen bedrijf mogelijkheden voor jonge journalisten die een baan zoeken? Denk aan: wat voor soort contracten, welke functies komen vrij? E3: Hoe ziet uw ideale redactie er uit qua leeftijdsverdeling ongeacht contractuele mogelijkheden, en klopt die verdeling met de situatie van nu? E4: Heeft u een groep oudere journalisten die met pensioen gaan? Hoe groot is het gat dat zij achterlaten? E5: Wat gaat u missen als de oudere journalisten met pensioen gaan? E6 : Wat vindt u van dit idee:een overgangsregeling voor oudere journalisten die graag een dag in de week vrij willen. Deze dagen zouden opgevangen kunnen worden door jonge journalisten die zich op die manier in kunnen werken op uw redactie. (Ongeacht of het haalbaar is qua lopende contracten e.d.) Vragenlijst onderzoek Plasterkbanen: P1: Leeftijd: p2: Geslacht: p3: Aan welke hogeschool of universiteit heb je gestudeerd? p4: Welke studie heb je gevolgd? P5: Wat heb je achteraf gezien gemist tijdens je opleiding? P6: Aan welk aspect van je opleiding heb je achteraf gezien het meeste gehad? P7: Welk aspect van je opleiding was overbodig? P8: Op welk gebied vindt je jezelf een meerwaarde voor de redactie? P9: Wat was het belangrijkste leermoment tijdens je baan? 18

P10: Als jij de opleiding opnieuw vorm zou moeten geven, hoe zou de opleiding er dan uit zien? P11: Waar werkte je via de Plasterkconstructie? P12: Wanneer heb je een Plasterkbaan gehad? P13: Heb je een baan overgehouden aan de Plasterkbaan? P14: Zo ja: wat voor contract kreeg je na je Plasterkbaan? P15: Zo ja: Hoe groot acht je de kans dat je kan blijven voor onbepaalde tijd? (in procenten) P16: Ik verdien... netto per maand P17: Vind je dat je genoeg verdient? P18: Hoeveel begeleiding heb je gehad bij je baan? (1=geen begeleiding, 5=heel veel begeleiding) P19: Op welke productie ben je het meest trots? P20: Er zouden nu nieuwe Plasterkbanen moeten komen. (1=helemaal niet mee eens, 5=helemaal mee eens) P21: Er zouden wel of geen nieuwe Plasterkbanen moeten komen omdat: (leg je mening hier onder uit) P22: Hoe belangrijk vind je het dat de verdeling van oudere en jongere journalisten op een redactie evenredig is? (1=helemaal niet belangrijk, 5=heel erg belangrijk) P23: Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen oudere en jongere journalisten? p24: Hoeveel procent jongeren werkt bij jou op de redactie? (jongere = jonger dan 30) 19