Lezing Natuurinclusieve landbouw

Vergelijkbare documenten
Natuurinclusieve landbouw: wat kan het u opleveren? Jan Willem Erisman

Stikstofproblematiek: kader voor duurzame voedselproductie

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Kansen voor een duurzame landbouw in Flevoland. Jan Willem Erisman Louis Bolk Instituut

Wat is natuurinclusieve landbouw?

Bodem, landschap en watersysteem bepalend voor functie-toedeling

Transformatie landbouw en omgevingskwaliteit

Natuurinclusieve landbouw goed voor boer, burger en landschap

Biodiversiteit als basis voor het agrarische bedrijf Jan Willem Erisman Nick van Eekeren Willemijn Cuijpers Jan de Wit

De wereld kan op lange termijn alleen biologisch gevoed worden

Biodiversiteit in de melkveehouderij

Veerkrachtige landbouw Het conceptueel kader voor biodiversiteit in Zeeland

Natuurinclusieve landbouw voor duurzame voedselproductie

Natuurinclusieve landbouw

Zeeland werkt met boeren aan een oplossing!

Datum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Proeftuinen Flevoland natuurinclusieve landbouw

DUURZAME VOEDSEL PRODUCTIE IN 2050: INTENSIVEREN EN EXTENSIVEREN! JAN WILLEM ERISMAN

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

SAMEN VOOR BIODIVERSITEIT. Wat betekent het Deltaplan Biodiversiteitsherstel voor boeren en tuinders? December 2018

CALL#3 IMPULS VOOR NATUUR- INCLUSIEVE LANDBOUW

Verdienmodellen natuurinclusieve landbouw: kennis in ontwikkeling

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

LANDBOUW EN BIODIVERSITEIT. Ledenbijeenkomst 2 februari 2018

upspiral randerij -

Hoe boeren afwegingen maken over weidevogelbeheer en natuurinclusieve landbouw. Theo Vogelzang, Wageningen Economic Research,

Proeftuinen Landbouw en Natuur 12 december Flevolandbouw

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012

Ondernemers zoeken nieuwe wegen in de hoogproductieve landbouwbouw

Provincie Vlaams Brabant

Synergie tussen biologische en gangbare landbouw

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

Pilots natuurinclusieve landbouw in het nieuwe GLB

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Groene diensten Leveren van biodiversiteit. Jetze Genee, 11 april 2019

Stikstof in de PAS? Jan Willem Erisman Louis Bolk Instituut, VU

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen

Manifest. Organische stof: leven in de Nederlandse bodem

Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector

Resultaten landbouwenquête. September 2013

Vergroening en verduurzamen landbouw

Deelsessie werkroute Natuur Kirsten Haanraads & Hank Bartelink 22 mei 2019

Grenzen aan intensivering van de Nederlandse veehouderij

ALLES BEGINT MET EEN IDEE

Wat zijn duurzame landbouwsystemen, en hoe kunnen we die bereiken?

Verduurzaming gronduitgifte

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2017 Betreft Natuurinclusieve landbouw

LNV pilots Toekomstbestendige landbouw in het nieuwe GLB

Voedsel. 13 juni 2019, Pieter Rijzebol.

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Innovatieagenda Melkveehouderij

Op zoek naar de (Basis)Kwaliteit voor Natuur. immers: KvN = Kwaliteit voor Leven

Alles van waarde is weerloos over landschap, herijking EHS groen blauwe diensten

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Perspectief Regionale voercentra

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

'Met de huidige insectensterfte is er over één generatie alleen nog dode natuur

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Laat de natuur voor je werken

Conferentie Boeren bedrijven biodiversiteit

Bedrijfsopdracht I. Lammes. Almere, 3 juni 2015

Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in de praktijk Een sfeerimpressie

LTO visie gemaakt door 24 melkveehouders Samen naar een nieuwe Wij

Datum : 22 april Plaats : Congrescentrum De Werelt, Westhofflaan 2, Lunteren

klimaatverandering en voedsel

Verenigd Ondernemers Fonds

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder

Deltaplan Agro-Ecologie

ALV GROENLINKS BRONCKHORST Visie op moderne grootschalige

Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur?

