Ontwikkelingsvisie Heidenatuurpark

Vergelijkbare documenten
Gebiedsontwikkeling Oostflank Brunssum

Plan ontkluizen Rode Beek t.p.v. Mijnsteenberg Hendrik Brunssum

Ecologische verbinding Brunssumerheide - Schinveldse Bossen

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

GEMEENTE ONDERBANKEN

Wandelroute Brunssummerheide, bij Heerlen (lichtblauw)

Brunssummerheide. Evaluatie erfpacht gem. Brunssum Natuurvisie Brunssummerheide september André Hassink Projectleider NM

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap.

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Transformatie Sibelcogebied

Harderbos en Harderbroek verbonden

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Deel 1: Algemene kaders. Waarom werken aan beekdalen? Groenere ruimte. Doel van de bijeenkomst: Agenda. De kern.

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Strategische Visie Toerisme Parkstad Limburg. 17 maart 2009 Jos Vollebregt

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Tynaarlo. Bron:

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Betreft: reactie van VVG op het ontwerp van de Structuurvisie (d.d. 16 november 2011) Wijdemeren "Beheerste ontwikkeling met behoud van het goede".

Centrale Zandwinning Weert. Van primaire zandwinkel naar gebiedsontwikkeling

Park Vliegbasis Soesterberg

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

NATUUR EN MENSEN SAMEN VERDER

Gulpen-Wittem, Vaals, Valkenburg aan de Geul (ontwerp)

4. Toeristisch landschap

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

BIJLAGE 3: Toetsingskader

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Visie Biltse Duinen Concept Chris Bakker, mede op basis van document Trudy Maas.

Bedrijvigheid en nieuwe natuur rondom vliegveld Weeze

Waarom ging de WTTC Destination Award naar Parkstad?

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

1. Streekplan Brabant in balans

Deel 1: algemene aspecten (door Harry van Buggenum)

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

Bewonersvereniging Noordwest

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Een b(l)oeiend sportpark

Drie aardkundige monumenten

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Duiven. Introductie. Bron:

Natuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

HEIDENATUURPARK RAPPORTAGE ACHTERBANRAADPLEGING. RMI fullservice marktonderzoek Heerlen/Maastricht, oktober 2015

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedsontwikkeling De Logt / Landgoed Rozephoeve Raadsvergadering Oirschot 24 januari Arend Dijkstra, rentmeester Landgoed Rozephoeve

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

Raadsvoorstel Bestuursopdracht: beleidsnota recreatie en toerisme. Brunssum, d.d. : Gemeenteblad : 2008/20 Afdeling Nr.

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog

VERBINDINGEN IN HET LANDSCHAP. PROJECTPLAN TENNET 2e FASE

Beleidsplan

Onderwerp: Invulling gebied Poort van Heusden Heusden, 15 april 2012

Praktische informatie

Wandelroute het Witte Veen

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Denkrichtingen en ideeën

Verkoop. Natuurterrein in groeve Spaubeek. Te Koop

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Fortengordels rond Antwerpen

zorg voor ons landschap

gebiedsvisie Cultuurhistorie en natuur tussen de coulissen

Consultatiebijeenkomst Inrichtingsvisie Anna's Hoeve, 13 mei 2014 Resultaten paralelle sessies

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

Ruimte om te leven met water

Praktische opdracht Aardrijkskunde Kaart analyse

StiLte op de Lonnekerberg?

Rucphen. Introductie. Gemeente Rucphen (bron: wattedoenin.nl)

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Geriefbos Gilze-Rijen. Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

SAMENVATTING SAMENVATTING

Thema s 2 e Debat van Baarle. Bruisend centrum. Natuur & Landschap

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Zilverzandgroeven Heerlen/Landgraaf Raadsconferentie 6 juli 2016

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

Inventarisatie Natuurcompensatie EHS Gebiedsopgave Grenscorridor N69

De Uithof, Den Haag. Moutainbike trail - afstand 4,8 km Inventarisatie natuurwaarde punt 1 t/m 13 maart 2015

Onderzoeken oeververbinding Ochten - Veerdam Druten. onderzoeken mogelijkheid Uitkijkpunt, versterken relatie Dijk - Waal

Maastricht Belvédère. Nota Ruimte budget 10 miljoen euro

0 2 JAN ŕ-íīf.it r Ken

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

Transcriptie:

Ontwikkelingsvisie Heidenatuurpark

Ontwikkelingsvisie Heidenatuurpark Natuurmonumenten. Als je van Nederland houdt.

Inhoudsopgave 1 Inleiding 9 1.1. Het Heidenatuurpark 9 1.2. Wat is bereikt en waar staan we nu 9 2 Het Heidenatuurpark 11 2.1. Gebied 11 2.2. Natuurgebieden 11 2.2.1. Brunssummerheide (A) 11 2.2.2. Roode Beek/Rodebach (B) en (C ) 11 2.2.3. Teverenerheide (D) 13 2.2.4. Dal Roode Beek tussen Brunssummerheide en Schinveld (E) 13 2.2.5. Staatsforst Hambach (F) 13 2.3. Belangrijke ontwikkelingen 13 3 Ontwikkelingsvisie 15 3.1. Het bijzondere van het Heidenatuurpark 15 3.2. Een robuust Heidenatuurpark (kaart I) 15 3.3. Recreatief netwerk en zonering (kaart II) 16 3.3.1. Ontwikkelingen 16 3.3.2. Netwerk 17 3.3.3. Zonering en ontsluiting 17 3.4. Op zoek naar historie (kaart III) 17 4 Realisatiestrategie 19 4.1. Beslissingen van wezenlijk belang 19 4.2. Verbindingen 19 4.2.1. Robuuste verbinding Wormdal-Schinveld-Mook (kaart I-1) 19 4.2.2. Verbinding Teverenerheide-Schinveldse bossen (kaart I-2) 20 4.2.3. Verbinding Teverenerheide-Wormdal (kaart I-3) 20 4.2.4. Schinveldse bossen -Staatsforst Hambach (kaart I-4) 20 4.2.5. Brunssummerheide-Schinveldse bossen/roode Beek (kaart I-5) 20 4.2.6. Verbinding Brunssummerheide-Teverenerheide (kaart I-6) 21 4.3. Natuurgebieden 21 4.4. Recreatie en cultuurhistorie 21 Bijlagen 22 Bijlage 1 Robuust Heidenatuurpark 22 Bijlage 2 Recreatief netwerk en zonering 24 Bijlage 3 Op zoek naar historie 25 5

6

Voorwoord In het voorliggende document wordt de visie van Natuurmonumenten op de ontwikkeling van het Heidenatuurpark gepresenteerd. De visie borduurt voort op een inventarisatie van kansen en ontwikkelingen in het gebied en een eerste stakeholders analyse. Met deze visie wil Natuurmonumenten een bijdrage leveren aan de verdere verankering van het concept Heidenatuurpark als uitwerking van de Structuurvisie Parkstad. Voorliggende visie is de inbreng van Natuurmonumenten in de integrale gebiedsontwikkelingen die spelen in dit deel van de Regio Parkstad. 7

