Lesbisch en homoemancipatiebeleid in. Nederlandse gemeenten Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid

Vergelijkbare documenten
Lokaal actieplan regenboogstad Haarlem

Raads inforrnatiebrief

Plan van Aanpak Homo-emancipatie van Gemeente Deventer in Hoofdlijnen

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Heemskerk. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

PARTIJ (naam van in de gemeente verkiesbare partij namens welke het Gayvote formulier is ingevuld):

Geef inhoud aan gemeentelijk beleid

Deventer. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Amstelveen. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Enschede. PvdA GEMEENTE: PARTIJ:

Seksuele diversiteit in s-hertogenbosch Acceptatie en veiligheid lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen in s-hertogenbosch

Een overzicht van de praktische uitwerking van dit kabinetsbeleid treft u aan in de bijlage.

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Venlo GEMEENTE: PARTIJ:

Beleidsmatrix lokaal LHBT-emancipatiebeleid 2015 t/m 2017

Samenvatting. De ontwikkeling van een monitor naar de veiligheidsgevoelens van homoseksuelen op lokaal niveau

Competentiemanagement in zorg en welzijn Als kwaliteit van medewerkers telt

Haarlem. PvdA GEMEENTE: PARTIJ:

De roze gemeentegids. Beleid voor lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders

Rainbowvote.nu GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN Partij. Gemeente* pagina 1 van 12

Emanciperen kunnen ook homoseksuelen niet alleen. Dr. Judith Schuyf

utrecht CDA GEMEENTE: PARTIJ:

Thema s voor diversiteitsbeleid. In de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen

goed homoemancipatiebeleid FACTSHEET Hoe onderbouwt een gemeente Gemeentelijke monitoren en homoseksualiteit

Meetellen en Meedoen

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Rotterdam VVD GEMEENTE: PARTIJ:

Zelfregie en professionele toerusting. Kennis en advies: praktisch en toepasbaar

Amsterdam D66 GEMEENTE: PARTIJ:

Nijmegen GEMEENTE: PARTIJ: Creatieve Partij Nijmegen 2.0

Schouwen-Duiveland. Leefbaar Schouwen-Duiveland GEMEENTE: PARTIJ:

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Breda. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

Maatschappelijke stage in gemeentebeleid. Typetest

Rotterdam. Leefbaar Rotterdam GEMEENTE: PARTIJ:

Ede. GroenLinks/Progressief Ede GEMEENTE: PARTIJ:

Breda VVD GEMEENTE: PARTIJ:

Eindhoven. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Het voorstel betreft de beleidsvoorbereiding van Regenboogstad , welke past binnen de vastgestelde programmabegroting.

Plan van Aanpak Lokaal Homobeleid Deventer

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Westland. Progressief Westland GEMEENTE: PARTIJ:

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Sociale Veiligheid in Gelderland

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Gewoon Homo in Lelystad. Plan van aanpak in het kader van de Koploperovereenkomst Homo- en Lesbisch Emancipatiebeleid, periode

Uitwerking Kadernota Jeugd

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Dordrecht. Beter Voor Dordt GEMEENTE: PARTIJ:

Kwetsbare groepen in beeld. Projecten, trainingen en publicaties

Arnhem. Sociaal Lokaal Arnhem GEMEENTE: PARTIJ:

31 juli Onderzoek: Homo-acceptatie

Beleidsagenda Homo-emancipatie

HOMOBELEID UITGELICHT

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

Westland D66 GEMEENTE: PARTIJ:

Rotterdam. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Betreft: LHBTI-emancipatie in uw verkiezingsprogramma - gemeenteraadsverkiezingen 2018

Utrecht VVD GEMEENTE: PARTIJ:

Leiden. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

ROZE STEMBUSAKKOORD 2014 Amsterdam

Trainershandboek Man actief. Activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie

Belangen. diverse burgers HANDREIKING. van seksueel. in de Wmo. Participatie van homobelangenorganisaties

