betreffende aandacht voor preventieve mondzorg in het Vlaamse gezondheidsbeleid en bij kwetsbare groepen

Vergelijkbare documenten
betreffende aandacht voor preventieve mondzorg in het Vlaamse gezondheidsbeleid en bij kwetsbare groepen

Mondzorg op maat voor de geriatrische patiënt met mobiele apparatuur

V.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015

betreffende een versterkt geestelijkegezondheidsbeleid

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. over het verbeteren van de betaalbaarheid van tandzorg. (ingediend door Karin Jiroflée)

18/03/2015. Innovatie in de mondzorg. 1. De problematiek voor de kwetsbare ouderen 2. Oplossingen voor personen met beperkingen en kwetsbare ouderen

Voorstel van resolutie. betreffende de ondersteuning van jonge mantelzorgers. 501 ( ) Nr oktober 2015 ( ) ingediend op

CD&V SOCIALE VOORUITGANG DOOR ECONOMISCHE GROEI EEN DUIDELIJKE DOELGERICHTE EN DUURZAME VISIE OP ZORG

PLENAIRE SESSIE ZORG EN WELZIJN (MEER GEZONDHEID IN DE ZORG)

Mondzorgbijpersonenmet eenbeperking: eensituatieschets

Bewegingskansen via toegankelijke (preventieve) gezondheidszorg Jan Tessier

Lokale besturen kunnen werken aan toegankelijkheid van zorg en preventie. Veerle Cortebeeck, stafmedewerker lokaal gezondheidsbeleid VVSG

SESSIE ONDERWIJS (ONDERWIJS IN GEZONDHEID)

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

Standaard Mondgezondheid Stand van zaken. Roos Leroy VWVJ referatendag 7 december 2007

betreffende de preventieve inname van foliumzuursupplementen voor de aanvang van de zwangerschap ter voorkoming van neuraalbuisdefecten

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

geef elke wijk een sociale groepspraktijk

LOKAAL TANDZORGINITIATIEF LEUVEN GEZONDE MOND. In kinderschoenen én dynamisch

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

SESSIE GEZIN (BRON VAN GEZONDHEID)

Netwerkdag chronische zorg en zorgregio s Domus Medica 21 maart Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Advies opgemaakt door Vlaams Instituut Gezond Leven, VAD, Sensoa en VWVJ

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Preventie. DICHT BIJ DE BURGER.

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Dementievriendelijke gemeente/stad. Ilse Masselis Expertisecentrum dementie Sophia

Inleiding. Johan Van der Heyden

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

VLAAMSE OUDERENRAAD. Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen. Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat bus Brussel

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Burn-out preventie op de werkvloer

Hoe wil de Vlaamse overheid mondzorg stimuleren bij ouderen en innovatie aanmoedigen? Bron foto:

over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

INFO- EN OVERLEGMOMENT CLUSTERS GEZONDHEIDSZORG EN PZON

OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019

OCMW s en armoedebestrijding

Activiteiten preventieve mond- en tandzorg voor kinderen en jeugdigen door de GGD Noorden Oost- Gelderland in de Achterhoek

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

WERK MAKEN VAN EEN LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven

Eerstelijnsgezondheidsconferentie

SESSIE LOKALE GEMEENSCHAP (GEZONDE BUURTEN)

betreffende onderwijs in ontwikkelingssamenwerking

Logo Gezond + vzw. 7 thema s. Milieu en gezondheid. Valpreventie Borstkankeropsporing. Vaccinaties. Voeding en beweging. Geestelijke gezondheid

SESSIE WERK (WERKEN, OOK AAN GEZONDHEID)

over het voorstel van resolutie betreffende de uitbreiding en verdieping van de sensibiliseringsacties voor het voorkomen van gehoorschade en tinnitus

betreffende de aanstelling van een intendant in het dossier van de nationale luchthaven Brussels Airport

Samenwerkingskansen ter versterking van de optimale ontwikkeling en gezondheid van kleuters

Antwerpen 14/09/2017

VLAAMSE WETENSCHAPPELIJKE VERENIGING VOOR JEUGDGEZONDHEIDSZORG VZW STANDAARD MONDGEZONDHEID DR ROOS LEROY WETENSCHAPPELIJK MEDEWERKER VWVJ

