Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Vergelijkbare documenten
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

8. Beleid ten aanzien van kapsalon; wijziging tarieven kapsalon; artikel 3 lid 1 onder l WMCZ. Vervangend instemming LCV artikel 4 WMCZ.

Het gewone en verzwaarde adviesrecht in de praktijk

Jaarbericht Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Partijen : <naam locatie, zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <directeur> en <locatiemanager>

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 september 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1>

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 mei 2019

Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door mevrouw A (directeur bestuurder), verder ook te noemen zorgaanbieder of verzoeker

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)

De oudercommissie heeft in haar brief, d.d. 10 oktober aan houder geadviseerd:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 januari 2016

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

Senioren Zorg Plan Dé thuiszorg die zich om ú bekommert! Overeenkomst Cliëntenraad. Senioren Zorg Plan

punt nadrukkelijke aandacht.

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

Samenwerkingsovereenkomst met de vertegenwoordiger van de cliënten en stichting De Schavuiten

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 maart 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 11 juli 2016

Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)?

Hoe kunnen we de financieringsbepalingen verduidelijken, ook voor de ondersteuning, en deze beter en explicieter vastleggen?

Regeling Klachten Cliënten Thuiszorg West-Brabant

Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Landelijke Geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Klachtenregeling Buurtzorg Nederland


Jaarbericht 2010 Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Landelijke Geschillencommissie LPR GGZ Nederland

Reglement Cliëntenraad Stichting Eilandzorg Schouwen-Duiveland

Klachtenregeling Buurtzorg Kraam - juni 2019

uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Wet op het overleg huurders verhuurder (WOHV)

Klachtenregeling Wkkgz

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 september 2011

Klachtenregeling cliënten De Hoven

Klachtenregeling Zorggroep Charim

Klachtenregeling JGZ

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad BovenIJ Ziekenhuis

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

Geachte Kamerlid, Datum : 4 september 2018 Ons kenmerk : /BoZ Betreft : Wet medezeggenschap cliënten Zorginstellingen 2018

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Klachtenregeling GGMD

Klachtenreglement Ruchama Zorg

Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "Zuiderparkschool" te Apeldoorn, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Besluit tot goedkeuring concentratie Kenmerk

c. klager : degene die een klacht indient; d. aangeklaagde : degene op wiens besluit of op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft;

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

Hoe kunnen we de financieringsbepalingen verduidelijken, ook voor de ondersteuning, en deze beter en explicieter vastleggen?

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Klachtenreglement deelnemers zorgboerderij BoeteGeweun

Klachtenregeling Stichting De Rozelaar

Besluit tot goedkeuring concentratie

c. klager : degene die een klacht indient; d. aangeklaagde : degene op wiens besluit of op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft;

REGLEMENT CLIENTENRAAD (CR)

Reglement Centrale Cliëntenraad

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

Klachtencommissie Stichting GGZ Keizersgracht Amsterdam REGLEMENT

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

Klachtenreglement Zorggroep Liante

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016

Reglement Dienstraden

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

ActiZ Klachtenregeling Wkkgz ActiZ / LOC 1

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Borging Evaluatie: eenmaal per drie jaar Door: avm

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Aanpassing Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen.

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Betreft: Inbreng schriftelijke vragen 14 februari Wmcz 2018

Besluit tot goedkeuring concentratie

Reglement cliëntenraad van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

1.2 De Bank heeft zich bij brief van 15 mei 2015 uitgelaten over de ontvankelijkheid van Belanghebbenden in het beroep.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Transcriptie:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-03 Datum : 22 juli 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de raad van bestuur, mevrouw (naam), hierna aangeduid als de zorgaanbieder, respectievelijk de bestuurder; en de centrale cliëntenraad van de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de voorzitter, (naam), hierna aangeduid als: de centrale cliëntenraad. Het geschil en het verloop van de procedure 1. De (zorgaanbieder) is een aanbieder van ouderenzorg. In aanvulling op het reguliere aanbod biedt de stichting enkele diensten aan waarvoor zij een tarief in rekening brengt aan de cliënten die van die diensten gebruik maken. Het meningsverschil betreft de jaarlijkse aanpassing van deze tarieven. De cliëntenraad heeft op een negatief verzwaard advies uitgebracht ten aanzien van een aantal tariefsaanpassingen. De bestuurder vraagt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna aangeduid als: de commissie) te beoordelen of zij niettemin tot de voorgenomen aanpassing kan besluiten. 2. De bestuurder heeft haar verzoek aan de commissie voorgelegd in haar brief van 31 maart 2009. De commissie heeft de ontvangst van het verzoek op 7 april 2009 bevestigd en eveneens op 7 april 2009 de centrale cliëntenraad hierover geïnformeerd. De centrale cliëntenraad heeft op het verzoek gereageerd in zijn brief van 16 april 2009. De commissie heeft op 24 april 2009 een hoorzitting gehouden ter behandeling van het meningsverschil. Tijdens de hoorzitting is besloten dat de commissie tevens uitspraak zal doen over de vraag of tarieven, die de zorgaanbieder in rekening brengt aan anderen dan de cliënten, onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad valt. Partijen hebben gelegenheid gekregen hun standpunten hierover schriftelijk aan de commissie mede te delen. De bestuurder heeft dit gedaan in haar brief van 13 mei 2009 aan de commissie. De centrale cliëntenraad heeft hierop gereageerd in zijn brief van 29 mei 2009 aan de commissie. 1