LP Libertarische Partij Almelo

Tilburg. Voor Tilburg GEMEENTE: PARTIJ:

Monitor seksuele diversiteit

ROZE KAART PROVINCIE NOORD-HOLLAND

Verworvenheden op dit terrein mogen niet worden uitgehold en niet-aflatende aandacht is nodig voor

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

De Roze Gemeentegids Beleid voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders

Zaanstad VVD GEMEENTE: PARTIJ:

Gelijke gevallen gelijke behandeling

voorwoord 145 deelnemers - 86 mannen - 55 vrouwen - 4 anders

Jaarverslag. Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB Zeeland)

Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. > Retouradres Postbus EH Den Haag

HET SPIEGELGESPREK. Een veilige setting

Amsterdam. Red Amsterdam GEMEENTE: PARTIJ:

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

2-meting gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid. Herhalingsonderzoek stand van zaken vrijwilligerswerkbeleid

1-meting gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid. Een herhalingsonderzoek naar de stand van zaken van het actuele vrijwilligerswerkbeleid

Alkmaar kleurt Roze Meerjarenplan Lokaal LHBT-Emancipatiebeleid 2012 t/m 2014

RESULTATEN PINK PANEL UTRECHT

B en W nummer ; besluit d.d BB nummer Onderwerp Intentieverklaring We Can Young

Onderzoek verplichte homolessen

Perspectieven voor LHBT s in Schiedam

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Homo-emancipatie behouden voor volgende generaties. moet zichzelf kunnen zijn

Dat bevordert dat LHBTI-inwoners van uw gemeente in maart goed geïnformeerd hun stem kunnen uitbrengen.

4.3 Veiligheidsbeleving

Emancipatie: Ondersteuning Externe Initiatieven November 2015

Veiligheid en seksuele diversiteit in het voortgezet onderwijs

Bevorderen van integratie op de politieke agenda

Onderzoeksverslag Tolerantie voor de LBHT-gemeenschap

Inventarisatie van Wmo-raden de uitgewerkte antwoorden -

Handreiking Seksualiteit

Transcriptie:

Lesbisch en homoemancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008 Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid

Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van het ministerie van VWS Redactie: Judith Schuyf Projectassistentie: Jiro Ghianni Tekstredactie: Marc van Bijsterveldt Foto s: Uit eigen archief. Pagina 8: afgebeeld staan Krzysztof Dobrowolski, coordinator voorlichting COC Amsterdam, en Tania Barkhuis, directeur COC Amsterdam. Vormgeving: Suggestie & illusie Drukwerk: USP bv MOVISIE, maart 2009 U kunt de tekst van deze brochure ook terugvinden op www.movisie.nl/homo-emancipatie. Meer exemplaren zijn te bestellen via deze website.

Lesbisch en homoemancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008 Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid

Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid Steeds meer gemeenten besteden aandacht aan de sociale acceptatie van homoseksuelen. Ook de kwaliteit van lokaal homobeleid verbetert. De aanpak verschilt per gemeente. De ene gemeente werkt aan homo-emancipatie vanuit diversiteitsbeleid, de andere doet het expliciet onder noemer van homo-emancipatie. En soms hoort homobeleid bij specifieke beleidsgebieden als onderwijs of maatschappelijke ondersteuning. Hoge respons De vraag hoe het beleid concreet gestalte krijgt, stond centraal in de Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid. Eerder, in 2003 en 2005, vroeg het toenmalige Kenniscentrum Lesbisch en Homo-Emancipatiebeleid (sinds 1 januari 2007 onderdeel van MOVISIE) gemeenten naar de stand van zaken rond lokaal homobeleid. In het najaar van 2008 is dat opnieuw gedaan. Aan alle 443 gemeenten in Nederland is een enquête gestuurd, waarbij de gemeenten gevraagd is bij voorkeur via internet te reageren. Er kwamen 172 ingevulde enquêtes retour, een respons van 39 procent. Dat is hoger dan bij de eerste twee monitoren. De respons is representatief naar gemeentegrootte en naar provincie, hoewel bij sommige provincies, zoals Noord-Holland, de respons wat achterbleef. Ook de Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid vroeg weer naar beleidsintenties, feitelijke maatregelen en opvattingen over homo-emancipatie. De vragen van de Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 3