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

UITDAGINGEN EN ONTWIKKELINGEN IN DE UITKERINGSVERZEKERING. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV Seminarie voor verzekeringsartsen 12 oktober 2011

nr. 423 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 18 maart 2016 aan JO VANDEURZEN Vlaamse tieners - Zelfbeeld

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN

Ziekenfonds: een veranderende rol in een veranderende gezondheidszorg-wereld

Personen met geestelijke gezondheidsproblemen op de arbeidsmarkt: Naar een betere synergie tussen werk en welzijn

ADVIES Beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

licht van de Vlaamse gezondheidsdoelstelling voeding & beweging katelijne van hoeck Leuven 7 december 2007

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Preventie ondervoeding in woonzorgcentra

Subsidieoproep voor mobiel aanbod door vrijwilligers

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Hervormingen in de eerste lijn. Zorgcircuit GGZ Ouderen 23 februari 2018

Organisatie van de Zorg

Reorganisatie van de eerste lijn Vorming eerstelijnszones

Financiering psychologische zorg in de 1 ste lijn. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

Beleidsvisie Sociaal Werk

betreffende een nieuw ondersteuningsmodel in het leerplichtonderwijs

Sleutelwoord: verbinden

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

Uitdagingen bij de vermaatschappelijking van de zorg

GENEESKUNDE VOOR DE DERDE WERELD INTERACTIEVE VORMINGSMODULE TOEGANG TOT GEZONDHEIDSZORG. Conclusie

Mondverzorging bij de oudere patiënt

Advies. Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg. Brussel, 15 oktober 2018

over de nota van de Vlaamse Regering

Reflectie provinciale toetsingsavonden Synthese

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

Leer- en deeldag Eerstelijnszones 19 maart 2019, Elisabethzaal, Antwerpen

Hierboven ziet u de levenslijn van het bestuur in België. Niets werkt nog. Alle vitale organen

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

STRATEGIE. maagleverdarmstichting.nl

11/12/2018 HOE DE ORGANISATIE VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VOOR OUDEREN VERBETEREN? Vraag van de FOD Volksgezondheid. onderzoekvragen en methode

Transcriptie:

ingediend op 857 (2015-2016) Nr. 1 6 juli 2016 (2015-2016) Voorstel van resolutie van Caroline Croo, Cindy Franssen, Freya Saeys, Tine van der Vloet, Katrien Schryvers en Peter Persyn betreffende aandacht voor preventieve mondzorg in het Vlaamse gezondheidsbeleid en bij kwetsbare groepen verzendcode: WEL