Feiten en standpunten van partijen ten aanzien van het verzoek voor zover dat betrekking heeft op de verhoging van tarieven die de zorgaanbieder in rekening brengt aan cliënten 4. Partijen zijn het erover eens dat een besluit tot wijziging van de tarieven die de zorgaanbieder in rekening brengt aan cliënten een besluit is ten aanzien van een voor cliënten geldende regeling en derhalve op grond van artikel 3, eerste lid onderdeel l Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad valt. 5. De bestuurder heeft in haar brief van 21 november 2008 de centrale cliëntenraad gevraagd verzwaard advies uit te brengen over haar voornemen om de tarieven met gemiddeld 5% te verhogen met ingang van 1 januari 2009. Bij de adviesaanvraag was een lijst gevoegd waarop de huidige en de nieuwe tarieven zijn vermeld. De centrale cliëntenraad heeft op 1 december 2008 zijn verzwaard advies uitgebracht. De centrale cliëntenraad stemt in dit verzwaard advies in met het voorstel van de bestuurder uit een eerdere brief aan de centrale cliëntenraad om de tarieven jaarlijks te indexeren met het CBS-prijsindexcijfer, tenzij er redenen zijn om een ander percentage te hanteren. De cliëntenraad stelt zich voorts op het standpunt dat toepassing van het prijsindexcijfer een verhoging van de tarieven met 2% inhoudt. De raad maakt bezwaar tegen verhoging van een aantal tarieven met hogere percentages. 6. De bestuurder deelt in haar brief van 16 december 2008 aan de centrale cliëntenraad mee dat bij de verhoging van de tarieven is uitgegaan van het prijsindexcijfer tot en met september 2008, te weten 105,19. Zij deelt tevens mee dat zij enkele tarieven zal wijzigen overeenkomstig het verzwaard advies van de centrale cliëntenraad. Ten aanzien van enkele andere tarieven wil zij vasthouden aan de voorgenomen verhoging. Tijdens de overlegvergadering van 16 december 2008 komt dit besluit aan de orde. De centrale cliëntenraad heeft dan de brief van 16 december 2008 van de bestuurder nog niet ontvangen. De centrale cliëntenraad heeft deze brief alsnog besproken tijdens zijn vergadering van 28 januari 2009. De centrale cliëntenraad concludeert dat er een wezenlijk verschil van inzicht bestaat over de hoogte van het prijsindexcijfer. De raad vindt daarom dat het LCvV gevraagd moet worden een uitspraak te doen. In een brief van 2 februari 2009 informeert de raad de bestuurder hierover. De raad stelt tevens voor om de tarieven met ingang van 1 januari 2009 te verhogen met 2,5% zodat voorkomen wordt dat de tarieven gelijk blijven in afwachting van de uitspraak van de LCvV en de zorgaanbieder daardoor bedrijfseconomisch nadeel beperkt wordt. De bestuurder besluit de LCvV voor te leggen en de tarieven niet aan te passen met ingang van 1 januari 2009. 2