Derde monitor zijn zoveel mogelijk gelijk aan die in eerdere monitoren om de vergelijking met voorgaande jaren mogelijk te maken. Zo vraagt elke monitor opnieuw of de gemeente specifieke roze voorlichtingsproducten heeft of er ontmoetingspunten voor roze ouderen zijn en of de gemeente in gesprekken met politie en welzijnswerk op de situatie van homoseksuelen ingaat. Daarnaast zijn in de Derde monitor nieuwe vragen opgenomen over het beleid in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die op 1 januari 2007 van kracht is geworden. Stimulans voor lokaal homobeleid Zoals op veel beleidsterreinen, is ook de verantwoordelijkheid voor het homo- en lesbisch emancipatiebeleid de laatste jaren verschoven van rijk naar gemeenten. Het gaat op dit beleidsterrein zeker niet om een marginale doelgroep. Ongeveer 6 procent van de Nederlandse burgers is homoseksueel, lesbisch, biseksueel of transgender. Dat is een groep van bijna één miljoen mensen. Ondanks de verschuiving van de verantwoordelijkheid naar het lokale niveau, blijft de landelijke overheid duidelijke signalen afgeven dat zij homobeleid serieus neemt. Allereerst door homo-emancipatie expliciet onder te brengen in de 4 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

emancipatieportefeuille van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). En door de hoofdlijnen voor het beleid vast te leggen in de kabinetsnota Gewoon homo zijn: lesbisch en homo-emancipatiebeleid 2008-2011. Deze nota legt een duidelijke taak bij de gemeenten neer en geeft daarbij concrete streefcijfers. Met de vier grote steden en met 15 kleinere steden binnen de G31 heeft de minister inmiddels een Koploperovereenkomst lesbisch en homo-emancipatiebeleid ondertekend. OCW stelt de Koplopers in staat bij MOVISIE ondersteuning te vragen voor de uitwerking van hun beleid. In Gewoon homo zijn benadrukt het kabinet dat homobeleid in de periode tot 2011 vooral binnen de G50 een plaats moet krijgen. Grotere gemeenten hebben meer mogelijkheden om een gericht homobeleid te voeren, al was het maar vanwege hun grotere inwonertal. Binnen de G31 doen nu 19 gemeenten aan homo-emancipatiebeleid; maar binnen het geheel van de G50 zijn dat er slechts 21. Van de G50 doet dus in totaal minder dan de helft iets met homobeleid. Grote gemeenten die geen specifiek beleid voor hun homoseksuele burgers formuleren, zijn bijvoorbeeld Almere, Zaandam, Zoetermeer, Alkmaar, Breda, Helmond, Hengelo en Venlo. Toch is ook buiten de Koplopergemeenten homobeleid op de kaart gezet. Het aantal gemeenten dat aangeeft op dit terrein iets te doen is meer dan verdubbeld. Grote versus kleine gemeenten Opvattingen over homoseksualiteit zijn onder meer afhankelijk van de gemeentegrootte, zo bleek ook uit eerdere monitoren. Grote gemeenten vinden relatief vaker dat homobeleid prioriteit heeft en dat de emancipatie van homoseksuelen nog niet is voltooid. Grote gemeenten zijn vaker in contact met homoseksuele burgers en ontvangen eerder signalen over hun situatie. Hele kleine gemeenten zeggen geen signalen te krijgen, geven geen prioriteit aan homobeleid en vinden dat hun gemeente te klein is om dat wel te doen. Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 5