2 857 (2015-2016) Nr. 1 TOELICHTING Om accenten te leggen binnen het preventieve gezondheidsbeleid werkt de Vlaamse overheid met gezondheidsdoelstellingen. Dit zijn specifieke, meetbare, realistische en algemeen aanvaarde doelstellingen die binnen een bepaalde periode gerealiseerd moeten worden. De doelstellingen komen tot stand na een gezondheidsconferentie waarbij stakeholders op initiatief van de Vlaamse Regering samenkomen met als doel inzichten, gegevens en ervaringen uit te wisselen. Dit moet leiden tot nieuwe voorstellen en/of aanpassingen van Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. Anderzijds kunnen er naar aanleiding van een gezondheidsconferentie andere opdrachten vervuld worden met betrekking tot het preventieve gezondheidsbeleid. De Vlaamse overheid startte met deze doelstellingen in 1998, in navolging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Vanuit de gezondheidsconferentie heeft de Vlaamse overheid doelstellingen geformuleerd rond zes thema s. Nergens binnen deze doelstellingen wordt mondgezondheid expliciet vermeld, ondanks de stijgende evidentie dat van algemene gezondheid, welzijn en levenskwaliteit geen sprake kan zijn zonder een goede mondgezondheid. Met zijn Oral Health Programme geeft de WHO prioriteit aan de integratie van mondgezondheid in algemene zorgprogramma s met een gemeenschappelijke risicobenadering. Een goede mondgezondheid is een essentieel onderdeel van de algemene gezondheid en ook belangrijk voor het algemeen welbevinden en de levenskwaliteit. Uit onderzoek blijkt dat er op dit vlak nog heel wat verbetering mogelijk is, vooral op vlak van preventie. Zo is mondkanker één van de tien meest voorkomende kankers in Europa en dat is heel weinig gekend bij artsen 1. De mond is een complexe holte waarbij verschillende anatomische structuren voorkomen. Het belang van een goede verzorging mag niet onderschat worden. Er is groeiend wetenschappelijk bewijs dat er een wederzijds verband bestaat tussen tandvleesen kaakbotziekten en diabetes type 2 2,3. Een goed verzorgde mond is een duidelijk kenmerk van een goede persoonlijke hygiëne. Goede mondverzorging voorkomt infecties, kent een esthetisch aspect en is belangrijk voor het sociaal contact. Een goede mondgezondheid is een belangrijke voorwaarde voor het mentaal en sociaal welbevinden: zelfvertrouwen, het vinden van een job, sociaal aanvaard worden. Voorlichting en preventie zorgen wereldwijd voor een verbetering van de mondgezondheid en voorkomen de noodzaak aan therapeutische ingrepen. Bovendien maken maatschappelijke veranderingen (bijvoorbeeld het tanende aanbod aan zorgverleners, de stijgende immigratie, de vergrijzing van de bevolking, toenemende kansarmoede), wijzigende voedingsgewoontes en nieuwe inzich ten gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek het continu bijsturen van het gezondheidsbeleid noodzakelijk. Daarom dienen steeds nieuwe methodieken ontwikkeld te worden die de focus leggen op de preventieve mondgezondheid, een gemeenschapsaangelegenheid. Bovendien blijkt dat bestaande en succesvolle methodieken in het kader van mondgezondheid verder ontwikkeld dienen te worden. De huidige projecten en onderzoeken gebeuren eerder versnipperd en vaak enkel lokaal of regionaal, met een gebrek aan coherentie tot gevolg. Hierdoor werken organisaties vaak naast elkaar en worden financiële middelen onvoldoende efficiënt aangewend binnen een integrale gezondheidsvisie. 1 Cancer Research UK, http://www.cancerresearchuk.org/health-professional/oral-cancerstatistics#heading-four. 2 Strauss, S., Russell, S., Wheeler, A., Norman, R., Borrell, L., & Rindskopf, D. (2010). The dental office visit as a potential opportunity for diabetes screening: an analysis using. J Public Health Dent, 156-162. 3 Nijland, N. (2013). De relatie tussen diabetes mellitus en parodontitis. http://www.lmtandartsen.nl/ assets/files/project-nina-de-relatie-tussen-diabetes-mellitus-en-parodontitis-2014.pdf. 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

857 (2015-2016) Nr. 1 3 Preventie is de sleutel naar succes Binnen de gezondheidsdoelstellingen en de actiefocussen wordt nergens expliciet melding gemaakt van het belang van preventie in mondgezondheid. In het rapport van het Rekenhof van maart 2016 over de terugbetaling van tandzorg 4 wordt ook benadrukt dat er werk moet worden gemaakt van de preventie van tand- en mondziekten. Binnen de Vlaamse Werkgroep Voeding en Beweging komt mondgezondheid nauwelijks aan bod omwille van het ontbreken van de vermelding ervan in de gezondheidsdoelstellingen. Omdat de Logo s (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) werken op basis van de actiefocussen kunnen zij met mondgezondheid pas structureel aan de slag als hiervoor expliciet een focus wordt voorzien. Bestaande projecten, zowel binnen de overheid als private initiatieven, werken dikwijls op korte termijn of zonder extensieve uitwerking of resultaatsverbintenis die vooraf wordt bepaald. Binnen deze losstaande projecten worden vaak nieuwe methodieken ontwikkeld (presentaties, educatief materiaal enzovoort), maar door een weinig resultaatsgebonden aanpak worden gezondheidswerkers niet altijd efficiënt ingezet en de middelen niet altijd efficiënt benut. Mensen en middelen zijn nodig om aan screening en controle te kunnen doen voor diegenen die moeilijk of niet naar de tandartspraktijk kunnen en dus zelden door een tandarts onderzocht worden. Het is moeilijk om tandartsen te motiveren om deel te nemen aan algemene preventiedoelstellingen of -structuren omdat zij een gebrek aan aandacht ervaren voor mondgezondheid. Tandartsen maken dan ook zelden deel uit van Logo s en SEL s (samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg) omdat er geen aanknopingspunt is, tandartsen er vaak alleen voor staan en, op enkele uitzonderingen na, weinig interesse en projecten bestaan rond mondgezondheid. Te weinig aandacht voor kwetsbare groepen Lage socio-economische status Het gedrag rond mondhygiëne en mondgezondheid wordt vooral beïnvloed door familiale, sociale en maatschappelijke omstandigheden. Tandartsen kennen de leefwereld van de kansarme bevolking nog onvoldoende. Daarnaast hebben kansarmen te weinig kennis over de werking van tandartsen (nakomen van afspraken, betalingsmodaliteiten, informatie over de conventiestatus enzovoort), over de mogelijkheden van tandheelkundige behandelingen en het belang van mondzorgpreventie. Lager opgeleiden hebben vaker geen eigen gebitselementen meer, frequenter een volledige gebitsprothese, meer kauwproblemen en ze poetsen minder vaak hun tanden. Verschillen in voedingsgewoonten, het gebruik van en de toegankelijkheid tot preventieve tandheelkundige zorgen en te weinig inzicht in het belang van een goede mondhygiëne, maar ook algemene hygiëne, kunnen deze socioeconomische ongelijkheden deels verklaren (ook andere sociale factoren spelen een rol maar werden minder onderzocht met betrekking tot hun impact op mondgezondheid, bijvoorbeeld effecten van blootstelling aan tabak en chronische stress). Mondgezondheid blijft één van de domeinen waarin de sociale ongelijkheid in gezondheid het meest tot uiting komt. Mensen met een laag socio-economisch profiel hebben 14 keer meer kans om te behoren tot de hoog risicogroep voor tandbederf. 4 Verslag van het Rekenhof aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers Brussel, 30 maart 2016: Terugbetaling van tandzorg Voor een performanter overheidsbeheer.

