6 Congres Privatisering kwaliteitsborging Overgang naar private kwaliteitsborging vanaf 2015 tekst ing. Frank de groot In 2015 start er waarschijnlijk een periode van drie jaar waarbij aanvragers kunnen kiezen of ze hun bouwplan laten toetsen bij de gemeente of door een daartoe gecertificeerde private toetser. Na deze proefperiode beslist de overheid hoe de private kwaliteitsborging definitief wordt ingevuld. De nieuwste ontwikkelingen en de verstrekkende gevolgen voor private en publieke partijen werden duidelijk tijdens het congres Privatisering van het Bouwtoezicht vanaf 2014 op 11 december in t Spant te Bussum. We vinden het normaal dat de slager zijn eigen vlees keurt. Dat moeten we in de bouw ook normaal gaan vinden. De aannemer is zelf verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit en de overheid heeft alleen een rol op de achtergrond, vergelijkbaar met de Voedsel en Waren Autoriteit die onder meer de veiligheid van voedsel bewaakt, aldus het voorbeeld dat minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst noemde tijdens de opening van het door Cobouw, Ministerie van BZK, Omgeving in de praktijk.nl en Bouwforum georganiseerde congres. Volgens Blok is het niet de bedoeling dat het bouwtoezicht volledig uit handen van gemeenten wordt genomen: Nee, ook in de toekomst liggen er verantwoordelijkheden bij de overheid, maar we gaan wel méér verantwoordelijkheid bij de markt leggen. Om ervaring op te doen hanteren we een overgangsstelsel van 2015 tot 2018. In die periode kan een aanvrager van een omgevingsvergunning kiezen voor toetsing van bouwplannen door de gemeente of een gecertificeerde private partij. Na de proefperiode van drie jaar besluiten we hoe verder te gaan. Vooruitlopend hierop starten we overigens in het kader van de achtste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet al in 2014 in de gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis een experiment met het afschaffen van een preventieve toets aan het Bouwbesluit bij (grondgebonden) woningen met een Keurmerk van de Stichting Garantiewoning. Blok realiseert zich dat de overgangsperiode de nodige onzekerheid geeft bij gemeenten: Hoeveel beroep wordt er nog gedaan op gemeenten voor bouwplantoetsing en wat betekent dat voor de legesinkomsten? Samen met de Vereniging BWT Nederland en VNG bekijken we hoe we om moeten gaan met de financiering van Bouw- en Woningtoezichttaken. Maar we moeten niet vergeten dat we het doen voor de consument en voor de bouwsector die het momenteel erg moeilijk heeft. De minister wees er nog maar eens op dat de bouw hardere garanties op het geleverde werk moet leveren en dat de bewijslast bij schade bij de bouwer moet liggen en niet bij de consument: Wat dat betreft ben ik wel gecharmeerd van het retentierecht zoals dat in Duitsland wordt gehanteerd: daar houdt de opdrachtgever vijf procent van de bouwsom gedurende vijf jaar onder zich, om herstel van eventuele verborgen gebreken te kunnen financieren. Dat levert een stevige prikkel op bij bouwers om ook op lange termijn kwaliteit te leveren. Een tweede belangrijk doel van private kwaliteitsborging is terugdringing van de regeldruk in de bouw, zei Blok. Vanwege de complexiteit vertragen veel bouwprojecten. Dat kost tijd en geld. Een hervorming van de regeldruk moet leiden tot een lagere prijs en stimulering van de economie. Instituut voor Bouwkwaliteit Een nieuwe rol komt er ook voor het in oktober opgerichte Instituut voor Bouwkwaliteit. Blok: Voor de beoordeling, indeling naar risicoklasse en de toelating tot het stelsel van instrumenten