8

1 Inleiding 1.1. Het Heidenatuurpark In het Nederlands-Duitse grensgebied in Zuid-Limburg ligt het Heidenatuurpark. Het Heidenatuurpark bestaat uit verschillende natuurgebieden, die liggen in een afwisselend stedelijk, industrieel en agrarisch landschap. Er bevinden zich de ecologisch waardevolle en beschermde beekdalen van de Roode Beek en Rodebach. Ook de moerassige bodems van de Schinveldse bossen, de Teverenerheide en de Brunssummerheide maken er deel van uit. De natuurgebieden liggen van elkaar geïsoleerd, door bedrijventerreinen, infrastructuur, of door verschillende groeves, mijnsteendepots of door de Awacs Basis Geilenkirchen. Door de gebieden met elkaar te verbinden kunnen de natuurwaarden worden verhoogd én de toeristische aantrekkelijkheid van de omgeving worden vergroot. Er ontstaat één groot aaneengesloten gebied waarin de bezoeker die op zoek is naar rust en bijzondere natuur, volledig aan zijn trekken komt. Door verschillende routes wordt het gebied toegankelijk gemaakt voor de recreant: er komen routes voor fietsers, mountainbikers, skaters, ruiters en wandelaars. De verbindingen tussen de natuurgebieden zijn van bijzondere waarde voor migratie van fauna. In groter internationaal verband vormt het Heidenatuurpark een belangrijke schakel tussen de Robuuste Ecologische Verbinding aan Nederlandse kant, en de Natura 2000 gebieden op Duits grondgebied. Als het Heidenatuurpark tot ontwikkeling komt, wordt een geweldige bijdrage geleverd aan het ontstaan van een grensoverschrijdende ecologische verbindingszone. 1.2. Wat is bereikt en waar staan we nu Al langer bestaat het voornemen om te komen tot een internationaal natuurpark. Onder de werktitel Heidenatuurpark is in het kader van de Euregionale 2008 er een projectorganisatie opgericht, waarin verschillende Nederlandse en Duitse organisaties zijn vertegenwoordigd. Het is van grote toegevoegde waarde dat het Heidenatuurpark op ecologisch, landschappelijk en recreatief gebied al breed wordt erkend. In diverse plannen en studies, zoals het Structuurplan Parkstad Limburg, de ontwikkelingsvisie Roode Beek/Rodebach, of de oost-flankstudie Brunssum, wordt het bestaansrecht en de meerwaarde van het park aangegeven. Het samenwerkingsverband Heidenatuurpark is ook met concrete maatregelen aan de slag gegaan. Er is al een uniforme huisstijl ontwikkeld en een aanzet gegeven tot een toeristisch recreatieve routing vanuit de drie Groene Poorten in Schinveld, Gangelt en Brunssummerheide. In en om het Heidenatuurpark speelt een aantal belangrijke ontwikkelingen. De aanleg van grootschalige infrastructuur, zoals de Buitenring Parkstad en de L42n, kan mogelijk van grote invloed zijn op de ontwikkeling van het Heidenatuurpark. Door de bevolkingskrimp in de regio neemt de investeringskracht en werkgelegenheid in de regio af, en er zijn zorgen over de negatieve gevolgen die dat met zich meebrengt voor de kwaliteit van de leefomgeving. Om het doel van een samenhangend uniek en levend natuurpark te bereiken moet het gebied een transformatie doormaken, die vele jaren zal duren. Dit neemt niet weg 9

dat ook met snelle en eenvoudige maatregelen al een enorme recreatieve en ecologische winst kan worden bereikt. Daarbij zijn er heel wat ontwikkelingen in de regio die weer kansen genereren. Denk hierbij aan de afwerking van ontgrondingen tot natuurgebied, de aanleg van recreatieve internationale wandel- en ruiterroutes, de ontkluizing van de Roode Beek in Schinveld, etc. Om het Heidenatuurpark te realiseren is een ontwikkelingsvisie nodig die door overheden, bevolking en bedrijven wordt herkend en geaccepteerd. In een bijbehorende realisatiestrategie kan de marsroute van de komende jaren worden uitgestippeld. 10

2 Het Heidenatuurpark 2.1. Gebied Het Heidenatuurpark ligt ten oosten van het stedelijke gebied van Brunssum en Heerlen en ten noorden van Landgraaf. Het ligt deels in Nederland en deels in Duitsland. Het gebied is ongeveer 6.500 hectare groot, waarvan circa 2100 hectare bestaat uit natuurgebied, circa 200 hectare uit woningbouw, circa 1000 hectare buiten woonkernen gelegen bedrijventerreinen en in exploitatie zijnde ontgrondingen en circa 3200 hectare overig landelijk gebied (landschapselementen, landbouw, recreatie, water en infrastructuur). 2.2. Natuurgebieden De ligging van de natuurgebieden is weergegeven op kaartbijlage I. 2.2.1. Brunssummerheide (A) De Brunssummerheide is een heuvelachtig gebied dat bestaat uit heide, bos, venen en vennen. Op sommige plaatsen is de Brunssummerheide zeer vochtig; in het brongebied van de Roode Beek komt zelfs hoogveen voor. De meeste heidevelden in Nederland liggen op zandgrond dat is afgezet in verschillende ijstijden, zo n 10.000 tot 100.000 jaar geleden. De Brunssummerheide ligt op een zandbodem uit een veel ouder tijdperk: het Mioceen. Dit zand is veel voedselarmer, waardoor er op de Brunssummerheide voor een deel andere planten voorkomen dan op andere Nederlandse heides. De heide is ontstaan in de middeleeuwen toen de bewoners het bos kapten voor de landbouw. Op den duur was de bodem uitgeput en het land alleen nog geschikt voor het weiden van schapen. Zo n tachtig jaar geleden werden grote delen van de heide bebost ten behoeve van de mijnbouw. Deze naaldbossen worden nu omgevormd tot gemengde bossen met naald- en loofbomen. Waar de Roode Beek ontspringt, groeien bijzondere planten als beenbreek, witte snavelbies en wolfsklauw. Diezelfde planten zijn te vinden bij de Heikop en de Brandenberg, waar water door een ondoordringbare laag in de bodem aan de oppervlakte komt. Aan de randen van de Brunssummerheide komen veel vlinders voor zoals het icarusblauwtje. In het gebied leven veel amfibieën en reptielen zoals de groene kikker, ringslang en zandhagedis. Op recreatief gebied valt op de Brunssummerheide veel te beleven: er zijn picknickplaatsen, speelweiden en er is een ATB-route. In het vernieuwde bezoekerscentrum kan men kennismaken met dit prachtige natuurgebied. De Brunssummerheide is aangewezen als Natura 2000- gebied. In 2009 is het beheerplan opgesteld. 2.2.2. Roode Beek/Rodebach (B) en (C ) Dit gebied omvat de Schinveldse Bossen (B) en het dal van de Roode Beek/ Rode Bach (C ). Schinveldse Bossen (B) Dit is het grootste aaneengesloten bosgebied in Zuid- Limburg. Het ligt op de helling van een beekdal en gaat geleidelijk over in de vochtige graslanden langs de beek. Op sommige plaatsen komt kwelwater aan de oppervlakte door twee dikke ondoorlaatbare kleilagen in de bodem. Het bos wordt plaatselijk onderbroken door 11

