Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang

Vergelijkbare documenten
Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Pedagogisch Werk

Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang

Onderwijsassistent. Onderwijs en Examenregeling. Crebo niveau 4 BOL. Cohort Vitalis college ROC West Brabant Brinnr 25LX

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang

CONCEPT Format OER voor 2010 competentiegerichte opleidingen in het nieuwe format A. Basisgegevens

Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang

Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg

Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg

Onderwijsassistent. Onderwijs en Examenregeling. Crebo niveau 4 BOL. Cohort IIVO-uren BOL OA 1e jaar: 929 SBU s 1600 per jaar

Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang

Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang

91462 Examenplan Medewerker (gezel) Schilderen 3 Uitstroom Gezel Schilder Afwerking van Interieurs

Sociaal cultureel werker

Sociaal cultureel werker

Leren, loopbaan en burgerschap

Onderwijsassistent. Onderwijs en Examenregeling. Crebo niveau 4 BBL. Cohort IIVO-uren BBL 1e jaar: 1036 SBU s 1600 per jaar

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (p2) (HKS, vanaf augustus 2016)

Zelfstandig werkend kok 95420

OER 2010 A. Basisgegevens

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang

OER voor 2011 competentiegerichte opleidingen in het nieuwe format A. Basisgegevens

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: Leerweg: BOL

HANDHAVER TOEZICHT EN VEILIGHEID

Sociaal cultureel werker

Examenplan 1.Overzicht

Pedagogisch werker Kinderopvang

Examenplan , 2016, examenplan en diplomavereisten Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (p2) (HKS, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN Crebonr. Kwalificatiedossier. Datum vaststelling examenplan. Startdatum. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

EXAMENPLAN Datum vaststelling examenplan. Crebonr. Kwalificatiedossier. Naam kwalificatiedossier. Crebonr. kwalificatie. Studiejaar diplomering

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Leidinggevende keuken jarig traject

Examenplan , 2016, examenplan en diplomavereisten Pedagogisch medewerker kinderopvang (p1) (HKS, vanaf augustus 2016)

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Pedagogisch medewerker kinderopvang (p1) (HKS, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

EXAMENPLAN 2018 Crebocode: Leerweg: BOL en BBL

Onderwijsassistent Crebo niveau NV4 BOL

nummer Schilder (niveau 2) Certificeerbare eenheden X Nee Ja, namelijk Bij crebocode Certificeerbare eenheid

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan 1.Overzicht

EXAMENPLAN CGO 2012 DELTION COLLEGE

Manager/ondernemer horeca 90303

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: Leerweg: BOL en BBL Versie:

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Onderwijsassistent

Handboek Examinering Praktijkschool Grotius College Delft*

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Kapper Niveau 3

Wijzigingsblad OER. Pedagogisch Medewerker Kinderopvang Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 3

Examenplan , 2016, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Wijzigingsblad OER. Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 4

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep)

Examenplan 1.Overzicht

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Leidinggevende keuken jarig traject

Internet resultaten sites ROC Leiden en ROC ID college

Onderwijs en Examenregeling. Beveiliger 2. Crebo niveau 2 BOL. Cohort ,5 jarige variant

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan algemeen voorbeeld niveau 4 1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener

Leidinggevende bediening 94161

Examenplan , 2016 examenplan en diplomavereisten Sociaal-cultureel werker (P2) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

OER Sociaal Cultureel werk

Examenplan algemeen voorbeeld niveau 4 1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener

nummer Chauffeur goederenvervoer Chauffeur goederenvervoer Akkoord Voorzitter Examencommissie Vastgesteld namens het College van Bestuur

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MBO Verpleegkundige

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Sociaal-maatschappelijk dienstverlener (P1) (HKS, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

naam opleiding Crebo niveau NV3 BOL

Examenplan examenplan en diplomavereisten Facilitair leidinggevende. (HKS, vanaf augustus 2016)

Sociaal cultureel werk

Examenplan. Maatschappelijke Zorg dossiercode Persoonlijk begeleider Gehandicaptenzorg. Crebocode: Niveau opleiding 4 Cohort 2016

OER Pedagogisch werk. Niveau 3 BOL Cohort , startdatum: september Kwalificatiedossier Pedagogisch werk

Leidinggevende bediening 94161

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan Sociaal-cultureel Werker

Examenplan. Dienstverlening dossiercode Helpende zorg en welzijn Crebocode: Niveau opleiding 2 Cohort 2016 Leerweg

Landelijke Kwalificaties MBO

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Onderwijs- en Examenregeling

Examenplan , 2018, examenplan en diplomavereisten Facilitair leidinggevende. (HKS, vanaf augustus 2016)

EXAMENPLAN OPLEIDING Handhaver Toezicht en Veiligheid

Examenplan. MBO-Verpleegkunde Gehandicaptenzorg GHZ Crebocode: Niveau opleiding 4 Cohort 2016

Examenplan , 2016 en 2017, examenplan en diplomavereisten Leidinggevende travel & hospitality (P4) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende IG BOL 3

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker N4 Kinderopvang

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme. Informatiemedewerker Niveau 3

Sociaal-cultureel werker Crebo niveau Niv4-BOL

Transcriptie:

Onderwijs en Examenregeling Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang Crebo 92620 niveau 3 BOL Cohort 2011 Vitalis college ROC West Brabant Brinnr 25LX IIVO-uren BOL PW 1e jaar: 1014,5 IIVO-uren BOL PW 2e jaar: 1180 IIVO-uren BOL PW 3e jaar: 535 SBU s 1600 per jaar 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-1 -

Inhoudsopgave 1 Woord vooraf... 3 2 Leeswijzer... 4 3 Alles over het beroep... 5 1.1 Wat doet een Pedagogisch medewerker... 5 2.2 Wat kun je met je opleiding doen?... 6 4 Alles over de opleiding... 7 1.1 Informatie over het onderwijs en het leren... 7 2.2 Wat ga je leren?... 7 3.3 Hoe ga je leren?... 14 4.4 Alles over de beroepspraktijk... 17 4.5 Studiebelasting... 17 5 Alles over begeleiding... 18 5.1 Begeleiding bij het leren... 18 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering... 19 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie... 19 5.4 Klachten... 19 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd... 19 6 Alles over beoordeling... 20 6.1 Beoordelen om te leren en te kwalificeren... 20 6.2 Beoordelingen Nederlands, Engels, rekenen LLB BOL-BBL N3-N4... 22 6.3 Beroepsgerichte beoordelingen... 27 6.4 Studievoortgang... 32 6.5 Examen beoordelingsvormen... 32 6.6 Examens en het diplomeren... 32 6.7 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld?... 32 6.8 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school?... 33 6.9 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent?... 33 6.10 Inspectie... 34 7 Addendum... 34 Aanvulling 2 e studiejaar:... 34 Aanvulling 3 e studiejaar:... 34 8 Bijlagen... 35 8.1 Top model... 35 8.2 Voorbeeldroosters BOL... 37 8.3 Begrippenlijst... 44 8.4 Diverse documenten op website... 48 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-2 -

1 Woord vooraf Welkom op het Vitalis college, bij het cluster Pedagogie. Je hebt gekozen voor de opleiding Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang Bij het Vitalis college leiden we op vanuit de volgende missie: Groeien kan het beste als je jezelf kwetsbaar opstelt en je durft te verbinden. Wij scheppen de voorwaarden om je op te laten stellen en je te laten raken door de meerwaarde die je kunt hebben voor de maatschappij. Wij vragen van studenten zich te verbinden met elkaar en met de maatschappij. En gezamenlijk op te trekken in groei en maatschappelijke waarde. Hierin maken wij geen onderscheid tussen studenten en medewerkers. Henny Verbeek, Algemeen directeur Vitalis college. Frans van der Linden Clustermanager Pedagogie. Algemene informatie brin nummer naam van de instelling 25LX ROC West-Brabant, Vitalis college Calibris BOL landelijk orgaan leerweg (bol/bbl) niveau 3 cohort 2011 Ingangsdatum 1 augustus 2011 Vervaldatum Tot 1 jaar na de nominale studieduur Datum waarop het bevoegd gezag de OER heeft vastgesteld Juli 2011 Datum waarop de OER bekendgemaakt is Juli 2011 Voldoet de opleiding aan de eisen van WSF Ja Studieduur 2,5 jaar 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-3 -

