Onderzoek naar Experimenten

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar Experimenten doorlopende leerlijnen vo-mbo Achtergronddocument

Datum: 2 april 2015 Onderwerp: beleidskader regionale doorlopende leerlijn plus doelen 2015 kerngroep Toptechniek in Bedrijf Noordoost-Brabant

Projectplan: Vakmanschapsroute Z&W Projectleiders: Lieke van Genderen (DVC) Marlies Grommen (KC)

Monitor vakmanschap- en technologieroute

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Informatiebijeenkomst Doorlopende leerlijnen

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond

VM2 Nijmegen. Kandinsky College VMBO

Nieuwsbrief Vakmanschap- en Technologieroutes

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond

Toptechniek in Bedrijf Programmalijn 1

GECOMBINEERDE LEERWEG

Implementatie doorlopende leerlijnen vmbo-mbo

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo

Kick-off bijeenkomst. Doorlopende leerlijnen vmbo mbo

Vragen en antwoorden Vakmanschaproute & Technologieroute (bron DUO)

De toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

Het vmbo Zorg en Welzijn: kweekvijver voor talent, bron van nieuwe instroom op de arbeidsmarkt!

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

Datum 4 oktober 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Vermue en Mohandis (beiden PvdA) over problemen in de doorstroom vmbo-mbo

Techniek College Rotterdam

19 REGELINGEN VOOR HET ONDERWIJS

De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Ervaringen van studenten met verschillende routes naar het hoger beroepsonderwijs

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Doorlopende leerlijnen vmbo-mbo anno 2018

IK GA VOOR DE KAPPERSSCHOOL AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

_entreeopleiding egiocollegeopleidingen

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve

Focus op Vakmanschap in MBO

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Regiobijeenkomsten januari/februari

IK GA VOOR DE ENTREE- OPLEIDINGEN MBOAMERSFOORT.NL

Medewerker steriele medische hulpmiddelen

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

HET GAAT OM DE INHOUD BIJ KIES!

Wijziging beleidsregel regionale arrangementen in verband met het

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard

Amsterdam, december 2016 In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. We zijn begonnen!

De kracht van vakmanschap

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

1. Wanneer kan ik een aanvraag voor een cross-over kwalificatie indienen?

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR VEILIGHEID MBOAMERSFOORT.NL

kiezen ontdekken doen

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Stappenplan: uitgangspunten formuleren onderwijsberoepskolom

Het vmbo als archeologisch veld

Leerweg: TL, GL en Kader. Het magazine voor jongeren die iets willen bereiken. Lesbrief. Naam: Klas: Mentor:

Praktijkonderwijs naar 2025

Wat werkt bij de transitie van een intensief onderwijs-zorgarrangement naar het (reguliere) voortgezet onderwijs?

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG..

IK GA VOOR DE KAPPERSSCHOOL AMERSFOORT MBOAMERSFOORT.NL

Projectplan verbinden technologieroutes en technologie en techniek in de Mavo

Stromen door het onderwijs

Monitor vakmanschap- en technologieroute

Beroepskolom en regionale werkverbanden

Experimenten doorlopende leerlijnen veelgestelde vragen & antwoorden

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

IK GA VOOR DE ENTREE- OPLEIDINGEN MBOAMERSFOORT.NL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maak nu de opdrachten in deze lesbrief en kom erachter of jij je keuze al kunt maken!

Servicedocument. Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige

Keuzevoorlichting mavo-3. Decaan: I.C. de Vries. Welkom

Jaarrapportage september augustus 2015

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE. HARDERWIJK A HANDEL NIVEAU 2 en ICT NIVEAU 3, HARDERWIJK B TOERISME

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR TECHNIEK MBOAMERSFOORT.NL

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

INSCHRIJVINGSBELEID VOOR SCHOOLJAAR 2015/2016

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR GEZONDHEIDSZORG

HET GAAT OM DE INHOUD BIJ KIES!

Welkom. op de informatieavond voor ouders over: Overgang van PO naar VO

THEMAONDERZOEK UITSTROOMPROFIEL VERVOLGONDERWIJS. Mytylschool Eindhoven

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR VEILIGHEID MBOAMERSFOORT.NL

wellantcollege ll De Gemengde Leerweg De theoretische leerweg met een praktische inslag. Een succesvolle route!