4 857 (2015-2016) Nr. 1 Personen met een beperking De organisatie van tandheelkundige zorgverlening in België voor personen met een beperking en kwetsbare groepen is nog niet structureel verankerd. Het project Mondzorg voor Personen met Bijzondere Noden (PBN) 5 in België over de tandheelkundige verzorging voor personen met bijzondere noden was zo n pilootproject. Het belangrijkste doel ervan was beleidsadviezen te ontwikkelen voor een aangepast gezondheidsbeleid voor personen met bijzondere noden, verder gedefinieerd als personen met fysieke, zintuiglijke en/of mentale beperkingen en ouderen met een hogere zorgzwaarte. Vaststelling in dit rapport is de grote nood aan sensibilisering, aan primaire, secundaire en tertiaire preventie en aan professionele zorgverlening omdat er heel wat zorgachterstand op vlak van mondzorg werd vastgesteld. Dit werd ook bevestigd door de screening van de mondgezondheid van de deelnemers aan de Special Olympics 6. De instellingen zijn zelf vragende partij voor het krijgen van bijkomende ondersteuning. Nu gebeurt dit vooral op individueel initiatief van een aantal gemotiveerde en geëngageerde tandartsen. Er is dus nood aan een structurele oplossing, gebaseerd op een sterk netwerk, die deze lokale initiatieven overstijgt. Er bestaat evidentie over de primordiale rol die gezondheidsvoorlichting, -bewaking en preventieve maatregelen spelen in de mondgezondheid. Deze maatregelen worden bij voorkeur opgenomen in de basistaken van de zorgkundigen/verpleegkundigen die de dagelijkse begeleiding van patiënten en cliënten waarnemen. De sensibilisering en primaire preventie worden best reeds opgenomen in de basisopleiding en nascholing van de relevante zorgopleidingen. Verder is het opportuun om te bekijken of een deel van deze taken kan worden overgelaten aan de toekomstige bachelors in de mondzorg. Personen met een andere culturele achtergrond Er is geen structurele aanpak voor preventie op vlak van mondzorg bij personen met een andere culturele achtergrond. Preventie bij personen met een andere culturele achtergrond moet gebaseerd zijn op opvattingen en gedragingen van desbetreffende specifieke groepen en niet veralgemeend aangepakt worden. Ook in de praktijk blijkt dit. Personen met een andere culturele achtergrond zijn soms niet op de hoogte van de aanbevelingen rond mondgezondheidsbevorderend gedrag, zoals tweemaal per dag de tanden poetsen en een regelmatig (preventief) tandartsbezoek. Ouderen met een hoge graad van zorgbehoevendheid Het aantal ouderen met een hogere graad van zorgbehoevendheid zal in de toekomst sterk toenemen. De verwachting is dat met het stijgend aantal ouderen, er een toename zal zijn van de complexiteit van het restgebit al of niet aangevuld met uitneembare of niet-uitneembare prothetische constructies. Hierdoor zal ook de verzorgingsnood toenemen. Deze ouderen vormen een belangrijke risicogroep voor aandoeningen in de mond met mogelijke impact op de levenskwaliteit en de algemene gezondheid. Gedurende het laatste decennium is er een groeiende bewustwording bij zorgverleners voor de mondgezondheid van ouderen met 5 Nationale Commissie Tandartsen-Ziekenfondsen (2011-2012) Pilootproject Mondzorg voor Personen met Bij-zondere Noden. 6 Special Smiles project organiseert screenings van de mond bij athleten die deelnemen aan de Special Olympics en dit op vrijwillige basis.