BIM Media www.bouwregelsindepraktijk.nl 7 Minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst: Het is niet de bedoeling dat het bouwtoezicht volledig uit handen van gemeenten wordt genomen. Ook in de toekomst liggen er verantwoordelijkheden bij de overheid, maar we gaan wel meer verantwoordelijkheid bij de markt leggen. voor private kwaliteitsborging zal een toelatingsorganisatie worden aangewezen. Deze toelatingsorganisatie zal strikt toetsen of nieuwe instrumenten voor kwaliteitsborging voldoen aan door de overheid gestelde criteria. Zie het als een soort Voedsel en Waren Autoriteit voor de bouwsector. De oprichting van het ibk kent zijn oorsprong in onder meer het Bouwteam dat in 2012 door toenmalig minister Spies werd ingesteld. Dit Bouwteam formuleerde als vorm van publiek-private samenwerking een agenda met 17 actiepunten die moeten helpen om de bouw uit de recessie te krijgen. Eén van deze acties resulteerde in de Routekaart naar private kwaliteitsborging. Een suggestie uit de Routekaart was het aantrekken van een aantal kwartiermakers om concrete voorstellen te kunnen destilleren uit de groeiende stapel suggesties, adviezen en commentaren over dit onderwerp. Eén van de kwartiermakers, Harry Nieman, die na Blok het podium betrad, hierover: We hebben in de Routekaart naar private kwaliteitsborging een analyse gemaakt van de huidige situatie. Voor projecten wordt ruim voor de start van de bouw de omgevingsvergunning aangevraagd, op basis van de tekeningen en de zogenaamde bouwbesluitberekeningen. Uit een onderzoek van VROM bleek echter dat na het aanbieden het ontwikkelen verder gaat en dat uiteindelijk een gebouw wordt gerealiseerd dat op veel punten afwijkt van wat in de vergunning is vastgelegd! Volgens Nieman, die Nieman Raadgevende Ingenieurs op 1 januari 2014 verlaat om bij het Instituut voor Bouwkwaliteit aan de slag te gaan, zijn vooral bij de hoofdstukken gezondheid en energiezuinigheid de afwijkingen groot. Als de gemeente de vergunning verstrekt heeft dat rechtskracht, echter de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid liggen niet bij de gemeente, die liggen bij de aanvrager en gedelegeerd bij de ontwerpers en de bouwers! Er gaat heel veel goed, veel woningbouwers leveren bijvoorbeeld woningen onder garantie en dat systeem werkt prima. Er gaat echter ook veel fout, ik wijs op de regelmatig terugkerende berichten over faalkosten: getallen van 10-15% passeren. Deze faalkosten worden uiteindelijk betaald door de consument c.q. afnemer. Deze situatie is te verbeteren door private kwaliteitsborging in te zetten en de bijbehorende garantie goed te regelen. Ook moeten er robuuste kwaliteitsborgingstemen worden ingezet. Instrumenten De in te zetten instrumenten voor private kwaliteitsborging dienen volgens Nieman te voldoen aan door de overheid vastgestelde criteria (zoals opleidingseisen, eisen aan de wijze van toezicht, eisen aan de wijze van bewijs bij oplevering, et cetera) en worden aan deze criteria getoetst door een hiervoor in te richten toelatingsorganisatie: Wanneer een instrument door de toelatingsorganisatie is erkend, heeft dat de werking van een erkende kwaliteitsverklaring en vindt geen beoordeling meer plaats door het gemeentelijk bouwtoezicht. Kwaliteitsborgingsystemen zijn volgens de kwartiermaker onder te verdelen in drie categorieën: categorie 1 is de invalshoek via het proces, categorie 2 heeft als invalshoek het product, en 3 heeft als invalshoek een persoon. Elke categorie kan zowel gebruikmaken van certificatie of van erkenning. Bij elk systeem hoort een beheerorganisatie. Dat kunnen door de branche opgezette organisaties zijn, maar ook een groep bedrijven, een verzekeraar of certificerende instellingen. De toelatingsorganisatie erkent de systemen en ziet erop toe dat deze doen wat ze beogen. Doen ze dat niet dan wordt de erkenning ingetrokken. Voorbeelden van kwaliteitsborgingsystemen die het proces borgen zijn bijvoorbeeld de Technical Inspection Services (TIS) en de kwaliteitsmanagementsystemen gebaseerd op BRL 5019/5006. Het is mogelijk bij de TIS een verborgen Drs. Ing. Harry Nieman van het Instituut voor Bouwkwaliteit: Wanneer een instrument door de toelatingsorganisatie is erkend, heeft dat de werking van een erkende kwaliteitsverklaring en vindt geen beoordeling meer plaats door het gemeentelijk bouwtoezicht.