IK GA VOOR DE SCHOOL VOOR WELZIJN MBOAMERSFOORT.NL

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Landstede MBO. Medewerker marketing en communicatie Manager handel

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 2. KIEZEN 5 3. KIEZEN IN 2 HTL 6 4. SECTOREN VAKKENPAKKET (lessentabel) 8 6. BEROEPENÖRIENTATIE 9

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

technologieroute oost en west in gezamenlijkheid maar met eigen kleur op weg naar regionale afstemming

Transcriptie:

Onderzoek naar Experimenten doorlopende leerlijnen vo-mbo Samenvattende conclusies Conclusies en aanbevelingen uit het themaonderzoek naar experimenten doorlopende leerlijnen vo-mbo mei 2016

Voorwoord Stel, je zit op het vmbo en je weet al precies wat je wilt worden - autotechnicus, hovenier of wellicht helpende in de zorg - dan is het prettig als straks voor jou de overgang naar het mbo soepel geregeld is. Dat je niet straks op het roc nog eens dezelfde vakken hoeft te doen, bijvoorbeeld. En dat je op het vmbo al veel meer bezig bent met je toekomstige vak. Of wie weet kan je zelfs wat sneller je mbo-diploma halen. Ook vanuit maatschappelijk perspectief is een soepele overgang tussen vmbo en mbo nuttig: het kan ertoe bijdragen dat minder leerlingen uitvallen op weg naar hun mbo-diploma. Speciaal voor die doelbewuste leerlingen zijn sinds schooljaar 2014-2015 de zogeheten experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo mogelijk gemaakt. Die regeling biedt vo- en mbo-scholen meer mogelijkheden om met elkaar samen te werken. Het geeft ruimte om andere keuzes te maken in bijvoorbeeld het moment van examinering, of om bepaalde vakken of onderdelen van de opleiding aan te bieden. De vakmanschaproute en technologieroute zijn in het schooljaar 2014-2015 gestart met de eerste groep leerlingen. Na afloop van dat eerste jaar hebben we onderzocht welke keuzes de samenwerkende scholen maakten. Daarnaast keken we naar mogelijke risico s en of de kwaliteit geborgd wordt, want ook in een experiment moeten leerlingen vanzelfsprekend goed onderwijs krijgen. Voor de duidelijkheid, na zo n eerste jaar zijn er natuurlijk nog geen harde conclusies te trekken en ook is nog niet te zien wat het uiteindelijk effect van de experimenten wordt. Overigens ontbreekt het aan vastgestelde doelen voor het experiment, waardoor het moeilijk is precies te meten of een experiment succesvol is. Wat stellen we in deze tussenstand vast? Allereerst dat we in vergelijking met het reguliere onderwijs niet meer risico s zien voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat is prettig. Verder zien we grote verschillen tussen de experimenten, vooral in de mate waarin men slaagt om echte veranderingen tot stand te brengen. De meeste succeskans blijkt te ontstaan waar de vo- en mbo-school vanaf het prille begin goed samenwerken. Ook de experimenten die werken volgens een al eerder ontwikkeld onderwijsconcept maken meer kans op slagen. Dat zou ik andere scholen en instellingen willen aanbevelen: begin tijdig en benut bestaande concepten. Want het zou mooi zijn als doorontwikkeling van de experimenten en een toename van het aantal deelnemende onderwijsinstellingen bijdragen aan het verder brengen van leerlingen en studenten. In een doorlopende leerlijn soepel op weg naar een goed vak en een mooi mbo-diploma. Monique Vogelzang Inspecteur-generaal van het Onderwijs