UNITING THE ORGANIC WORLD

Voor wie doet u het allemaal? Ontdek het met uw eigen Verdienmodel

Waarde netwerk Onkruidbestrijding op basis van verdienmodellen

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

De Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 februari 2019 Betreft Reactie Deltaplan Biodiversiteitsherstel

Kansen en uitdagingen van natuurinclusief boeren in Nederland

Sector- en keteninitiatieven

NAAR EEN NATUUR- INCLUSIEVE AKKERBOUW Meten en waarderen: de Biodiversiteitsmonitor

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

Poldergesprekken. 2 e avond 19 februari 2018

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans

1 Natuur in de Krimpenerwaard

Duurzaam en helder naar de toekomst

Veranderingen in het grondgebruik - inrichting

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van de ANV s

Biodiversiteitsmonitor Meetlat voor belonen van boeren voor resultaten op biodiversiteit

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Naar een écht groen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Transcriptie:

Lezing Natuurinclusieve landbouw 18-11-2016 Jan Willem Erisman - Directeur van het Louis bolk instituut, Professor Integrated Nitrogen Studies aan de VU en voorzitter van collectief Deltaplan Landschap - gaf een lezing over Natuurinclusieve landbouw op de ALV van het collectief. Onderstaand verhaal betreft het verslag van zijn lezing. Inleiding De naam 'Natuurinclusieve landbouw' is nog onder Dijksma geïntroduceerd door het ministerie van EZ. Over de naam valt te discussiëren, omdat het een verkeerd beeld kan scheppen over wat er bedoelt wordt met deze benadering. Wellicht was ' landbouwinclusieve natuur' een betere benaming geweest. Natuurinclusieve landbouw schept de verwachting dat er landbouw is en we daarbij een stukje natuur gaan inbedden, oftewel ik doe een akkerrand en dan hebben we natuurinclusieve landbouw. Echter is dit niet waar we uiteindelijk naar toe willen. De uitgangssituatie moet als volgt worden: we zijn afhankelijk van de natuur en daarin gaan we op een verantwoordelijke wijze landbouw plegen. De kern van het verhaal is dat het zwart wit denken tussen natuur en landbouw moet verdwijnen, beide disciplines lopen namelijk dwars door elkaar heen. Indien die omslag in denken wordt gemaakt, ontstaan er hele andere mogelijkheden zowel aan de natuurbeschermingskant als aan de landbouwkant. Een veerkrachtig voedselsysteem vraagt om een systeembenadering Het Louis Bolk instituut is vernoemd naar de anatoom Louis Bolk. Hij betoogde dat het voedselsysteem op een andere manier benaderd moet worden. In de wetenschap en in het aanpakken van problemen zijn we geneigd om een 'loop'(systeem) te pakken en in die 'loop' steeds verder in te zomen op individuele onderdelen. Neem als voorbeeld onze kennis en onderzoek betreffende moleculen, elektronen, x- deeltjes, etc. Louis Bolk bepleitte de noodzaak om onze manier van denken af en toe om te draaien, zodat het grotere geheel, verbanden tussen onderdelen en de oorsprong van het probleem weer zichtbaar wordt. Ontdekkingen en nieuwe inzichten kunnen dan ook op systeem niveau geanalyseerd en geïntegreerd worden, wat de mogelijkheid biedt om tot andere oplossingen te komen. Via deze denkwijze moet ook het voedselsysteem worden benaderd. Het voedselsysteem gaat niet alleen over het voorzien van gezonde voeding, maar gaat gepaard met een veel complexer systeem van biodiversiteit, natuur, landbouw, milieu, gewassen etc. Uiteindelijk is de bodem de basis van dit alles. De bodem is zowel de basis van de natuur en landbouw, zeker in zo'n cultuurlandschap als in Nederland. Dit is ook de benadering en filosofie die vanuit de natuur inclusieve landbouw wordt gehanteerd. Figuur 1: Voedselsysteem als systeembenadering

