MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Vergelijkbare documenten
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

1. de sportorganisatie/school/vereniging..., gevestigd te... overeenkomstig artikel... van haar statuten vertegenwoordigd door:

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw,

Standaard Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd

Standaard Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht:

Artikel 1 Werknemer treedt met ingang van bij werkgever in dienst als, voor het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN)

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Model Arbeidsovereenkomst Bepaalde Tijd ¹

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

1. [bedrijf], gevestigd [adres] te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw/heer [naam], hierna te noemen werkgever;

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

gaan een overeenkomst aan betrekking hebbende op NAAM, geboren op DATUM, hierna te noemen Gedetacheerde ;

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Model. Arbeidsovereenkomst cao Dierhouderij. Versie 6 maart 2013

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

VERKLAREN DE VOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST TE SLUITEN:

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

ARBEIDSOVEREENKOMST. Verklaren een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen:

Bedrijf VOF, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

Minimumloon, jeugdloon januari juni 2016 plus Uurloon

Reglement Vakantiefonds

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Rechtspositieregeling Groeibanen Maastricht en Heuvelland 2015

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorbeeld overeenkomst van opdracht. Partijen:

[Naam werkgever], gevestigd te [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [ naam], [functie] hierna te noemen werkgever,

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst Voorzitter/Lid College van Bestuur

IKAP-Regeling rijkspersoneel

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Inleiding. Kijk ook in onze kennisbank arbeid voor meer informatie over het werken met een BBL er. Arbeidsovereenkomst BBL 1

- OVEREENKOMST - Min-max-contract

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Collectieve arbeidsovereenkomst voor zaterdagbestellers

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

Bijlage 12: Voorbeelden individuele arbeidsovereenkomsten

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A. Persoon, hierna te noemen "werkgever";

ARBEIDSOVEREENKOMST voor onbepaalde tijd. <naam contractant1>, te <vestigingsplaats contractant1>, hierna te noemen Werkgever,

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MODEL VOOR EEN MAATSCHAPSOVEREENKOMST TUSSEN ARCHITECTEN

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

vast te stellen de 19e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Model-detacheringsovereenkomst

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Kantoor Eindhoven. Landelijke Huisartsen Vereniging Postbus LB Utrecht

ADDENDUM NBBU-CAO VOOR UITZENDKRACHTEN 1 JUNI MEI (8e druk: juli 2018) Addendum: januari 2019

Deelnemerscontract. Naam: Vestiging : Trajectbegeleider : Telefoon : Datum :

BEZOLDIGINGSREGELING

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Transcriptie:

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8764 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 17-4-1997, nr. 74 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DOKTERSASSISTENTEN De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het gezamenlijk verzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging als partij te ener zijde en de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten als partij te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Doktersassistenten, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst op 1 mei 1997 in werking zal treden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant; dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht; dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Sdu Uitgevers, s-gravenhage 1997 7C0035 CAO876497 1

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 april 1999 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Doktersassistenten, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald: HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN EN WERKINGSSFEER Artikel 1 Begripsbepalingen In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder: b. Werkgever: de huisarts die als zelfstandig gevestigd arts praktijk uitoefent. c. Werknemer: 1. de persoon die een arbeidsovereenkomst is aangegaan met de onder artikel 1b genoemde werkgever en die, 2. in het bezit is van een door de KNMG en NVDA erkend diploma doktersassistent, of een diploma van een opleiding ingeschreven in het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO), 3. de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, 4. niet incidenteel werkzaam is in de praktijk, 5. niet in de praktijk werkzaam is uitsluitend ter vervulling van een stage. d. Praktijk: het als bedrijf verlenen van genees-, heel- of verloskundige raad of bijstand, uitgeoefend door de werkgever, in welk bedrijf de werknemer is te werk gesteld. e. Arbeidsovereenkomst: de overeenkomst als bedoeld in boek 7A, artikel 1637a van het Burgerlijk Wetboek. f. Salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon exclusief de vakantietoeslag en de in deze CAO genoemde vergoedingen en/of toeslagen. g. Uurloon: 1/173e deel van het salaris bij een 40-urige werkweek. h. Overwerk: De tijd die de werknemer in opdracht van de werkgever in de praktijk doorbrengt en die de arbeidsduur van de individuele arbeidsovereenkomst te boven gaat. Tijd die aansluit aan de eerdergenoemde arbeidsduur en korter duurt dan een half uur, geldt niet als overwerk. i. Bereikbaarheidsdienst: de omstandigheid dat de werknemer buiten het bij de arbeidsovereenkomst overeengekomen aantal arbeidsuren in opdracht van de werkgever zich beschikbaar moet houden om op afroep zo snel mogelijk arbeid te verrichten buiten de werktijden, zoals deze bepaald zijn op de voet van artikel 15. j. Feestdagen: Nieuwjaarsdag, Paasmaandag, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, Eerste en Tweede Kerstdag en de als zodanig door de overheid erkende nationale feest- en gedenkdagen, alsmede de bijzondere feest- en gedenkdagen door de werkgever aangewezen. 2

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen k. Relatiepartner: de persoon met wie de werknemer, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een ten bewijze daarvan door de werknemer aan de werkgever overlegde notariële verklaring. Artikel 2 Werkingssfeer 1. Deze CAO is van toepassing op de werkgever en de werknemer, zoals gedefinieerd in artikel 1 onder b en c. De werknemer die niet in het bezit is van een in artikel 1 onder c genoemd diploma, doch die op 31 december 1993 werkzaam is als doktersassistent, valt eveneens onder de toepassing van deze CAO. 2. Partijen bij deze CAO zullen een commissie instellen die bevoegd is om: c. Kennis te nemen van klachten in het kader van seksuele intimidatie. Hiertoe wijst de commissie een vertrouwenspersoon aan. Artikel 3 Karakter CAO Het is de werkgever toegestaan ten gunste van de werknemer af te wijken van de bepalingen van deze CAO. Artikel 4 2. De bij deze CAO gevoegde bijlagen (A: arbeidsovereenkomst, B: salarisparagraaf en vergoedingsregelingen, C: toelichting artikel 16, overwerk en D: functieprofiel van de doktersassistent en doktersassistent-plus) worden geacht met de CAO een geheel uit te maken. 3. Indien bij of in gevolge van wettelijke bepalingen regelen zijn of worden getroffen waarvan niet mag worden afgeweken, is deze CAO slechts van toepassing voorzover deze niet met wettelijke bepalingen in strijd is. 3