landbouwpercelen en groeven die zijn ontstaan door de afgraving van klei. De noordelijke naaldbossen liggen op zandgrond. Ze zijn rond 1900 aangeplant. Dat hier voorheen heide was, is nog te zien aan het plaatselijk voorkomen van struikheide en het veelvuldig voorkomen van de blauwe bosbes. Natuurmonumenten vormt de grove dennenbossen om tot natuurlijkere bossen. In het zuiden en oosten zijn de wandelpaden smaller en kronkeliger. Hier liggen eeuwenoude loofbossen waarvan de bodem bestaat uit löss. In het eiken-beukenbos groeit wilde kamperfoelie. Het is de voedselplant van de kleine ijsvogelvlinder, die voorkomt langs de bosranden. De bessen van de plant worden s winters gegeten door allerlei vogels, zoals de kramsvogel. In het bos broeden diverse soorten roofvogels. Voorkomende zoogdieren zijn vos, de zeldzame boommarter, steenmarter en ree. In het voorjaar is de bosbodem bezaaid met de violetblauwe bloemen van de kleine maagdenpalm. In het najaar kunt u hier bijzondere paddenstoelen vinden als de oorlepelzwam en de gele stekelzwam. In het bos liggen enkele oude groevencomplexen waarvan een aantal diepe bakken met steile wanden hebben. Deze zijn ontstaan door kleiafgraving. In de rietzomen bij de groeven broeden bruine kiekendief, oeverzwaluw en dodaars. De afgravingen zijn daarnaast van belang voor libellen, die houden van ondiep water en een afwisselende oevervegetatie. Rond de Grote Allee bevinden zich maar liefst twintig soorten, waaronder de zeldzame bruine winterjuffer. Verder leven bij de groeven veel reptielen en amfibieën zoals de vinpootsalamander en de hazelworm. Waar de kleilagen dieper in de bodem zitten, liggen akkers en weilanden. Het Boschveld is een voormalige es die bijna helemaal is omsloten door bos. Kruiden die u hier nog kunt vinden zijn gele ganzenbloem, akkerleeuwenbek en gewone margriet. In het Boschveld broeden tapuit, nachtzwaluw en roodborsttapuit. Ook vleermuizen houden van dit halfopen landschap. Een bedreigde soort die voorkomt in het gebied is de baardvleermuis. Het is de bedoeling om in de toekomst het agrarisch gebruik van de landbouwenclaves deels te beëindigen en een natuurgebied te ontwikkelen waarbij het halfopen karakter behouden blijft. De Schinveldse Bossen worden in het noorden begrensd door het beekje de Rodebach. Afwatering van het natuurgebied gebeurt door de Russcherbeek die uitmondt in de Roode Beek. Beide beken liggen diep in het landschap en volgen niet hun natuurlijke loop. Zo is de beekloop van de Ruscherbeek bij de zweefvliegbaan om de landingsbaan heen gelegd. De bedoeling is om de Schinveldse Bossen en het Dal van de Roode Beek met elkaar te verbinden. De beekdalen van de Ruscherbeek, de Rodebach en de Roode Beek spelen hierbij een grote rol. Roode Beek/Rodebach (C) In 2002 zijn er plannen gemaakt voor de ontwikkeling van een groot grensoverschrijdend natuurpark in de gemeente Onderbanken en de aangrenzende gemeente Gangelt. Het Schinveldse bos, dat nu al grotendeels natuurgebied is, wordt uitgebreid met een open landschap eromheen, dat ook de dalen van de Roode Beek en de Rodebach omvat. Het natuurpark maakt deel uit van de Ecologische hoofdstructuur (EHS), een uitgebreid netwerk van natuurgebieden door heel Nederland heen. Ter realisering van de EHS worden landbouwgronden aangekocht en vervolgens omgezet in natuur. De planning is dat het natuurpark in 5 à 6 jaar uitgroeit tot een gebied van 750 ha groot. De oudere inwoners zullen zich nog herinneren dat het Leiffenderven en het Gangelterbruch vroeger natte, venige gebieden waren. Door de beken recht te trekken en drainage werd het water zo snel weggevoerd dat het gebied veel droger is geworden en landbouw mogelijk is. Ten behoeve van de natuur wordt een deel van die ingrepen nu weer teruggedraaid. De natuur mag zich hier zelf ontwikkelen, waarbij de nieuwe natuur gevormd zal worden door de beken, de beweging van het grondwater en de planten en dieren die zich hier zullen vestigen. Om de potenties van het gebied goed te kunnen benutten is een aantal ingrepen voorzien. Zo zal er in de komende tijd een aantal veranderingen/aanpassingen plaatsvinden. Beekdalen worden in een nieuw jasje gestoken doordat de Roode Beek en de Rodebach zelf weer hun loop mogen kiezen en hooglandrunderen worden ingezet om het grasland te begrazen. Verder wordt er op termijn een netwerk aan fiets-, wandel- en ruiterpaden aangelegd. Tevens zijn er gebieden waar men vrij kan rondwandelen. Doordat de begroeiing na verloop van tijd ruiger zal worden en sommige delen zullen vernatten ontstaat er een natuurlijk geleiding van de bezoekers. Kortom, een groot uitgestrekt natuur gebied waar iedere natuurliefhebber naar hartelust kan genieten. 12