857 (2015-2016) Nr. 1 5 een verhoogde zorgbehoefte. Internationaal en nationaal wordt er binnen de tandheelkundige wereld door de universiteiten en beroepsorganisaties sterk geijverd voor een betere begeleiding en verzorging van deze doelgroep op vlak van mondzorg. Het ontbreken van een globale visie en een strategie op middellange en lange termijn, die ondersteund worden door de nodige financiële maatregelen, zorgt ervoor dat tot op vandaag in België weinig structurele vooruitgang werd geboekt in het voorkomen en opvangen van de grote nood aan mondzorg in woonzorgcentra en bij ouderen in de thuiszorg. Het is ook aan de directie om het verzorgend personeel binnen de voorziening blijvend aan te moedigen om de dagelijkse mondhygiëne als onderdeel van de dagelijkse lichaamsverzorging niet uit het oog te verliezen. Een aanzet tot verandering werd gegeven door een wetenschappelijke studie 7 uitgevoerd in opdracht van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) door het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) in samenwerking met de universiteiten Leuven en Gent, in het kader van het project Glimlachen.be. In Vlaanderen worden slechts sporadisch tandheelkundige behandelingen uitgevoerd aan huis of in woonzorgcentra. Gerodent verleent preventieve en curatieve mondzorg in 50 woonzorgcentra verspreid in Oost- en West-Vlaanderen. Ongeveer 30 andere instellingen staan op de wachtlijst. Momenteel is ook de vraag van andere provincies hoog. De vraag is groter dan het aanbod. Redenen hiervoor zijn onvoldoende opgeleide tandartsen in de problematiek van de oudere patiënt met zijn specifieke zorgnoden en het niet beschikbaar zijn van de nodige tandheelkundige apparatuur. De fysieke beperkingen en de beperkte mobiliteit van ouderen spelen hier ook een rol, zodat deze ouderen best in hun eigen leefomgeving mondzorg kunnen krijgen waardoor de draaglast voor hen verlaagd wordt. Op die manier mondzorg verlenen, verhoogt de toegankelijkheid in het bijzonder bij de sterk groeiende groep van ouderen met dementie. De nood aan mondzorg, zowel preventief als curatief, binnen de sector van de woonzorgcentra in Vlaanderen wordt meer en meer geuit. Heel wat directies en raden van bestuur vragen om ondersteuning om deze zorg in te vullen. 7 Vanobberghen Jacques (2014) Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Mondgezondheidsrapport Sensibiliseringproject Glimlachen.be.

6 857 (2015-2016) Nr. 1 Nood aan ondersteuning van partnerorganisaties Om projecten structureel en continu te verankeren in het beleid is een organisatie nodig die de motor is voor mondgezondheid met de nodige kennis en netwerken. Er wordt best overleg gepleegd tussen projecten; de overheid is het best geplaatst om deze communicatie te mediëren. Door het uitrollen van bestaande projecten en hun methodieken, het vooropstellen van een gemeenschappelijke doelstelling en het op elkaar afstemmen van de taken en bevoegdheden van verschillende actoren kan op een efficiëntere wijze een grotere gezondheidswinst worden gerealiseerd. Dit geldt ook voor projecten die niet direct bij mondgezondheid betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld de projecten van Eetexpert, die zich toespitsen op gezonde voeding. Op die manier kan een beleid met een breed draagvlak ontstaan. Het Preventiedecreet regelt de subsidiering en de erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking. Universiteiten en beroepsorganisaties beschikken vaak over mensen, middelen en kennis, wat ten goede kan komen voor het slagen van projecten. Caroline CROO Cindy FRANSSEN Freya SAEYS Tine VAN DER VLOET Katrien SCHRYVERS Peter PERSYN