Inleiding In het najaar van 2015 heeft de inspectie een themaonderzoek uitgevoerd bij de experimenten die in het kader van de Regeling experimenten doorlopende leerlijnen vmbo en mbo zijn gestart. De bevindingen van dit onderzoek zijn vastgelegd in het Achtergronddocument experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo. De bevindingen en conclusies zijn met betrokken instellingen besproken tijdens een rondetafelbijeenkomst op 28 januari 2016. De uitkomsten van dat gesprek hebben samen met de bevindingen uit het onderzoek geleid tot conclusies en aanbevelingen die we in deze notitie weergeven. Het onderzoek is te beschouwen als een momentopname in een vroeg stadium van het experimententraject. De experimenten In schooljaar 2014-2015 zijn de eerste experimenten met de vakmanschapsroutes en technologieroutes gestart. Het voornaamste doel hierbij is het aantrekkelijker maken van de doorstroom van het vmbo naar het mbo (de beroepskolom). De experimenten met de leerroutes richten zich op de inrichting van het onderwijs, het examen en de bekostiging van een doorlopende leerlijn van het vmbo naar het mbo. De leerroutes starten in het derde leerjaar van het vmbo. Dat is dus het eerste leerjaar van de leerroute. De vakmanschapsroute is voor leerlingen van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg en leidt op tot een mbo-diploma niveau 2. De route gaat via de beroepsopleidende leerweg (bol) of de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). De technologieroute is voor leerlingen van de gemengde en theoretische leerweg en leidt op tot een mbo-diploma niveau 4 voor de bol of de bbl. Tabel 1. Overzicht aantal vakmanschap- en technologieroute, 1 oktober 2014 Leerweg vmbo-3 Waarvan Aangevraagd Gestart Uitgesteld Gestopt Vakmanschaproute 110 64* 37 9 Technologieroute 18 7 8 3 Totaal 128 71 45 12 Bron: bewerking SEO op BRON en MUO gegevens *64 routes zijn gestart, 6 daarvan afkomstig van één school hebben nog geen correcte inschrijving in BRON Op 1 oktober 2014 stonden in 58 gestarte vakmanschaproutes 768 leerlingen ingeschreven en in de 7 technologieroutes 134 leerlingen. In totaal gaat het om 902 leerlingen in het vmbo-3 die aan een experimentele leerroute zijn begonnen (tabel 2). Pagina 5 van 9

Tabel 2. Instroom 1 oktober 2014 vakmanschap- en technologieroute Leerweg vmbo-3 aantal leerlingen aantal routes Vakmanschaproute 768 58 Technologieroute 134 7 Totaal 902 65 Bron: bewerking SEO op BRON en MUO gegevens Op 1 oktober 2015 zijn er volgens de opgave van DUO 20 experimenten gestart, 14 in de Vakmanschapsroute en 6 in de Technologieroute. Conclusies Uit ons onderzoek blijken allereerst grote verschillen tussen de experimenten wat betreft de samenwerking vmbo-mbo, de invulling van de experimentele ruimte, de realisatie van gestelde doelen voor het eerste jaar en de plaats van het experiment in de school of instelling. Door de grote verschillen is het moeilijk om eenduidige conclusies te trekken. We komen tot de volgende hoofdconclusies. In het algemeen zien we dat de experimenteerruimte beter benut zou kunnen worden. Uit ons onderzoek is gebleken dat de experimenten in het eerste jaar van hun bestaan nog geen grote vlucht hebben genomen. Voor het eerste jaar werd een beperkt aantal experimenten aangemeld, daarvan zijn er een aantal niet doorgegaan en uiteindelijk gaat het om een beperkt aantal leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs is bij deze experimenten op zich op orde maar in veel experimenten is er nog geen sprake van echte veranderingen ten opzichte van de reguliere trajecten. De kwaliteitsborging bij de experimenten is matig, waardoor de resultaten van de experimenten onvoldoende gevolgd kunnen worden. De scholen zien zelf nog relatief veel risico s voor het slagen van het experiment. Een verbetering van de kwaliteitsborging zal nodig zijn om deze risico s te beheersen en de doelstellingen daadwerkelijk te realiseren. Het onderzoek en de conclusies richtte zich op het studiejaar 2014 2015, de eerste groep van het experiment. Toelichting op de conclusies Wij hebben dit themaonderzoek kort na afloop van het startjaar van het eerste cohort uitgevoerd om al vroeg een beeld te krijgen van de uitvoering en mogelijke risico s voor de kwaliteit van het onderwijs. In het eerste jaar is een beperkt aantal leerlingen gestart. De kwaliteit van het onderwijs is op zich op orde, maar in veel experimenten is er nog geen sprake van echte veranderingen ten opzichte van de reguliere trajecten. Uit ons onderzoek blijken verder grote verschillen tussen de experimenten wat betreft de samenwerking vmbo-mbo, de invulling van de experimentele ruimte, de realisatie van gestelde doelen voor het eerste jaar en de plaats van het experiment in de school of instelling. Deze Pagina 6 van 9