7. Tijdens de hoorzitting hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de verhoging van enkele tarieven. Over de verhoging van de tarieven van de maaltijden, de wasverzorging en het uurtarief voor huishoudelijk hulp is geen overeenstemming bereikt. De commissie zal derhalve beoordelen of de zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid kan besluiten de tarieven te verhogen met de voorgenomen percentages. Overwegingen ten aanzien van het verzoek voor zover dat betrekking heeft op de verhoging van tarieven die de zorgaanbieder aan cliënten in rekening brengt 8. De commissie constateert dat de afspraak om de tarieven in principe te wijzigen met het prijsindexcijfer tot misverstanden heeft geleid. De zorgaanbieder meent dat het prijsindexcijfer een verhoging van de tarieven met 5% rechtvaardigt terwijl de centrale cliëntenraad meent dat een verhoging met 2,5% gerechtvaardigd is. De commissie heeft geconstateerd dat partijen het prijsindexcijfer voor consumentenprijzen (alle huishoudens) voor ogen hebben. Hierbij geldt als basisjaar 2006. De maandelijks berekende indexcijfers vormen een zogeheten historische reeks die de verandering van de prijzen ten opzichte van het basisjaar aangeeft. Het prijsindexcijfer was in september 2008 105,19. Anders dan de zorgaanbieder meent, houdt dit niet in dat de prijzen in 2008 tot en met september met ongeveer 5% zijn gestegen, maar dat de prijzen sinds het basisjaar (2006) met ongeveer 5% zijn gestegen. Het prijsindexcijfer is in 2008 gestegen van 101,61 tot 104,14. Dit zou derhalve de door de cliëntenraad voorgestelde verhoging van de tarieven met 2,5% rechtvaardigen. 9. De commissie concludeert dat het voorgenomen besluit tot verhoging van het tarief voor de maaltijden berust op een onjuiste interpretatie van het prijsindexcijfer. De voorgenomen verhoging is derhalve in strijd met de afspraak om in principe het prijsindexcijfer te volgen. De commissie oordeelt daarom dat de zorgaanbieder niet in redelijkheid kan besluiten tot de voorgenomen verhoging van het tarief van de maaltijden. De commissie tekent hierbij aan dat de zorgaanbieder uiteraard een nieuw voornemen om dit tarief te verhogen ter verzwaarde advisering aan de cliëntenraad kan voorleggen en dat dit, conform de afspraak die de bestuurder en de centrale cliëntenraad hebben gemaakt, kan afwijken van het prijsindexcijfer als daarvoor redenen zijn. Een reden om het tarief met een hoger percentage te verhogen, kan zijn dat het tarief niet kostendekkend is. De bestuurder zal dit niet alleen moeten stellen, maar ook redelijkerwijs aannemelijk moeten maken. 3

10. De zorgaanbieder is voornemens het uurtarief voor huishoudelijke hulp te verhogen van 22 tot 24. De centrale cliëntenraad adviseert een verhoging van het tarief met 5%, derhalve tot 23,10. De bestuurder heeft in haar reactie op het verzwaard advies van de centrale cliëntenraad aangegeven dat de voorgenomen verhoging noodzakelijk is om het tarief kostendekkend te maken. Zij tekent daarbij aan dat in dit tarief niet alleen loonkosten zijn verwerkt, maar ook materiaalkosten en kosten van het gebruik van apparatuur. De commissie constateert dat de bestuurder een verhoging voorstelt die hoger is dan het door haar veronderstelde indexcijfer rechtvaardigt. Op grond van de afspraak die de bestuurder en de centrale cliëntenraad hierover gemaakt hebben, is dit mogelijk als daarvoor redenen bestaan. De bestuurder heeft in haar adviesaanvraag echter geen redenen genoemd. In haar reactie op het verzwaarde advies volstaat zij met een globale aanduiding van de redenen. De commissie is van oordeel dat de bestuurder niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de voorgenomen verhoging nodig is om het tarief kostendekkend te maken. Zij kan derhalve niet in redelijkheid besluiten tot de voorgenomen verhoging. De commissie tekent hierbij aan dat de zorgaanbieder uiteraard een nieuw voornemen om dit tarief te verhogen ter verzwaarde advisering aan de cliëntenraad kan voorleggen en dat dit, conform de afspraak die de bestuurder en de centrale cliëntenraad hebben gemaakt, kan afwijken van het prijsindexcijfer als daarvoor redenen zijn. Een reden om het tarief met een hoger percentage te verhogen, kan zijn dat het tarief niet kostendekkend is. De bestuurder zal dit niet alleen moeten stellen, maar ook redelijkerwijs aannemelijk moeten maken. 11. De zorgaanbieder is voornemens het tarief voor waskosten te verhogen met 5%. De centrale cliëntenraad adviseert het tarief te verhogen overeenkomstig het prijsindexcijfer. De commissie oordeelt dat het voorstel van de zorgaanbieder kennelijk is gebaseerd op een onjuiste interpretatie van het prijsindexcijfer en derhalve tot een verhoging leidt die in strijd is met de afspraak om de tarieven in principe te verhogen conform het prijsindexcijfer. De zorgaanbieder kan derhalve niet in redelijkheid besluiten de tarieven van de waskosten te verhogen met 5%. De commissie tekent hierbij aan dat de zorgaanbieder uiteraard een nieuw voornemen om dit tarief te verhogen ter verzwaarde advisering aan de cliëntenraad kan voorleggen en dat dit, conform de afspraak die de bestuurder en de centrale cliëntenraad hebben gemaakt, kan afwijken van het prijsindexcijfer als daarvoor redenen zijn. Een reden om het tarief met een hoger percentage te verhogen, kan zijn dat het tarief niet kostendekkend is. De bestuurder zal dit niet alleen moeten stellen, maar ook redelijkerwijs aannemelijk moeten maken. De commissie tekent daarbij voorts aan dat de bestuurder in haar brief van 16 december 2008 aan de centrale cliëntenraad meldt dat de zorgaanbieder op de 4