Wat is er verbeterd sinds de eerdere metingen? Het percentage gemeenten dat rekening zegt te houden met de positie van homoseksuelen bij het ontwikkelen van beleidsmaatregelen, is tussen 2003 en 2008 gestegen van 6,2 naar 11,3 procent van alle Nederlandse gemeenten. Van de gemeenten die de monitorenquête ingevuld terugstuurden, zegt 55 procent maatregelen te nemen rond aids- en soa-bestrijding voor homoseksuelen, 30 procent verstrekt burgers informatie over homoseksualiteit en 30 procent neemt maatregelen op het terrein van welzijn. Het aantal beleidsmaatregelen per gemeente neemt toe: in 2003 waren er 31 gemeenten die twee of meer beleidsmaatregelen namen, in 2006 ging het om 42 en in 2008 zijn het er 123. 56 gemeenten nemen vijf of meer maatregelen en 24 gemeenten tien of meer. Onder de groep gemeenten die deelnam aan de monitor, steeg het percentage dus van 17 tot 71 procent. > 10 18 6-10 24 2-5 80 0-1 50 0 20 40 60 80 100 Aantal gemeenten dat beleidsmaatregelen neemt op het gebied van homo-emancipatie (horizontale as) afgezet tegen het aantal verschillende beleidsmaatregelen dat genomen wordt (verticale as). De monitor meet overigens de beleidsintenties. In hoeverre deze ook in de praktijk worden uitgevoerd, wordt met de monitor niet duidelijk. Uit gesprekken die MOVISIE regelmatig met gemeenten voert, blijkt dat er op het gebied van de praktische uitvoering nog wel een slag te maken valt. De 19 Koplopergemeenten zijn het meest actief op het gebied van homo-emancipatiebeleid. Zij stellen beleidsplannen op voor de invulling van hun positie binnen het Koploper- 6 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

programma. Hun maatregelen liggen op verschillende terreinen: veiligheid, onderwijs, welzijn, sport. De ervaringen uit het Koploperprogramma kunnen andere gemeenten helpen bij hun beleidsontwikkeling. De Koplopers blijven niet beperkt tot de Randstad, maar zijn over het hele land verspreid. Toch blijven er delen van Nederland waar het moeilijk is om homobeleid op de kaart te krijgen, met name in Drenthe en Zeeland. Daar staat tegenover dat ook veel kleinere gemeenten werken aan homobeleid, zoals Heemskerk, Langedijk en Kerkrade. Rol van de belangenorganisaties Actieve lokale belangenorganisaties, vooral zelforganisaties van homoseksuelen, kunnen belangrijk zijn in het beleidsproces. In 18 gemeenten is een platform actief waarin homo-organisaties participeren in het gemeentelijke beleid. Deze organisaties zijn op de hoogte van wat er speelt in de doelgroep en kunnen signalen aan de gemeente afgeven over discriminatie en onveiligheid. Belangenorganisaties moeten voor hun rol wel goed geëquipeerd zijn. Sommige gemeenten maken de belangenorganisatie verantwoordelijk voor vrijwel de gehele uitvoering van het lokale homobeleid, waardoor dit onvoldoende geborgd wordt in de gemeentelijke organisatie. informatie 55 gemeenten 122 gemeenten GGD 92 gemeenten 80 gemeenten welzijn 51 gemeenten 121 gemeenten 0% 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 60 % 70 % 80 % 90 % 100 % ja nee Enkele opmerkelijke uitkomsten. Aantal gemeenten dat zegt respectievelijk met de GGD en de welzijnsinstellingen te spreken over homoseksualiteit en aantal gemeenten dat informatie over homoseksualiteit aan burgers verstrekt. Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 7