HOOFDSTUK 2 INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST Artikel 5 De individuele arbeidsovereenkomst wordt, overeenkomstig bijlage A, schriftelijk aangegaan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd. Artikel 6 Overeenkomst voor bepaalde tijd De arbeidsovereenkomst kan slechts voor bepaalde tijd worden aangegaan: a. indien de werkzaamheden waarmee de werknemer wordt belast naar aard of naar het oordeel van de werkgever van tijdelijke aard zijn, doch ten hoogste voor één jaar, dan wel b. indien de dienstbetrekking strekt tot een tijdelijke vervanging, dan wel c. indien de werknemer slechts tijdelijk beschikbaar is dan wel de zelfstandige vestiging van de werkgever een tijdelijk karakter draagt, dan wel d. indien werknemer en werkgever zulks overeenkomen. Artikel 7 Proeftijd Ongeacht de vraag of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde dan wel voor onbepaalde tijd wordt aangegaan, maakt een proeftijd van maximaal twee maanden onderdeel van de overeenkomst uit. Partijen kunnen in de individuele arbeidsovereenkomst een kortere proeftijd overeenkomen, danwel de proeftijd uitsluiten. Artikel 8 Wijzigingen Wijzigingen in de individuele arbeidsovereenkomst worden steeds schriftelijk overeengekomen. 4

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen HOOFDSTUK 3 WEDERZIJDSE RECHTEN EN PLICHTEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER Artikel 9 Goed werknemerschap 1. De werknemer is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen óf na te laten. 2. De werknemer is verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen door de werkgever gegeven. 3. De werknemer kan binnen redelijke grenzen en voorzover het belang van het werk zulks vordert, na overleg worden verplicht voor een periode van drie maanden tot het verrichten van andere passende werkzaamheden. Hieronder wordt verstaan werkzaamheden op het niveau van de werknemer, zoals verwoord in het functieprofiel van de doktersassistent en de doktersassistent-plus. Het functieprofiel is als bijlage D bij de CAO gevoegd. 4. De werknemer is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem uit hoofde van zijn functie ter kennis komt, voorzover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hem uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband. 5. Indien de werknemer verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten, is hij verplicht daarvan, onder opgave van redenen, zo spoedig mogelijk mededeling te doen of te laten doen aan de werkgever. 6. De werknemer is verplicht de goederen, welke door de werkgever aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, zorgvuldig te beheren. 7. De werknemer kan slechts worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van door de werkgever geleden schade, voorzover deze is ontstaan door opzet, grove schuld of ernstige nalatigheid. 1. De werkgever is verplicht: Artikel 10 Goed werkgeverschap 5

de werknemer in staat te stellen de overeengekomen werkzaamheden naar diens beste vermogen te verrichten, en daarbij aanwijzingen te geven met inachtneming van de eisen van het beroep en het doel van de praktijk, en al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten. 2. De werkgever is verplicht tot geheimhouding van wat hem met betrekking tot de persoon van de werknemer uit hoofde van zijn functie als werkgever bekend is, tenzij de werknemer tot het verstrekken van op zijn persoon betrekking hebbende gegevens toestemming geeft. Toelichting: Goed werkgeverschap brengt met zich mee dat seksuele intimidatie wordt voorkomen. Iedere werknemer heeft het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de onaantastbaarheid van het lichaam. In hun gedrag jegens elkaar dienen werkgever en werknemer onderling dit recht te respecteren en tevens te handelen overeenkomstig de algemene regels van moraal en fatsoen. In dit kader kunnen opmerkingen of gedragingen van seksuele aard of met een seksuele ondertoon, die voor de wederpartij vernederend en/of belastend zijn, binnen de arbeidsverhoudingen niet worden toegestaan. Van ongewenste intimiteiten kan worden gesproken indien een werknemer: door oneigenlijk gebruik van het gezag in de werksituatie waaraan de werknemer krachtens arbeidsovereenkomst is onderworpen, uitdrukkelijk tegen haar of zijn wil wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan en/of in de werksituatie wordt geconfronteerd met woorden of daden op seksueel gebied waarvan zij of hij duidelijk laat blijken deze ongewenst te vinden en/of waarvan de pleger redelijkerwijs kan begrijpen dat betrokkene deze ongewenst vindt. HOOFDSTUK 4 SALARIËRING Artikel 11 De salariëring geschiedt volgens bijlage B. 6

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 12 Aanpassing salaris Aanpassing van het salaris vindt plaats zoals vermeld in bijlage B. Artikel 13 Periodieken, schaalverhoging 1. Twaalf maanden na het bereiken van de periodiek in de schaal volgens welke de werknemer wordt gesalarieerd, wordt de volgende periodiek uit de betreffende schaal toegekend. Dit wordt na twaalf maanden herhaald totdat het maximum van de betreffende schaal is bereikt. Aan het toekennen van een periodiek is een beoordelingsgesprek verbonden. 2. Indien bovengenoemde beoordeling negatief is, wordt geen periodiek toegekend. HOOFDSTUK 5 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN Artikel 14 Arbeidsduur 1. De arbeidsduur bedraagt bij een volledige dagtaak 40 uur per week. 2. Op feestdagen, niet vallend op zaterdag of zondag, heeft de werknemer een vrije dag met behoud van salaris. 3. Indien de werknemer op dagen als bedoeld in lid 2 van dit artikel arbeid verricht, wordt daarvoor volledige compensatie in vrije tijd met behoud van salaris verleend, tenzij de werknemer kiest voor compensatie in geld. Toelichting: Werkt de werknemer op een feestdag vallend op een zaterdag of zondag, dan is de overwerkregeling van toepassing. 7

Artikel 15 Werktijden Met inachtneming van hetgeen bij of ingevolge de wet is bepaald, wordt de indeling van de werktijden door de werkgever geregeld met dien verstande dat de werktijden zo regelmatig mogelijk worden verdeeld en de reguliere werktijden in elk geval liggen op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 18.00 uur. HOOFDSTUK 6 VERGOEDING OVERWERK EN BEREIKBAARHEIDSDIENST Artikel 16 Overwerk 1. Voor elk in overwerk in de praktijk doorgebracht uur, waardoor de 40 uur per week wordt overschreden, ontvangt de werknemer een vergoeding ter grootte van het uurloon, zoals dat bepaald is op de voet van artikel 1 sub g, alsmede een toeslag op het uurloon naar de percentages als is weergegeven in bijlage B. 2. Een werknemer met een deeltijdaanstelling ontvangt voor ieder uur overwerk verricht binnen de in artikel 14 lid 1 vermelde arbeidsduur het uurloon en vakantietoeslag. Daarnaast heeft de werknemer recht op opbouw van vakantiedagen. 3. Voor toepassing van het in dit artikel gestelde wordt een periode langer dan een half uur afgerond op een heel uur. Een periode korter dan een half uur geldt niet als overwerk. Artikel 17 Bereikbaarheidsdienst 1. Voor elk uur waarin de werknemer zich bij wijze van bereikbaarheidsdienst beschikbaar houdt, ontvangt deze een compensatie zoals vermeld in bijlage B. 2. Indien tijdens de bereikbaarheidsdienst arbeid wordt verricht, is onverminderd de compensatie van lid 1 van dit artikel de compensatie terzake van overwerk (artikel 16) van toepassing. 8