Stikstof is een goed voorbeeld van hoe momenteel nog gewerkt wordt in het systeem. De afgelopen twintig jaar is het stikstofbeleid in Nederland zeer succesvol geweest. Een afname van 40 procent emissies naar lucht, bodem, water, Noordzee heeft plaatsgevonden en tegelijkertijd is de productie in de landbouw toegenomen(fig. 2.) Figuur 2: Succesvol Nederlands stikstofbeleid, afname milieudruk en hogere productie De afgelopen dertig jaar is er dus veel efficiënter omgegaan met stikstof. Hieraan liggen maatregelen ten grondslag in de landbouw en dit succesverhaal wordt overal geponeerd. Echter betreft het hier een systeemoptimalisatie, binnen het individuele systeem is naar optimale efficiëntie gestreefd. Helaas is binnen het huidige systeem de optimale efficiëntie zo goed als bereikt. De ammoniak emissies gaan niet verder meer omlaag, de nitraatbelasting van het grondwater daalt niet meer. Wellicht kan er nog wat winst gehaald worden, maar de grens binnen het systeem is bijna bereikt. Tegelijkertijd heeft er op gebied van biodiversiteit een zorgwekkende ontwikkeling plaatsgevonden in de natuur. Links in figuur 3 is zichtbaar dat de aanwezigheid van doelsoorten in natuurgebieden in de categorie broedvogels en dagvlinders is toegenomen en de aanwezigheid van vaatplanten is afgenomen. Stikstof heeft dus wel degelijk resultaat gehad op natuurgebieden en sommige soorten profiteren er zelfs van. Figuur 3: Verandering aanwezigheid doelsoorten, 1990-2005 ten opzichte van 1975-1989

Aan de landbouwkant heeft de afgelopen tijd een echt schrikbarende ontwikkeling plaatsgevonden, 40 procent van de biodiversiteit is verdwenen. Echter is de biodiversiteit de basis van de landbouw en dat laten we nu juist verdwijnen. Er zal dus anders naar het systeem gekeken moeten gaan worden. Biodiversiteit zijn niet alleen de soorten. Het gaat niet alleen om die fazant, patrijs etc., maar om het samenstel van soorten en hoe die in interactie met elkaar werken. De bodem herbergt 25 procent van de totale biodiversiteit, hier is een enorme soortenrijkdom die in interactie met elkaar werken. De stikstofefficiency in de natuur is dan ook het hoogst, maar liefst 100 procent. In de landbouw bedraagt dat 30 á 40 procent. Vanuit de natuur ligt er een enorme relatie tussen biodiversiteit en productie. Indien een perceel in Nederland onbewerkt blijft dan bouwt het zich langzaam op van schraal land naar gemengd bos in enkele decennia. Deze kracht van de natuur wil je eigenlijk optimaal benutten voor de landbouw. De landbouw is aan de ene kant afhankelijk van de biodiversiteit, maar anderzijds hier in Nederland ook zeker de basis van biodiversiteit. De grutto's zouden niet zo grootschalig in Nederland aanwezig zijn als er geen landbouw bestond. In Nederland is een bepaalde biodiversiteit gecreëerd en die willen we in stand houden. Het is niet het doel om geheel terug te gaan naar het stadium waarin alles nog moeras was in Nederland. We willen terug naar een basis - omvat in de term natuurinclusieve landbouw- die een goede basis is voor de biodiversiteit die we ooit hebben gecreëerd met de landbouw, maar daarin ook nog een goede landbouw kunnen bedrijven. Controle systeem Momenteel is het systeem daar niet op ingericht. Figuur 4 geeft de huidige situatie weer, genaamd het controle model: Er wordt gestreefd naar een zo'n hoog mogelijke groei op de berg ; hoge producties en korte termijn rendement realiseren. Het betreft een statisch evenwicht,waarbij er de drang is om direct in te grijpen desnoods met teruggrijpen op preventiemiddelen. Dit model kent voornamelijk op de lange termijn een hoog risico, omdat er continue gehandeld wordt naar de korte termijn. We hebben in het gegeven systeem geleidelijk aan door middelengebruik de biologie uitgeschakeld. Nu het middelengebruik moet worden teruggedrongen blijkt de biologie niet meer naar behoren te werken en is niet in staat om het systeem op orde te stellen. Figuur 4: Controle model Additief systeem Hiertegenover willen we naar een systeem dat gefocust is op de lange termijn. De bodem is hiervoor de basis. Als de bodem een goede structuur heeft is die klimaatresistenter. Dit betekent dat de bodem veel robuuster is; minder gevoelig voor droogte en wateroverlast. Het betreft hier echt een lang termijn focus, want een bodem opbouwen kost tijd. Het is gebaseerd op systeemgericht denken, waarin geprobeerd wordt om alle facetten van het systeem te behappen. Daarnaast betekent dit ook loslaten, want de controle ben je deels kwijt. De focus ligt op de variatie in het systeem en die dient gebruikt te worden, resulterend in een lager risico op de lange termijn. Er zijn onderzoeken die dit bevestigen. Figuur 5: Additief model