857 (2015-2016) Nr. 1 7 Het, VOORSTEL VAN RESOLUTIE gelet op: 1 het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019 Veranderen, Verbinden en Vooruitgaan waar: a) preventie, gezondheidspromotie en vroegtijdige detectie een centrale rol vervullen in het Vlaamse gezondheidsbeleid; b) een uitbreiding van de huidige gezondheidsdoelstellingen mogelijk wordt gemaakt indien daarvoor de nodige randvoorwaarden en draagvlak gecreëerd kunnen worden; 2 de zesde staatshervorming en de overgekomen bevoegdheden inzake preventieve gezondheidszorg, meer bepaald de preventieve acties door tandartsen (en beroepsorganisaties in het algemeen); 3 aanbevelingen van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) over de aanvaarde doelstellingen inzake het preventieve gezondheidsbeleid; 4 het feit dat er tot op heden geen enkele Vlaamse gezondheidsdoelstelling noch actiefocus bestaat over mondgezondheid; 5 het belang van een goede mondgezondheid, die als essentieel onderdeel van de algemene gezondheid en welzijn moet worden beschouwd; 6 de verwachte toename van de oudere bevolking en het belang van de focus op mondzorg binnen de steeds groter wordende zorgzwaarte bij deze groep; 7 de enorme noden die bestaan op het vlak van preventie van mondgezondheid en behandeling van mondaandoeningen bij personen met een beperking, kansengroepen en groepen van personen met een andere culturele achtergrond; 8 de conclusies in verband met de mondgezondheid van atleten met een beperking uit de doctoraatsstudie Oral Health of athletes with intellectual disability from Europe and Eurasia ; 9 de recente resultaten van het pilootproject Laat je tanden zien, dat uitgaat van LOGO Antwerpen (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie); 10 de geplande hervorming van de eerstelijnszorg naar aanleiding van de conferentie Reorganisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen eind 2016; 11 het federale mondzorgtraject om de preventie en aanpak van tandproblemen te verbeteren dat vanaf 1 januari 2016 in werking zou treden, maar werd uitgesteld tot 1 juli 2016; 12 het informatieverslag van de Senaat betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten inzake de gezamenlijke aanpak van de strijd tegen kinderarmoede in ons land; 13 het rapport van het Rekenhof van maart 2016 over de terugbetaling van tandzorg (Informatieverslag betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten inzake de gezamenlijke aanpak van de strijd tegen kinder armoede in ons land februari 2016, https://www.senate.be/actueel/homepage/20150526_kinderarmoede_nl.html);