2 Leeswijzer Beste student(e), Dit is de Onderwijs- en Examenregeling. We korten dit af tot OER. Met deze OER willen we je wegwijs maken in de opleiding waarvoor je gekozen hebt. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC West-Brabant hebt gesloten. Wat kun je vinden in deze OER? Je kunt over de volgende onderwerpen informatie vinden: Het beroep De opleiding De BPV De beoordeling De begeleiding In de bijlage van deze OER vind je een verwijzing naar o.a. het examenreglement van het Vitalis college, regels die voor jou als student belangrijk zijn en de verantwoording van onderwijs en examen. Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier Pedagogisch werk (2010) en het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap (april 2007). Daarnaast zijn er voorgeschreven richtlijnen betreffende Nederlands, rekenen en vreemde taal. Op de portal voor studenten staat nog veel meer informatie over het Vitalis college en je opleiding. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-4 -

3 Alles over het beroep 1.1 Wat doet een Pedagogisch medewerker Pedagogisch werk in het kort Je werkt als groepsleider of woonbegeleider jeugd bij een organisatie voor kinderopvang of een instelling voor jeugdzorg. Denk bij kinderopvang aan een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. De kinderopvang biedt groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar. Meestal werk je met collega's in een team. In de jeugdzorg kun je bijvoorbeeld werken in residentiële opvang waar kinderen (tijdelijk) wonen en begeleid worden. Er zijn ook projecten voor jongeren die begeleid (zelfstandig) wonen. Je begeleidt kinderen of jongeren tot 23 jaar. Je werkt met: Kinderen die buiten huis opgevangen worden, van zowel werkende als niet-werkende ouders. Kinderen of jongeren met gedrags-, ontwikkelings- of opvoedingsproblemen. Kinderen of jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen. Jouw werk Je biedt dagelijkse opvang aan baby's, peuters, kinderen en jongeren. Je draagt bij aan hun opvoeding en verzorging en ondersteunt hen daarbij. Je zorgt voor een veilige, gezellige en stimulerende leefomgeving. Je stimuleert en begeleidt kinderen en jongeren om deel te nemen aan de groep. Daarbij zorg je voor een leuke interactie in de groep, voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. Je stimuleert (spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van een kind en zijn taalbeheersing. Kinderopvang gebeurt volgens een dagindeling, die je meestal zelf opstelt. Je zorgt voor activiteiten die de ontwikkeling van kinderen en jongeren met en zonder specifieke begeleidingsvraag stimuleert. Die activiteiten sluiten aan bij hun wensen en mogelijkheden en zijn uitdagend. Je houdt daarbij rekening met leeftijd, ontwikkelingsniveau en interesse. Ook houd je in de gaten wat er is afgesproken over de opvang en de begeleiding en wat vastligt in het plan van aanpak. Je begeleidt het kind/de jongere bij de inrichting van zijn of haar dagelijks leven: vrije tijd, onderwijs, werk en relaties. Je hebt veel contact met ouders en vervangende opvoeders. Bij de kennismaking bespreek je hun wensen bij de opvang van hun kind. Bij het halen en brengen wissel je informatie met ze uit en informeer je ze over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. Je werkt volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie en volgens protocollen. Je signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind en je speelt informatie door aan je collega s en leidinggevende. Jouw werk als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang heb je coördinerende taken binnen de organisatie. Je bent aanspreekpunt voor ouders, collega's en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen, bijvoorbeeld vanwege een handicap. Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang ben je vaak ook eindverantwoordelijk en heb je een rol in de aansturing en begeleiding van collega's. Jouw werk als pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg In de jeugdzorg zijn je werkzaamheden gericht op het opvangen en begeleiden van kinderen en jongeren waarbij sprake is van een problematische ontwikkeling en opvoeding. Jouw kwaliteiten Deze interesses en eigenschappen komen in dit beroep goed van pas: 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-5 -

Je wilt werken met kinderen en jongeren. Je werkt graag met groepen kinderen en jongeren, omdat er sociaal gezien veel gebeurt en je moet omgaan met onverwachte gebeurtenissen, wisselende situaties en stemmingen. Je houdt je graag bezig met de ontwikkeling van kinderen/jongeren: kwaliteiten, talenten en mogelijkheden zien, waarderen en prikkelen'. Je bent goed in de omgang met ouders en je houdt rekening met hun verwachtingen en wensen. Je bent klantgericht. Je kunt goed communiceren en je verplaatsen in de leef- en belevingswereld van een kind/jongere en hun ouders/vervangende opvoeders. Je bent betrouwbaar en weet hoe je warmte en geborgenheid kunt geven. Je bent flexibel in de omgang met kinderen, jongeren en ouders, maar weet daarbij de regels te handhaven en kinderen en jongeren daarop aan te spreken. Je weet dat strengere maatregelen soms in het belang van een kind of jongere kunnen zijn. Je kunt een band met het kind/de jongere opbouwen, maar je weet ook professionele afstand te houden. Je weet van aanpakken als de ontwikkeling niet soepel of niet volgens verwachting verloopt. 2.2 Wat kun je met je opleiding doen? Jouw toekomst niveau 3 Op niveau 3 word je opgeleid tot pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Het diploma Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang geeft recht op doorstroom naar de opleidingen Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang en Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Ook kun je doorstromen naar andere MBO-opleidingen op niveau 4: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen, Sociaal cultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaal-maatschappelijk dienstverlener, MBO-verpleegkundige of Praktijkopleider. Jouw toekomst niveau 4 Op niveau 4 kun je een diploma behalen voor Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang of Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Met bij- en nascholing kun je doorgroeien naar specialistische functies, zoals opleidingsfuncties. Ook kun je een Hbo-opleiding gaan volgen, zoals Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Pedagogiek, Cultureel Maatschappelijke Vorming, PABO of Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Jouw sector Je werkt in de sector sociaal agogisch werk, in de branches kinderopvang of jeugdzorg. Meer weten? Heb je nog vragen over dit beroep, ben je nog niet zeker of dit bij je past of wil je van anderen horen wat zij van dit beroep vinden? Kijk dan op http://www.youchooz.nl of www.calibris.nl. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-6 -

4 Alles over de opleiding 1.1 Informatie over het onderwijs en het leren Het onderwijs binnen het Vitalis college is competentiegericht. Dit betekent dat wij je opleiden om het vermogen te ontwikkelen probleemoplossend te werken in beroepssituaties. We sluiten het onderwijs zoveel mogelijk aan op jouw specifieke ervaring. Het doel is dat je aantoont succesvol te kunnen functioneren in de beroepscontext / beroepssituatie. Om dit te bereiken richt het onderwijs zich op het integreren van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten, dus op een mix van kennen, kunnen, willen en zijn. 2.2 Wat ga je leren? De inhoud van de opleiding is samengesteld vanuit een aantal wettelijke documenten. Het kwalificatiedossier, waarin de eisen aan een opleiding zijn beschreven. Daarnaast zijn aanvullende eisen gesteld m.b.t. Leer-, Loopbaan- en Burgerschapscompetenties Nederlands, moderne vreemde taal en rekenen. Al deze onderdelen van de opleiding zijn door de minister vastgesteld en dus wettelijk verplicht. Om een diploma te ontvangen moet je aan de eisen van het Kwalificatiedossier, LLB en taalvaardigheid/rekenen voldoen. Kwalificatiedossier Het kwalificatiedossier waarop je opleiding is gebaseerd geeft een beeld van wat een beginnend werker moet beheersen. Het dossier bestaat uit verschillende onderdelen en geeft de eisen aan van een beginnend beroepsbeoefenaar. Opleiding Sociaal-cultureel werker (91370) Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang N3 (92620) Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg (92631) Gespecialiseerde pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang (92632) Onderwijsassistent (93500) Kwalificatiedossier Sociaal-cultureel werker Pedagogisch Werk Onderwijsassistent Alle bovengenoemde kwalificatiedossiers van de experimentele opleidingen kun je vinden op de website van Calibris. Ga naar: http://www.calibris.nl/bumper-artikel.php?guid=7dcd7b2a-0029-11df-aa5e-000c299e1a48 en kies het betreffende kwalificatiedossier. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-7 -