Een voorbeeld is een akkerbouwbedrijf in de Vredepeel. Dit bedrijf laat zien dat indien de bodem goed wordt gemanaged, dit additief systeem op de lange termijn stabielere opbrengsten en inkomsten genereert ten opzichte van het controle model. Met lange termijn spreken we over een periode van 10 a 15 jaar. Echter indien we het systeem beter leren begrijpen kunnen we het proces mogelijk versterken. Er wordt onvoldoende gerealiseerd dat we ons natuurlijk kapitaal aan het afbouwen zijn, daartegenover neemt het middelengebruik toe om de controle te houden. Dit is puur vanuit risico en controle gedachten, maar eigenlijk wil je naar een soort evenwicht: het additief model. Dit betekent zoveel mogelijk gebruik maken van het natuurlijk kapitaal, voordat er wordt gegrepen naar middelen in plaats van andersom. Figuur 6: Hoge efficiëntie ten koste van agrobiodiversiteit Erfbetreders Een belangrijk aspect is wie er verdient aan het systeem. In het controlemodel zijn dit vooral de partijen om de boer heen. Zij zijn er bij gebaat om de productie zo hoog mogelijk te houden, omdat hun verdienmodel hierop is gebaseerd. Een voorbeeld is een project in Schiermonnikoog. Jan Willem Erisman is hier bezig om een zevental melkveebedrijven te verduurzamen. De boeren moeten een aantal extra PAS(pragmatische aanpak stikstof) maatregelen nemen om stikstof te verminderen. De Rabobank komt dan met het advies om te intensiveren; meer koeien zijn nodig om de maatregelen te betalen. Dit is geheel paradoxaal en staat lijnrecht tegenover het idee van stikstofvermindering. Continue zijn er diverse erfbetreders die advies geven tegenstrijdig aan de gewenste ontwikkelingsrichting van het additief model. Figuur 7: Wie verdient er aan het voedselsysteem?

Diversiteit de basis voor een gezond systeem Een gezond systeem is niet alleen gebaseerd op biodiversiteit maar op diversiteit in het algemeen. We weten dat diversiteit in dieet belangrijk is, maar dat geldt ook voor diversiteit in regio, bedrijf en gewassen. Variatie is namelijk weerstand en robuustheid. Wanneer je de functionele agrobiodiversiteit versterkt resulteert dit automatisch in een reductie van drukfactoren: minder broeikasgasemissies, minder ammoniak lek etc. Dit betekent tegelijkertijd een toename in biodiversiteit buiten het gebied. Hiermee heb je de basis voor een robuust systeem waarbij de grenzen tussen natuur en landbouw aan het vervagen zijn. Beiden komen veel meer met elkaar overeen en komen in verbinding met elkaar te staan. Natuurinclusieve landbouw De definitie van Jan-Willem Erisman aangaande natuurinclusieve landbouw is niet exact de definitie die door de overheid gehanteerd wordt. Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw als basis voor een veerkrachtig voedselsysteem, gebruikmakend van natuur/(bio)diversiteit, met een gezond verdienmodel. Precisie landbouw, ook een vorm van duurzame landbouw, kan ook een heel eind komen. Natuurinclusieve landbouw biedt echter meer kansen, omdat het een win-win situatie oplevert. Figuur 8 is het concept wat het Louis Bolk instituut heeft ontwikkeld in samenwerking met WNF, Rabobank en Friesland Campina. Over de invulling en toepassingen van dit concept wordt ook nog verder nagedacht samen met Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en Werkgroep Grauwe Kiekendief. Het concept gaat uit van vier samenhangende pijlers van biodiversiteit die als basis zouden moeten worden genomen voor een landbouwbedrijf in een regio. Figuur 8: De vier samenhangende pijlers van biodiversiteit