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 18 Werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg overeenkomen dat de in dit hoofdstuk geregelde vergoedingen en toeslagen geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een evenredige compensatie in vrije tijd. HOOFDSTUK 7 VAKANTIETOESLAG Artikel 19 Hoogte vakantietoeslag De werknemer ontvangt een vakantietoeslag die gelijk is aan het in artikel 15 van de Wet Minimumloon en Minimumvakantietoeslag vermelde percentage: thans 8%. Artikel 20 Uitkering vakantietoeslag 1. De vakantietoeslag wordt eenmaal per jaar in de maand mei uitgekeerd over het werkelijk genoten salaris gedurende de periode van twaalf maanden daaraan voorafgaand, waarbij bij wijze van voorschot over de reeds opgebouwde rechten een gedeelte kan worden gegeven bij het opnemen van de aaneengesloten vakantie. 2. Indien de werknemer op 31 mei nog geen vol jaar in dienst is geweest dan wel het dienstverband voortijdig wordt beëindigd, vindt er een evenredige betaling van de opgebouwde rechten van de vakantietoeslag plaats. HOOFDSTUK 8 VERGOEDINGSREGELINGEN Artikel 21 Vergoeding reiskosten 1. Aan de werknemer wordt een vergoeding verleend van de kosten verbonden aan het eenmaal dagelijks heen en weer reizen van zijn woning naar zijn werk met inachtneming van het bepaalde in het hiernavolgende. 9

2. De vergoeding is gebaseerd op de door de Rijksoverheid toegestane forfaitaire reiskostenvergoeding, algemeen, met een maximum van f 160, per maand. Artikel 22 1. Indien de werknemer in het kader van het gestelde in hoofdstuk 6 overwerk en bereikbaarheidsdienst, extra reiskosten maakt of indien de werknemer in opdracht van de werkgever in het kader van zijn werkzaamheden incidenteel reiskosten maakt, worden de reiskosten vergoed op basis van het openbaar vervoer (laagste klasse). Indien de werknemer gedwongen is van eigen vervoer gebruik te maken, vindt vergoeding plaats op basis van de fiscaal toegestane belastingvrije kilometervergoeding 1 ). 2. Indien de werknemer in opdracht van de werkgever in het kader van zijn werkzaamheden incidenteel verblijfskosten maakt, worden deze vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten voor zover deze redelijk en billijk zijn. 3. Indien een werknemer aansluitend op de normale werkdag tot 19.00 uur of later arbeid moet verrichten, heeft hij tenzij de werkgever daarin voorziet recht op een maaltijdvergoeding conform de bedragen als genoemd in Bijlage B. Artikel 23 Bij- en nascholing 1. De werkgever zal, indien de werknemer op verzoek van de werkgever deelneemt aan na- respectievelijk bijscholingsactiviteiten ter bevordering van de deskundigheid van de doktersassistent, 100% van de studiekosten, waaronder tevens de reiskosten zijn begrepen, vergoeden. 2. De werkgever zal, indien de werknemer op eigen verzoek in overleg met de werkgever deelneemt aan na- en bijscholingsactiviteiten ter bevordering van de deskundigheid van de doktersassistent, 75% van de studiekosten, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, echter met uitzondering van de reiskosten, vergoeden. 3. De werkgever verleent de werknemer in het kader van na- respectievelijk bijscholingsactiviteiten, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel, betaald verlof gedurende maximaal drie werkdagen, zonodig 1) Noot van CAO-partijen:,,De fiscaal toegestane belastingvrije kilometervergoeding bedraagt in 1997: f 0,60. 10

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen te verspreiden over zes dagdelen, per jaar. Onder dit verlof valt niet de voor studie benodigde tijd, maar wel het afleggen van examens. 4. De werknemer zal in het kader van de in dit artikel bedoelde kostenvergoeding de desbetreffende bescheiden overleggen aan de werkgever. 5. Partijen bij deze CAO zullen ten behoeve van de in dit artikel bedoelde na- en bijscholingscursussen een accrediteringsorgaan instellen. Toelichting: Vanaf 1 januari 1997 vindt accreditering plaats door de Commissie Accreditering Deskundigheidsbevordering Praktijkassistente (CADP). De CADP is paritair uit LHV- en NVDA-vertegenwoordigers samengesteld. Artikel 24 Bedrijfskleding 1. Deze regeling is van toepassing op de werknemer die gezien de aard van zijn functie door de werkgever verplicht wordt bedrijfskleding te dragen. 2. De bedrijfskleding als genoemd in lid 1 wordt door de werkgever aan de werknemer in bruikleen verstrekt of de werkgever vergoedt de kosten verbonden aan de aanschaf van de bedrijfskleding. 3. De kosten verbonden aan het onderhoud van de in bruikleen gegeven bedrijfskleding komen voor rekening van de werkgever. 4. De werknemer draagt de verantwoordelijkheid voor een goed gebruik van de bedrijfskleding. HOOFDSTUK 9 VAKANTIE Artikel 25 Vakantiedagen 1. De werknemer met een voltijdaanstelling heeft per kalenderjaar recht op vakantie met behoud van salaris over 24 dagen. 11

2. Dit aantal dagen wordt eveneens met behoud van salaris verhoogd met: twee dagen voor de werknemer die tijdens het kalenderjaar de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt; twee dagen voor de werknemer in de leeftijdscategorie 45 t/m 49, zulks in het kalenderjaar waarover de vakantie wordt opgebouwd; vier dagen voor de werknemer in de leeftijdscategorie 50 t/m 54, zulks in het kalenderjaar waarover de vakantie wordt opgebouwd; zes dagen voor de werknemer in de leeftijdscategorie 55 t/m 59, zulks in het kalenderjaar waarover de vakantie wordt opgebouwd; acht dagen voor de werknemer in de leeftijdscategorie 60 jaar en ouder, zulks in het kalenderjaar waarover de vakantie wordt opgebouwd. Artikel 26 Opnemen vakantiedagen 1. In overleg tussen werkgever en werknemer worden de vakantieperioden vastgelegd. 2. Indien werkgever en werknemer niet tot overeenstemming komen, heeft de werkgever het recht om maximaal 15 dagen van het aantal vakantiedagen aaneengesloten aan te wijzen in de periode van 1 mei tot 1 oktober. De aanwijzing geschiedt vóór 1 maart van het kalenderjaar. 3. Indien de werkgever geen gebruik maakt van het in lid 2 vermelde recht heeft de werknemer het recht tenminste 10 en ten hoogste 15 dagen van het aantal vakantiedagen aaneengesloten op te nemen. 4. De werknemer heeft het recht om van het resterend aantal vakantiedagen maximaal vijf dagen aaneengesloten op te nemen. Hiervan dient de werknemer de werkgever vóór 1 maart van het kalenderjaar op de hoogte te stellen. De overblijvende dagen zijn snipperdagen, die de werknemer in overleg met de werkgever kan opnemen. 5. Indien daartoe gewichtige redenen bestaan, kan de werkgever na overleg met de werknemer de overeengekomen vakantieperiode wijzigen. De schade welke de werknemer tengevolge van deze wijziging lijdt, wordt door de werkgever vergoed. 6. De werknemer behoudt zijn aanspraak op vakantie over de periode 12