2.2.3. Teverenerheide (D) Teverenerheide is een natuurreservaat van 450 hectare op Duits grondgebied tussen Brunssum en Teveren. Het gebied bestaat uit vennen, vijvers en meren die dit natuurgebied zo interessant maken, gelegen in bos of hei (Schwalbensee, Christopherussee, Binsensee of Seerosenteich). Het landschap is afwisselend met heidevlakten (dophei), graslanden, moerassen en bos bestaande uit eiken, beuken en berken, maar ook naaldbomen.op de Teverenerheide komt de zwaar beschermde heikikker voor. In het gebied zijn oude groeves aanwezig die heringericht zijn als natuurgebied. De Tevenerhede is in het kader van Natura 2000 aangewezen als FFH gebied. 2.2.4. Dal Roode Beek tussen Brunssummerheide en Schinveld (E) Dit gebied is op kaartbijlage I blauw gearceerd. De Roode Beek in Nederland vormt de drager van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en passeert de mijnsteenberg Hendrik in een overkluizing (300 m). Volledige renaturering van de Roode Beek tot aan de bron in de Brunssummerheide is hierdoor vooralsnog niet mogelijk. De mijnsteenberg vormt dan ook in ecologische en milieukundige zin een forse barrière tussen de natuurgebieden Brunssummerheide, Schutterspark, Schinveldse bossen en Teverenerheide. Gestreefd wordt naar het verbinden van deze natuurgebieden met robuuste groencorridors. Algemeen Een belangrijke ontwikkeling voor heel Parkstad Limburg is de demografische ontwikkeling. De bevolking krimpt de komende 30 jaar meer dan 20%, en deze krimp is groter dan andere regio s in Nederland. Afnemende bevolking brengt met zich mee dat economie en werkgelegenheid krimpen. Er zijn risico s voor verpaupering van de fysieke omgeving, kwaliteitsdaling van het leefmilieu, achteruitgang van het voorzieningenniveau, minder potentieel bezoekers en vraaguitval. Om de bedreigingen van de krimp om te zetten in kansen is een belangrijke herstructurering van het gebied nodig. De realisatie van het Heidenatuurpark, herontwikkeling van groeves in het gebied en ontwikkeling van toerisme als economische (hulp)motor passen goed in deze herstructurering. Recreatie Voor recreatie biedt de Parkstad regio goede kansen. Dit geldt voor de stadsrandzone met toeristisch-recreatief medegebruik, nieuwe leisure en pleasure-ontwikkelingen die aansluiten op het Gaiapark, park Gravenrode, Mondo Verde, Snowworld en Golfbaan Brunssummerheide. Kansen zijn er ook voor groei in leisure in deze Duits- Nederlandse grensregio. Toerisme en recreatie zijn in provinciale en regionale plannen als economisch zwaartepunt aangegeven. Bedreigend voor de recreatieve ontwikkeling is het imago van het gebied, de versnippering, milieuproblemen en het ontbreken van een samenhangende toeristische infrastructuur. De beek is in Schinveld overkluist en dus niet meer zichtbaar. In 2009 wordt gestart met het ontkluizen van de Roode Beek, zodat deze weer zichtbaar wordt, de waterkwaliteit verbetert en de beek weer passeerbaar wordt voor vis en fauna. 2.2.5. Staatsforst Hambach (F) Staatsforst Hambach ligt nu als een geïsoleerd bosgebied bij Niederbusch. Vóór de aanleg van de NAVO vliegbasis Geilenkirchen, maakte het bos onderdeel uit van een groot aaneengesloten natuurgebied, dat tevens de Teverenerheide omvatte. 2.3. Belangrijke ontwikkelingen In de regio speelt een aantal kansen en ontwikkelingen in relatie tot de ontwikkeling van het Heidenatuurpark. Op het gebied van ruimtegebruik, demografische ontwikkelingen, verkeer en vervoer en bijzondere bestemmingen zoals de plannen rondom de JFC basis. Deze zijn kort samengevat: Wonen en werken Economische krimp vraagt om een heroriëntatie op de economische ontwikkeling van de regio (Structuurvisie Parkstad). De bedrijvigheid moet een impuls krijgen. Bedrijventerreinen moeten transformeren, herschikken en herstructureren, zoals bijvoorbeeld Ora et Labora naar groen, en de sanering van het Hendrikterrein. Bestaande bedrijventerreinen moeten herverkavelen. Revitalisering en optimaal grondgebruik bieden naar verwachting voldoende ruimte om regionale vraag op te vangen. Herstructurering (sloop i.c.m. nieuwbouw) in de woningmarkt legt minder druk op verdere uitbreiding van bedrijvigheid nabij het Heidenatuurpark. Verdere economische groei moet worden gevonden in welness, zorg en toerisme. Infrastructuur Het tracé van de beoogde Buitenring Parkstad loopt door het Heidenatuurpark en heeft daarmee grote invloed op het gebied. 13

Natuur en landschap De ontwikkeling van de regio is de afgelopen honderd jaar sterk ten koste gegaan van natuur en landschap. Aanwezige natuur is verdwenen of sterk versnipperd, bestaande natuurgebieden ondervinden nog sterk de negatieve effecten van het drukbevolkte gebied door overlast van geluid, stof, verstoring. Kansen zijn er daarentegen ook. Naast de mogelijkheid om met het Heidenatuurpark een samenhangend natuurgebied van formaat te realiseren zijn er volop kansen om aanwezige natuur te herstellen of te ontwikkelen. Goede voorbeelden daarvan zijn de ontwikkeling van de Roode Beek/Rode Bach, ontwikkeling van Schutterspark, ontkluizing Roode Beek in Schinveld, etc. 14

3 Ontwikkelingsvisie 3.1. Het bijzondere van het Heidenatuurpark Het bijzondere karakter van het Heidenatuurpark wordt gevormd door: een sterke verscheidenheid aan natuur; aanzienlijke oppervlakte; sterke verwijzingen naar de ontstaansgeschiedenis en cultuurhistorie; internationale ligging; verscheidenheid aan drukke en rustige gebieden; dominante menselijke ingrepen in het gebied zoals de Awacsbasis en de mijnsteenberg Hendrik; natuurpark midden in sterk verstedelijkt gebied. 3.2. Een robuust Heidenatuurpark (kaart I) Door de Roode Beek/Rodebach, Brunssummerheide en Teverenerheide met elkaar te verbinden kunnen de natuurwaarden worden verhoogd én de toeristische aantrekkelijkheid van de omgeving worden vergroot. Er ontstaat één groot aaneengesloten gebied waarin de bezoeker die op zoek is naar rust en uitgestrekte natuur, volledig aan zijn trekken komt. Het Heidenatuurpark wordt onderdeel van een internationale robuuste ecologische hoofdstructuur, die loopt vanaf het Wormdal, langs Schinveld tot aan Mook. De verbinding Wormdal-Schinveld maakt op dit moment geen deel uit van het internationale Natura 2000-netwerk, en is ook nog niet aangewezen in het kader van de ecologische hoofdstructuur. Door verschillende routes wordt het gebied toegankelijk gemaakt voor de recreant: er komen routes voor fietsers, mountainbikers, skaters, ruiters en wandelaars. We streven naar een gebied waarin de samenhang tot uiting komt, maar waar ook de verscheidenheid tussen de verschillende gebieden tot zijn recht komt. De Brunssummerheide wordt op dit moment druk bezocht door inwoners uit de hele Parkstad en zelfs ver daarbuiten, met als uitvalsbasis het bezoekercentrum. De Teverenerheide is juist weer rustig, en het gebied is toegankelijk vanuit drie kleinere parkeerplaatsen. Het merendeel van de bezoekers is afkomstig uit omliggend Duits gebied. Het Heidenatuurpark is ook cultuurhistorisch en geologisch gezien een uniek gebied. De restanten van het mijnbouwverleden zijn overal te herkennen, zoals de mijnsteenberg Hendrik te Brunssum en de mijnsteenberg Heksenberg te Heerlen, de aanplant van dennen in de Schinveldse bossen, die gebruikt werden als stutmateriaal in de mijnen. Daarnaast zijn de talrijke groeven een verwijzing naar een interessante geologische opbouw van het gebied, en soms bieden de groeves een prachtig landschappelijk decor (bv zilverzandgroeves) of zijn de afgewerkte groeves ecologische pareltjes geworden, zoals bijvoorbeeld de Teverenerheide. Hier is ook uit educatief oogpunt veel te beleven. De Awacs basis is een bijzondere barrière tussen Teverenerheide en Staatsforst Hambach. Voor de ontwikkeling van het samenhangende natuurgebied Heidenatuurpark is de basis weliswaar ongewenst, met name vanwege beheersaspecten en milieueffecten (geluid, verkeersaantrekkende werking, bomenkap, vrije 15