Kerntaken Werkprocessen - Competenties Een Kwalificatiedossier is één geheel, samengesteld uit 4 elkaar aanvullende delen. Elke (groep van) opleiding(en) heeft een eigen KD. Alle kwalificatiedossiers binnen het MBO zijn qua opzet gelijk. Deel Bedoeld voor A: beeld beroepengroep algemene beschrijving voor de student B: de kwalificaties formeel vast te stellen document C: uitwerking deel B gedetailleerd uitgewerkt voor werkveld en onderwijs D: verantwoording ter uitleg en verantwoording van het document In een kwalificatiedossier zijn de kerntaken vastgesteld. is elke kerntaak uitgewerkt in werkprocessen is elk werkproces gedetailleerd uitgewerkt met competenties, componenten en prestatie indicatoren. Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Een kwalificatiedossier heeft een beperkt aantal kerntaken. (meestal 3) Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende beroepengroep. Bij elke kerntaak is aangegeven welke competenties moeten worden aangewend bij het uitvoeren van een werkproces. (competentiematrix) Kijk voor meer informatie in het kwalificatiedossier van je eigen beroepsopleiding op www.calibris.nl 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-8 -

Overzicht van het kwalificatiedossier Pedagogisch werk Een kwalificatiedossier kan een of meerdere uitstromen bevatten. Met behulp van onderstaande matrix wordt duidelijk gemaakt, waar de verwantschap tussen de verschillende uitstromen zich bevindt en waar uitstromen van elkaar verschillen. Indien een dossier slechts 1 uitstroom bevat, wordt in deze matrix alleen het overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen die bij deze uitstroom horen. U = uitstroom 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-9 -

Overzicht 25 MBO-competenties: Voor het MBO zijn op Europees niveau 25 competenties geformuleerd. Aan een competentie hangen verschillende componenten. Per opleiding is bij de kerntaken/werkprocessen bepaald aan welke competenties en componenten je moet voldoen. (8 factoren, 25 competenties, 126 componenten) A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Beslissen en activiteiten initiëren Aansturen Begeleiden Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Analyseren Onderzoeken Creëren en innoveren Leren Plannen en organiseren Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Omgaan met verandering en aanpassen Met druk en tegenslag omgaan Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-10 -

Leren, loopbaan en burgerschap (LLB) Je gaat leren hoe te leren, hoe je jezelf kunt voorbereiden op je loopbaan en je burgerschap. LLBonderwerpen komen deels aan de orde als onderdeel van een beroepsprestatie. Soms wordt er apart aandacht aan besteed in de vorm van een workshop, een webquest of een opdracht. Je werkt zelf en deels zelfstandig aan LLB-competenties, waardoor je op het eind van de opleiding jouw ontwikkeling hierin kunt aantonen. Het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschapscompetenties (april 2007) beschrijft kwalificatieeisen ten aanzien van leren, loopbaan en burgerschap. Kerntaken LLB KT1 De student benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken. KT2 Stuurt de eigen loopbaan KT3 Participeert in het politieke domein in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding KT4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie KT5 Functioneert als kritisch consument KT6 Deelnemen in sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte KT7 Zorgt voor eigen gezondheid Werkprocessen en competenties 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling J M N W 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren N O 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende A M O manieren van leren 1.4 Plant haar eigen leerproces en voert het uit A Q 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren M P 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven D G M N 2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij haar past D G M N 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn A G N U W 3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover M N politieke besluiten genomen worden 3.2 Vormt een eigen mening A M 3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van A H T gemaakte keuzen 4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren F P S T U V van werk 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten A E H N T 4.3 Stelt zich collegiaal op E F 5.1 Oriënteert zich op de consumentenmarkt en E J M N P houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden 5.2 Onderneemt acties om producten en diensten A H N T aan te schaffen 6.1 Neemt deel in diverse sociale verbanden en A D E F N leeft in de openbare ruimte 6.2 Voert activiteiten uit voor de leefbaarheid van haar sociale omgeving A E Q T 7.1 Zoekt informatie over een gezonde leefwijze A M N 7.2 Beslist op basis van informatie en handelt A F L ernaar 7.3 Onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen E K L T 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-11 -

Nederlandse taalvaardigheden, vreemde talen en rekenen Je krijgt in je beroep te maken met werkzaamheden waarbij een bepaald beheersingsniveau van de Nederlandse taal nodig is. Denk aan het schrijven van rapportages. Bij de start van de opleiding krijg je een test (0-meting), waardoor zichtbaar wordt op welk niveau je de vaardigheden beheerst. In de opleiding oefen je met deze vaardigheden Er wordt specifiek aan je taalvaardigheid gewerkt via Nederlandse taal (rooster). Voor studenten die een achterstand moeten inhalen is extra ondersteuning beschikbaar. Ook de eisen aan rekenen en vreemde taal zijn per kwalificatiedossier geformuleerd. In de opleidingen waar rekenen en vreemde talen onderdeel uitmaken van het kwalificeren, worden deze vaardigheden ondersteund. De beschrijving van de vereiste niveaus. Nederlandse taalbeheersing N3 Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing 4F 3F 2F X X X X 1F X X X X N4 Rekenen Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing 4F 3F X X X X 2F X X X X 1F X X X X N3 Getallen Verhoudingen Meten en Verbanden meetkunde 4F 3F 2F X X 1F X X X X N4 Getallen Verhoudingen Meten en Verbanden meetkunde 4F 3F X X 2F X X 1F X X X X Moderne vreemde talen (MVT) N4 Luisteren Lezen Gesprekken Spreken Schrijven voeren C2 C1 B2 B1 X X X X X A2 X X X X X A1 X X X X X Examinering Nederlandse taal en rekenen Cohorten vanaf 2010 Generiek versus Beroepsspecifiek 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-12 -

(Bron: Steunpunt Taal & Rekenen MBO mei 2010) Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 t/m 2012/2013 en voor mbo 1, 2 en 3 t/m 2013/2014 Voor deelnemers die én vanaf 2010/2011 starten in een eindtermendocument of kwalificatiedossier én examen doen vóór 2013/2014 (mbo 4) of vóór 2014/2015 (mbo 1 t/m 3) geldt dat de kennis en vaardigheden Nederlandse taal en rekenen behorend bij het generiek vereiste referentieniveau (2F voor mbo 1, 2 en 3; 3F voor mbo 4) via instellingsexamens moeten worden aangetoond. De contexten die voor de instellingsexamens worden gebruikt, kunnen ontleend worden aan maatschappelijke situaties en aan algemene of specifieke beroepssituaties. De generieke taal- en rekenvaardigheden kunnen zowel afzonderlijk worden geëxamineerd als geïntegreerd in beroepsgerichte examens. Voorwaarde voor geïntegreerde examinering is dat de beheersing van het betreffende referentieniveau wordt beoordeeld met afzonderlijke beoordelingsvoorschriften en cesuur. Vanaf 2011/2012 kan de instelling niveau 4 deelnemers mee laten doen aan de centraal ontwikkelde pilotexamens voor lezen, luisteren en rekenen op niveau 3F. Vanaf 2012/2013 geldt dit voor niveau 1, 2 en 3 deelnemers voor nog nader te bepalen (sub-)domeinen op niveau 2F. Binnen nog vast te stellen landelijke minimum- en maximumgrenzen bepaalt de instelling zelf de aantallen deelnemers aan de pilots. De pilotexamens gelden als instellingsexamen. De (sub-) domeinen die niet via de pilotexamens worden geëxamineerd worden altijd via een instellingsexamen geëxamineerd. Behaalde resultaten hebben geen invloed op de slaag- zakbeslissing Examinering van generieke taal- en rekenvaardigheden voor mbo 4 vanaf 2013/2014 en voor mbo 1, 2 en 3 vanaf 2014/2015 Vanaf 2013/2014 (mbo 4) en 2014/2015 (mbo 2 en 3) nemen alle deelnemers verplicht deel aan de centraal ontwikkelde examens. Voor mbo 1 wordt in 2014 besloten over wel of geen centraal ontwikkelde examens. De centraal ontwikkelde examens betreffen voor mbo 4 alle domeinen van rekenen en de (sub)domeinen leesvaardigheid en luistervaardigheid van Nederlandse taal. Voor de overige (sub)domeinen mondelinge taalvaardigheid (spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid), schrijven en begrippenlijst en taalverzorging blijft de examinering via een instellingsexamen. Voor mbo 2 en 3 is nog geen besluit genomen over de (sub-)domeinen waarvoor centraal ontwikkelde examens komen. Examinering van beroepsgerichte taal- en rekeneisen voor vanaf augustus 2010 startende deelnemers van alle niveaus Naast de generieke taal- en rekeneisen (referentieniveaus) zoals beschreven in deel B van het kwalificatiedossier vraagt het beroep waarvoor de deelnemer wordt opgeleid vaak om specifieke taal- en rekenvaardigheden. Deze staan beschreven in deel C bij de beschrijving van kerntaken en (binnen) werkprocessen. In deel D is met een tabel toegelicht op welk niveau de specifieke beroepsgerichte taal en rekenvaardigheden zich bevinden. De informatie in deel D is bedoeld ter verantwoording en ter toelichting ten behoeve van het onderwijs. Voor examens zijn alleen de kwalificatie-eisen in deel B en C van belang. Beroepsgerichte taal- en rekeneisen hoeven niet apart te worden geëxamineerd en beoordeeld. Ze zijn impliciet verweven in de beroepscompetenties. Wanneer in het examen aangetoond is dat een deelnemer de kerntaken en werkprocessen beheerst dan is het vanzelfsprekend dat ook de onderliggende, voorwaardelijke taal- en rekencomponenten beheerst worden. Dat neemt niet weg dat het instellingen vrij staat om in afzonderlijke examens te beoordelen of de beroepsgerichte taal- en rekenvaardigheden worden beheerst. Net zoals de instelling de vrijheid heeft om met afzonderlijke examens te beoordelen of bepaalde vakkennis wordt beheerst. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-13 -