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen dat deze arbeidsongeschikt is tengevolge van ziekte. Deze aanspraak wordt opgebouwd over een periode van ten hoogste één jaar. 1 ) 7. Bij beëindiging van het dienstverband wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld de hem toekomende vakantiedagen op te nemen. De werkgever zal, indien daartoe gewichtige redenen bestaan, na overleg met de werknemer, bij beëindiging van het dienstverband de nog bestaande rechten op vakantie omzetten in een geldelijke vergoeding 2 ). 8. De vakantie dient in principe te worden opgenomen in het desbetreffende kalenderjaar, doch uiterlijk vóór 1 april in het eerstvolgende kalenderjaar. In bijzondere gevallen kan hiervan in overleg tussen werkgever en werknemer worden afgeweken. HOOFDSTUK 10 BUITENGEWOON VERLOF Artikel 27 Tenzij ernstige belangen van de praktijk zich daartegen verzetten, wordt in de hierna genoemde gevallen aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend, indien de werknemer op de betreffende dag of dagen arbeid zou moeten verrichten. De duur van het buitengewoon verlof wordt door de werkgever vastgesteld, tenzij in het onderstaande de duur ervan uitdrukkelijk is geregeld. a. Bij huwelijksaangifte van de werknemer: de daarvoor benodigde tijd. Bij het huwelijk van de werknemer: twee aaneengesloten dagen, welke naar eigen verkiezing voor en/of na en aansluitend aan en met inbegrip van de huwelijksdatum kunnen worden opgenomen. Bij het huwelijk van één van de leden van zijn gezin en van bloeden aanverwanten in de eerste graad en de tweede graad: één dag. b. Bij bevallingen van zijn echtgenote: twee dagen. c. Bij ernstige ziekte van de echtgenoot of echtgenote, van kinderen, ouders of schoonouders, pleegouders of pleegkinderen: twee dagen mits de verzorging van de zieke door de werknemer vereist is. d. Bij het overlijden van de echtgenoot of echtgenote of van kinderen: van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie. 1) Ingevolge artikel 7:645 van het Burgerlijk Wetboek is een afwijking van artikel 7:635 lid 3 ten nadele van de werknemer nietig. 2) Onverminderd het bepaalde in artikel 7:641 juncto 7:645 van het Burgerlijk Wetboek. 13

e. Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: één dag. f. Voor het bijwonen van de begrafenis/crematie van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad en pleegkinderen: één dag. Indien de werknemer terzake is belast met de regeling van de begrafenis/crematie, van de dag na overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie. g. Bij 25- en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer en bij 25-, 40-, 50- en 65-jarig huwelijksfeest van ouders, schoonouders of pleegouders: één dag. h. Bij sollicitaties: de daarvoor benodigde tijd. i. Daar waar sprake is van echtgenoot of echtgenote wordt de relatiepartner daarmee gelijk gesteld. Artikel 28 Noodzakelijke medische behandeling wordt zoveel mogelijk buiten diensttijd ondergaan. Indien dat niet mogelijk is, wordt buitengewoon verlof verleend voor de daarvoor benodigde tijd. Artikel 29 Opnemen buitengewoon verlof 1. Indien de werknemer op de betreffende dag of dagen arbeid zou moeten verrichten, wordt tenzij ernstige belangen van de praktijk zich daartegen verzetten buitengewoon verlof verleend voor een tijdsduur vast te stellen door de werkgever na overleg met de werknemer, behoudens de gevallen waarin de duur uitdrukkelijk in de navolgende regeling is vermeld. 1a. Voor het bijwonen van c.q. deelnemen aan statutaire vergaderingen, conferenties of werkgroepen etc. van werknemersorganisaties, voorzover de werknemer lid is van het bestuur van de betreffende organisatie: maximaal 40 uur per jaar. 2. In andere gevallen waarin de werkgever bijzondere omstandigheden aanwezig acht. HOOFDSTUK 11 ZIEKTEKOSTEN Artikel 30 De werknemer die niet verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet heeft recht op een bijdrage van zijn werkgever in de premie van de door hem gesloten ziektekostenverzekering. Deze vergoeding bedraagt de helft van de door de werknemer verschuldigde premie met als maximum 100% van het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. 14

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen HOOFDSTUK 12 ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel 31 Aanvulling op loondoorbetalingsverplichting 1. De werkgever zal de loondoorbetalingsverplichting ten aanzien van de werknemer in verband met de arbeidsongeschiktheid ex artikel 1638c BW aanvullen tot het netto-salaris van de desbetreffende werknemer gedurende zes maanden. 2. Indien de werknemer na beëindiging van zijn arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden heeft hervat en binnen een termijn van vier weken na deze hervatting opnieuw arbeidsongeschikt wordt, zal de arbeidsongeschiktheid als ononderbroken worden beschouwd voor de bepaling van de duur waarover aanspraak op een aanvullende uitkering bestaat. HOOFDSTUK 13 OP NON-ACTIEF-STELLING Artikel 32 1. a. De werkgever kan de werknemer voor een periode van ten hoogste twee weken op non-actief stellen, indien naar het oordeel van de werkgever de voortgang van de werkzaamheden door welke oorzaak dan ook ernstig wordt belemmerd. Deze termijn kan ten hoogste éénmaal met twee weken worden verlengd. b. De werkgever kan de werknemer, nadat het dienstverband rechtsgeldig is opgezegd, voor de verdere duur van die opzegtermijn op non-actief stellen indien zwaarwegende belangen naar het oordeel van de werkgever zulks noodzakelijk achten. 2. Het besluit tot op non-actief-stelling, alsmede het eventuele besluit tot verlenging daarvan wordt door de werkgever binnen 24 uur schriftelijk aan de werknemer medegedeeld onder vermelding van de redenen waarom de maatregel naar zijn oordeel is vereist. 3. Op non-actief-stelling geschiedt steeds met behoud van alle overige rechten voortvloeiend uit deze CAO en uit de individuele arbeidsovereenkomst. 4. Zowel de werkgever als de werknemer is verplicht binnen twee 15

