Directie Regionale Zaken Rijkswaterstaat Waterdistrict Waddenzee Postbus 23 9285 ZV BUITENPOST uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 3 januari 2006 - DRZ/06/3649/MO/SM 29-08-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Natuurbeschermingswet; vergunning inspectievluchten RWS Waterdistrict Waddenzee 2 Geachte, Bij brief van 3 januari 2006 verzoekt u de Stuurgroep Waddenprovincies om vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor het uitvoeren van inspectievluchten met helikopters boven de Waddenzee inclusief Eems-Dollardgebied, de Noordzeekustzone, de duinen van Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog, het Lauwersmeer, het IJsselmeer, de Fluessen, de Gouden Bodem, de Morra, het Sneekermeer, de Groote Wielen, de Oudegaasterbrekken, de Witte en Zwarte Brekken, de Deelen, de Alde Feanen, de Rottige Meenthe en het Brandemeer, Leekstermeer, Zuidlaardermeer en Oeverlanden Schildmeer. Procedureel Uw aanvraag is op 3 januari 2006 door de Stuurgroep Waddenprovincies ontvangen. Bij brief van 10 januari 2006 (kenmerk: SWP/Nb-wet 2006/02) is de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Het college van GS van de provincie Fryslân heeft geconstateerd dat in casu niet zij, maar de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) het bevoegd gezag is voor besluitvorming op voorliggende aanvraag om vergunning ingevolge de Nb-wet 1998. Daarom heeft zij uw aanvraag op 20 juni 2006 aan mij doorgestuurd. Ik heb uw aanvraag op 23 juni 2006 ontvangen. Bij brief van 12 juli 2006 (kenmerk: DRZ/06/3024/MO/N) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd en u om aanvulling van de aanvraag op enkele punten verzocht. Bij brief van 18 juli 2006 (kenmerk: AWZ 2006/1036) en bij fax van 20 juli 2006 (kenmerk: AWZ 2006/1055) hebt u uw aanvraag aangevuld. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.
29-08-2006 DRZ/06/3649/MO/SM 2 Bevoegdheid tot vergunningverlening Op basis van de Nb-wet 1998 (artikel 2, lid 1 juncto artikel 16, lid 1, juncto artikel 19d, lid 1) zijn de Gedeputeerde Staten van de provincie waarin natuurmonumenten c.q. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden geheel of grotendeels gelegen zijn, bevoegd ten aanzien van de beoordeling van aanvragen ter verkrijging van een vergunning op basis van artikel 16, lid 1, en artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998. Op 30 november 2005 is het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594) in werking getreden. De in dit Besluit specifiek opgesomde activiteiten worden aangemerkt als handelingen als bedoeld in artikel 16, lid 6, van de Nbwet 1998 en projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden als bedoeld in artikel 19d, lid 3, van de Nb-wet 1998. Voor deze specifieke activiteiten geldt de minister van LNV als, in deze, bevoegd gezag, omdat de vluchten onder andere voeren over het Eems-Dollardgebied en de Noordzeekustzone. Meer specifiek: de inspectievluchten vallen onder artikel 3, sub a en b, van dit Besluit: activiteiten die een beschermd natuurmonument of een op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Nb-wet 1998 aangewezen gebied betreffen dat gelegen is in het betwiste gebied waarop het Eems- Dollardverdrag van toepassing is en activiteiten die geheel of gedeeltelijk een beschermd natuurmonument of een op grond van artikel 10a, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 aangewezen gebied betreffen in niet provinciaal ingedeelde gebieden. Hiermee is de minister van LNV bevoegd om te besluiten op uw aanvraag. Gelet op het mandaatbesluit van 8 mei 2006 (kenmerk nr. TRCJZ/2006/775) is het MT-lid van de directie Regionale Zaken vestiging Noord van het ministerie van LNV onder meer gemachtigd om namens mij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende een besluit als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet 1998. Besluit Ik ben van mening dat op basis van de aanvraag de zekerheid is verkregen dat de aangevraagde activiteit, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de betrokken gebieden niet zal verslechteren of een verstorend effect zal hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Deze conclusie geldt nadrukkelijk vanuit de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorwaarden. Derhalve verleen ik u de gevraagde vergunning. Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag, de relevante wet- en regelgeving alsmede het toepasselijk beleid verwijs ik naar bijlage 1 van dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen, een weergave van de diverse zienswijzen en adviezen alsmede mijn eventuele reactie hierop, aan. Bijlage 2 bevat de door u aangeleverde verslechterings- en verstoringstoets. Beide bijlagen maken integraal onderdeel van onderhavig besluit uit.