3.3 Hoe ga je leren? Hoe is de opleiding ingedeeld? Het jaar is verdeeld in 4 perioden van 9 weken. Elke periode bestaat uit 8 lesweken en 1 reflectieweek. In de lesweken volg je alle onderwijsactiviteiten volgens een vast rooster. In week 8 en de reflectieweek zijn activiteiten gepland op de schooldagen, bijv. workshops, SLB-gesprekken, voortgangsbeoordelingen, inhaalmomenten, enz. Hiervoor wordt (indien nodig) tijdig een rooster bekend gemaakt. De onderwijsactiviteiten die gepland zijn in de lesweken, kun je vinden in de voorbeeldroosters van betreffende periode en leerjaar in de bijlagen. In alle studiejaren zal je lesweek bestaan uit een aantal vergelijkbare onderdelen: je voert opdrachten in de beroepspraktijk uit, je oefent op school o.a. vaardigheden en je krijgt theorie. Het TOP-model (Transparante onderwijsprogrammering) laat zien hoeveel tijd je op school en in de BPV gaat besteden aan je studie. Het TOP-model vind je in de bijlage. Je kunt hierin o.a. aflezen hoeveel tijd je begeleid en onbegeleid leert, zelfstandig individueel of samenwerkend leert in de beroepspraktijk leert. Leerlijnen Het onderwijs is opgebouwd middels leerlijnen, die het leren, de begeleiding en de beoordeling vorm geven. De integrale leerlijn is de centrale leerlijn, de andere leerlijnen zijn ondersteunend aan de integrale leerlijn. Leerlijn Het leren is gericht op Leeractiviteiten Integrale lijn of BPV-leerlijn Conceptuele leerlijn Vaardigheden leerlijn Studieloopbaan of reflectielijn het ontwerpen of maken van een beroepsproduct of het verlenen van een dienst, zoals in de reële beroepspraktijk voorkomt het construeren van kennis door probleemsituaties te analyseren aan de hand van een stappenplan. het aanleren van vaardigheden en deelvaardigheden in samenhang met de conceptuele leerlijn. het reflecteren op leersituaties. Doel: het beroepsmatig handelen voortdurend te verbeteren. Werken aan beroepsprestaties in de BPV Werken aan integrale opdrachten PGO, college, Workshops Werken aan opdrachten en webquests Workshops Vaardigheidstraining Studieloopbaanbegeleiding Leerdoelen formuleren (POP en PAP) Competentieontwikkeling zichtbaar maken in je portfolio. De leerlijnen zijn terug te vinden in het leerplan, het rooster en het beoordelingsplan. In de leerlijnen vindt doorlopend beoordeling plaats. Deze beoordeling is gericht op je ontwikkeling. (beoordelen om te leren, ontwikkelingsgericht beoordelen) 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-14 -

Consortiummethodiek We werken met de methodiek van Stichting Consortium Zorg en Welzijn. In deze methode zijn de kerntaken van het kwalificatiedossier verwerkt tot beroepsprestaties. Deze vormen de BPV- leerlijn. Het studieprogramma is ingericht volgens en met behulp van deze beroepsprestaties. Onderwijsactiviteiten (PGO, vaardigheid, Workshops, College, integrale opdrachten, webquests) zijn ondersteunend aan de beroepsprestaties. Fasen in de methodiek van het Consortium De methodiek van het Consortium is verdeeld in drie fasen, waarbinnen een aantal beroepsprestaties sturend is. Hierin zijn alle kerntaken van het kwalificatiedossier verwerkt. Een aantal beroepsprestaties wordt ontwikkelingsgericht afgesloten, de overige zijn kwalificerend. Deze prestaties dekken het kwalificatiedossier volledig. Meer hierover is te lezen bij Beoordelen. Bij de indeling van de fasen staat de toenemende mate van complexiteit en het vereiste beheersingsniveau van de competenties / componenten en prestatie- indicatoren binnen werkprocessen centraal. Op www.consortiumbo.nl kun je meer informatie vinden over de Consortiummethode. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-15 -

Beroepsprestaties PW N3 Fase 1 BP-P-1.1 BP-P-1.2 BP-P-1.3 BP-P-1.4 BP-P-1.5 BP-P-1.6 Fase 2 BP-P-2.1 Titel Kerntaken en werkprocessen Competenties Ondersteunen bij persoonlijke verzorging Onderhouden van spel- en speelmateriaal en ruimte Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten Werken volgens methodische stappen Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving. WP 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging WP 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden C, F, K, R, T C, L, T WP 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op E, Q WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang B, C, D, E, U. WP 2.4 Biedt het kind/de jongere C, L, Q ontwikkelingsgerichte activiteiten aan WP 1.1 Inventariseert de situatie en N, R wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak E, J, WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met D, J, M betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden E, Q WP 2.2 Biedt het kind/de jongere C, F, K, R, T persoonlijke verzorging WP 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden C, L, T Samenwerken met WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang B, C, D, E, U. ouders WP 2.4 Biedt het kind/de jongere C, L, Q ontwikkelingsgerichte activiteiten aan BP-P-2.2 Deskundigheid op peil WP 3.1 Werkt aan K houden deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep WP 3.2 Werkt aan het bevorderen en T bewaken van kwaliteitszorg BP-P-2.3 Planmatig werken WP 1.1 Inventariseert de situatie en N, R wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak E, J WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met E, Q betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden J, M BP-P-2.4 Begeleiden bij WP 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op E, Q specifieke WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang B, C, D, E, U. ontwikkelingsgerichte activiteiten. WP 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan C, L, Q Fase 3 BP-P-3.1 Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding WP 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere WP 1.3 Maakt een plan van aanpak WP 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang WP 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen WP 3.8 Evalueert de werkzaamheden BP-P-3.2 Professionaliseren WP 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep WP 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg X, R C,E, J, M B, C, D, E, U E, Q D, J, M K T 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-16 -