weken met elkaar in overleg te treden om een situatie te creëren waardoor de werknemer zijn werkzaamheden kan hervatten. 5. Na het verstrijken van de periode van twee c.q. vier weken is de werknemer gerechtigd zijn werkzaamheden te hervatten. 6. Op non-actief-stelling kan niet bij wijze van strafmaatregel worden gebruikt. HOOFDSTUK 14 OPZEGGING Artikel 33 1. Onverminderd de terzake geldende wettelijke bepalingen geschiedt opzegging schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn welke voor de werkgever twee maanden beloopt en voor de werknemer een maand, tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk anders is overeengekomen. In geval van opzegging door de werkgever dient de reden van opzegging te worden vermeld, tenzij de werknemer daartegen bezwaar heeft. 2. Beëindiging van een overeenkomst vindt steeds tegen het einde van een kalendermaand plaats. 3. Opzegging door de werkgever op grond van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte kan slechts geschieden nadat de arbeidsongeschiktheid twee jaren onafgebroken heeft voortgeduurd. Indien die arbeidsongeschiktheid één of meer malen is onderbroken voor een periode korter dan een maand, wordt de arbeidsongeschiktheid geacht ononderbroken te zijn gebleven. HOOFDSTUK 15 UITKERING BIJ OVERLIJDEN Artikel 34 1. Ingeval van overlijden van de werknemer wordt door de werkgever aan: a. de echtgeno(o)t(e), van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, en bij ontstentenis van deze aan b. diens minderjarige wettelijke en natuurlijke kinderen, 1 ) een uitkering verstrekt op basis van diens laatstgenoten salaris over de periode vanaf de dag na het overlijden tot en met de laatste dag van de derde maand na die waarin het overlijden plaatsvond. 1) Artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek is onverkort van toepassing. 16

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen 2. Met de echtgenoot of echtgenote wordt de relatiepartner gelijkgesteld. 3. De in het eerste lid bedoelde uitkering wordt in de maand volgend op die waarin het overlijden plaatsvindt belasting- en premievrij uitbetaald. 4. Indien de overledene geen betrekkingen nalaat als hierboven genoemd, kan de werkgever de uitkering of een gedeelte daarvan doen toekomen aan de persoon of de personen, die daarvoor naar het oordeel van de werkgever op grond van billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt/komen. 5. De overlijdensuitkering als bedoeld in het eerste lid wordt verminderd met het bedrag der uitkering terzake van overlijden krachtens de Ziektewet of de wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering c.q. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Toelichting De bedoeling van artikel 34 is, dat gedurende de maand van overlijden op het salaris van de overleden werknemer nog de gebruikelijke inhoudingen worden gedaan en vervolgens een eenmalige uitkering ter grootte van drie maanden brutosalaris zonder inhoudingen van loonbelasting en premies wordt uitbetaald. HOOFDSTUK 16 GEZONDHEID Artikel 35 De werkgever zal in zijn beleid grote aandacht besteden aan het scheppen van arbeidsomstandigheden die een gezond klimaat waarborgen. Daarnaast zal de werkgever maatregelen c.q. voorwaarden scheppen die de gezondheidstoestand van de werknemer beschermen. HOOFDSTUK 17 AANSPRAKELIJKHEID Artikel 36 1. De werkgever is verplicht een verzekeringsovereenkomst te sluiten voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de werknemer voor schade aan derden toegebracht in de uitoefening van zijn functie. De werkgever vrijwaart de werknemer voor aansprakelijkheid terzake. 17

2. De werkgever is verplicht de schade van de werknemer te vergoeden, welke deze lijdt tijdens de uitoefening van de dienstbetrekking en welke uit de werkzaamheden voortvloeit, behalve wanneer er sprake is van schade aan vervoermiddelen en/of grove schuld of ernstige nalatigheid van de werknemer. 3. Indien de werknemer tegenover derden rechten kan doen gelden op vergoeding van geleden schade, heeft hij slechts recht op schadevergoeding door de werkgever indien hij de rechten die hij jegens genoemde derden heeft aan de werkgever cedeert. De kosten van invordering zijn in dat geval voor rekening van de werkgever. 18

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE A Ondergetekenden, de heer/mevrouw gevestigd te INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST verder te noemen de werkgever, ten deze vertegenwoordigd door, en wonende te adres geboren..-..-19.. te verder te noemen de werknemer, verklaren een arbeidsovereenkomst te hebben aangegaan onder de navolgende voorwaarden: Artikel 1 Dienstverband De werknemer treedt met ingang van..-..19.. in dienst van de werkgever in de functie van doktersassistent, respectievelijk doktersassistentplus, waarvan de hoofdlijnen zijn omschreven in bijlage D, van de CAO. De werknemer heeft een/geen diploma van een de KNMG/NVDA erkende opleiding tot doktersassistent. 19

Artikel 2 Aard van de overeenkomst De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd respectievelijk voor bepaalde tijd tot 1 ) op grond van Artikel 3 Proeftijd De eerste twee maanden na indiensttreding zullen gelden als wettelijke proeftijd, zoals bedoeld in artikel 1639 n van het Burgerlijk Wetboek 2 ). Artikel 4 Arbeidsduur en werktijden De arbeidsduur bedraagt voor de werknemer... uren per week. De werktijden worden, na overleg met de werknemer, door de werkgever vastgesteld. Artikel 5 Salaris Het salaris bij indiensttreding bedraagt f... bruto per maand volgens salarisschaal... periodiek... Artikel 6 Vakantiedagen Het aantal vakantiedagen waarop de werknemer recht heeft bedraagt... en voor het kalenderjaar van indiensttreding... dagen 3 ). 1) Invullen wat van toepassing is. 2) Partijen hebben de mogelijkheid om hiervan in de individuele arbeidsovereenkomst af te wijken, met dien verstande dat de termijn niet kan worden verlengd. 3) Het aantal vakantiedagen invullen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft en het aantal dagen vermelden waarop de werknemer bij indiensttreding in de loop van het kalenderjaar nog aanspraak kan maken. 20

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 8 Opzegging 1 ) De opzegtermijn bedraagt voor de werkgever... maand(en) en voor de werknemer... maand(en). Artikel 10 De werknemer verklaart van de werkgever te hebben ontvangen: Een ondertekend afschrift van de arbeidsovereenkomst. Artikel 12 Tussen werkgever en werknemer gelden de navolgende bijzondere bepalingen en regelingen 2 ). Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te..., de..-..-19... De werkgever, de werknemer, Handtekening(en) 3 ) 1) Dit artikel vervalt wanneer een overeenkomst voor bepaalde tijd wordt gesloten. 2) Invullen, die bepalingen die werkgever en werknemer in afwijking van de CAObepalingen ten gunste van de werknemer zijn overeengekomen. 3) Wanneer de werknemer minderjarig is of onder curatele is gesteld, moet de arbeidsovereenkomst door de ouder(s)/voogd/curator worden meegetekend. 21