zones), maar voor de ontwikkeling van het natuurpark is de basis niet onoverkomelijk. Op de lange termijn is afbouw van de basis wenselijk. De mijnsteenberg Hendrik en de daarop/daaraan gevestigde industriële bedrijvigheid, waaronder de Nato IndustrialComplex (NIC-site), zorgt voor een bijna onoverkomelijke barrière tussen de Brunssummerheide en het dal van de Roode Beek. Herontwikkeling van dit gebied moet prioriteit krijgen, bij voorkeur in samenhang met de ontwikkeling van intensieve recreatie of verblijfsrecreatie. De geplande Buitenring Parkstad zal zorgen voor een groter barrièrewerking, zowel in het Dal van de Roode Beek, als in het gebied tussen Brunssummerheide en Teverenerheide. Samenvattend streven we naar: landschapsherstel en het realiseren van ecologische en recreatieve verbindingen als basis voor de ontwikkeling van dit gebied; de totstandkoming van een samenhangend internationaal natuurpark; duidelijke identiteit die wordt verschaft door het internationale karakter, uitgestrekte grootschalige natuur en de bijzondere cultuurhistorie en geologie; het handhaven en benadrukken van het eigen karakter van de drie deelgebieden; ontwikkelen van een robuuste ecologische verbinding tussen Schinveld-Mook en het Wormdal; ontwikkelen van robuuste ecologische verbindingen tussen de verschillende natuurgebieden. In bijlage I is de visie kaart Een robuust Heidenatuurpark opgenomen. 3.3. Recreatief netwerk en zonering (kaart II) 3.3.1. Ontwikkelingen De toeristisch-recreatieve sector is in Parkstad de afgelopen jaren sterk gegroeid. De regio beschikt over belangrijke dagrecreatieve attracties als SnowWorld, Mondo Verde, Gaiapark, en de Golfbaan in Brunssum, die een bovenregionale uitstraling hebben. Bovendien liggen deze attracties in een mooie landschappelijke omgeving. De regio streeft naar een verdere uitbouw van verblijfsrecratie, en bijeenkomsten en vergadertoerisme, waarbij aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van een duidelijke structuur, die nu nog ontbreekt. De ontwikkeling van de Parkstad Leisurering (ZKA 2008) zou de gewenste structuur kunnen bieden. De leisure-ring bestaat uit een ring van attractiegebieden/attracties, waaraan uitloopgebieden zijn gekoppeld met een Zuid-Limburgse natuur en/of cultuurhistorie (zie afbeelding 3.1.). Het Heidenatuurpark vervult een belangrijke rol bij het invullen van deze ambities. Versterking van groene/ cultuurhistorische uitloopgebieden (greenescapes) gaat hand in hand met de versterking van intensieve of verblijfsrecreatie (urban-exits). afbeelding 3.1. Parkstad Leisure-ring (ZKA 2008) afbeelding 3.2. Groenontwikkeling Parkstad Limburg 16

Herontwikkeling van de mijnsteenberg Hendrik tot een gebied met intensieve recreatie (verblijfrecreatie dan wel een dagrecratieve attractie) kan bijdragen aan de toeristische ambities van Parkstad. De mijnsteenberg vormt de belangrijkste ecologisch landschappelijke barrière tussen de Brunssummerheide en het dal van de Roode Beek richting Brunssum. Herontwikkeling zou dan ook hand in hand moeten gaan met het realiseren van de verbinding Brunssummerheide-Roode Beekdal. Het benutten van het omliggende landschap met zijn rijke cultuurhistorische verleden, draagt bij aan de beeldvorming en geeft extra impulsen aan de toeristische markt. 3.3.2. Netwerk Nu al is er een intensief netwerk van ATB routes, fietswandel- en ruiterpaden, maar dit netwerk is nog niet aaneengesloten. Er is nog geen grensoverschrijdend en verbindend netwerk tussen de natuurgebieden. De huidige toegang tot het gebied voor bezoekers is als volgt: centrale punten bij de ontsluiting zijn de bezoekercentra Brunssummerheide en Roode Beek/Rodebach in Schinveld en Gangelt. Deze centra zijn met de auto goed bereikbaar en vandaar wordt het direct omliggende natuurgebied bezocht; netwerk aan kleinere parkeerplaatsen rondom de natuurgebieden: deze vormen de uitvalsbasis voor wandelaars; netwerk aan auto- fiets, -wandel- en ruiterroutes. Het netwerk is op kaartbijlage II weergegeven. 3.3.3. Zonering en ontsluiting De vraag is of de huidige zonering van drukke gebieden rondom de bezoekerscentra en verder afwisselend drukke en rustige gebieden nog voldoet, mede in het licht van de ontwikkeling van Parkstad Limburg en de plannen voor verdere recreatieve ontwikkeling van het Hendrik terrein. Om inzicht te krijgen op de wensen van de Duitse autoriteiten over de recreatieve ontwikkeling van het Heidenatuurpark, is verkennend overleg gevoerd met Kreis Heinsberg. Hieruit is ons gebleken dat er bij de Duitse beheerders geen draagvlak is om recreatie op de Teverenerheide te vergroten. Teverenerheide moet in de visie van de Duitse beheerder rustig blijven, en men moet er kunnen genieten van een bijzondere natuur. Wel blijkt er behoefte te zijn aan aansluiting van recreatieve routes aan beide zijden van de grens. In het algemeen is het van belang dat de recreatieve druk zodanig wordt gereguleerd dat kwetsbare natuur en landschap geen schade wordt toegebracht. De ontsluiting van de verschillende gebieden, vanuit openbare infrastructuur, bezoekerscentra en parkeerplaatsen moet hierop zijn afgestemd, evenals het (te ontwikkelen) recreatieve netwerk. Concreet betekent dit: de huidige drie bezoekerscentra vormen de belangrijkste uitvalsbasis voor het gebied. Belangrijke concentratie van bezoekers blijft daardoor op de Brunssummerheide en de Roode Beek. Teverenerheide, Staatsforst Hambach en de Schinveldse bossen blijven daardoor rustig tot zeer rustig; huidige kleinschalige parkeerplaatsen in de vier natuurgebieden: uitbreiding hiervan is ongewenst; internationaal netwerk van fiets-, wandel- en ruiterroutes. Het huidige netwerk kan meer structuur krijgen, waarbij vooral de verbindingsroutes tussen de verschillende gebieden nog meer vorm moet krijgen. Ook in de bebording en bewegwijzering moet nog meer uniformiteit worden bereikt. De huisstijl hiervoor is al ontwikkeld; op de langere termijn is een natuurtransferium/ parkeerplaats op locatie van de JFC-site te overwegen. Op kaartbijlage II is de ontwikkelingsvisie voor de ontsluiting van het gebied weergegeven. 3.4. Op zoek naar historie (kaart III) Het Heidenatuurpark kent een historie van mijnbouw en delfstoffenwinning. Natuurmonumenten wil deze historie niet wegstoppen, maar juist aan de bezoekers laten zien en beleven. Eenmaal afgewerkt zijn de groeves bijzondere aantrekkelijke gebieden voor vogels, libellen, reptielen en amfibiëen. Natuurmonumenten ziet de groeves als een cultuurhistorische en natuurlijke blauwdruk, die in het Heidenatuurpark beleefd mag worden. In het Heidenatuurpark kan de transformatie van groeves naar natuurgebieden in alle stadia worden beleefd: van groeve die nu nog in bedrijf zijn, zoals de groeve Mourik, tot groeves die al volledig zijn afgewerkt tot natuurgebied (Teverenerheide, oude stort Landgraaf). Het groevelandschap vormt aldus een beeldmerk / landmark voor dit gebied. De bezoeker wordt het verhaal verteld van de rijke en afwisselende geologische opbouw, de mijnbouw en de ontginning, bewerking 17