wasverzorging 50.000 verlies leidt terwijl tijdens de hoorzitting een verlies van 117.000 is genoemd. De commissie vindt het merkwaardig dat de schattingen van het verlies zo sterk uiteenlopen. Feiten en standpunten van partijen ten aanzien van het verzoek voor zover dat betrekking heeft op de verhoging van tarieven die de zorgaanbieder in rekening brengt aan cliënten 12. De centrale cliëntenraad stelt zich op het standpunt dat besluiten over alle tarieven die de zorgaanbieder hanteert onder het verzwaard adviesrecht van de centrale cliëntenraad vallen, ongeacht of het tarieven betreft die de zorgaanbieder in rekening brengt aan cliënten dan wel aan anderen. De centrale cliëntenraad heeft hierbij bijvoorbeeld het tarief op het oog dat de zorgaanbieder in rekening brengt aan de kapster voor het gebruik van een ruimte in een verzorgings- of verpleeghuis. De centrale cliëntenraad baseert zijn standpunt op afspraken die in het verleden zijn gemaakt met de toenmalige bestuurder. Deze zouden inhouden dat aan de centrale cliëntenraad een extra bevoegdheid is toegekend. De centrale cliëntenraad verwijst hierbij naar artikel 6 Wmcz dat de toekenning van extra bevoegdheden aan de cliëntenraad regelt. De centrale cliëntenraad meent bovendien dat ook los van deze afspraak besluiten over de wijziging van tarieven van diensten die de zorgaanbieder aan niet-cliënten levert onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad vallen omdat de wetsgeschiedenis geen aanleiding geeft voor een onderscheid tussen tarieven die de zorgaanbieder aan cliënten in rekening brengt en tarieven die hij aan derden in rekening brengt. De centrale cliëntenraad wijst in dit verband ook op een beleidslijn van de commissie, die geen onderscheid zou maken tussen tarieven die de zorgaanbieder in rekening brengt aan de cliënten en tarieven die de zorgaanbieder aan anderen in rekening brengt. De centrale cliëntenraad wijst er tot slot op dat een wijziging van het tarief dat de zorgaanbieder aan de kapster in rekening brengt voor het gebruik van een ruimte in een verzorgings- of verpleeghuis door de kapster zal worden doorberekend in de tarieven die zij aan cliënten in rekening brengt. Cliënten ondervinden derhalve de gevolgen van een wijziging van een tarief dat niet aan hen in rekening wordt gebracht. Dit rechtvaardigt volgens de centrale cliëntenraad dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen tarieven die aan cliënten in rekening worden gebracht en andere tarieven. 13. De bestuurder stelt zich op het standpunt dat de taak van een cliëntenraad beperkt is tot het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van cliënten. Tarieven die de zorgaanbieder in rekening brengt aan anderen vallen buiten dit bestek. 5