verschillen blijken uit de antwoorden op de vragenlijst, maar ook uit onze onderzoeken ter plaatse. Door de grote verschillen is het moeilijk om eenduidige conclusies te trekken. Tijdens de rondetafelbijeenkomst werden de beelden van het onderzoek bevestigd. De experimenten, zeker in de intussen aangepaste regeling, bieden veel ruimte om voor leerlingen de doorlopende leerlijn effectiever in te richten. De terughoudendheid in het afstemmen van de programma s van vmbo en mbo wordt vanuit de scholen deels verklaard door de vernieuwingen in het vmbo en mbo. Ook speelt het nog geringe aantal deelnemers een rol bij de voortvarendheid om dit op te pakken. Maatschappelijke ontwikkelingen in de regio zijn bepalend voor de mate waarin het beroepsonderwijs, gemeentes en bedrijven de krachten bundelen. Gelden uit regionale investeringsfondsen spelen daarbij wel een rol. Dit verklaart mogelijk ook dat relatief veel experimenten in de technologie deel uitmaken van brede en geformaliseerde samenwerkingsverbanden (Rotterdam, Rijnmond, Oost- en West-Brabant). Werkloosheid, teruglopende leerlingenaantallen en scholingsvraag van het bedrijfsleven zijn voor alle experimenten factoren die mede het succes bepalen. Een ander voorbeeld is dat de eisen voor de beroepspraktijkvorming in de sectoren zorg en welzijn voor de jongere leerlingen van het vmbo een belemmerende factor zijn. Aan de andere kant bieden de experimentele routes voor scholen en instellingen waar de samenwerking in de regio nog minder ver ontwikkeld is, een goede mogelijkheid om de samenwerking te formaliseren. De bevraagde scholen zien zelf de grootste risico s bij: 1. de hoge kosten en de organiseerbaarheid. Er moeten veel extra activiteiten door relatief kleine teams worden uitgevoerd. Ook leidt een mogelijke verkorting van de opleidingsduur vaak tot een jaar korter mbo en daarmee een jaar minder bekostiging. 2. twijfels over de organisatie. Het gaat hierbij om de samenwerking tussen vmbo en mbo alsmede de interne organisatie van het experiment. 3. onvoldoende deelnemers aan de route. Soms is het een bewuste keuze om met een kleine groep te beginnen, maar ook is het geven van onvoldoende of onduidelijke informatie aan leerlingen en ouders een genoemde oorzaak. 4. verschillen in wet- en regelgeving tussen vo en mbo. De kwaliteitsborging bij de experimenten is matig. Daarbij hebben wij gekeken naar zowel de kwaliteitsborging van de reguliere kwaliteit van het onderwijs als naar de kwaliteitsborging op het experiment op zich. Wat betreft de kwaliteitsborging op de reguliere kwaliteit is deze bij alle experimenten aangesloten op de reguliere kwaliteitsborging van betreffende scholen. Maar deze kwaliteitsborging zou in het kader van het experiment meer afgestemd moeten/kunnen worden op de doelstellingen van het experiment. Door het niet goed inrichten of uitvoeren van deze kwaliteitsborging kunnen de resultaten van de experimenten onvoldoende gevolgd worden. De scholen zien volgens ons onderzoek zelf nog relatief veel en soms forse risico s voor het slagen van het experiment. Een Pagina 7 van 9