Functionele agrobiodiversiteit Het begint met de bodem als basis. De bodemkwaliteit en het bodemleven moeten in orde zijn in relatie tot de doorworteling die structuur kent. In relatie tot het gewas, bijvoorbeeld rotaties in de akkerbouw moeten voor bodemkwaliteit zorgen. Ten slotte moet de bodemkwaliteit ook in orde zijn in relatie tot de mineralenkringloop. De mineralenkringloop dient in evenwicht te zijn en er kan gebruik gemaakt worden van het thuisvoordeel: het gebruik van bedrijfseigen mest kan tot 20 procent meer rendement opleveren ten opzichte van mest van de buurman. Al deze zaken kunnen gebruikt en toegepast worden in het optimaliseren van de functionele agrobiodiversiteit. Landschappelijke diversiteit Het optimaliseren van de functionele agrobiodiversiteit alleen is niet voldoende, maar dient ondersteund te worden met landschapselementen. Landschapselementen zoals heggen en randen hebben een duidelijke ondersteunende rol: schaduwverstrekking aan vee, vezelrijk voer voor koeien, creëren van microklimaat, vestigingsklimaat voor bijen(belangrijk voor bestuiving van bepaalde bloemsoorten) etc. Landschapselementen zijn essentieel, ze vertegenwoordigen een dubbelfunctie: ze omvatten naast de ondersteunende rol ook een rol in het voorzien van biodiversiteit en natuurwaarde. Ze verdwijnen helaas overal in Nederland, terwijl goed onderhouden landschapselementen juist een meerwaarde kunnen zijn voor de agrarische bedrijfsvoering. Brongebieden en verbindingszones De focus moet liggen om het niet op individueel niveau te doen. Je wilt namelijk niet één plot hebben omringd met landschapselementen waar natuurinclusieve landbouw wordt bedreven. De voorkeur gaat ernaar uit om het in een gebied te doen waar je biodiversiteitverbindingszones hebt. De kracht van de groenblauwe dooradering dient zo goed mogelijk gebruikt te worden,. Tegelijkertijd kan er bijvoorbeeld aan watermanagement gewerkt worden, zowel op gebied van kwantiteit als kwaliteit. Het is van belang om samenwerking en koppelingen te zoeken met andere partijen. De inhoud van deze pijler is nog steeds gunstig voor de landbouw. Specifieke soorten Deze categorie vergt extra maatregelen die goed zijn voor specifieke soorten, bovenop de basis die al is gelegd. Het betreft hier maatregelen zoals nestbescherming en aangepast maaibeheer. Dit gaat ten koste van het landbouwmodel. Deze categorie heeft te maken met verantwoordelijkheid nemen, het is een maatschappelijke opgave. Hiervoor zal dan ook betaalt moeten worden. Door de andere 3 pijlers is de basis al op orde en dat betekent dat voor veel soorten al een grote slag gemaakt is.

Herontwerp van het systeem In het herontwerp van het systeem wordt niet gestuurd op maximalisatie van de productie, maar op maximalisatie van de marge. Als voorbeeld: Er zijn twintig bedrijven doorgelicht die bio divers bezig zijn. Niet exact volgens het principe van natuur inclusieve landbouw, maar bepaalde aspecten ervan zijn aanwezig in de bedrijfsvoering van deze bedrijven. De conclusie is dat de kosten lager zijn maar de marges hoger. Het is dan de vraag of de marges hoog genoeg zijn om omschakelingen in bedrijven te kunnen bewerkstelligen. Dit zal niet altijd het geval Figuur 9: Herontwerp van het systeem zijn. Echter er zijn bedrijven die het uitermate goed doen via deze manier van boeren. Vaak zijn dit bedrijven die in het algemeen gezien al meer kijken naar diversiteit en adaptief vermogen en anders omgaan met investeringen. Echter zit de potentie niet alleen op enkele bedrijven, wanneer er naar regio's wordt gekeken ontstaan er veel meer mogelijkheden. Er liggen kansen om het verdienmodel te ontwikkelen gebaseerd op regio's en coöperaties. Mogelijkheden voor waardering zijn: - Intrinsieke motivatie van de ondernemer - Vergoedingen agrarische natuurbeheer (GLB) - Duurzaamheidcertificaten (bijv. Veldleeuwerik) - Groenfinanciering - Waardering in de keten De intrinsieke motivatie is de basis waarmee al veel bereikt kan worden. Daarnaast komt er zeker een post 2020 GLB stelsel. Het is alleen nog de vraag hoe het eruit komt te zien, wellicht wel in de vorm van natuurinclusief. Kansen liggen er op gebied van groeninvesteringen, want banken zijn geïnteresseerd wegens twee redenen: - Ze hebben veel groeninvesteringen maar krijgen die niet weggezet wegens gebrek aan projecten. Indien ze onder de criteria van het systeem van natuurinclusieve landbouw boeren weten te koppelen dan kunnen ze de groeninvesteringen uitgeven. - Adaptieve systemen met lagere kosten hebben veel lager langer termijn risico. Dit is interessant voor banken, omdat ze natuurlijk liever investeren in bedrijven met lagere risico's. Uiteindelijk ligt het verdienmodel binnen de waardering in de keten. De waardering kan op meerdere manieren plaatsvinden zoals via productcertificaten, door te focussen op kwaliteit producten in plaats van bulk productie, lokale afzet etc. Noemenswaardig is dat Martijn van Dam in een brief over exportbeleid voor het eerst schrijft dat Nederland zich moet focussen op kwaliteitsproductie in plaats van bulkproductie. Dit geeft weer dat er tal van interessante veranderingen gaande zijn momenteel.