4.4 Alles over de beroepspraktijk In de Praktijkovereenkomst (P.O.K.) worden rechten en plichten van de stagiaire vastgelegd, bijv. waar je de praktijk uitvoert, in welke periode en de eventuele vergoedingen. BOL: Gedurende de gehele opleiding is het schoolse leren en het leren in de praktijk gecombineerd. Periode 1 en 2 zijn bedoeld om je te oriënteren op het beroep en de praktijk. Je werkt deze periode aan algemene leerdoelen.. Vanaf periode 3 start je met de beroepspecifieke opdrachten of prestaties in de praktijk. Vanaf periode 7 (halverwege het tweede studiejaar) ga je vier dagen naar de praktijk. De school zorgt voor een praktijkplaats. BBL: Gedurende de gehele opleiding is het schoolse leren en leren in de praktijk gecombineerd. (per week 1 dag leren op school, 3 tot 4 dagen leren in de praktijk). De BBL-student zorgt zelf voor een BPV-plaats. Tijdens de schooldagen zijn ondersteunende lessen en SLB gepland volgens rooster. In de praktijk werk je aan de beroepsprestaties. Door de koppeling van school en praktijk, kun je steeds het geleerde meteen toepassen in de praktijk. Leren in de praktijk en leren op school zijn gekoppeld. Je kunt de opleiding alleen volgen in combinatie met een praktijkovereenkomst In de Praktijkovereenkomst (P.O.K.) wordt vastgelegd waar je de praktijk uitvoert en voor welke periode. 4.5 Studiebelasting Wil je precies weten hoe de verdeling van de uren eruit ziet? Kijk dan in de bijlage in het TOP-model. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-17 -

5 Alles over begeleiding 5.1 Begeleiding bij het leren De Studieloopbaanbegeleider (SLB-er) begeleidt de student bij het leerproces. Onder studieloopbaanbegeleiding verstaan we alle activiteiten die erop gericht zijn om je te begeleiden bij een resultaatgerichte studieloopbaan. Tijdens het leerproces verzamel je gericht informatie over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep. Je krijgt inzicht in je eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties. Je krijgt een begeleider (SLB-er) toegewezen met wie je resultaten en ontwikkeling van je leerroute bespreekt. De SLB-er heeft vanuit de opleiding een sleutelrol in de studieloopbaanplanning. Hij/zij begeleidt je bij het zelfverantwoordelijk leren leren en bij studiebelemmeringen op het persoonlijke vlak. Het is de bedoeling dat je steeds zelfstandiger gaat leren en je zelfverantwoordelijkheid meer toeneemt. Naarmate je competentieontwikkeling toeneemt, neemt de sturing door begeleiders en SLB-er meer af en neemt je eigen sturing toe. Zie afbeelding. Niveau van competentieontwikkeling Hoog Zelfsturing Laag Externe sturing Tijd Taken: Begeleiden bij het zelfverantwoordelijk leren leren : Begeleiden op het persoonlijk vlak. Studieloopbaan(planning) is het leerproces waarin studenten: Gericht informatie verzamelen over kenmerken, mogelijkheden en eisen van opleiding en beroep Inzicht krijgen in de eigen capaciteiten, interesses, waarden, persoonskenmerken en ontwikkeling van competenties Bovenstaande informatie over opleiding, beroep en eigen persoon analyseren en op grond daarvan keuzes maken Reflecteren op evaluaties en beoordelingen en al dan niet ontwikkelde competenties en daar acties aan verbinden 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-18 -

Zorgen voor een gevuld portfolio en een POP waarin analyses en keuzes over opleiding, beroep en eigen mogelijkheden en competentieontwikkeling zichtbaar worden gemaakt. Op basis hiervan wordt een PAP gemaakt. Kunnen deelnemen aan een assessments op grond van in het portfolio verzamelde bewijzen. De SLB heeft hierin een adviserende rol. Individuele begeleiding vindt plaats bij aspecten die vragen om maatwerk en een kritische, confronterende en coachende houding van de studieloopbaan begeleider. Voorbeelden hiervan zijn de beginsituatie (sterkte -zwakte analyse van competenties of beroepstaken, individuele leervorderingen (al verworven competenties), mogelijke bewijsstukken voor het assessment, persoonlijke leerstijl, gebruikmaken van het opleidingsaanbod, stage-ervaringen, feedback op (bijstelling) van het POP, portfolio, het opstellen van het PAP. Groepsgesprekken vinden plaats in de onderwijsgroep en zijn gericht op begeleidingselementen die voor alle studenten min of meer gelijk zijn. Dit betreft elementen die zich goed lenen voor met elkaar en van elkaar leren, zoals het bespreken van leerdoelen, het geven van algemene handreikingen, collegiale ondersteuning 5.2 Begeleiding bij een handicap, stoornis of belemmering Indicatie wordt bij aanvang of tijdens je studie gesteld. Er volgt een melding bij SS&B (Steunpunt Studie & Beperking) wat kan resulteren in extra begeleidingstijd binnen en/of buitenschools. Aard en omvang van de begeleiding worden bepaald in samenspraak met jou de school en SS&B. Heb je een REC (regionaal expertise centrum) indicatie en LGF (leerling gebonden financiering) dan kan er in overleg met SS&B gekeken worden of dit gebruikt kan worden voor extra begeleiding of voorzieningen. Waarbij in acht wordt genomen dat de leerling tot een beroepsbeoefenaar wordt opgeleid en ook als dusdanig zelfstandig moet kunnen functioneren. 5.3 Begeleiding bij het kiezen van een andere studie Tijdens het doorlopen van je studie kan je soms tot de conclusie komen dat een opleiding binnen de zorg niet haalbaar of wenselijk is. Dit kun je bespreken met je studieloopbaan begeleider. Deze verwijst je door naar het loopbaancentrum. De zorgexpert van het loopbaancentrum gaat verder met je in gesprek en zal samen met jou (en je ouders/verzorgers) kijken naar de te nemen vervolg stappen. Bijv.: Beroepskeuze test, capaciteitentest en of mogelijk doorverwijzen naar 3 e lijnszorg. 5.4 Klachten Binnen Vitalis college is er een klachtenregeling. Deze kan op diverse momenten in werking gaan Je kunt een klacht in dienen via de studieloopbaan begeleider, vertrouwenspersoon of servicebureau Meer uitleg kun je vinden in het document Deelnemersstatuut-Klachtenregeling, zie bijlage 7 van dit document. En de klachtenregeling is ook te vinden op Portal. 5.5 Help: ik voel me bedreigd, geïntimideerd of gediscrimineerd Speciaal hiervoor zijn er binnen het Vitalis college een tweetal vertrouwenspersonen aangesteld. De verwijzing naar deze personen kan via de studieloopbaan begeleider, begeleiders, instructeurs, studentenloket of via het servicebureau Ook kan je zelfstandig hier contact mee zoeken. Aan het begin van je opleiding krijg je een folder met de namen van de vertrouwenspersonen en hoe en waar ze te bereiken zijn. Je meldingen worden in vertrouwen behandeld. De directeur van het Vitalis college wordt geïnformeerd over het aantal meldingen en de aard van die meldingen, dit gebeurd zonder de naam van de melder. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-19 -

6 Alles over beoordeling We kennen twee soorten beoordelingen: Ontwikkelingsgericht beoordelen; beoordelen om te leren. Deze beoordelingen zijn opgenomen in het Ontwikkelingsgericht beoordelingsplan. Kwalificerend beoordelen; beoordelen om te kijken of je voldoet aan de eisen voor een diploma. Deze beoordelingen vind je in het Examenplan. Hieronder worden beide soorten toegelicht. Beide plannen zijn voor de beroepsgerichte onderdelen ingedeeld in de Fase 1, Fase 2 en Fase 3 van de Consortiummethodiek. Daarnaast vind je hierin de beoordelingen van LLB, taalvaardigheden en rekenen. T.a.v. beoordelen zijn alle partijen gebonden aan de regels van het Examenreglement CGO van ROC West-Brabant, en de aanvullende regels van Cluster Pedagogie. Deze zijn te vinden op de portal. In de bijlage van deze OER zijn hiervoor links opgenomen. 6.1 Beoordelen om te leren en te kwalificeren Leren Gedurende je opleiding word je voortdurend ontwikkelingsgericht beoordeeld. Dat kan uiteenlopen van een losse opmerking bij een presentatie: goed gedaan hoor tot een theorietoets over lesstof tot de beoordeling van een compleet door jou zelf opgeleverd beroepsproduct. Van al die beoordelingen kun je leren, tenminste: als de beoordeling meer informatie geeft over je prestatie dan een simpele voldoende of onvoldoende; het gaat om informatie over wát er goed ging, wat nog beter kan, hoe dan. (feedback) als je zelf een idee hebt waar, wanneer en hoe je dat nog een keer beter kunt doen. (reflectie en leerdoelen) Daarom krijg je van docenten en begeleiders vooral beoordelingen die inhoud hebben: wat ging goed en wat kan beter. Een dergelijke beoordeling kan tegelijkertijd heel positief ( ontzettend goed voor een eerste keer ) en heel kritisch zijn ( maar ik heb wel een stuk of tien verbeterpunten voor je genoteerd ). Je zult geen cijfers krijgen. Een cijfer is een gemiddelde van je prestatie, en door te middelen verdwijnt de informatie waar je van kunt leren uit het oog. In je portfolio bewaar je alle ontwikkelingsgerichte beoordelingen en bewijzen. Het ontwikkelingsgerichte plan bevat de opdrachten en toetsen van het ondersteunende onderwijs. Deze bewijzen heb je nodig om deel te kunnen nemen aan de kwalificerende examens. Kwalificeren Kwalificerende beoordelingen laten zien of je prestaties goed genoeg zijn voor een diploma. Daardoor wordt bepaald of je voldoende competent bent in de uitvoering van de beroepstaken. Het beroepgerichte onderdeel wordt gevormd door de drie fasen van de Consortiummethodiek. Dit vormt het kwalificerende beroepsgerichte deel. Daarnaast zijn rekenen, Nederlands, Engels en LLB examenonderdelen. Je zult deze indeling ook terugvinden in de beoordelingsplannen. Om deel te kunnen nemen aan de kwalificerende examens dien je de ontwikkelingsgerichte 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-20 -

