INfORMA. Dames Jolinkweg 52 Polstraat DL Varsseveld 7121 DH Aalten Tel Tel Fax Fax

Vergelijkbare documenten
MKB-NIEUWSBRIEF 08/2013

Westpark Highlights 4 e kwartaal 2013

De nieuwsbrief van uw accountant

negentig NIEUWS In dit nummer: Forse bezuinigingen op komst Versoepeling aflossingseis eigenwoningschuld Einde fiscaal voordeel ontslagvergoeding

In deze nieuwsbrief aandacht voor:

de ondernemers krant #

NIEUWSBRIEF. personal touch in finance. Versoepeling aflossingseis eigenwoningschuld. Verandering op komst in de deel nemingsvrijstelling

EQUUS NIEUWSBRIEF september 2013

Westpark Highlights - 3 e kwartaal 2013 (deel 1)

de ondernemers krant #7 2013

negentig NIEUWS In dit nummer: Wees op tijd met het aanpassen van pensioencontracten Begrip bouwterrein luistert nauw

Westpark Highlights juni 2013 (deel 2)

NIEUWSBRIEF. personal touch in finance. Begrip bouwterrein luistert nauw. Sneller investeren met tijdelijke verruiming willekeurige afschrijving


Fiscale eindejaarstips. Sjoerd van den Heuvel

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Wat verandert er in 2014?

De regeling is al goedgekeurd voor Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

C U R I O S I T A. Sinds 2007 gelden er bovendien strengere afschrijvingsregels, die de afschrijving op uw bedrijfspand aanzienlijk beperken.

Wat staat ons op fiscaal gebied te wachten in 2014?

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

Nieuwsbrief december 2012

Informatieblad Uw positie als dga

EINDEJAARSTIPS /5

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

! Het is verstandig om vooraf een berekening te (laten) maken om te voorkomen dat de aangifte

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

INFORMA algemeen en fiscaal nieuws, juni 2015

PE+ Actualiteiten 2015 Wft Basis

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Fiscale eindejaarstips

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Special Eindejaarstips Tips voor de. woningeigenaar

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

pensioencontracten Wijzigingen pensioenopbouw De wijzigingen zijn het gevolg van de invoering

info &boon tips & boon

Tips voor de BV/IB-ondernemer

Welke regels van toepassing zijn, is afhankelijk van uw individuele situatie. In deze advieswijzer komen verschillende situaties aan bod.

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING. Belastingplan mr. B. (Bas) Opmeer


Prinsjesdag fiscale actualiteiten

Belastingplan 2013: Wet herziening fiscale behandeling eigen woning

Advieswijzer. Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden Denk ondernemend. Denk Bol.

Vervallen tijdelijke verlenging doorleveringstermijn overdrachtsbelasting.

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren

ALLE ONDERNEMINGSVORMEN

Estate planning 2018

Advieswijzer Estate Planning Een financieel steuntje voor uw kind. advieswijzer

NIEUWSBRIEF. In gesprek met Frits en Irma Nieuwenhuizen van NH-bioscopen over het ontstaan van hun bioscoopimperium op pagina 13.

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

Eindejaarstips Let op! De eenmalige verhoging van ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen.

Dit jaar let de Belastingdienst extra op de kosten van de ondernemer en wordt ook het aantal

Van der Helm Consultancy

Belastingplan 2014 / tips Schenken voor eigen woning. Eigen woning

IPA-ACON GROEP nieuwsbrief

KW INTESSENS. Wees op tijd met het aanpassen van pensioencontracten INHOUDSOPGAVE. Eindejaarstips online

1. Nieuwe reserve siert voortaan de deelnemingsvrijstelling

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Tarief Box 2 tijdelijk 3% lager in 2014

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Onder bepaalde voorwaarden kunnen pensioendotaties en inleg in de levensloopregeling in mindering komen op het gebruikelijk loon.