BIJLAGE B SALARISPARAGRAAF EN VERGOEDINGSREGELINGEN 1. Salarisschalen De salariëring van de doktersassistent bestaat uit drie salarisschalen. Salarisschaal I is van toepassing op een niet-gediplomeerde doktersassistent, salarisschaal II is van toepassing op een gediplomeerde doktersassistent en salarisschaal III is van toepassing op de doktersassistent-,,plus. Salarisschaal I per 1 mei 1997 (niet-gediplomeerde doktersassistent) (maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag) Het maandsalaris bedraagt: vanaf 23 jaar periodiek 1 f 2.285, periodiek 2 f 2.363, periodiek 3 f 2.448, periodiek 4 f 2.570, periodiek 5 f 2.699, Vanaf 1 januari 1998 bedraagt het maandsalaris: vanaf 23 jaar periodiek 1 f 2.319, periodiek 2 f 2.399, periodiek 3 f 2.485, periodiek 4 f 2.609, periodiek 5 f 2.740, Ongediplomeerden jonger dan 23 jaar ontvangen het wettelijk minimum (jeugd-)loon. Salarisschaal II per 1 mei 1997 (gediplomeerde doktersassistent) (maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag) Het maandsalaris bedraagt: periodiek 1 f 2.446, periodiek 2 f 2.576, periodiek 3 f 2.707, periodiek 4 f 2.854, periodiek 5 f 3.036, periodiek 6 f 3.225, periodiek 7 f 3.418, periodiek 8 f 3.627, periodiek 9 f 3.836, periodiek 10 f 4.068, 22

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Vanaf 1 januari 1998 bedraagt het maandsalaris: periodiek 1 f 2.483, periodiek 2 f 2.615, periodiek 3 f 2.748, periodiek 4 f 2.897, periodiek 5 f 3.082, periodiek 6 f 3.273, periodiek 7 f 3.469, periodiek 8 f 3.681, periodiek 9 f 3.893, periodiek 10 f 4.129, Salarisschaal III per 1 mei 1997 (gediplomeerde doktersassistentplus) (maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag) Het maandsalaris bedraagt: periodiek 1 f 2.878, periodiek 2 f 3.025, periodiek 3 f 3.218, periodiek 4 f 3.422, periodiek 5 f 3.636, periodiek 6 f 3.855, periodiek 7 f 4.081, periodiek 8 f 4.312, Vanaf 1 januari 1998 bedraagt het maandsalaris: periodiek 1 f 2.922, periodiek 2 f 3.070, periodiek 3 f 3.267, periodiek 4 f 3.474, periodiek 5 f 3.691, periodiek 6 f 3.913, periodiek 7 f 4.142, periodiek 8 f 4.377, Bij de inschaling dient rekening te worden gehouden met opleiding en ervaring. Aanpassing salaris Het salaris is met ingang van 1 mei 1997, de aanvangsdatum van deze CAO, verhoogd met 2,4%. Het salaris zal vervolgens met ingang van 1 januari 1998 worden verhoogd met 1,5%. 23

2. Vergoeding overwerk en bereikbaarheidsdienst Overwerk De werknemer ontvangt voor ieder uur overwerk zoals bedoeld in artikel 16 van de CAO een toeslag in de vorm van een percentage van het uurloon. Dit percentage bedraagt: 25% voor ieder uur overwerk verricht op maandag tot en met vrijdag; 50% voor ieder uur overwerk verricht op zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen. Bereikbaarheidsdienst De werknemer ontvangt voor ieder uur bereikbaarheidsdienst, zoals bedoeld in artikel 17 van de CAO, de volgende compensatie afhankelijk van diens keuze in vrije tijd of geld: voor elk etmaal op maandag t/m vrijdag: 1 uur compensatie; voor elk etmaal op algemeen erkende feestdagen en weekeinde: 2 uur compensatie. Deze compensatie wordt pro rato verminderd indien de dienst minder dan een etmaal omvat. 3. Vergoeding woon/werkverkeer Belastingvrij gedeelte reiskostenvergoeding/algemeen met een maximum van ƒ 160, per maand 24

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen Enkele reisafstand woningwerk Belastingvrij gedeelte vergoeding bij reizen op meer dan t/m 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 of meer dagen per week 0 10 km f 0,00 p.m. f 0,00 p.m. f 0,00 p.m f 0,00 p.m f 0,00 p.w. f 0,00 p.w. f 0,00 p.w f 0,00 p.w 10 15 km f 39,80 p.m. f 79,60 p.m. f 119,40 p.m. f 159,20 p.m. f 9,19 p.w. f 18,38 p.w. f 27,57 p.w. f 36,76 p.w 15 km of meer f 40,00 p.m. f 80,00 p.m. f 120,00 p.m. f 160,00 p.m. f 9,25 p.w. f 18,45 p.w. f 27,70 p.w. f 36,90 p.w 4. Vergoeding maaltijd De werknemer ontvangt een maaltijdvergoeding, zoals bedoeld wordt in artikel 22, lid 3 van de CAO van f 21,70. 25

BIJLAGE C TOELICHTING ARTIKEL 16, OVERWERK Zowel voor werknemers met een volledig dienstverband als met een deeltijdaanstelling geldt dat er geen verplichting bestaat om overwerk te verrichten. Indien de bereidheid tot het verrichten van overwerk vaststaat dan geldt als overwerk de tijd die wordt overgewerkt op verzoek (opdracht) van de werkgever. Indien blijkt dat het overwerk van een medewerker met een deeltijdaanstelling meerdere weken in beslag neemt, is het noodzakelijk dat werkgever en werknemer een tijdelijk arbeidscontract voor de duur van het overwerk sluiten. CAO-partijen vinden dat de termijn voor overwerk aaneensluitend maximaal zes maanden mag bedragen. Uiterlijk drie maanden na aanvang van het tijdelijke contract vindt overleg plaats of de bereidheid tot het verrichten van overwerk nog bestaat. Is bij een deeltijdaanstelling sprake van structureel overwerk, dan ligt het in de rede de overeengekomen arbeidsduur daaraan aan te passen. Voorwaarde is wel dat de werknemer bereid is meer uren te gaan werken. 26