beoordelingen te hebben afgerond en behaald. Je hebt hierdoor laten zien, dat je voldoende competent bent om de complexe opdracht van de beroepsprestaties te kunnen uitvoeren. Toelichting op de gebruikte codering: Code TOA VT-P-1.1 VT-S-1.1 VT-O-1.1 BP-P-1.1 BP-S-1.1 BP-O-1.1 Toelichting Test (digitaal) om het niveau van de student te meten Digitale toets (VT) over de ondersteunende theorie van BP1.1 in de opleiding PW, SCW, OA Consortium beoordeling van BP1.1 in de opleiding PW (P) SCW (S) of OA (O) Praktische beoordeling vindt plaats in de praktijk, met afronding op school LW-01 Beoordeling van de leer- en werkhouding (01 = periode 1) AsG VV KT BP / LP Assessmentgesprek Verantwoordingsverslag kerntaak Beroepsprestatie / leerprestatie Cesuur Beoordelingslijsten Consortium. In de beoordelingslijsten van de ontwikkelingsgerichte BP s hanteren we een cesuur van 70%. In onderstaande tabel kun je lezen hoeveel prestatie-indicatoren aangetoond moeten zijn. (voor kwalificerende BP s geldt 100%) Aantal P-I in de lijst Minimaal aangetoond Aantal P-I in de lijst Minimaal aangetoond 1 of 2 1 11 of 12 8 3 2 13 9 4 3 14 10 5 of 6 4 15 of 16 11 7 5 17 12 8 of 9 6 18 of 19 13 10 7 20 14 Aanvullingen en wijzigingen De toetsplannen zijn hier en daar nog niet compleet. Dit heeft te maken met informatie die op dit moment ontbreekt. Als de info beschikbaar is worden gegevens aangevuld. Wijzigingen zijn mogelijk. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-21 -

6.2 Beoordelingen Nederlands, Engels, rekenen LLB BOL-BBL N3-N4 Nederlands Ontwikkelingsgericht Code Toets vorm beoordeling: Inhoud Duur Cesuur Aantal periode beoordeling kansen Ne-lu-0m Mondelinge Digitaal 0-meting TOA Luisteren 25 min in les TOA 1 1 taalvaardigheid Ne-le-0m Leesvaardigheid Digitaal 0-meting TOA Lezen 25 min in les TOA 1 1 Ne-sp-0m Ne-ge-0m Mondelinge taalvaardigheid Mondelinge taalvaardigheid Mondeling 0-meting Mondeling 0-meting Spreken Opdracht in de les Gesprekken Opdracht in de les Ne-sc-0m Schrijfvaardigheid Schrijven 0-meting schrijfopdracht in de les 1 Ne-tv-0m Taalverzorging en Digitaal 0-meting Spelling Taalverzorging taalbeschouwing spelling 60 min in les 2F < 80% 3F > 80% 60 min in les 2F < 80% 3F > 80% 60 min in les 2F < 80% 3F >80% 30 min in N3 70% week 9 N4 80% 1 1 1 1 1 1 1 1 Ne-LO-1 Ne-LO-2 Ne-LO-3 Lesopdrachten Nederlands Lesopdrachten Nederlands Lesopdrachten Nederlands Divers Divers Divers Lesopdrachten 1 e jaar Lesopdrachten 2 e jaar Lesopdrachten 3 e jaar n.v.t. n.v.t. n.v.t. 1-4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5-8 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9-10 Ontwikkelingsgerichte toetsen: aanvulling volgt. Specificatie van de lesopdrachten: zie It s learning. 92620 Pedagogisch medewerker kinderoopvang, BOL, NV3, vs.2-22 -

Nederlands Kwalificerend Code Examen Vorm beoordeling Inhoud Duur Cesuur Aantal Periode beoordeling kansen KN-le Leesvaardigheid Centraal examen Lezen 2 9-10 KN-lu Mondelinge taalvaardigheid* Centraal Examen Luisteren 2 9-10 KN-sp Mondeling Instellingsexamen 2F < 80% 2 9-10 Spreken 3F > 80% KN-ge Mondeling Instellingsexamen 2F < 80% 2 9-10 Gesprekken 3F > 80% KN-sc Schrijfvaardigheid Schriftelijk digitaal TOA 60 min TOA 2 9-10 Schrijven KN-tv Taalverzorging en taalbeschouwing Digitaal Instellingsexamen Spelling/ Stijl 60 min 2F < 80% 3F > 80% 2 9-10 *Het cijfer voor Mondelinge taalvaardigheid wordt gevormd door het gemiddelde van KN-lu, KN-sp en KN-ge Het cijfer Nederlands wordt gevormd door het gemiddelde van de onderdelen leesvaardigheid, mondelinge taalvaardigheid, schrijfvaardigheid, taalverzorging en beschouwing. Kwalificeren De kwalificerende examens Nederlands, Engels en rekenen staan nu gepland in de laatste 2 perioden van de opleiding. Mogelijk komt er van het Ministerie toestemming om de examinering van Taalvaardigheden en rekenen eerder in de opleiding te plannen. Er komt z.s.m. bericht over. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-23 -

Rekenen Ontwikkelingsgericht Code: Toets Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Plaats Periode Weging kansen RE-0m TOA 0-meting Bepaling startniveau D 90 min* Zie TOA 1 School 1 RE-2F Niveau bepaling 2F Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden RE-3F Niveau bepaling 3F Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden D 90 min* Zie TOA 2F D 90 min* Zie TOA 3F 1 School 3-4 1 School 5-6 Rekenen Kwalificerend Code: Examen Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Weging KR-1 Niveau bepaling 2F of 3F Getallen, verhoudingen, D 90 min* Zie TOA meten en meetkunde, 2F of 3F verbanden Aantal Plaats Periode kansen 2 School 9-10 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-24 -

Engels Ontwikkelingsgericht Code: Toets Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Plaats Periode Weging kansen EN-Lu-0m TOA 0-meting Luisteren Bepaling startniveau D 90 min* Zie TOA 1 School 1 EN-Le-0m TOA 0-meting Lezen Bepaling startniveau D 90 min* Zie TOA 1 School 1 EN-Ge EN-Sp EN-Sc 0-meting Gesprekken 0-meting Spreken 0-meting Schrijven Engels Kwalificerend Code: Examen Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Weging Aantal kansen Plaats Periode KE-Lu Engels Luisteren schriftelijk 2 School 9-10 KE-Le Engels Lezen mondeling 2 School 9-10 KE-Ge Engels Gesprekken mondeling 2 School 9-10 voeren KE-Sp Engels Spreken mondeling 2 School 9-10 KE-Sc Engels Schrijven schriftelijk 2 School 9-10 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-25 -