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Zakendoen met uw eigen bv De kansen en mogelijkheden. 23 juli 2014

Estate planning Een financieel ruggensteuntje voor uw kind! whitepaper

info &boon tips & boon

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014

Eindejaarstips 2013: Tips voor ondernemers en rechtspersonen

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

FISCALE SIGNALEN [1/6] Special Prinsjesdag: belastingpakket Ondernemen

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

NIEUWSBRIEF. personal touch in finance. Help, mijn bedrijfspand is minder waard. Bedrijfsemigratie: afrekenen of wachten?

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Algemene informatie hypotheken (starter)

1 Belastingplannen 2016

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

! De belastingrente gaat vanaf 1 april 2014 omhoog. Voor de inkomstenbelasting bedraagt de

Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigen woning in Strop of paradijs? advieswijzer

Eigen woning in Strop of paradijs? whitepaper

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

MIA/Vamillijst 2014 gepubliceerd. Inhoudsopgave Nieuwsbrief Februari 2014.

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Belastingvrij schenken

1.2. Investeringen handig splitsen

2.17. Innovatiekosten

Prinsjesdagspecial 2018

Informatieblad Eigen woning in 2014

Als u overweegt om op korte termijn te investeren in een (nieuw) bedrijfsmiddel, dan zijn wij op uw verzoek graag bereid om u te adviseren.

belastingwijzigingen 2014 Fiscale kennissessie

NIEUWSBRIEF OKTOBER Wat verandert er voor u?

Tips voor de B.V. en de DGA

Transcriptie:

Informa is het informatiebulletin voor relaties en andere geïnteresseerden INfORMA jaargang 2013 nr. 4 De Informa informeert u over fiscale en aanverwante aangelegenheden. VARSSEVELD AALTEN Dames Jolinkweg 52 Polstraat 1 7051 DL Varsseveld 7121 DH Aalten Tel 0315-270000 Tel 0543-477577 Fax 0315-270011 Fax 0543-477411 info@wenv.nl aalten@wenv.nl DOETINCHEM DUIVEN Terborgseweg 49a Ratio 14 7001 GN Doetinchem 6921 RW Duiven Tel 0314-377850 Tel 026-3620878 Fax 0314-377851 Fax 026-3620022 doetinchem@wenv.nl duiven@wenv.nl Neemt u ook eens een kijkje op onze vernieuwde website www.wenv.nl Disclaimer Bij de samenstelling van deze uitgave is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. De mogelijkheid bestaat dat sommige informatie na verloop van tijd verouderd of niet meer juist is. Westerveld en Vossers kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van informatie in deze uitgave.