en toepassing van de verschillende delfstoffen. Mooie voorbeelden zijn: de winning van de Brunssumse klei die in steenfabrieken is verwerkt; de groeve Mourik; de Steenkoolmijnsteenberg en de bossen waar mijnhout is geteeld; de bruinkoolwinning koffiepoel Brunssummerheide, de winning van zilverzand in de Sigranogroeve, de winning van zand en grind in groeve de Groot te Landgraaf, de groeves in de Teverenerheide, de groeves in de Schinveldse Bossen etc. De groeves vormen daarbij een ring, die bovendien het grensgebied van Nederland en Duitsland verbindt. Ook uit oogpunt van educatie is het dus een bijzonder interessant gebied, waarvan het thema ondergrond bovendien bijzonder actueel is. Cultuurhistorie, geologie, ecologie, mijnbouw, educatie, afwisseling: in onze visie zijn dit de sterke punten van het Heidenatuurpark. Op kaartbijlage III is dit beeldend weergegeven. Op deze kaart zijn de cultuurhistorische hoogtepunten weergegeven en een mogelijke routing/ verbinding hierlangs. Deze route start en eindigt bij de bezoekercentra/infocentra in het gebied. 18

4 Realisatiestrategie 4.1. Beslissingen van wezenlijk belang Om het doel van het internationale Heidenatuurpark te bereiken, moeten er belangrijke beslissingen worden genomen. In dit hoofdstuk gaan we in op de dilemma s die we tegenkomen en de strategie om daarmee om te gaan. Wij onderscheiden hierbij drie strategische routes, namelijk: het bereiken van een andere bestemming van het gebied of delen van het gebied (ontwikkelen); het bereiken van een andere inrichting (aanpassen); realiseren van aangepast beheer (versterken). In paragraaf 4.2, 4.3 en 4.4. richten we ons op: de afzonderlijke verbindingen, zoals deze op de ontwikkelingskaarten zijn weergegeven; ontwikkeling van de afzonderlijke natuurgebieden; het recreatieve netwerk; indentiteit/cultuurhistorie. In paragraaf 4.5 en 4.6 gaan we in op organisatie en samenwerking. 4.2. Verbindingen 4.2.1. Robuuste verbinding Wormdal- Schinveld-Mook (kaart I-I ) Op de kaartbijlage I is de robuuste Ecologische verbinding Wormdal-Schinveld-Mook als lichtgroene pijl weergegeven. Deze verbinding bestaat van Noord naar Zuid uit: Verbinding tussen Roode Beek/Rode Bach en de Geleenbeek. Op kaartbijlage I is deze weergegeven, maar het traject valt buiten het Heidenatuurpark en is daarom in dit kader niet verder besproken (1); Verbinding tussen de Schinveldse Bossen en de Tevenerheide (2); Verbinding tussen de Tevenerheide en het Wormdal (3). Ontwikkelingsrichting Type maatregelen Omschrijving Ontwikkelen Bestemmen Voor gebieden in de categorie Ontwikkelen is een totale omslag in het ruimtegebruik gewenst, door bijvoorbeeld de benodigde koppeling van natuurgebieden, uitbreiding van infrastructuur of nieuwe bedrijventerreinen. Het is de zwaarste ingreep (bijvoorbeeld gebied Hendrik e.o.). Aanpassen Inrichten Gebieden die van karakter gaan veranderen hebben een plek in de categorie aanpassen. Dit is bijvoorbeeld van belang voor de benodigde diversiteit aan groene, recreatieve en woon/werkmilieus. Dit moet gestalte krijgen door transformatie van delen van het landschap en of bedrijventerreinen. Versterken Beheer De categorie Versterken benoemt en waardeert bestaande vormen van ruimtegebruik. In veel gevallen is wel actief beleid nodig om het ruimtegebruik te verbeteren of te zorgen dat het op lange termijn zijn waarde zal behouden. Dit zal veelal gepaard gaan met relatief autonome ontwikkelingen waarbij impulsen worden gecreëerd om deze te versterken 19