Verplichte huwelijksvoltrekking door trouwambtenaar? Naar aanleiding van het coalitieakkoord van het huidige kabinet, ontstond een maatschappelijke discussie over de vraag of elke bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) verplicht moest worden om ieder huwelijk in de gemeente te voltrekken, ook tussen mensen van gelijk geslacht. Het kabinet liet de mogelijkheid open dat een BABS dit kon weigeren met een beroep op gewetensbezwaren. In de eerdere twee monitoren vond 55 procent van de gemeenten dat ambtenaren alle huwelijken moesten voltrekken. Sinds de maatschappelijke discussie lijkt er een duidelijkere scheiding te zijn ontstaan tussen gemeenten die principieel afwijzend staan tegenover een verplichting en gemeenten die conform het standpunt van de Commissie Gelijke Behandeling vinden dat ambtenaren niet mogen discrimineren. In de Derde monitor zeiden 23 gemeenten (13,4%) dat ambtenaren mogen weigeren. 5 gemeenten wilden de vraag niet beantwoorden. Overigens verstrekken 82 gemeenten (47%) op verzoek ook vertalingen van de huwelijksakte tussen personen van gelijk geslacht. 8 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

Homo-emancipatiebeleid in kadernota Twintig jaar geleden namen veel gemeenteraden het initiatief tot lokaal, samenhangend homo-emancipatiebeleid, vastgelegd in een kadernota. Dit is een krachtig instrument om richting te geven. De gemeente toont ermee haar leiderschap en regiefunctie, geeft de lokale knelpunten aan en noemt de partijen met wie ze deze samen wil oplossen. De trend lijkt te zijn teruggekeerd, want de afgelopen twee jaar hebben weer enkele gemeenten zo n kadernota Homobeleid opgesteld. Zo schreef de gemeente Nijmegen Hand in Hand. Daarin staan de bestrijding van homodiscriminatie, bevordering van veiligheid en welzijn, behoud en verbetering van de sociale infrastructuur, en homoseksualiteit in de multiculturele samenleving centraal. In Gewoon Anders van de gemeente Den Haag zijn de thema s migrantenjongeren, beeldvorming (in het onderwijs), veiligheid en gezondheid beschreven. Lantaarnprijs 2009 en de Gouden Zaklantaarn MOVISIE reikt na iedere monitor de Lantaarnprijs uit aan de gemeente met het beste lesbisch en homo-emancipatiebeleid. De prijs bestaat uit een glazen beeldje van kunstenaar Hans van Bentum. Ook hier geldt: meten is weten! Iedere uitgevoerde beleidsmaatregel is goed voor een punt. In 2003 won Nijmegen de prijs en in 2006 was Rotterdam de beste van een genomineerde groep van vier gemeenten. Ook in 2009 wijst een deskundige jury de winnaar aan. De genomineerden zijn Den Haag, Utrecht en Nijmegen. De Lantaarnprijs gaat in de regel naar een grote gemeente omdat de prijs is gebaseerd op de score van de monitor. Daarom stelt MOVISIE ook een aanmoedigingsprijs beschikbaar aan een kleinere gemeente die zich verdienstelijk maakt op dit terrein: de Gouden Zaklantaarn. Deze gaat in 2009 naar de gemeente Heemskerk. Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 9

Meten is weten MOVISIE dringt er al enkele jaren bij gemeenten op aan dat zij vragen rond seksuele diversiteit in hun gemeentelijke monitoren opnemen. Steeds meer gemeenten meten inmiddels ontwikkelingen in de sociale acceptatie van hun homoseksuele burgers, bijvoorbeeld in een lokale veiligheids- en leefbaarheidsmonitor (12 gemeenten zeggen dit al te doen en 33 zijn het van plan). Dergelijke vragen worden ook wel in de gezondheidsmonitor opgenomen (respectievelijk 33 en 27) of in de jeugdmonitor (respectievelijk 33 en 28). De volgende stap is dat gemeenten de gegevens uit deze lokale monitoren ook openbaar maken. De gemeente Utrecht publiceerde bijvoorbeeld in haar rapport Welzijn in Utrecht: wat vinden bewoners? (2007) niet alleen cijfers over het percentage homoseksuele inwoners van de stad (6%), maar ook cijfers over hun maatschappelijk welbevinden en discriminatie. Zo bleek 15 procent van de homoseksuele inwoners van Utrecht in het voorafgaande jaar te zijn gediscrimineerd. In het rapport staan ook meningen van heteroseksuele burgers over issues rond homoseksualiteit. Het is niet bekend of andere gemeenten die op homo-issues monitoren hun gegevens op een vergelijkbare manier naar buiten brengen. 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0 % GGD Politie Antidiscriminatiebureau Ouderenwerk Onderwijs Welzijn Jongerenwerk Percentage gemeenten dat zegt in contacten met deze instellingen over homoseksualiteit te spreken 10 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