8 857 (2015-2016) Nr. 1 overwegende dat: 1 bestaande projecten rond mondgezondheid nog teveel gericht zijn op dezelfde groepen en organisaties (CLB s (centrum voor leerlingenbegeleiding) en scholen) en niet structureel verankerd zijn; 2 de huidige preventie- en sensibiliseringsmethodieken nog onvoldoende zijn aangepast aan kwetsbare doelgroepen; 3 bestaande, succesvolle methodieken niet voldoende verspreid en/of verder gezet worden en daardoor projecten en onderzoek eerder versnipperd voorkomen; 4 het gebrek aan financiële middelen en mensen een volledige uitrol van preventieve mondzorgacties over Vlaanderen verhindert; 5 organisaties vaak naast elkaar werken en hierdoor financiële middelen niet efficiënt worden aangewend; 6 laag opgeleide personen, personen met een beperking en ouderen met een hogere zorgbehoevendheid minder frequent naar de tandarts gaan; 7 artsen en andere zorgverleners eerder een beperkte kennis hebben over preventieve mondgezondheid en in het bijzonder over de relatie tot de algemene gezondheid; 8 een sterkere inzet vanuit de Vlaamse Regering nodig is om preventieve acties rond mondgezondheid naar gezinnen toe te verbeteren; 9 er meer specifieke aandacht kan worden besteed aan het correct informeren inzake vroegdetectie van problemen met het gebit en de algemene gebitsverzorging van de ouders tijdens de consultatie voor het jonge kind bij Kind en Gezin en van de zorgverleners tijdens hun opleiding; 10 er slechts beperkte aandacht is voor preventie in de mondzorg bij het verzorgend personeel van zorgvoorzieningen; 11 weinig tandartsen meewerken binnen de huidige preventieve beleidsstructuur, onder andere omwille van het ontbreken van de vermelding in gezondheidsdoelstellingen; 12 preventie een noodzakelijke reflex zou moeten zijn bij alle gezondheidsverstrekkers en gezondheidswerkers; vraagt de Vlaamse Regering: 1 binnen het beschikbare budgettaire kader en met het oog op de hervorming van de eerstelijnszorg en de toekomstige conferentie Reorganisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen specifiek aandacht te hebben voor een meer geïntegreerd preventiebeleid met betrekking tot de mondgezondheid; 2 een gezondheidsdoelstelling inzake preventieve mondzorg toe te voegen in het kader van de geplande gezondheidsconferentie van eind 2016 en op basis daarvan een meerjarig actieplan uit te werken om te komen tot een betere preventieve mondgezondheid; 3 meer en blijvend aandacht te vragen voor preventieve mondzorg in de thuiszorg, in woonzorgcentra, in voorzieningen voor personen met een beperking, in andere welzijnsvoorzieningen, bij zorgverstrekkers, dienstverlenende organisaties en de instanties die werken met kansarmen, met de intentie de link tussen mondgezondheid en algemene gezondheid te versterken. Hierbij is het noodzakelijk spoedig kwaliteitsindicatoren inzake mondgezondheid te bepalen en vast te leggen voor de residentiële sectoren en in de thuiszorg; 4 kansarmen beter te informeren over de werking van tandartsen en het belang van preventieve mondgezondheid door een betere samenwerking te organiseren tussen de zorgverstrekkers, de dienstverlenende organisaties en de instanties die werken met kansarmen en de verenigingen waar armen het woord nemen;

857 (2015-2016) Nr. 1 9 5 de algemene tandartsen in de eerste lijn aan te sporen om meer aandacht te hebben voor de kwetsbare groepen en hen hiertoe informatiedragers aan te reiken vanuit de partnerorganisaties zodat artsen aan hun patiënten toegankelijke en laagdrempelige informatie kunnen verlenen over mondgezondheid; 6 het correct informeren en motiveren van de ouders en zorgverleners in de consultatiebureaus voor het jonge kind van Kind en Gezin, alsook de medewerkers van de Huizen van het Kind inzake het nut van een tandartsbezoek met hun kinderen en hierdoor in te zetten op een sterk preventief mondgezondheidsbeleid; 7 in te zetten op het globaal uitvoeren van een gericht nazicht van de mondholte bij het zeer jonge kind, tijdens consulten bij Kind en Gezin en hierbij bijkomend en blijvend aandacht te geven aan algemene mondhygiënegewoonten, voedingsgewoonten (gebruik van suiker) en andere gewoonten (zuiggewoonten, reinigen van fopspenen), alsook voor oudere kinderen tijdens de medische consulten georganiseerd door het CLB; 8 om ook de private sector onder strikte voorwaarden meer te betrekken bij projecten en campagnes inzake mondgezondheid, als participant en/of investeerder, met als doel succesvolle projecten te kunnen verankeren in een meerjarenbeleidsplan; 9 blijvend overleg te stimuleren met de verschillende relevante organisaties en diensten omtrent preventieve mondzorg; 10 structureel overleg gaande te houden met de verschillende beleids domeinen, met als doelstelling extra nadruk te leggen op het belang van mondzorg in de basisopleiding en nascholing van de relevante zorgopleidingen; 11 de toegankelijkheid van preventieve mondgezondheid te verhogen door de financiële drempels weg te werken, met een speciale focus op kwetsbare groepen; 12 structureel overleg te plegen met de federale minister van Volksgezondheid: a) om mondzorgpreventie af te stemmen met het federale curatieve mondzorgbeleid; b) om de nodige maatregelen te nemen om de bachelors van de nieuwe opleiding bachelor in de mondzorg gericht te kunnen inschakelen in de zorgvoorzieningen, en dit binnen een wettelijk kader. Caroline CROO Cindy FRANSSEN Freya SAEYS Tine VAN DER VLOET Katrien SCHRYVERS Peter PERSYN