8 Ir. Hajé van Egmond, één van de kwartiermakers van het Instituut voor Bouwkwaliteit: Bij echt risicovolle projecten moet je de slager controleren of hij zijn eigen vlees wel goed gekeurd heeft. De opdracht aan de kwartiermakers is daarom om een toelatingsorganisatie op te zetten die instrumenten toetst aan wettelijke criteria en indeelt naar risicoklasse, toeziet op de werking van die instrumenten en sanctioneert. gebreken verzekering af te sluiten. Ook de aanpak van Woningborg kan als een procesaanpak worden beschouwd. De verwachting is dat de komende tijd branches of verzekeraars nieuwe systemen zullen ontwikkelen en aan gaan bieden voor toelating. De productaanpak is ook al op de markt. Denk aan de volledige gecertificeerde energiezuinige woning, die Climate Construction heeft ontwikkeld. Deze woning heeft een KOMO kwaliteitsverklaring gebaseerd op de BRL 0905. De invalshoek via persoonscertificatie of -erkenning is relatief nieuw. Andere branches kennen deze systematiek als heel lang, denk aan de registeraccountant, piloten en chirurgen. BNA is bezig de architecten zodanig op te leiden dat zij direct kunnen worden ingezet als kwaliteitscontroleur voor eenvoudige bouwwerken. Ook de ingenieursbranche heeft inmiddels haar eerste registers. Nieman vertelt dat de kwaliteitsborgingsystemen worden geselecteerd op basis van het risicoprofiel van het betreffende project: Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning bepaalt de aanvrager welk systeem hij wil inzetten. Als de gemeente een aanvraag met private kwaliteitsborging ontvangt dan kan zij bij de toelatingsorganisatie checken of het voorgestelde systeem past bij het risico. De vergunningverlening blijft de taak van de gemeente of bevoegd gezag. Voor de technische toets geeft de aanvrager aan dat gebruik wordt gemaakt van een privaat kwaliteitsborgingsysteem. In de optiek van het actieteam is bij veel projecten een overleg nodig met het bevoegd gezag en haar adviseurs, zoals de brandweer. Dit overleg dient onderdeel uit te maken van het borgingsysteem. Kort voor de start bouw meldt de aanvrager aan het bevoegd gezag dat het plan is getoetst en dat er begonnen gaat worden. Behalve de bescheiden die ingeleverd zijn voor de toets ruimtelijke ordening, omgevingsveiligheid en eventueel welstand krijgt de gemeente dus vooraf geen informatie. Bij oplevering wordt een as-built dossier gedeponeerd met een verklaring van de toetser dat het project conform Bouwbesluit en de andere criteria is gerealiseerd. De gemeente controleert niet de inhoud, maar bewaakt of het dossier wordt ingediend. Bij het ontbreken van de melding start bouw en de gereedmelding kan de gemeente handhaven door bijvoorbeeld de bouwactiviteiten stil te leggen of niet toe te staan dat het gebouw gebruikt mag gaan worden. Toelatingsorganisatie Het begon met één van de aanbevelingen van de Commissie Dekker in 2008: Laat gemeenten niet meer toetsen aan de technische voorschriften. De meeste bouwers kunnen toch zelf kwaliteit leveren? Dat vertrouwen moet er zijn. Maar die kwaliteit moet ook aantoonbaar zijn. We kunnen de aannemer niet vertrouwen op zijn blauwe ogen, aldus ir. Hajé van Egmond, één van de kwartiermakers van het Instituut voor Bouwkwaliteit. Vanaf 2008 tot oktober 2013 maakte hij deel uit van de BZK-projectgroep Dekker die werkt aan het nieuwe stelsel van private kwaliteitsborging. Hij legt uit aan de zaal wat de rol zal zijn van de toekomstige toelatingsorganisatie, die het Instituut voor Bouwkwaliteit gaat oprichten en inrichten. Van Egmond vertelt dat door het ministerie in 2012 de globale status van private kwaliteitsborging is aangegeven in het informatieblad Private kwaliteitsborging in het bouwtoezicht. In dit informatieblad wordt voor het eerst gesproken over een bij het bouwplan passend instrument voor private kwaliteitsborging. Alvorens een instrument kan worden toegepast wordt het volgende proces doorlopen: 1. De brancheorganisatie of certificerende instelling ontwikkelt een instrument voor private kwaliteitsborging, gericht op een bepaalde (risico-) categorie bouwwerken. 2. Het instrument wordt aangeboden aan de toelatingsorganisatie die toetst of het instrument aan alle vereiste (wettelijke) criteria voldoet. 3. De toelatingsorganisatie laat het instrument toe met vaststelling van de risicocategorie. 4. Nadat bedrijven zich gekwalificeerd