Homo-emancipatie nog onvoldoende in Wmo-beleid Homoseksuele burgers vormen een doelgroep van de Wmo, zowel waar het gaat om beleid ten behoeve van kwetsbare groepen als wat betreft het beleidsdoel sociale cohesie. Sinds de Wmo in 2007 in werking trad, gebruiken echter nog maar weinig gemeenten deze wet voor hun homo-emancipatiedoelstellingen. In de Tweede monitor is gevraagd of en hoe gemeenten rekening zouden gaan houden met homoseksuele burgers bij de invoering van de Wmo. 19 gemeenten gaven aan homoseksuele burgers te willen betrekken bij de burgerparticipatie in dat het kader. Ook waren 19 gemeenten van plan actief beleid te ontwikkelen op sociale cohesie en veiligheid, waarbij men ook aandacht wilde besteden aan de positie van homoseksuele burgers. Zijn deze voornemens ook uitgevoerd? In de Derde monitor zeggen 27 gemeenten homoseksuele burgers bij de burgerparticipatie te betrekken. 18 gemeenten houden rekening met homoseksuele burgers bij sociale cohesie en veiligheid. Slechts 7 gemeenten zijn van plan in het kader van de Wmo regionale afspraken te maken over een taakverdeling rond homospecifiek beleid. Een dergelijke taakverdeling is juist van groot belang, aangezien voorzieningen voor niet-centrumgemeenten vaak alleen in samenwerking met andere gemeenten te realiseren zijn. Centrumgemeenten zouden daarom een regionale regie rond homoseksualiteit en de Wmo moeten voeren. Het totale aantal gemeenten dat op het gebied van welzijn iets voor homoseksuelen organiseert, is bijna 30 procent. Als het gaat om kwetsbare groepen, is het aanbod echter nog vrij schraal. In 11 gemeenten zijn ontmoetingsvoorzieningen of is er een aanbod voor homoseksuele ouderen. In 23 gemeenten heeft het maatschappelijk werk een aanbod op het gebied van homoseksualiteit. In 21 gemeenten is het buurt- en clubhuiswerk volgens de gemeente voldoende in staat om homoseksuele jongeren een veilige plek te bieden. Hoewel deze cijfers wat hoger zijn dan in de vorige monitoren, is de situatie voor bijvoorbeeld allochtone jongeren nog slecht. Ook gaven maar 6 gemeenten aan dat allochtone homoseksuelen weten waar ze met hun vragen terecht kunnen. Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 11

Onderwijs in de lift? 14 gemeenten zeggen meerjarig beleid te hebben rond seksuele diversiteit in het onderwijs. Een landelijke coalitie van AOb, CNV Onderwijsbonden, CBOO en Empowerment Lifestyle Services ontwikkelde een benchmark voor lokaal homobeleid in het onderwijs (zie www.empower-ls.com of van www.vrolijkescholen.nl). Deze benchmark laat zien dat het in een dergelijk beleid vooral gaat om een met de schoolbesturen ontwikkelde visie op integratie van homobeleid. Daarbij hoort meerjarige schoolbegeleiding met een persoonlijke noot en ondersteunende interventies als voorlichting, theater, docententrainingen en homogroepen op school. 3 à 4 gemeenten voldoen aan deze criteria. In 10 gemeenten spreekt de wethouder schooldirecteuren persoonlijk aan op hun aanpak van homodiscriminatie. Dit is erg belangrijk, omdat schooldirecteuren het belang vaak niet direct inzien en omdat vragen of suggesties van belangenorganisaties aan scholen een stuk minder serieus worden genomen. In Nijmegen en Amsterdam bestaat er een formele samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en scholen om aan homoemancipatie te werken. Slechts enkele gemeenten zeggen met de onderwijsinspectie over homodiscriminatie te overleggen. Het lijkt erop dat scholen niet graag de vuile was buiten hangen. Ze nemen (homo)discriminatie vaak nog niet waar en rapporteren er zeker niet extern over, tenzij het niet anders kan. Het is de moeite waard om te onderzoeken hoe scholen, gemeenten en de onderwijsinspectie dit knelpunt kunnen oplossen. Doe de homobeleidstest! Op www.movisie.nl/homo-emancipatie zal vanaf mei 2009 een interactieve Homobeleidstest staan. Gemeenten kunnen permanent testen hoe homovriendelijk hun gemeente is en krijgen praktische tips die aansluiten bij hun behoeften. 12 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