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE D 1 ) FUNCTIEPROFIEL DOKTERSASSISTENT EN DOKTERSASSISTENT-PLUS 2. FUNCTIEKENMERKEN VAN DE DOKTERSASSISTENT EN DE DOKTERSASSISTENT-PLUS Onderstaand worden de vijf taakgebieden die het werk van doktersassistenten kenmerken, beschreven. Er wordt aangegeven: een beschrijving van de inhoud en de betekenis van het taakgebied in de totale werksituatie van doktersassistenten; een globale omschrijving van de eigenschappen die noodzakelijk zijn voor het vervullen van de werkzaamheden binnen dit taakgebied; een opsomming van de taken die tot dit taakgebied worden gerekend; hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene taken en specifieke taken voor de doktersassistent en doktersassistentplus. in hoeverre de doktersassistent eigen verantwoordelijkheid draagt bij haar werkzaamheden. Bij de uitvoering van handelingen door de doktersassistenten is de mate waarin zij bepaalde gedelegeerde handelingen uitvoert van groot belang. Globaal kunnen drie niveaus worden onderscheiden: De doktersassistent voert in opdracht van de arts vaardig en efficiënt een aantal taken uit. De doktersassistent handelt bij een aantal werkzaamheden volgens mondeling of schriftelijk gemaakte afspraken respectievelijk protocollen. De doktersassistent heeft een eigen verantwoordelijkheid t.a.v. het moment en de situatie waarin de werkzaamheden worden verricht; De doktersassistent oordeelt op basis van eigen kennis, vaardigheden en beroepsverantwoordelijkheid en handelt zelfstandig t.a.v. specifieke problemen van patiënten. Voor de doktersassistent-plus is in dit verband nog van belang dat deze in staat is zelfstandig beslissingen te nemen boven het gebruikelijke niveau van de doktersassistent. 1) Het functieprofiel is gebaseerd op het door de NVDA in augustus 1993 ontwikkelde beroepsprofiel doktersassistent. 27

Huisartspraktijken zijn zeer verschillend, in organisatiestructuur: in het aantal artsen en andere personen dat er werkzaam is, in activiteiten die de huisartsen ondernemen bij de zorg voor hun patiënten en ook in de taken en verantwoordelijkheden die aan een doktersassistent worden gedelegeerd. De vijf hoofdfuncties die in het vorige hoofdstuk zijn beschreven, worden door doktersassistenten, werkzaam in soms heel verschillende huisartspraktijken, in een of andere vorm vervuld. 2.1 De intake-functie Hiermee wordt bedoeld de ontvangst van de patiënt die zich meldt in de praktijk. Meestal is de doktersassistent degene die de patiënt het eerst te woord staat. Zij is daardoor bepalend voor het beeld dat de patiënt krijgt van de praktijk. De patiënten melden zich bij de doktersassistent, aan de telefoon of aan de balie. Er wordt van haar verwacht, dat zij inlichtingen geeft over de gang van zaken in de praktijk vragen van patiënten beantwoordt, luistert naar en belangstelling toont voor patiënten en er op let dat, met inachtneming van het beroepsgeheim, de privacy wordt gewaarborgd. Dit alles vraagt patiëntgerichte, communicatieve vaardigheden, flexibiliteit en een zekere mate van zelfstandig handelen. Het is belangrijk dat de doktersassistent een afweging maakt van belangen, de patiënt open en persoonlijk benadert, hem goed informeert, signaleert hoe de patiënt zich voelt en daar op de juiste wijze op reageert. Taken m.b.t. de intake functie in het algemeen De doktersassistent handelt volgens gemaakte afspraken bij: het geven van informatie over de organisatie van de praktijk en de spreekuren. De doktersassistent voert zelfstandig beleid bij: in ontvangst nemen van o.a. verwijskaarten; ontvangen van patiënten; de telefoon correct aannemen; telefonisch gemelde gegevens op de juiste wijze doorgeven. De doktersassistent handelt soms in opdracht van de arts, soms op eigen initiatief en op grond van eigen oordeel bij: contact tot stand brengen met andere personen of instanties. De doktersassistent heeft een grote eigen verantwoordelijkheid bij: verhelderen van de hulpvraag van de patiënt; bepalen van haar beleid bij de hulpvraag van de patiënt. 28

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen De intake-functie van de doktersassistent in de huisartspraktijk Kenmerkend voor de intake-functie in de huisartspraktijk is het aannemen van consult- en visite-aanvragen, met beoordeling op noodzaak, spoed alsmede receptaanvragen. Een ander kenmerk is het wegwijs maken van nieuwe patiënten in de praktijk. Na de anamnese (het stellen van relevante vragen) en de evaluatie van het probleem van de patiënt (wat zou er aan de hand kunnen zijn en hoe ernstig is het) moet de doktersassistent in staat zijn een juiste afweging te maken; daarbij moet hij/zij er rekening mee houden dat het beleid dat hij/zij kiest: recht doet aan de hulpvraag van de patiënt; medisch verantwoord is; de arts niet meer mag belasten dan noodzakelijk is; een ordelijk verloop van de praktijkorganisatie mogelijk maakt. Uit de intake-functie kunnen de volgende belangrijke werkzaamheden voortvloeien. de arts waarschuwen of andere hulp organiseren en de aanwezigen adviseren omtrent eerste hulp en/of hen gerust stellen bij spoedgevallen; advies geven bij niet-ernstige stoornissen van de gezondheid; verzoeken aannemen om (herhalings)recepten, verwijskaarten, machtigingen e.d. en deze gereedmaken voor ondertekening door de arts; overleggen met de arts en het resultaat daarvan aan de patiënt doorgeven; de patiënt doorverbinden met de arts of verwijzen naar het telefonisch spreekuur; met de patiënt of de vertegenwoordiger van de patiënt overleggen of er voor een aangevraagd arts-patiëntencontact een consult of een visite-consult wordt genoteerd; het maken van een afspraak voor het spreekuur; een visite afspreken; afspraken met specialisten en eventuele andere instanties organiseren of de patiënt informatie geven hoe hij zelf een afspraak kan maken. De intake-functie van de doktersassistent-plus in de huisartspraktijk De doktersassistent-plus verricht ook nog taken (opvang en wegwijs) voortvloeiend uit de regelgeving rond ziekteverzuim van patiënten in het kader van TZ Arbo - WULBZ - WAO en de relatie daarvan met de huisartspraktijk. 29

