Besluit omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Aanvraagnummer OLO-2109051 Zaaknummer 199571 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1000BC, Amsterdam Locatie: Gronddepot Noorder IJplas Oostzanerdijk 205, Amsterdam Onderwerp: Aanpassen Acceptatiebeleid Datum: 6 januari 2016 Dit document betreft een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Deze beschikking zal, in ieder geval, ook gepubliceerd worden. Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. 1 6
INHOUDSOPGAVE OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT... 3 BESLUIT... 3 BEZWAAR... 3 PROCEDURELE OVERWGINGEN... 4 PROCEDURELE ASPECTEN... 4 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN MILIEU... 5 TOETSINGSKADER MILIEU... 5 CONCLUSIE... 6 2 6
OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT Besluit Gezien de aanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam onder OLO-nummer 2109051 van 16 december 2015 om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting - in verband met het aanpassen van het acceptatie en verwerkingsbeleid - als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder e, sub 2 en art. 3.10, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) besluiten burgemeester en wethouders van Amsterdam: I II de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van de inrichting; te bepalen dat de aanvraag inclusief de bijlage deel uitmaakt van de omgevingsvergunning. De overwegingen bij dit besluit zijn hierna opgenomen. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, Anke Hopman Teammanager Vergunningverlening Portefeuille branches B Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: http://www.odnzkg.nl/contact/digitale-werkwijze/ Bezwaar De belanghebbende bij dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking daarvan een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam. Vermeld in uw bezwaarschrift altijd de datum, uw naam, adres, handtekening, het referentienummer/kenmerk van dit besluit (of stuur een kopie van het besluit mee) en de reden(en) waarom u bezwaar maakt. Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in, stuur dan een machtiging mee. Verder verzoeken wij u om uw telefoonnummer in het bezwaarschrift te vermelden. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. In spoedgevallen kan tijdens de bezwaarschriftprocedure een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U kunt ook digitaal het verzoekschrift indienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het behandelen van het verzoek worden griffiekosten in rekening gebracht. Voor meer informatie over het maken van bezwaar kunt u kosteloos de brochure Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid bestellen via telefoonnummer 1400 (lokaal tarief) of downloaden van de volgende website: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicaties-pb51/bezwaar-enberoep-tegen-een-beslissing-van-de-overheid.html. Inwerkingtreding Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na zijn bekendmaking. 3 6
PROCEDURELE OVERWEGINGEN PROCEDURELE ASPECTEN Gegevens aanvrager Op 16 december 2015 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) Weesperplein 8 1018XA Amsterdam Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Binnen het Gronddepot Noorder IJplas van OGA aan de Oostzanerdijk 205 wordt volgens het AV-beleid (onderdeel van de geldende vergunning met kenmerk; HZ-WABO-2014-018428) grond op- en overgeslagen. OGA wil het AV-beleid aanpassen overeenkomstig de werkwijze van de BRL 9335. Een projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gezien het bovenstaande wordt gevraagd het AV-beleid van de geldende vergunning (bijlage AV 1) te vervangen door de bij de aanvraag bijgevoegde Bijlage AV 1, versie december 2015: Procedures voor acceptatie en controle van de inkomende partijen grond (bijlage A & V). Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting is eerder de onderstaande vergunning verleend: Bij beschikking van 9 maart 2015, met nummer HZ_WABO-2014-018428 hebben wij een tijdelijke omgevingsvergunning verleend. Deze tijdelijkheid geldt tot 16-09-2023. Richtlijn industriële emissies Binnen de inrichting vinden geen activiteiten plaats welke genoemd worden in bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies. De Richtlijn industriële emissies is dan ook niet op de inrichting van toepassing. Type-C inrichting Onderhavige inrichting is een zogenaamde type C-inrichting. De inrichting is vergunningplichtig, omdat activiteiten [Opslaan van meer dan 10.000 kubieke meter grond of bagger (buiten een werk) afkomstig van buiten de inrichting] worden uitgevoerd die niet worden uitgezonderd in categorie 28.10 van bijlage I, onderdeel C, van het Besluit omgevingsrecht. Bevoegd gezag Burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam zijn het bevoegd gezag ten aanzien van de omgevingsvergunning van het Gronddepot Noorder IJplas zoals vastgelegd in categorie 28 van bijlage I, onderdeel C, van het Besluit omgevingsrecht, er geen sprake van een IPPC-installatie noch is er sprake van een inrichting waarop het BRZO van toepassing is. Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. De aanvraag is als verandering (uitgebreide procedure) ingediend, het betreft echter een milieuneutrale wijziging (reguliere procedure) en zal daarom verder als regulier worden behandeld. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 4 6
Procedure (regulier) en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 22 december 2015 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven op de website van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied: http://www.odnzkg.nl/actueel/bekendmakingen/. Wij hebben belanghebbenden conform artikel 4:8 van Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om gedurende twee weken vanaf de datum van publicatie van deze kennisgeving zienswijzen in te brengen naar aanleiding van de aanvraag. INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN MILIEU TOETSINGSKADER MILIEU Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal of milieuvriendelijk veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. In artikel 2.14, lid 5, van de Wabo is bepaald dat een omgevingsvergunning voor een verandering van de inrichting of de werking daarvan die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu kan worden verleend als wordt voldaan aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing milieuneutraal verandering De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering voldoet. Wij overwegen daarbij het volgende: Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam, is als Grondbank Amsterdam gecertificeerd voor BRL 9335. Tijdens een recente audit door het Kiwa is geconstateerd dat de gevolgde werkwijze bij het samenvoegen van partijen grond strenger is dan noodzakelijk. Met deze milieuneutrale wijziging wordt de werkwijze voor het samenvoegen van partijen grond in lijn gebracht met de BRL 9335. Om een milieu-neutrale verandering mogelijk te maken, is het noodzakelijk om per relevante milieucomponent een beschouwing te maken waarbij voldaan wordt aan de eis dat de gewijzigde situatie binnen de vergunde milieuruimte past. Als enige milieucomponent waarop de wijziging invloed zou kunnen hebben is be- en/of verwerken van afvalstoffen. Afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik en nuttige toepassing over het algemeen na het ontstaan zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden van andere afvalstoffen. Verder is het ongewenst dat in afval gecumuleerde milieugevaarlijke stoffen door wegmenging ongecontroleerd in het milieu verspreid raken. Onder bepaalde condities kunnen verschillende afvalstromen echter net zo goed of soms zelfs beter samengesteld worden verwerkt. Het samenvoegen 5 6
van qua aard, samenstelling en concentraties niet met elkaar vergelijkbare (verschillende) afvalstoffen alsmede het samenvoegen van afvalstoffen en niet-afvalstoffen wordt mengen genoemd. Mengen is niet toegestaan tenzij dat expliciet en gespecificeerd is aangevraagd en vastgelegd in de vergunning. De voorgestelde wijziging voldoet aan de BRL 9335 en is daarom aan te merken als milieuneutraal. Met andere woorden: De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. Het Besluit milieueffectrapportage 1994 beschrijft activiteiten en besluiten ten aanzien waarvan het maken van een milieueffectrapport verplicht is dan wel ten aanzien waarvan het bevoegd gezag moet beoordelen of er sprake is van een m.e.r.-plicht. De activiteit is niet genoemd in Bijlage C (m.e.r.-plicht) of Bijlage D (m.e.r.-beoordelingsplicht) van het Besluit milieueffectrapportage 1994. Er bestaat derhalve geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. CONCLUSIE Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van een inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 6 6