LLB Ontwikkelingsgericht Code: Toets Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Plaats Periode Weging kansen LB-0m LLB: TOA 0-meting Bepaling startniveau D 30 min* Zie TOA 1 School 1 LB-LO Lesopdracht SLB Zie opdracht SLB S n.v.t. Ontwikkeling aantonen LB-Pr LLB: Proces Leren en Leren - Loopbaan M/S n.v.t Ontwikkeling loopbaan Ontwikkeling aantonen van aantonen LB-Or LB-V LLB: Oriënterende opdrachten LLB Verdiepende opdrachten KT 1-2 Burgerschap Theoretisch oriënterende opdracht van elke KT (3-7) Burgerschap Praktische uitvoering opdracht van elke KT (3-7) S n.v.t Ontwikkeling aantonen P n.v.t Ontwikkeling aantonen 2 School 1-2 2 School 8 2 School 4 2 School 8 LLB Kwalificerend Code: Examen Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Weging KLB Portfolio met LLB Ontwikkeling aantonen. PF n.v.t. Ontwikkeling bewijzen. Verslagen van de aantonen prestaties LB-V Verantwoordingsverslag 1x LL en 1x B Aantal Plaats Periode kansen 2 School 9-10 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-26 -

6.3 Beroepsgerichte beoordelingen Fase 0 Ontwikkelingsgericht Code: Toets Inhoud Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode Weging kansen VT-0.1 BOL Theorie toets digitaal met meerkeuze vragen. Theorie uit alle onderwijsactiviteiten van D 30 min. Zie toets 2 1 VT-0.2 BOL Theorie toets digitaal met meerkeuze vragen. P1. Zie raamwerk P1. Theorie uit alle onderwijsactiviteiten van P2. Zie raamwerk P2. D 30 min. Zie toets 2 2 LW-1 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t.. Item 1-15 min 2 1 houdingsaspecten. voldoende LW-2 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 2 houdingsaspecten. LO-F0 Lesopdrachten Fase 0 Actieve deelname en n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 1-2 verwerking van de lessen. VV-F0 Verantwoordingsverslag Fase 0 Ontwikkeling P1-2 WP1.5 P en 2.1 N, M (uit S n.v.t. Zie beoordelingsformulier 2 2-3 AG-F0 Assessmentgesprek Fase 0 brondocument 2007) Ontwikkeling P1-2. WP2.2 N en 2.3 M, W (uit brondocument 2007) M 15 min. Zie beoordelingsformulier 2 2-3 Fase 0 Kwalificerend: n.v.t. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-27 -

Fase 1 Ontwikkelingsgericht Code: Toets WP/competentie Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode Inhoud Weging kansen VT-P-1.1 Theorietoets over WP 2.2 D 30 min Zie toets 2 3 BOL BP1.1 VT-P-1.2 Theorietoets over WP 2.3 D 30 min Zie toets 2 3 BOL BP1.2 VT-P-1.3 Theorietoets over WP 1.2 D 30 min Zie toets 2 4 BOL BP1.3 WP 2.1, 2.4 VT-P-1.4 Theorietoets over WP 1.1, 1.3 D 30 min Zie toets 2 5-6 BOL BP1.4 WP 3.3, 3.8 BP-P-1.1 Beroepsprestatie WP 2.2 P n.v.t. Zie consortium 2 3 opdracht uitvoeren C, F, K, R, T boekje BP-P-1.2 Beroepsprestatie WP 2.3 P n.v.t. Zie consortium 2 3 opdracht uitvoeren C, L, T boekje BP-P-1.3 Beroepsprestatie WP 1.2 E, Q P n.v.t. Zie consortium 2 4 opdracht uitvoeren WP 2.1, B, C, D, E, U WP 2.4 C, L, Q boekje BP-P-1.4 Beroepsprestatie WP 1.1, N, R P n.v.t. Zie consortium 2 5-6 opdracht uitvoeren WP 1.3 E, J, WP 3.3, D, J, M WP 3.8 E, Q boekje LW-3 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t.. Ontwikkeling tonen 2 3 houdingsaspecten. LW-4 Beoordeling items Beroepshouding M n.v.t. Ontwikkeling tonen 2 4 houdingsaspecten LO-F1 Lesopdrachten Fase 1 Actieve deelname en verwerking van de lessen. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3-4 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-28 -

Fase 1 Kwalificerend Code: Examen WP/competenties Inhoud KBP-P-1.5 Ondersteunen bij WP 2.2 persoonlijke verzorging C, F, K, R, T en ADL KBP-P-1.6 KVV-P-F1 KAG-P-F1 Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving. Verantwoordingsverslag Fase 1 Assessmentgesprek Fase 1 WP 2.3 C, L, T WP 2.2 R WP 2.2 C, K WP 2.3 - C Toetsvorm Duur Cesuur Weging Aantal kansen Periode Mix n.v.t. 100% 2 5 Mix n.v.t 100% 2 5-6 S 100% 2 6 M 30 min 100% 2 6 Weging in de beoordelingen: Alle beoordelingen tellen 1x. Compensatie: er is geen compensatie. Details van de opdracht en beoordeling van elke beroepsprestatie is te vinden in de methode van het Consortium Z&W. Per beroepsprestatie is daarin aangegeven: Opdracht met resultatenlijst, Context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd. Beoordelingslijst met prestatie-indicatoren met norm- of ontwikkelscore die behaald moet worden.. Cesuuraanduiding. Per fase zijn details aangegeven van Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek met scores, prestatie-indicatoren en cesuur. De Competentie scoretabel geeft overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-29 -

Fase 2 Ontwikkelingsgericht Code: Toets WP/competenties Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode kansen BP-P-2.1 WP 2.1 B, C, D, E, U. Samenwerken met Mix n.v.t. Zie consortium boekje 2 7 WP 2.4 C, L, Q ouders BP-P-2.2 WP 3.1 K Deskundigheid op peil Mix n.v.t. Zie consortium boekje 2 7-8 WP 3.2 T houden LO-F2 Lesopdrachten Fase 2 Actieve deelname en verwerking van de lessen. divers n.v.t. n.v.t. n.v.t. 7-8 Fase 2 Kwalificerend Code: Examen WP/competenties Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode kansen KBP-P-2.3 Planmatig werken WP 1.1 N, R Mix n.v.t. 100% 2 7-8 WP 1.3 E, J WP 3.3 E, Q WP 3.8 J, M KBP-P-2.4 Begeleiden bij specifieke WP 1.2 E, Q Mix n.v.t. 100% 2 7--8 ontwikkelingsgerichte activiteiten. WP 2.1 B, C, D, E, U. WP 2.4 C, L, Q KVV-P-F2 Verantwoordingsverslag WP 2.1 D S n.v.t. 100% 2 8 Fase 2 WP 2.4 C KAG-P-F2 Assessmentgesprek WP 1.3 E M 30 min 100% 2 8 Fase 2 WP 2.1 C, U Weging in de beoordelingen: Alle beoordelingen tellen 1x. Compensatie: er is geen compensatie. Details van de opdracht en beoordeling van elke beroepsprestatie is te vinden in de methode van het Consortium Z&W. Per beroepsprestatie is daarin aangegeven: Opdracht met resultatenlijst, Context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd. Beoordelingslijst met prestatie-indicatoren met norm- of ontwikkelscore die behaald moet worden.. Cesuuraanduiding. Per fase zijn details aangegeven van Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek met scores, prestatie-indicatoren en cesuur. De Competentie scoretabel geeft overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-30 -