verbetering van de kwaliteitsborging zal nodig zijn om deze risico s te beheersen en de doelstellingen daadwerkelijk te realiseren. Bij dit alles is het goed te bedenken dat er ook buiten deze experimentenregeling activiteiten in het land plaatsvinden waarbij opleidingen werken aan een betere aansluiting vo-mbo. Aanbevelingen Kijkend naar de ervaringen met de bevraagde en onderzochte experimenten hebben wij de volgende aanbevelingen geformuleerd. Benut de ruimte van het experiment Opvallend is dat de ruimte die de Regeling experimenten doorlopende leerlijnen vmbo en mbo biedt nog niet veel benut wordt. Die ruimte zit bijvoorbeeld in het verzorgen van mbo-onderdelen in de vmbo-periode, examinering en anderzijds het organiseren van verdieping, versnelling of verbreding. We zien vaak voortzetting van het reeds regulier verzorgde onderwijs en (nog) geen echte vernieuwingen. Dat geldt voor de organisatie, de inrichting maar ook de uitvoering van het experiment. Benut de ruimte om overlap te voorkomen Veel experimenten werken aan of hebben aandacht voor het vermijden van de overlap in de programma s tussen vmbo en mbo. Bij het nemen van maatregelen om de overlap weg te halen, is het goed om te bepalen hoe de ontstane ruimte benut wordt. Verbreden, verdiepen, versmallen of verkorten binnen de doorlopende leerlijn zijn mogelijkheden om de opleiding meer kwaliteit te geven, meer recht te doen aan het experiment en voor de leerling meer toegevoegde waarde te hebben. Voorlichting: leg de nadruk op de voordelen Een goede voorlichting, een goed zicht op de mogelijkheden van de leerling, de ontwikkeling van een beroepsbeeld en een goede communicatie met leerlingen, ouders/verzorgers zijn cruciaal voor het succes van de doorlopende leerlijnen. Zolang er nog geen duidelijk beeld is van de voordelen van dergelijke routes zal de instroom beperkt blijven. Versterk de (regionale) samenwerking De (regionale) samenwerking is een erg belangrijke voorwaarde voor het succes van het experiment. Het gaat dan vooral om een goed afgesproken en geformaliseerde samenwerking, waaraan alle partijen vanaf het begin van het experiment commitment tonen. Die overkoepelende afspraken zijn er wel, maar de uitwerking in afspraken over bekostiging, nadere afstemming per school en doorlopende leerlijn en de afstemming tussen roc s ontbreekt vaak nog. Eerst enkel de vmbo-school aan bod en daarna pas de mbo-instelling werkt niet. Ook de samenwerking met het bedrijfsleven versterkt de kracht van het experiment en daarmee de kans op succes. Binnen de scholen en instellingen maar ook met collega scholen en instellingen kan uitwisseling van ervaringen georganiseerd worden en van grote meerwaarde zijn. Pagina 8 van 9

Maak gebruik van het netwerk Het aansluiten bij bredere samenwerkingsverbanden kan een voordeel opleveren. Wij zagen dat een bestaand netwerk als Bèta Challenge en Top techniek in Bedrijf regio Rijnmond en regio Noord Brabant voor een meer gestructureerde samenwerking zorgt en voorziet in kaders en instrumentaria. Er is dan sprake van een breder uitgedacht concept waarin samen ontwikkeld en geëvalueerd wordt. Voor een experiment geeft dat een goede basis om op verder te gaan. Daarbij is het aan de scholen om binnen de samenwerking voor ieder experiment eigen (tussen) doelstellingen te formuleren en de kwaliteit daarvan te bewaken. Overigens is men wel afhankelijk van beslissingen die elders genomen worden en dat zou vertraging op kunnen leveren, omdat er afstemming nodig is en daarvoor consensus bereikt moet worden. Ervaring opdoen en breed uitdragen Gebruik het experiment als een mooie kans om nieuwe ervaringen op te doen en om binnen de betrokken scholen en instellingen vernieuwingen tot stand te brengen. Door in het experiment nieuw onderwijs of delen daarvan te bedenken en uit te proberen kan uiteindelijk de gehele instelling daarvan profiteren. Het zou daarmee ook een voorbeeld kunnen zijn voor andere locaties en opleidingen, waar nu nog regulier onderwijs wordt verzorgd. Wij horen de intentie wel, maar hebben dit nog weinig gezien. Versterk de kwaliteitszorg Het doelgericht hanteren van een kwaliteitszorgcyclus zorgt ervoor dat bewust aan de kwaliteit wordt gewerkt en resultaten gemonitord kunnen worden. Betere kwaliteitszorg kan ervoor zorgen dat doelen gehaald worden en het duidelijk(er) is waarop (bij)gestuurd moet worden. Wij denken dat de experimentregeling veel mogelijkheden geeft om doorlopende leerlijnen vmbo-mbo zodanig in te richten dat het voor de leerling toegevoegde waarde heeft. Ook zien we regionaal goede samenwerkingsvormen tussen vmbo en mbo ontstaan die in de toekomst breder ingezet kunnen worden. Het was weliswaar het eerste jaar van de experimenten maar wij zien met belangstelling de toekomst van deze trajecten tegemoet. Pagina 9 van 9