Speech van de minister van Buitenlandse Zaken, Uri Rosenthal, ter gelegenheid van de uitreiking van de mensenrechtentulp, op 31 januari 2012 in Het Spaansche Hof te Den Haag. Wij zijn hier in dit fraaie historische pand, het Spaansche Hof. Ik hoop dat u niet meteen het verband legt met de 80-jarige oorlog, maar dat u net als ik, terug denkt aan de Max van der Stoel Prijs, die ik hier eind vorig jaar uitreikte. Max van der Stoel, voorvechter van Mensenrechten, overleed vorig jaar. Mensenrechten worden, ten onrechte, gezien als een Westers gedachtegoed. Zoals u weet vinden onze ideeën over mensenrechten hun oorsprong in de Verlichting. Dan praten wij over grote namen. Spinoza, Kant en niet in de laatste plaats; Voltaire, man van de vrijheid. Denkers die bijdroegen aan de basis van onze rechtsstaat. Interessant is om op te merken deze denkers werden geïnspireerd door een land aan de andere kant van de wereld: China. Dat land werd in die tijd gezien als een modelstaat voor Europa. Het was juist Voltaire die was gefascineerd door de duizenden jaren oude Chinese cultuur. Hij werd geïnspireerd door de Chinese filosoof Confucius, die nog voor onze jaartelling schreef over de verhouding tussen volk en bestuurders. En die ook de rechtspraak als groot goed zag. Voor Voltaire was de kennismaking met China een belangrijke les. Chinese gewoonten werden niet begrepen en gewaardeerd aan onze kant van de aardbol omdat ze werden beoordeeld vanuit de eigen tradities. Voltaire schreef dat we probeerden onze vooroordelen, gebaseerd op onze eigen omstreden cultuur, op te leggen aan de andere kant van de wereld. 1 Dat was niet de juiste benadering. En ik zeg nu: toen niet, en nu niet. Wat mij betreft horen gesprekken over mensenrechten geen belerende monoloog maar een open dialoog te zijn. Respect voor mensenrechten kan dan ook niet van buitenaf worden opgelegd. Vrijheid moet een gezamenlijk streven zijn van een bevolking. Van allen in een samenleving. Dat is onder meer een strijd van individuen, van eenlingen. Van mensenrechtenverdedigers. Het opkomen voor 1 Jonathan D. Spence, The search for modern China (2de druk; New York 1999) 132-134. 1
mensenrechten, voor vrijheid, vergt moed. Moed om de gevolgen te trotseren die het protesteren tegen onvrijheid kan veroorzaken. Ni Yulan heeft die moed getoond. De Mensenrechtentulp 2011 is door de jury toegekend aan Ni Yulan. U hebt al over haar gehoord en ik zal zo meteen meer over haar rol als mensenrechtenverdediger zeggen, voor zover als Cisca Dresselhuys dat nog niet heeft gedaan. Maar ik wil eerst nog enkele opmerkingen maken over de mensenrechtenaanpak van dit kabinet. Mensenrechten zijn gebaseerd op een ethisch en moreel imperatief, waarvoor je niet weg kunt lopen. Maar ze zijn ook een voorwaarde voor een goed functionerende samenleving. Want wanneer vrijheden en rechten worden genegeerd, ontstaat onvrede. En dan is confrontatie soms de uitkomst. Dat zagen u en ik afgelopen jaar in de Arabische wereld. En ook dit jaar zet zich dat voort. Vrijheid als fundamenteel recht is één van pijlers van ons buitenlands beleid. Daarnaast hebben we ook oog voor veiligheid en welvaart. Die drie pijlers zijn met elkaar verweven, innig verknoopt. Want het bevorderen van welvaart, veiligheid en vrijheid gaat altijd samen. Pas wanneer mensen in vrijheid leven en kansen hebben, is een land stabiel. En dan kan een land staat maken op een stevige duurzame maatschappelijke, politieke en economische ontwikkeling. Nederland streeft naar de verbetering van mensenrechtensituaties wereldwijd. We doen dat, zonder het opgeheven vingertje, maar we gaan het geven van kritiek niet uit de weg als dat nodig is. We laten van ons horen wanneer rode lijnen worden overschreden: bij doodstraf, marteling, wederrechtelijke verdwijning. Onderscheidend in de aanpak van dit kabinet zijn drie criteria: doelmatigheid, selectiviteit en effectiviteit. We pakken, ook bij de mensenrechten, niet alles aan. Maar spannen ons daar in waar we het verschil kunnen maken. En dat is op vele plaatsen in de wereld. Ik zal een voorbeeld geven. Het beschermen van mensenrechtenverdedigers is één van de speerpunten van het mensenrechtenbeleid. Dat is geen toeval want mensenrechten verdedigers verdienen steun. Van hun eigen overheden, van de internationale gemeenschap en ook van Nederland. 2