Fase 3 Ontwikkelingsgericht Code: Toets WP/competenties Inhoud LO-F3 Lesopdrachten Fase 3 Actieve deelname en verwerking van de lessen. Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode Weging kansen divers n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9-10 Fase 3 Kwalificerend Code: Examen WP/competenties Toetsvorm Duur Cesuur Aantal Periode Weging kansen KBP-P-3.1 Methodisch begeleiden WP 1.1 N, R Mix n.v.t. 100% 2 9-10 bij ontwikkeling en opvoeding WP 1.3 C,E, J, M WP 2.1 B, C, D, E, U WP 3.3 E, Q WP 3.8 D, J, M KBP-P-3.2 Professionaliseren WP 3.1 K Mix n.v.t. 100% 2 9-10 WP 3.2 T KVV-P-F3 Verantwoordingsversla WP 1.1 N S n.v.t. 100% 2 10 g Fase 3 KAG-P-F3 Assessmentgesprek Fase 3 WP 2.1 C M 30 min 100% 2 10 Weging in de beoordelingen: Alle beoordelingen tellen 1x. Compensatie: er is geen compensatie. Details van de opdracht en beoordeling van elke beroepsprestatie is te vinden in de methode van het Consortium Z&W. Per beroepsprestatie is daarin aangegeven: Opdracht met resultatenlijst, Context waarin de opdracht moet worden uitgevoerd. Beoordelingslijst met prestatieindicatoren met norm- of ontwikkelscore die behaald moet worden.. Cesuuraanduiding. Per fase zijn details aangegeven van Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek met scores, prestatie-indicatoren en cesuur. De Competentie scoretabel geeft overzicht van de kerntaken, werkprocessen en competenties. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-31 -

6.4 Studievoortgang De Studieloopbaanbegeleider (SLB-er) begeleidt de student bij het leerproces. De studievoortgang wordt door de SLB-er besproken met de student. Bij vertraging zal de SLB-er naast een gesprek met de student, ook contact opnemen met de coördinator studievoortgang. Een studiecontract kan worden opgesteld indien dit nodig is i.v.m. studietempo, gedrag of niet nakomen van afspraken. 6.5 Examen beoordelingsvormen De beoordelingsinstrumenten (kwalificerend) De proeve bestaat uit de kwalificerende beroepsprestaties*. De opdracht wordt in een reële beroepssituatie uitgevoerd. Het resultaat wordt beoordeeld via de beoordelingslijst. Zie consortiumboekjes. Het reflectieverslag. Elke prestatie vraagt om een reflectie. In de consortiummethodiek zijn richtlijnen en eisen aan een reflectieverslag vastgelegd. (verantwoordingsdocument) Assessmentgesprek. Uitgangspunt voor het assessmentgesprek zijn de uitgevoerde prestatie met de beoordelingslijst en het reflectieverslag. NB * Keuze beoordelingsinstrumenten voor Kwalificeren: Na verschijnen van de vernieuwde Consortiummethode (Fasering 2010) is het mogelijk dat de keuze van de beoordelingsinstrumenten wordt aangepast. Kwalificeren via de Proeven of middels de Kwalificerende beroepsprestaties. Dit wordt z.s.m. via een addendum in deze OER bekend gemaakt. Alle kwalificerende beoordelingen dienen te zijn behaald. Er is geen compensatie tussen de verschillende beoordelingen mogelijk. 6.6 Examens en het diplomeren Je krijgt het diploma uitgereikt als je de examens/beoordelingen positief hebt afgesloten van Nederlands LLB Rekenen Engels Kwalificerende beroepsprestaties 6.7 Hoe is de organisatie van de examinering geregeld? Wijze waarop + termijn waarin student kennis kan nemen van opgaven Wijze waarop + termijn waarbinnen student inzage kan krijgen in beoordeeld werk Termijn waarbinnen de uitslag van de toets bekend wordt gemaakt Werkwijze en hoeveelheid herkansen Binnen een cluster regelt het examenbureau de organisatie van examens, de registratie van beoordelingen/ resultaten en het uitschrijven van diploma s. In het examenplan is de kwalificerende beoordeling vastgelegd. De ontwikkelingsgerichte beoordelingen geven sturing aan je leer- en ontwikkelproces. De bewijslast hiervan bewaar je in je ontwikkelingsportfolio. In je beoordelingsportfolio verzamel je alle documenten waarop je beoordeeld wordt. Voor het examenbureau zijn alleen deze documenten van belang. 92620 Pedagogisch medewerker kinderoopvang, BOL, NV3, vs.2-32 -

Het examenbureau legt van iedere student een examendossier aan. Dit blijft eigendom van het examenbureau. Hierin worden bewaard: originele beoordelingslijsten van de kwalificerende examens voorzien van handtekening beoordelaar(-s) en student, datum, plaats afname examen bewijzen van vrijstellingen (EVK) voorzien van handtekeningen Er is een centrale examenregeling ROC West-Brabant. Deze kun je vinden op de site www.vitaliscollege.nl Kies MBO >> studenteninfo >> examenreglement >> B. Examenreglement ROC WB versie competentie gerichtonderwijs. In deze regeling zijn de examenrechten van studenten vastgelegd in 2 hoofdstukken en 3 bijlagen: De regeling en de organisatie van de examens Bezwaar en beroep Bijlage 1: Begrippenlijst Bijlage 2: Examencommissies Bijlage 3: Afwijkende toetsing en examinering We adviseren je dit document aandachtig door te nemen. De examencommissie houdt zich bezig met: het verbeteren van de kwaliteit van de examens het organiseren van binnensschoolse examens het uitvoeren van regelingen die bestaan rondom examens zoals: het verlenen van vrijstellingen het aanwijzen van examinatoren en simulatie cliënten het verwerken van verzoeken om versnelling/ vertraging / opstroom / afstroom het vaststellen van resultaten van de deelnemer en de consequenties hiervan voor de voortgang het in eerste aanleg behandelen van klachten m.b.t. de examinering. het verstrekken van diploma s en certificaten De Clusterexamencommissie Pedagogie bestaat uit: Voorzitter: Dhr. F.J.P. van de Linden Secretaris: Dhr. B.Pluer Leden: Team Onderwijsassistent: Gert Kruitbosch Team Pedagogisch Werk: Hetty van Lint Team Sociaal Cultureel Werk: Hetty van Lint 6.8 Welke resultaten/bewijzen bewaart de school? In je portfolio bewaar je al je bewijzen ten aanzien van examinering. Op school bewaren we deze bewijzen voor de onderwijsinspectie en voor jouw zekerheid. Alle bewijzen (examenproducten) worden voor zover mogelijk zes maanden na diplomering bewaard. De vaststelling van je resultaten worden deze verwerkt in een digitaal leerlingvolgsysteem. Na diplomering bewaren we een kopie van je diploma. Na zes maanden worden alle bewijzen door het examenbureau cluster Welzijn vernietigd. 6.9 Waar kun je terecht als je het met een beslissing niet eens bent? In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat je het niet eens bent met de einduitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. Je dient dan binnen 14 dagen na bekendmaking van de uitslag je bezwaar schriftelijk te melden bij het Examenbureau Vitalis college cluster Pedagogie t.a.v. Secretaris van de clusterexamencommissie, Terheijdenseweg 414 4826AB Breda. Dit geldt alleen voor de kwalificerende beoordeling (de examens), dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens je studieloopbaan. Voor die gevallen ga je naar je studieloopbaanbegeleider. 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-33 -

Meer informatie over beroep en bezwaar vind je in de bijlage Examenreglement ROC WB versie competentiegericht onderwijs www.vitaliscollege.nl of deelnemersstatuut/ klachtenprocedure, Deelnemersstatuut hoofdstuk C. 6.10 Inspectie De inspectie van het onderwijs is belast met de kwaliteitscontroles op de examens. Hiervoor wordt een jaarlijks terugkerende audit gehouden. Resultaten van de audits worden gepubliceerd op de websites van de inspectie en van ROC West-Brabant. 7 Addendum In een addendum vind je alle aanpassingen en wijzigingen, die na het vaststellen en bekendmaken van een OER nog worden doorgevoerd. De kans op een addendum is voor jullie wat groter omdat de beschreven opleiding een experimentele opleiding is. Bij het opzetten van een experimentele opleiding komt het voor dat er tussentijds zaken bijgesteld of aangepast moeten worden, bijvoorbeeld omdat ze niet blijken te werken. Zodra de aanpassing bekend is wordt deze opgenomen in een aangepaste versie. Je kunt er als student op vertrouwen dat je nooit de dupe zult worden van het ontbreken van informatie. Aanvulling 2 e studiejaar: rooster examenplan TOP-modle Aanvulling 3 e studiejaar: rooster examenplan TOP-model Wijzigingen 8/4/2013 Rooster periode 9 en 10, schooljaar 2013/2014 Top model 3 de leerjaar 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-34 -

8 Bijlagen 8.1 Top model 92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-35 -

92620 Pedagogisch medewerker kinderopvang, BOL, NV3, vs.2-36 -