Antidiscriminatie en veiligheid beter in beeld Meer dan de helft van de gemeenten geeft aan dat er contact is met het lokale antidiscriminatiebureau over veiligheidsproblemen rond homoseksualiteit (55%). Dit is een sterke verbetering ten opzichte van 2006. De situatie verbetert waarschijnlijk nog verder, gezien de betere dekkingsgraad van de antidiscriminatiebureaus en de verplichting aan gemeenten om een criminaliteitsbeeld rond discriminatie op te stellen. 40 procent van de gemeenten geeft aan in hun reguliere contacten met de politie ook over homoseksualiteit te spreken. Onderzoek uit 2008 bevestigt dat (ernstige) criminaliteit waarvan homoseksuelen het slachtoffer worden, vrijwel altijd plaatsvindt in het uitgaansleven en op ontmoetingsplaatsen van homoseksuele mannen. Het restrictieve beleid van veel gemeenten en van de politie rond ontmoetingsplaatsen maakt deze plekken er meestal niet veiliger op, omdat het daders van antihomoseksueel geweld in hun gevoel sterkt dat homoseksuelen een opgejaagde minderheid zijn. Toch benoemen slechts 2 gemeenten problemen (met omwonenden) rond ontmoetingsplaatsen als een knelpunt, Geen enkele gemeente speelt in op het feit dat veel ontmoetingsplaatsen bekend staan als extreem gevaarlijk voor de bezoekers. Inmiddels wordt, met inspanningen door de rijksoverheid, gewerkt aan een betere lokale registratie van geweld en discriminatie. Een eerste publicatie van de politie over het eerste halfjaar van 2008 laat vooral zien dat het aantal meldingen hoog is bij korpsen die aandacht aan het probleem schenken. Dat zegt overigens nog niets over feitelijke cijfers. Enquêtes van gemeenten naar de veiligheidsbeleving van hun inwoners, geven aan dat er nog steeds een groot veiligheidsprobleem voor homoseksuelen is. Dit blijkt bijvoorbeeld in Utrecht en Den Haag. Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 13

Sport en recreatie als maatschappelijk bindmiddel De kabinetsnota Gewoon homo zijn noemt sport als een belangrijk maatschappelijk veld waar homoseksuelen zonder discriminatie zouden moeten kunnen participeren. Volgens MOVISIE kan de gemeente de sportverenigingen hierbij ondersteunen. Zeker nu er meer stimuleringsmaatregelen beschikbaar komen voor sporten op wijk- en buurtniveau, vooral voor jongeren. Slechts een paar gemeenten geven in hun homo-emancipatiebeleid aandacht aan sport. 9 gemeenten zorgen ervoor dat trainers en coaches in gemeentelijke sportaccommodaties weten dat ze pesten en uitschelden rond homoseksualiteit actief 14 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