Nederland helpt daarbij door de omstandigheden waarin mensenrechtenverdedigers werken, zo veel mogelijk te verbeteren. Het gaat daarbij om politieke en praktische inspanningen. Binnenkort stuur ik het Nederlandse actieplan mensenrechtenverdedigers naar de Tweede Kamer. Hiermee hopen we, in samenwerking met internationale organisaties en onze ambassades, doeltreffend bij te dragen aan de positie van mensenrechtenverdedigers. Mensenrechten zijn universeel. Dat betekent niet dat alle landen daar hetzelfde mee om moeten gaan. Niet de manier waarop een land de rechten van burgers verzekert telt, maar dat rechten verzekerd zijn. We moeten dus bekijken wat in een land al gebeurt voor de verbetering van mensenrechten. En daar sluiten we op aan. Dat noemen we de receptorbenadering, voortgekomen uit de academische wereld van volkenrechtgeleerden. In de politiek is de receptorbenadering min of meer nieuw. Daarom heeft de Tweede Kamer gevraagd om deze benadering te toetsen in een aantal projecten. Ik kan hier melden dat ik de financiële middelen voor enkele projecten, onder meer in China, ter beschikking heb gesteld. China dus, het land van Ni Yulan. Sinds China vanaf 1978 meer in contact staat met de buitenwereld, proberen leiders te werken aan een sterkere rechtsstaat. Sociale- en economische rechten zijn verbeterd en er is meer aandacht voor burgerlijke en politieke rechten. Mensenrechtenverdragen zijn door China ondertekend. In de grondwet is opgenomen dat de Chinese regering mensenrechten moet bevorderen. Goed nieuws. Maar laat ik duidelijk zijn: theorie, de letter, kan verschillen van de praktijk. China is bijvoorbeeld nog niet toegetreden tot de Internationale Conventie voor Burgerlijke en Politieke Rechten. Ook al staan mensenrechten nu in wetten, zelfs in de grondwet, en ook al heeft China verdragen ter bevordering van de mensenrechten ondertekend, het gaat om de naleving. Daarbij kan de internationale gemeenschap en dus ook Nederland een rol spelen. Bijvoorbeeld in de VNmensenrechtenraad. Maar ook bilateraal. China is een belangrijke partner voor Nederland. Met 3
de autoriteiten zijn en blijven we ook in gesprek over mensenrechten. Want als je met China goede betrekkingen onderhoudt, kan je ook over gevoelige onderwerpen praten. Beschermen van mensenrechten is volgens de regering in het belang van China zelf. Met 1.3 miljard inwoners van verschillende etnische achtergronden en uiteenlopende sociale posities staat China voor grote uitdagingen. Hierdoor is het moeilijk om veranderingen op papier in de praktijk te brengen. Nederland kan en wil daar bij helpen. Voor het China-project van de receptorbenadering werken wetenschappers uit China en Europa samen. Ook in China zelf. Zij gaan opzoek naar culturele en sociale instituties en tradities in China die kunnen helpen bij de doorvoering en de ontwikkeling van het Chinese mensenrechtenbeleid. Zo proberen wij een bijdrage te leveren aan de verbetering van de mensenrechtensituatie in China. Vandaag is de uitreiking van de mensenrechtentulp. De jury geeft Ni Yulan de prijs vanwege haar werk als mensenrechtenverdediger. Ni Yulan zette zich in voor medeburgers die onder dwang hun huis uit werden gezet, vooral in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008. Ni Yulan ondervond zelf negatieve gevolgen van haar werk als mensenrechtenverdediger: haar huis is gesloopt en zij heeft langere tijd onder huisarrest gestaan en gevangen gezeten. Tijdens deze periode is haar gezondheid verslechterd en is zij invalide geraakt. Nadat de prijs aan haar was toegekend door de jury lieten de naasten van Ni Yulan mij weten verheugd te zijn. Maar er hebben zich allerlei omstandigheden voorgedaan waardoor wij uitstel moesten vragen voor de uitreiking van de prijs. Dat wij nu bij elkaar komen en zijn, is volledig naar toestemming van de betrokkenen. De rechtszaak is nog niet afgerond, maar nadat de naam van Ni Yulan in de media verscheen, heeft haar dochter na enige overwegingen, gevraagd toch de prijs uit te reiken. Dong Xuan, de dochter van Ni Yulan, wilde graag de prijs namens haar moeder in ontvangst nemen, maar helaas is haar belet naar Nederland te reizen. Ik betreur dat. 4
Ik kan de prijs niet daadwerkelijk overhandigen, zoals ik dat vorig jaar deed aan een mensenrechtenverdediger uit Honduras, maar ik kan Ni Yulan wel beloven dat ik mij ervoor zal inspannen dat de prijs haar of haar naasten zal bereiken. Tot slot spreek ik de hoop uit dat mensenrechten door open dialoog worden bevorderd waar ook ter wereld. Hier, in het Spaansche Hof, een symbolische plek. En ook elders in de wereld. 5