In de praktijk willen we testen welke set van maatregelen rond biodiversiteit, optimaal gaat bijdragen aan de invulling van een risico beheersend biodiversiteitsmodel. Hiervoor worden pilots opgezet, zoals in Groningen en Schiermonnikoog maar ook elders in het land. Bij deze pilots worden ook partijen betrokken die een rol in de keten hebben, om te zorgen dat er verdienmodellen kunnen gaan ontwikkelt worden. Pilot Schiermonnikoog Een voorbeeld is Schiermonnikoog waar zeven intensieve melkveebedrijven willen omschakelen naar biologisch en dit uit eigen beweging. Er is doorgerekend of deze bedrijven financieel de stap naar extensivering kunnen maken. De conclusie was dat vijf van de zeven bedrijven er financieel op vooruit zouden gaan, terwijl de melkproductie met de helft zal afnemen. Twee bedrijven blijken te intensief. Indien er gezamenlijk wordt omgeschakeld, bijvoorbeeld in de vorm van een coöperatie, dan kunnen alle bedrijven er financieel op vooruit gaan. Daarnaast biedt Schiermonnikoog vanwege het toeristische karakter nog extra mogelijkheden. Wanneer er gekozen wordt om ook een kaasmakerij te beginnen, kan de financiële winst worden verdubbeld. Vanuit economisch perspectief blijkt dat naar de regio kijken samen met ondernemerschap veel meer oplevert, dan wanneer je als individuele ondernemer je blijft focussen op de individuele inkomsten. De toekomst zit in creativiteit. Jan Willem Erisman denkt dan ook dat we op de vooravond staan van veel meer regionale coöperaties, waarin ook de overheid, TBO's (Staatsbosbeheer, natuurmonument etc.) en burgers gaan deelnemen. Dit om te zorgen dat er verantwoordelijkheid wordt genomen, gebieden op een goede manier worden geëxploiteerd(natuurinclusief) en een passend verdienmodel eraan gekoppeld kan worden. Steeds meer burger-boer initiatieven zullen ontstaan en de lokale afzet zal toenemen. Het ontwerp van het systeem gaat veranderen van controle naar adaptief en van subsidiegedreven naar nieuwe businessmodellen. Het concept van natuurinclusieve landbouw begint steeds meer gehoord te worden en zelfs een soort hype te worden Bij de behandeling van de EZ begroting in de tweede kamer staats natuurinclusieve landbouw interessant genoeg bij natuur in plaats van bij de landbouw. Er zijn politici aan het kijken of het niet beter onder de landbouwparagraaf kan vallen en van daaruit geld kan worden gereserveerd om dit systeem verder te kunnen ontwikkelen, koplopers te kunnen monitoren en pilots op te zetten. Ook de wetenschappelijke agenda dient verder uitgebouwd te worden. Dit zou weleens de eerste stap kunnen zijn om naar een nationaal programma te gaan, waar initiatieven en partijen bij elkaar worden gebracht om natuurinclusieve landbouw nu eindelijk te realiseren. Natuurinclusieve landbouw moet gaan dienen om de Nederlandse landbouw te verduurzamen. Verduurzaming van de sector wordt momenteel ook vanuit de maatschappij verwacht.