Uit de kansen en knelpuntenanalyse kwam naar voren dat de robuuste verbinding stopt bij de Brunssummerheide. Verbinding Brunssummerheide/Teverenerheide met Wormdal nog niet verankerd is in plannen of besluiten, noch in het internationale Natura 2000- netwerk in Duitsland en Nederland, noch in de robuuste ecologische hoofstructuur in Nederland of als Provinciaal Ontwikkelings gebied. Dit betekent dat er zowel fysiek als politiek/bestuurlijk als organisatorisch een grote opgave ligt. Om de robuuste verbinding tot stand te brengen zijn verschillende strategiëen denkbaar: verbinding realiseren binnen de gebiedsontwikkeling Parkstad Limburg als natuurcompensatie voor de aanleg van de L42n; agenderen als natuurcompensatiegebied voor de Buitenring Parkstad; uitbreiding van de EHS aan Nederlandse zijde; als separaat natuurontwikkelingsproject met externe financiering ( bijv. Interreg ). 4.2.2. Verbinding Teverenerheide- Schinveldse bossen (kaart I-2) De verbinding tussen Teverenerheide en Schinveldse bossen is gedeeltelijk al gerealiseerd op Duits grondgebied. Een smalle zone langs de Awacsbasis is al (her) ingericht als ecologische verbindingszone. Het is een zone met de nodige beperkingen die samenhangen met de aanwezigheid van de basis. Er zijn beperkingen bij de herinrichting (bv tegenwerking bij realisatie open water/poelen vanwege aantrekking watervogels). Om binnen de huidige beperkingen toch een volwaardige en robuuste ecologische zone in te richten, is veel ruimte nodig. De strategie zou erop gericht moeten zijn om naast de huidige smalle verbinding ook de groeve én het bedrijventerrein Ora et Labora, en wellicht ook nog een deel van de huidige groeve Mourik, te bestemmen en in te richten als natuurgebied. Strategie: Bestemmen: streven naar herontwikkeling ora et labora en groeve Mourik als natuurgebied; Beheer : --. Inrichten: afwerking groeve: opstellen inrichtingsplan, versterken ecologische waarde groeve; 4.2.3. Verbinding Teverenerheide- Wormdal (kaart I-3) Voor de verbinding tussen Tevenerheide en Wormdal liggen actuele belemmeringen, met name de verbindingsweg tussen Ubach over Worms en Scherpenseel (D) en de daarlangs liggende bebouwing die de migratie van fauna belemmert. De beoogde L42n is een ontwikkeling die beperkingen in de verbinding versterkt. De plannen rondom de L42n laten zien dat er nog weinig aandacht bestaat voor de waarde van het gebied als robuuste ecologische verbindingszone. De L42n is niet alleen een mogelijke fysieke belemmering, maar ook heeft de toekomstige L42n een belangrijke verkeersaantrekkende werking. Strategie: Bestemmen: Inrichten: Beheer: --. ecologische verbinding in het kader van natuurcompensatie; landschappelijke herinrichting (stepstones, verbindingzones); 4.2.4. Schinveldse bossen -Staatsforst Hambach (kaart I-4) De verbinding tussen de Schinveldse bossen en Staatsforst Hambach bestaat thans uit landbouwgebied en het bronnengebied van de Rodebach. Er is weinig verstoring door infrastructuur of bebouwing. De verbinding kan met beperkte inrichtings- of beheersmaatregelen worden verbeterd. Strategie: Inrichten: beperkte aanpassingen (stepstones, corridors). 4.2.5. Brunssummerheide-Schinveldse bossen/roode Beek (kaart I-5) De huidige Roode Beek ontspringt op de Brunssummerheide en is overkluist ter plaatse van de mijnsteenberg Hendrik en stroomt vervolgens via het Schutterspark richting Schinveld. Delen van deze verbinding zijn al verbeterd (beekdal ter plaatse van het Schutterspark) of worden binnenkort verbeterd (opheffing overkluizing in Schinveld), maar de belangrijkste bottleneck is nog de mijnsteenberg Hendrik. Opheffen van de barrière betekent afgraven van een deel van de mijnsteenberg. Dit zal waarschijnlijk gecombineerd dienen te worden met het ontwikkelen van nieuwe bedrijvigheid op het JFC gebied. Intensieve recreatie zou een dergelijke mogelijke nieuwe bestemming zijn, het industrieterrein 20

Hendrik zou daarnaast tevens gebruikt kunnen worden als natuurtransferium. Strategie: Bestemmen: Bestemmen: Bestemmen: Inrichten: Beheer: deel van mijnsteenberg Hendrik bestemmen voor intensieve recreatie; verplaatsen Manege Brunssummerheide naar NIC-site in combinatie met natuurtransferium; afgraven deel mijnsteenberg Hendrik t.b.v. de ontwikkeling van de natte ecologische verbinding Brunssummerheide-Dal van de Roode Beek. zie hierboven; n.v.t. 4.2.6. Verbinding Brunssummerheide- Teverenerheide (kaart I-6) De huidige verbinding tussen Brunssummerheide en Teverenerheide belemmert migratie van fauna. Grote fauna kan het oude afgewerkte vuilstort aan de Rimburgerweg niet passeren, de golfbaan vormt een belemmering en het huidige nog in bedrijf zijnde stort lijkt de komende decennia nog niet te worden afgewerkt. De beoogde Buitenring Parkstad versterkt deze problematiek,, zowel vanwege de ligging als door verkeers-, licht- en geluidhinder. Daarnaast zijn er voornemens om op deze plaats een, aan de golfbaan geliëerde, intensieve verblijfsrecreatie te realiseren. Daar staat tegenover dat deze ontwikkeling ook als kans kan worden gezien: investeringen kunnen worden benut om de verbinding tot stand te brengen. Het streven van Natuurmonumenten is om een robuuste, brede ecologische verbindingszone te realiseren, waarbij gestreefd wordt naar een versnelde herinrichting van een deel van het stort Landgraaf. Strategie: Bestemmen: Bestemmen: Inrichten: golfbaan deels naar sportvelden Nato: natuurbestemming; ontwikkeling intensieve verblijfsrecreatie samen laten gaan met het reserveren van voldoende ruimte voor deze ecologische verbindingszone; op lange termijn herinrichting groeve als natuurgebied, aansturen op gedeeltelijke versnelde afwerking; idem stort; Beheer: aangepast beheer deel van de golfbaan: streven naar brede robuuste ecologische passages. 4.3. Natuurgebieden Tweede prioriteit is de verdere ontwikkeling van de betreffende natuurgebieden. De gewenste ontwikkeling heeft daarbij overigens in een aantal gebieden al gestalte gekregen: in het internationale natuurpark Roode Beek/Rodebach, waartoe ook de Schinveldse bossen behoren is belangrijke voortgang geboekt bij natuurontwikkeling, herinrichting van de beken en beekdalen en de ontwikkeling van de recreatieve structuur, inclusief twee bezoekerscentra; Teverenerheide: de herinrichting van de Teverenerheide is vrijwel afgerond. Er is een natuurgebied ontstaan waarbij natuureducatie in samenhang met extensieve recreatie wordt nagestreefd; op dit moment wordt gewerkt aan het beheerplan voor de Brunssummerheide in het kader van Natura 2000. Het nieuwe bezoekercentrum is gerealiseerd, en er is voor de bezoekers van de heide veel te beleven. Op dit moment is een belangrijke uitdaging gelegen in het zuidelijke gedeelte van de Brunssummerheide, waar mogelijke verdere zilverzandwinning en de afwerking van de bestaande groeves worden onderzocht. Natuurmonumenten streeft hier naar een zonering van intensieve woon- en recreatieve functies grenzend aan het stedelijke gebied naar rust en natuurontwikkeling aansluitend op de Brunssummerheide. 4.4. Recreatie en cultuurhistorie Op het gebied van recreatie lijkt een grensoverschrijdend routenetwerk en de ontsluiting van het gebied vanuit de drie Groene Poorten met eenvoudige maatregelen te realiseren. Het gaat daarbij om: realiseren grensoverschrijdend routewerk voor wandelaars, fietsers en ruiters; aanbrengen uniforme bebording en wegwijzering; eenduidige communicatie, bebording, wegwijzering. communicatie; ontsluiting groeves/ routes; educatieprogramma (uitkijkpunten, excursies, lesmateriaal etc.); aansluiten bij andere activiteiten in de regio, o.a mijnmuseum; externe financiering, o.a. Interreg. 21