29-08-2006 DRZ/06/3649/MO/SM 3 Voorwaarden en beperkingen Ter bescherming van aanwezige natuurlijke kenmerken en (kwalificerende) waarden van de in de Appendix bij bijlage 1 bij dit besluit genoemde gebieden verbind ik aan deze vergunning de volgende voorwaarden en beperkingen. 1. Als vergunninghouder wordt aangemerkt Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Waterdistrict Waddenzee te Buitenpost. 2. De vergunning kan uitsluitend gebruikt worden door medewerkers van Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Waterdistrict Waddenzee of in opdracht van Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Waterdistrict Waddenzee handelende personen. De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor een goede uitvoering van deze vergunning. 3. De verantwoordelijke medewerker in het veld dient bij werkzaamheden een kopie van de beschikking bij zich te dragen en op eerste verzoek te vertonen aan de daartoe bevoegde ambtenaren. 4. Deze vergunning is uitsluitend geldig voor inspectievluchten boven de in de aanvraag genoemde gebieden met helikopters van het type Eurocopter 120 of een type met een vergelijkbaar of lager geluidsniveau, conform de aanvraag en conform de (als bijlage bij dit besluit gevoegde) verslechterings- en verstoringstoets (voor zover niet strijdig met onderhavige vergunning). 5. Indien de vergunninghouder voornemens is te vliegen met een type helikopter met een hoger geluidsniveau dan de Eurocopter 120 dient hij dit voornemen van tevoren te melden aan de regiodirecteur Noord, onder vermelding van het type. 6. Deze vergunning is geldig voor ten hoogste 35 inspectievluchten per jaar plus 2 milieu-inspectievluchten tijdens de milieu-estafette, boven de in de aanvraag genoemde gebieden. 7. Tijdens de inspectievluchten dient er gevlogen te worden op een hoogte van minimaal 500 voet (ft). Alleen in geval van waarneming van zaken die afwijken van de normale situatie mag incidenteel lager gevlogen worden, zij het nooit lager dan 200 ft. 8. Er mag uitsluitend gevlogen worden binnen de volgende tijden: a. Tussen 1 oktober en 30 april: van 9.00 tot 16.00 uur b. Tussen 1 mei en 30 september: van 7.00 tot 19.00 uur 9. Inspectie van de dijken dient plaats te vinden door alleen bij laag water, langs de kwelders aan de binnenkant van de dijken te vliegen. 10. Bij hoogwater mag niet laag gevlogen worden in de nabijheid van of boven hoogwatervluchtplaatsen voor vogels of kwelders. 11. Bij laagwater mag niet laag gevlogen worden in de nabijheid van of boven zeehondenligplaatsen. 12. Tijdens vluchten dienen op basis van art. 20 Nb-wet 1998 gesloten gebieden gemeden te worden gedurende de gesloten periode. 13. Er dient gebruik gemaakt te worden van elektronische (zee)kaarten gekoppeld aan een plaatsbepalingssysteem waarop alle artikel 20 Nb-wet 1998 gebieden, zeehondenrustplaatsen en overige kwetsbare gebieden zijn aangegeven.