BIM Media www.bouwregelsindepraktijk.nl 9 steken daar de woorden consument en kwaliteit met kop en schouder bovenuit. Smallenbroek sluit af met de oproep aan alle partijen om gezamenlijk de schouders eronder te zetten. Het stelsel is nog niet klaar, het is niet in beton gegoten. De komende maanden zullen de kwartiermakers en het Ministerie van BZK het nieuwe stelsel verder uitwerken. Uw inbreng is daarbij noodzakelijk. Hij wenste tot slot de kwartiermakers onder leiding van Harry Nieman veel succes. Meer weten? Kijk op de website van het Instituut Bouwkwaliteit: www.instituutbouwkwaliteit.nl. Drs. Meindert Smallenbroek, Directeur Woningbouw Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Het stelsel is nog niet klaar, het is niet in beton gegoten. Private kwaliteitsborging hebben om een bepaald instrument toe te passen (de bedrijven zijn erkend of gecertificeerd) mag het instrument worden toegepast. De kwartiermaker vervolgt: De toekomstige toelatingsorganisatie moet dus naar de wettelijke criteria kijken en die vertalen naar de diverse deelgebieden. In een brief van minister Blok op 27 januari 2013 aan de Tweede Kamer staat dat voor de beoordeling, indeling naar risicoklasse en de toelating tot het stelsel van instrumenten voor private kwaliteitsborging een toelatingsorganisatie zal worden aangewezen. Deze toelatingsorganisatie zal strikt toetsen of nieuwe instrumenten voor kwaliteitsborging voldoen aan door de overheid gestelde criteria. Van Egmond citeert ook uit de brief van 27 november 2013 van minister Blok aan de Tweede Kamer: Voor de beoordeling, indeling naar risicoklasse en de toelating tot het stelsel van instrumenten voor private kwaliteitsborging zal een toelatingsorganisatie worden aangewezen. Deze toelatingsorganisatie zal strikt toetsen of nieuwe instrumenten voor kwaliteitsborging voldoen aan de door de overheid gestelde criteria. Hij vervolgt: Bij echt risicovolle projecten moet je de slager controleren of hij zijn eigen vlees wel goed gekeurd heeft. De opdracht aan de kwartiermakers is daarom om een toelatingsorganisatie op te zetten die instrumenten toetst aan wettelijke criteria en indeelt naar risicoklasse, toeziet op de werking van die instrumenten en sanctioneert. Dat kan schorsing of intrekken van de toelating zijn. De toelatingsorganisatie moet verder onafhankelijk, deskundig en gezaghebbend, beperkt van omvang en slagvaardig zijn. Ook moet deze organisatie activiteiten bundelen, gebruik makend van bestaande structuren en kennis. Aandachtspunten zijn tot slot de beoordeling van gelijkwaardigheid, de indeling in risicoklassen, het vaststellen van de criteria per risicoklassen en het opzetten van een register. We zullen de komende tijd aan de slag gaan met de uitwerking! Niet in beton gegoten Drs. Meindert Smallenbroek, Directeur Woningbouw Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, sluit het congres af met een schets van de route om te komen tot een wettelijke regeling in 2015. Smallenbroek benadrukt daarbij dat het uiteindelijk gaat om de consument, de eindgebruiker: Als je kijkt naar de informatie die de afgelopen maanden is verzameld over het nieuwe stelsel dan Wat is private kwaliteitsborging? Het begrip private kwaliteitsborging staat voor een samenhangend stelsel van kwaliteitseisen en -procedures waarmee marktpartijen aantoonbaar garanderen dat het te realiseren bouwplan bij oplevering een bepaald kwaliteitsniveau heeft. Binnen de context van de bouwregelgeving is het kwaliteitsniveau gerelateerd aan de bouwtechnische voorschriften van het Bouwbesluit. Een samenhangend stelsel wordt een instrument genoemd. Wanneer een instrument erkend is door een (op te richten) toelatingsorganisatie, heeft dat de werking van een erkende kwaliteitsverklaring en is een beoordeling door het gemeentelijk bouwtoezicht niet meer nodig. Weet u dat naar verwachting in 2018: de markt zelf meer verantwoordelijk wordt voor de bouwtechnische kwaliteit; de gemeente het bouwplan niet meer toetst aan het Bouwbesluit en dat de gemeente geen toezicht meer houdt op de bouwtechnische kwaliteit tijdens de uitvoering; er instrumenten worden ontwikkeld waarmee de in het Bouwbesluit vastgelegde kwaliteit kan worden bereikt; instrumenten slechts mogen worden toegepast indien ze zijn goedgekeurd door de hiervoor op te richten toelatingsorganisatie; de toegelaten instrumenten de werking hebben van een erkende kwaliteitsverklaring; de gecertificeerde toetsing en het gecertificeerd toezicht tot de instrumenten behoren, maar er meer instrumenten mogelijk zijn; een Verborgen-Gebreken-Verzekering deel kan uitmaken van het instrumentarium; de keuze van het instrument gerelateerd is aan het risicoprofiel; de hier besproken instrumenten een indruk geven, maar dat ze feitelijk nog moeten worden (door)ontwikkeld; de minister streeft naar een betere positie van de consument; onder andere wordt onderzocht hoe de aansprakelijkheid voor verborgen gebreken kan worden gewijzigd ten gunste van de consument, en; het nieuwe stelsel gevolgen heeft voor de kwaliteit van de eigen organisatie, de kwaliteit van de producten die de organisatie maakt, de kwaliteit van de mensen die in de organisatie werken?
10 Onderzoek: nog weinig vertrouwen in private kwaliteitsborging Er is nog weinig vertrouwen in het stelsel van private kwaliteitsborging. Daarnaast verwachten zowel publieke als private partijen dat professionele opdrachtgevers het meest en de consument het minst profiteren van private kwaliteitsborging. Dit blijkt uit onderzoek dat voorafgaand aan het congres is gedaan onder de bezoekers. Van de 320 respondenten behoorde circa de helft tot BWT en de andere helft betrof private partijen.