Bijlage I Een Robuust Heidenatuurpark Realisatiestrategie Natuurmonumenten wil een robuuste internationale ecologische verbinding tot stand te brengen. Hierbij gaat het om een noord-zuid verbinding tussen Eifel en Veluwe via de verbinding Wormdal - Schinveld - Mook. Het Heidenatuurpark is in deze verbinding een essentiële schakel. De vier nu separaat liggende natuurgebieden worden met elkaar verbonden, zodat planten en dieren zich weer kunnen verspreiden. Deze doelen kunnen we niet alleen bereiken. Hiervoor is een internationale samenwerking nodig tussen overheden, natuurbeheerders en bedrijven. Legenda Gebieden Mogelijk tracé Buitenring Dal van de Roode beek /Rode bach Staatsforst Hambach Teverenerheide Brunssummerheide Verbindingen Robuuste Ecologische verbinding Droge verbinding Natte verbinding Dal van de Roode Beek C 1 B I F E 4 2 D 5 6 3 A 1 Km 2 Km 22

I: Robuuste Verbinding Wormdal-Schinveld-Mook Realiseren robuuste grensoverschrijdende verbinding Wormdal/FFH gebieden langs Wormdal-Schinveld - Mook. Hoog ambitieniveau. 1. Rode Beek - Schinveld - Jabeek Uitwerking valt buiten het kader van het Heidenatuurpark 2. Schinveldse Bossen - Teverenerheide Huidige smalle zone natuurgebied rondom de Awacs-basis. Hoog ambitieniveau. - kansen - smalle verbinding langs Awacs-basis reeds gerealiseerd - herinrichting groeve Reitweg draagt op lange termijn bij aan robuuste verbinding - knelpunt - volledige realisatie pas op lange termijn - inrichtingsmaatregelen onder voorwaarden i.v.m.eisen basis 3. Teverenerheide-Wormdal Bestaand landbouwgebied, bebouwing, verbindingswegen. Hoog ambitieniveau. - kansen - goede fysieke mogelijkheden voor realisatie verbindingszone in landbouwgebied - knelpunten - belangrijke doorsnijding bebouwing en infrastructuur Ubach over Worms- Scherpenseel - aanleg L42n II: Overige verbindingen 4. Schinveldse bossen-staatsforst Hambach Bestaand landbouwgebied. Middelhoog ambitieniveau. - kansen - weinig fysieke belemmeringen - eenvoudig te realiseren door herinrichting/grondaankoop - knelpunten - geen 5. Natte verbinding Brunssummerheide- Dal Roode Beek/Rodebach Betreft deels natuurgebied, deels overkluizingen. Hoog ambitieniveau. - kansen - herinrichting industrieterrein Hendrik in combinatie met beekherstel/herinrichting - ontkluizing Roode Beek in Schinveld in voorbereiding - waterkwaliteit reeds verbeterd door afkoppelen, o.a. RWZI - knelpunten - afgraven mijnsteenberg en forse herinrichtingsmaatregelen zijn nodig. Deze vergen grote investeringen 6. Brunssummerheide-Teverenerheide Betreft deels golfbaan, infrastructuur, afgewerkt stort. Hoog ambitieniveau. - kansen - afwerking stort Deponie-Zuid/groeve de Groot - realisering ecopassages infrastructuur - knelpunten - barrière huidige N299, Rimburgerweg, Waubacherweg - geplande Buitenring - barrièrewerking golfbaan en ontwikkeling leisure - afwerking stort pas op lange termijn Natuurgebieden Brunssummerheide (A) Roode Beek/Rode Bach - Schinveldse Bossen (B) - Rood Beek/Rode Bach (C) Teverenerheide (D) Dal Roode Beek tussen Brunssummerheide en Schinveld (E) Staatsforst Hambach (F) 23

Bijlage II Recreatief netwerk en zonering Binnen het Heidenatuurpark wil Natuurmonumenten een grensoverschrijdend samenhangend netwerk tot stand brengen van wandel-, fiets- en ruiterpaden. Dit netwerk sluit aan op drie centraal in het gebied gelegen bezoekercentra. Legenda Fietsroutes ATB Routes Lange afstand wandelroute Wandelroutes Ruiterroutes Ruiterroute in ontwerp/aanleg Mogelijk tracé Buitenring Bezoekerscentrum Parkeerplaatsen Recreatieve verbinding Op Zoek Naar Historie 1 Km 2 Km 24

Bijlage III Op zoek naar historie A: Sigrano (herontwikkelingsgebied) B: Groeves Beaujean C: Groeve de Groot (in exploitatie) D: Groeves T e venerheide (afgewerkt) E: Groeve Reitweg (in exploitatie) F: Ruchergroeve (afgewerkt) G: Schutterspark H: Mijnsteenberg JFC J: Koffiepoel I: Natuurtransferium II: Bezoekercentra Het Heidenatuurpark kent een historie van mijnbouw en delfstoffenwinning. Natuurmonumenten wil deze historie niet wegstoppen, maar juist aan de bezoekers laten zien en beleven. Eenmaal afgewerkt zijn de groeves bijzonder aantrekkelijke gebieden voor vogels, libellen, reptielen en amfibiëen. Natuurmonumenten ziet de groeves en mijnsteenbergen als een cultuurhistorische en natuurlijke blauwdruk, die in het Heidenatuurpark beleefd mag worden. Legenda Mogelijk tracé Buitenring Beekdal Grote recreatieve knoop en transferium Bezoekerscentrum (Oude) Mijnbouwterreinen en groeves Recreatieve verbindingen II II F E G H I J D C II B B A 1 Km 2 Km

26

27

Natuurmonumenten Natuurmonumenten is een vereniging van ruim 880.000 leden, met een gezamenlijk doel: zorgen voor natuur in Nederland. Daarom verwerven en beheren we natuurgebieden het zijn er inmiddels 355 met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100.000 hectare. Zo houden we Nederland open en groen, en kunnen we blijven genieten van de natuur. Natuurmonumenten Noordereinde 60 Postbus 9955 1243 ZS s-graveland T (035) 655 99 33 F (035) 655 97 75 www.natuurmonumenten.nl Natuurmonumenten. Als je van Nederland houdt.