29-08-2006 DRZ/06/3649/MO/SM 4 14. Het is niet toegestaan om tijdens het broedseizoen, dat wil zeggen tussen 15 maart en 15 juli, in de nabijheid van of boven broedgebieden te vliegen. 15. Het is niet toegestaan om in het seizoen met jonge grijze zeehonden, dat wil zeggen in januari en februari, in de nabijheid van of boven zeehondenligplaatsen te vliegen. 16. Binnen één maand na afloop van elk kalenderjaar dient de vergunninghouder een overzicht van de in het voorafgaande jaar gemaakte vluchten (inclusief routes, duur en vlieghoogte) toe te zenden aan de regiodirecteur Noord. 17. Indien vergunninghouder voornemens is activiteiten c.q. werkzaamheden in afwijking van deze vergunning te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld door een wijziging door te voeren in het aantal vluchten dan wel het soort toestellen, dan dient dit vroegtijdig te worden aangevraagd bij de regiodirecteur Noord. 18. De vergunninghouder is redelijkerwijs verplicht alle door of namens de regiodirecteur Noord of diens rechtsopvolger te geven aanwijzingen onverwijld op te volgen. 19. Onverlet artikel 43, lid 2, van de Nb-wet 1998 kunnen de voorwaarden verbonden aan dit besluit worden gewijzigd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de vluchten meetbare nadelige gevolgen voor de betrokken beschermde gebieden hebben, anders dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie verwacht werden en deze effecten door het wijzigen van de voorwaarden kunnen worden voorkomen of gemitigeerd. 20. Onverlet artikel 43, lid 2, van de Nb-wet 1998 geldt dat, indien met betrekking tot de toepasselijke wetgeving op enig moment mocht blijken dat de vluchten zodanige schade aan de kenmerken en waarden van de betrokken beschermde gebieden dreigt toe te brengen dat hieraan door het geven van aanwijzingen of het stellen van aanvullende voorwaarden redelijkerwijs niet kan worden tegemoet gekomen, dan zal de vergunning door of namens mij worden ingetrokken. 21. Alvorens tot wijziging van vergunningvoorwaarden dan wel intrekking van de vergunning over te gaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen. 22. Deze vergunning is geldig tot 1 september 2011. Het niet naleven van deze voorwaarden en voorschriften kan, naast eventuele strafvervolging, intrekking van de vergunning tot gevolg hebben. Bezwaar Tegen dit besluit staat op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een dergelijk bezwaarschrift dient binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking te worden ingediend bij: De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Dienst Regelingen Afdeling Recht & Rechtsbescherming Postbus 20401 2500 EK s Gravenhage
29-08-2006 DRZ/06/3649/MO/SM 5 Het bezwaar dient te zijn ondertekend en moet tenminste de volgende elementen bevatten: a) de naam en het adres van de indiener; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Kennisgeving Conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998, zijn afschriften van deze vergunning verzonden aan: LNV directie Natuur LNV Directie Regionale Zaken vestiging Zuid (t.a.v. mevrouw M. Oomen) de provincie Fryslân (t.a.v. de heer R. Deen) de provincie Groningen (t.a.v. mevrouw I. van Dorp) de provincie Drenthe de provincie Flevoland de provincie Noord-Holland de gemeenten: o Binnen de provincie Fryslân: Ameland, Boarnsterhim, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Gaasterlân- Sleat, Harlingen, Heerenveen, Het Bildt, Leeuwarden, Lemsterland, Nijefurd, Schiermonnikoog, Skarsterlân, Smallingerland, Sneek, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland, Weststellingwerf, Wûnseradiel, Wymbritseradiel o Binnen de provincie Groningen: De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Reiderland, Slochteren o Binnen de provincie Drenthe: Noordenveld, Tynaarlo o Binnen de provincie Gelderland: Nijkerk o Binnen de provincie Flevoland: Almere, Lelystad, Noordoostpolder, Urk o Binnen de provincie Noord-Holland: Amsterdam, Andijk, Anna Paulowna, Blaricum, Den Helder, Diemen, Drechterland, Edam-Volendam, Enkhuizen, Hilversum, Hoorn, Huizen, Laren, Medemblik, Muiden, Naarden, Texel, Waterland, Wieringen, Wieringermeer, Zeevang Staatsbosbeheer regio Noord Staatsbosbeheer regio West It Fryske Gea Stichting Het Groninger Landschap Landschap Noord-Holland Vereniging Natuurmonumenten Waddenvereniging Vogelbescherming Nederland
29-08-2006 DRZ/06/3649/MO/SM 6 Stichting De Noordzee Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeergebied m.s. Phoca m.s. Harder m.s. Krukel m.s. Stormvogel K.L.P.D. te Harlingen de A.I.D. Groendesk te De Meern de A.I.D. te Zwolle DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze, HET MT-LID REGIONALE ZAKEN NOORD, Drs. K. van Es Bijlage 1: Bijlage 2: Inhoudelijke overwegingen Verslechterings- en verstoringstoets