moeten tegengaan. En in slechts 7 van de gemeenten gebruikt de burgemeester het recht om een wedstrijd stil te leggen bij antihomoseksuele spreekkoren. Sommige gemeenten denken zelfs dat de burgemeester deze bevoegdheid niet heeft. Behoud en verbetering van de sociale infrastructuur Er zijn in Nederland circa 25 belangenorganisaties voor lesbische vrouwen en homoseksuele mannen. Veel homo-organisaties werken regionaal, zodat hun werkterrein meerdere gemeenten omvat. De organisaties draaien hoofdzakelijk op het werk van vrijwilligers en de bijdragen van leden. 21 gemeenten hebben contact met de lokale belangenorganisatie en geven ondersteuning, bijvoorbeeld door regelmatig overleg, steun bij de huisvesting (4 gemeenten) of via een waarderings-, exploitatie- of projectsubsidie (37 gemeenten). Overigens gaat er steeds meer geld om in het homo-emancipatiebeleid. Zo geeft Rotterdam nu jaarlijks 450.000 euro uit en Den Haag 228.000 euro. 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Klein Middelgroot Groot Zeer groot Homobeleid heeft geen prioriteit. We krijgen nooit signalen van homoseksuelen. Er is geen contact met homobelangenorganisaties. De homo-emancipatie is voltooid. Opvattingen van gemeenten over verschillende aspecten van homo-emancipatiebeleid. Een lagere score betekent dat gemeenten het meer eens zijn met de stellingen (zie legenda). Zeer grote gemeenten (>250.000 inw) zijn het het minste eens met deze stellingen (bijna 4 op een 4-puntsschaal). Resultaten Derde monitor gemeentelijk homo-emancipatiebeleid 15

Gemeentelijke informatievoorziening In 2006 stond in de Tweede monitor: Homoseksuele burgers hebben er recht op dat de gemeente in de gemeentelijke informatievoorziening specifiek op hen toegesneden informatie aanbiedt. Aan deze aansporing lijkt nog maar beperkt gevolg te worden gegeven. 14 gemeenten melden dat er op de gemeentesite informatie over homoseksualiteit staat. 27 gemeenten zeggen dat informatie over homoseksualiteit in de gemeentegids staat. Slechts 9 gemeenten geven aan dat de openbare bibliotheek over informatie beschikt. Dat zou zorgelijk zijn, aangezien de openbare bibliotheek een laagdrempelige voorziening is waar bijvoorbeeld jongeren met hun vragen naartoe kunnen. Tot slot De Derde monitor homo-emancipatiebeleid geeft aan dat mede door de aandacht die door het rijk aan het onderwerp is gegeven het aantal gemeenten dat in het beleid rekening houdt met homoseksuele burgers gestegen is ten opzichte van de vorige meting. De minder grote gemeenten van de G50 blijven echter een aandachtspunt, evenals de borging van het beleid binnen de gemeenten. 16 Lesbisch en homo-emancipatiebeleid in Nederlandse gemeenten 2008

MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.

Homo-emancipatie bij MOVISIE MOVISIE is op het thema homo-emancipatie een kennismakelaar voor overheden en organisaties, verbindt kennis en praktijk, en werkt als katalysator van beleid en implementatie. Wij verzamelen, verrijken en verspreiden onderzoeksgegevens over verschillende maatschappelijke aspecten van homoseksualiteit, zoals geweld, jongeren en ouderen, etniciteit en sport. In 2009 ligt de nadruk van ons werk op het ondersteunen van lokale overheden bij het opstellen van homo-emancipatiebeleid en op het adviseren van homoseksuele belangenorganisaties - met name het Homojongerenplatform. In opdracht verrichten wij onderzoek voor derden. Voorbeelden van onze activiteiten in 2008 zijn: een literatuurreview en expertmeeting over antihomoseksueel geweld, een overzicht van de situatie rond donorinseminatie bij lesbische stellen en een overzichtsstudie naar homoseksuelen en werk. Internationaal werken wij samen met verschillende Europese organisaties op het gebied van gelijke behandeling, waaronder ILGA-Europe en het Steunpunt Gelijkekansenbeleid in Antwerpen. Meer informatie vindt u op www.movisie.nl/homo-emancipatie. MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * info@movisie.nl