2.2 De patiëntenvoorlichtingsfunctie Patiëntenvoorlichting is een veelomvattende taak die geïntegreerd is in het werk van de doktersassistent. De voorlichtingsactiviteiten kunnen o.a. gericht zijn op medicijngebruik, therapietrouw, zelfzorg en vermindering van angst voor bepaalde onderzoeken, behandelingen. De doktersassistent maakt in haar werk een juiste inschatting van wat de patiënt wenst en houdt rekening met de opname- en verwerkingscapaciteit van de eigen thuissituatie. De voorlichting die zij geeft, is gebaseerd op voldoende medischtechnische deskundigheid op het brede gebied van de gezondheidszorg en de meest voorkomende ziekten en problemen. De doktersassistent kiest, bij het geven van voorlichting, voor een voorlichtingsmethode die past bij de persoon waaraan, de situatie waarin en het tijdstip waarop zij voorlichting geeft. De doktersassistent draagt in de organisatie waarin zij werkt, mede zorg voor de uniformiteit en de onderlinge afstemming van de voorlichting die gegeven wordt. Naast mondelinge voorlichting is het werken met patiëntenvoorlichtingsfolders, wachtkamervoorlichting en groepsvoorlichting, essentieel. De doktersassistent heeft een taak in de organisatie van patiëntenvoorlichting, met name schriftelijk en audiovisueel voorlichtingsmateriaal. Zij heeft wat betreft de continuïteit en de kwaliteit van de patiëntenvoorlichting, een bewakings- en signaleringsfunctie en schakelt waar nodig, andere hulpverleners in. Voorlichting geven vereist gemotiveerd zijn voor en zich bewust zijn van het belang van doelgerichte, systematische en patiëntgerichte voorlichting. Taken m.b.t. patiëntenvoorlichting in het algemeen De doktersassistent handelt volgens gemaakte afspraken bij: uitslagen doorgeven van medisch onderzoek. De doktersassistent handelt soms in opdracht van de arts, soms op eigen initiatief en op grond van eigen oordeel bij: informatie geven over het doel van en de werkwijze bij onderzoeken, behandelingen en verrichtingen. inlichtingen geven over patiëntenverenigingen, zelfhulpgroepen en bepaalde voor de patiënt relevante instanties; adviezen geven over voorbereiding en nazorg van behandelingsmethoden en onderzoeken; uitleg geven over noodzaak van bepaalde maatregelen, behandelingen en onderzoeken; uitleg geven over de termijn en de volgorde van onderzoeken, behandelingen en verrichtingen. 30

Doktersassistenten 1997/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen De doktersassistent heeft een grote eigen verantwoordelijkheid, waarbij vooraf bepaalde afspraken worden gemaakt, bij: adviezen geven bij niet-ernstige gezondheidsstoornissen; aanwijzingen geven m.b.t. onderwerpen als zelfzorg, hygiëne, voeding, medicijngebruik, zorg voor ouderen e.d.; aanwijzingen geven m.b.t. preventie t.a.v. onderwerpen als diabetes, vetzucht, hoge bloeddruk, roken e.d.; verrichten van andere voorlichtingstaken, zoals werken met en verzorgen van schriftelijk en audiovisueel voorlichtingsmateriaal, bijhouden van patiëntenfolders en affiches, wachtkamervoorlichting en meewerken aan groepsvoorlichting. De patiëntenvoorlichtingsfunctie van de doktersassistent in de huisartspraktijk Patiëntenvoorlichting wordt een steeds belangrijker begrip in de huisartspraktijk. De huisartspraktijk leent zich uitstekend voor voorlichtingsactiviteiten op eigen initiatief van de doktersassistent en voor het geven van voorlichting naar aanleiding van klachten en/of vragen van de patiënt. De doktersassistent heeft een belangrijke taak bij het stimuleren van de patiënt tot ander gedrag door middel van voorlichting. Kenmerkend voor de voorlichtingsfunctie in de huisartspraktijk zijn: informatie geven over onderzoeken, behandelingen en verrichtingen in de huisartspraktijk; informatie geven over patiëntenverenigingen, zelfhulpgroepen en instanties in de gezondheidszorg; voorlichtingsadviezen en -instructies geven in het kader van preventie, eventueel m.b.v. protocollen; voorlichting geven met het doel de zelfzorg bij patiënten te stimuleren; voorlichtingstaken vervullen m.b.v. bijvoorbeeld patiëntenfolders en/of videobanden. De voorlichtingsfunctie van de doktersassistent-plus in de huisartspraktijk. Kenmerkend voor de doktersassistent-plus is: voorlichting geven aan patiëntengroepen bv. diabeten. voorlichting geven over de transmurale zorg aan anderen, werkzaam in de gezondheidszorg en patiënten. 2.3 De managementfunctie Hiermee wordt bedoeld een zodanige organisatie van de werkzaam- 31

heden en van de gang van zaken in de huisartspraktijk dat er efficiënt en effectief wordt gewerkt. De doktersassistent is in staat haar eigen deskundigheid af te bakenen. Zij moet duidelijk kunnen laten blijken aan een patiënt dat zij op een bepaald gebied deskundig is en met gezag handelt, oordeelt en adviseert. Daarbij moet zij weten waar de grenzen van haar deskundigheid liggen en dit aan de patiënt duidelijk kunnen maken. De doktersassistent zorgt voor een goede voorbereiding, begeleiding en afhandeling van het spreekuur. Zij heeft een bewakings- en signaleringsfunctie ten aanzien van bijvoorbeeld periodieke controles. Ze houdt de agenda bij en zorgt voor het voorraadbeheer. De managementfunctie vraagt van de doktersassistent een grote mate van eigen initiatief en flexibiliteit, een groot verantwoordelijkheidsgevoel en een goed vermogen tot samenwerken. Taken m.b.t. de managementfunctie in het algemeen De doktersassistent handelt in opdracht van de arts bij: regelen van afspraken voor patiënten in andere gezondheidsinstellingen en het regelen van een ziekenhuisopname; voorbereidingen treffen voor onderzoeken en/of behandelingen die door de arts worden verricht. De doktersassistent handelt volgens vooraf gemaakte afspraken, maar met een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de organisatie van de werkzaamheden bij: regelen van spreekuurafspraken en visite-aanvragen; voorbereiden en afhandelen van de spreekuren; oproepen/ophalen van patiënten uit de wachtkamer; verzorgen van telefoon en/of semafoonoproepen en inspreken en bedienen van communicatie-apparatuur; beheren, controleren en bestellen van de voorraden; controleren van de visite-, verlos- en ongevallentas; bijhouden van agenda, mededelingenbord, planbord of foldermateriaal; oproepen van patiënten voor controles en periodieke onderzoeken; controleren of de benodigde informatie is bijgewerkt in dossiers/ kaarten; doorgeven van informatieve gegevens aan de desbetreffende personen en/of instanties; samenwerken met artsen in opleiding. De managementfunctie van de doktersassistent in de huisartspraktijk De managementfunctie in de huisartspraktijk betekent plannen, organiseren en controleren. Er zijn verschillen in taakvervulling t.o.v. de andere werkvelden. 32