Overwegingen ten aanzien van het verzoek voor zover dat betrekking heeft op de vraag of tarieven die de zorgaanbieder niet aan cliënten in rekening brengt onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad vallen 14. De commissie wijst erop dat tarieven die in rekening worden gebracht aan cliënten een voor cliënten geldende regeling inhouden en derhalve op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel l Wmcz onder het verzwaard adviesrecht vallen. Tarieven die een zorgaanbieder aan anderen dan cliënten in rekening brengt, hebben geen betrekking op de rechten en plichten die tussen de zorgaanbieder en de cliënten bestaan en houden derhalve geen voor cliënten geldende regeling in. Besluiten hierover vallen derhalve niet op grond van de Wmcz onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad. Voor zover een verhoging van het tarief dat de zorgaanbieder aan de kapster in rekening brengt door de kapster wordt doorberekend in de tarieven die zij in rekening brengt aan de cliënten, berust dat niet op een besluit van de zorgaanbieder maar op een besluit van de kapster. 15. Het is de commissie niet duidelijk geworden wat de centrale cliëntenraad bedoelt met de beleidslijn die de commissie zou hanteren en die zou inhouden dat ook besluiten over tarieven die aan anderen dan cliënten in rekening worden gebracht onder het verzwaard adviesrecht zouden vallen. Noch de commissie noch één van haar voorgangers heeft een uitspraak gedaan waarin zij tot deze conclusie komt. Van een beleidslijn met die strekking is derhalve geen sprake. 16. Artikel 6 Wmcz bepaalt dat een zorgaanbieder aan de cliëntenraad meer bevoegdheden kan toekennen dan in de wet zijn genoemd. Een besluit hiertoe moet schriftelijk aan de cliëntenraad worden meegedeeld. Artikel 6 Wmcz bepaalt verder dat de zorgaanbieder voorafgaand aan het besluit om de cliëntenraad een extra bevoegdheid toe te kennen in de gelegenheid dient te stellen over het voornemen hiertoe verzwaard advies uit te brengen. Deze wettelijke regeling beoogt te bewerkstelligen dat duidelijk is wanneer de zorgaanbieder een extra bevoegdheid heeft toegekend aan de cliëntenraad. De centrale cliëntenraad heeft geen stuk overgelegd waaruit blijkt dat de zorgaanbieder expliciet besloten heeft de centrale cliëntenraad verzwaard adviesrecht toe te kennen ten aanzien van tarieven die hij aan anderen dan cliënten in rekening brengt. Evenmin is gebleken dat hierover een adviesprocedure is gevolgd zoals bedoeld in artikel 6 Wmcz. De commissie gaat er derhalve vanuit dat de zorgaanbieder geen extra bevoegdheid heeft toegekend aan de centrale cliëntenraad op grond van artikel 6 Wmcz. 6

17. De commissie heeft beoordeeld of de centrale cliëntenraad op grond van een overeenkomst met de zorgaanbieder aanspraak kan maken op het recht om verzwaard advies uit te brengen over voorgenomen besluiten ten aanzien van tarieven die de zorgaanbieder aan niet-cliënten in rekening brengt. De commissie heeft daarbij de adviesaanvraag betrokken waarmee de centrale cliëntenraad de toekenning van dit recht beoogt te onderbouwen. Het betreft een adviesaanvraag uit 2007 waarbij de tarievenlijst is gevoegd, inclusief de tarieven die in rekening worden gebracht aan niet-cliënten. Uit het enkele feit dat deze tarieven in 2007 waren opgenomen op een tarieflijst die de zorgaanbieder ter advisering aan de centrale cliëntenraad heeft voorgelegd, kan echter niet worden geconcludeerd dat de zorgaanbieder en de centrale cliëntenraad zijn overeengekomen dat de centrale cliëntenraad een bovenwettelijke bevoegdheid ten aanzien van deze tarieven toekomt. Oordeel Het bovenstaande leidt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden tot het volgende oordeel: De (zorgaanbieder) kan na afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid beslissen de tarieven van de maaltijden en de waskosten te verhogen met 5% omdat deze wijziging berust op een onjuiste interpretatie van het prijsindexcijfer en derhalve in strijd is met de afspraak die de zorgaanbieder en de centrale cliëntenraad hebben gemaakt over jaarlijkse aanpassing van de tarieven. De (zorgaanbieder) kan na afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid beslissen het uurtarief van de huishoudelijke hulp te wijzigen omdat niet redelijkerwijs aannemelijk is gemaakt dat er redenen zijn om af te wijken van de afspraak die de zorgaanbieder en de centrale cliëntenraad hebben gemaakt over de jaarlijkse aanpassing van de tarieven. De (zorgaanbieder) is niet gehouden de centrale cliëntenraad gelegenheid te geven verzwaard advies uit te brengen over voorgenomen besluiten ten aanzien van tarieven die zij aan anderen dan cliënten in rekening brengt. Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, de heer mr. J.L.P.G. van Thiel en de leden de heer M.A Aardema en de heer mr. M.H. Ridder. Utrecht, 22 juli 2009 mr. J.L.P.G. van Thiel, voorzitter mr. K.R. van Dijk, secretaris 7