Begrip 'bouwterrein' luistert nauw Koopt u een stuk grond, dan moet u over de aankoop belasting betalen. Hoeveel dit is, hangt af van de vraag of het stuk grond kwalificeert als bouwterrein. Zo ja, dan betaalt u 21% omzetbelasting (btw) en is de levering vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Is echter geen sprake van een bouwterrein, dan is het juist andersom: de levering is belast met 6% overdrachtsbelasting en vrijgesteld van omzetbelasting. Wat is een bouwterrein? Normaal gesproken is de levering van onroerende zaken vrijgesteld van btw. Op deze hoofdregel bestaan echter enkele uitzonderingen. Een van die uitzonderingen is de levering van een bouwterrein. Dit is namelijk altijd belast met btw. Maar wat is nu precies een bouwterrein voor de omzetbelasting? Voor het antwoord op deze vraag geldt een aantal objectieve criteria. Een bouwterrein is een stuk onbebouwde grond waaraan met het oog op bebouwing van de grond: bewerkingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden, zoals het bouwrijp maken van de grond; voorzieningen (eventueel in de omgeving) zijn of worden getroffen. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van bouwwegen of een zijaansluiting op het hoofdriool; of waarvoor een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) is afgegeven. Wordt voldaan aan een of meer van deze criteria, dan is er sprake van een bouwterrein en dus van een met btw belaste levering. Uw intentie telt mee Tot nu toe was vrij eenvoudig te bepalen of omzet- of overdrachtsbelasting betaald moest worden over de levering van een stuk grond. Daar lijkt nu echter verandering in te komen door een recente uitspraak van de Hoge Raad. Volgens de Hoge Raad is van een bouwterrein namelijk ook sprake als partijen de intentie hebben om de grond te bebouwen. Wat u met het stuk grond wilt gaan doen, telt dus mee. Wilt u de grond aanwenden voor bebouwing en kunt u dit ondersteunen met objectieve gegevens, dan is volgens de Hoge Raad sprake van een bouwterrein voor de btw. Voor- of nadeel? Hoe de Belastingdienst hier uiteindelijk mee zal omgaan, is nog de vraag. Daarvoor is de uitspraak nog te recent. Wel is duidelijk dat er eerder dan nu sprake zal zijn van een bouwterrein en dat kan in uw voor- of nadeel werken. Bent u namelijk ondernemer met aftrekrecht, dan zult u liever een perceel grond als bouwterrein geleverd zien dan als onbebouwde grond. In het laatste geval bent u namelijk 6% overdrachtsbelasting verschuldigd, terwijl u in het eerste geval de verschuldigde btw in aftrek kunt brengen. Koopt u een stuk grond als particulier, dan heeft u natuurlijk liever een levering belast met overdrachtsbelasting, want de btw is voor u dan niet aftrekbaar. Bent u van plan om een stuk grond te kopen, laat u dan in ieder geval op voorhand goed adviseren over de fiscale consequenties, want het begrip bouwterrein luistert nauw.

Nieuw btw-regime koopaanneemovereenkomst klap voor woningmarkt De toch al noodlijdende woningmarkt krijgt opnieuw een klap te verduren door aanscherping van de btw-regels voor wat betreft de koop-/aannemingsovereenkomst. Hiermee is een eind gekomen aan het vrij van btw (en dus belast met de lagere overdrachtsbelasting) vooraf leveren van onbebouwde grond door dezelfde ondernemer die ook verantwoordelijk is voor de bouw van nieuwbouwwoningen. Verkoopmarkt onderuit Daar waar het kabinet de verhuurmarkt een duwtje in de rug wil geven door afschaffing van de integratieheffing per 2014 zal de nieuwe behandeling van de koop-/ aannemingsovereenkomst de verkoopmarkt juist verder onderuit halen. Dit betekent een verslechtering van de markt voor nieuwbouwwoningen. Het extra bedrag aan btw over de onbebouwde grond zal immers door iemand betaald moeten worden. Dat kan de particulier zijn als de prijs van nieuwbouwwoningen hierdoor opnieuw stijgt. Het kan evengoed de aannemer zijn die zijn marge verder ziet slinken wanneer hij het extra btw-bedrag niet verdisconteert in de nieuwbouwprijs, maar voor eigen rekening neemt. Fiscale behandeling koop-/aannemingsovereenkomst Reden voor aanscherping van de btw-regels bij koop-/aannemingsovereenkomsten is een arrest van 22 maart 2013 waarin de Hoge Raad besliste dat bij een dergelijke overeenkomst sprake is van één prestatie, namelijk de met btw-belaste levering van een onroerende zaak op het moment van oplevering. De praktijk is daarentegen vaak uitgegaan van twee prestaties: de levering van de grond en de levering van de opstal. Hierdoor kon de onbebouwde grond (niet zijnde een bouwterrein) geleverd worden met 6% overdrachtsbelasting in plaats van 21% btw. Voor de particulier kon dit een besparing opleveren van 15%. Aan het vrij van btw leveren van onbebouwde grond (anders dan een bouwterrein) is abrupt een eind gekomen want het kabinet volgt de beslissing van de Hoge Raad, zo blijkt uit het Belastingplan 2014. Voortaan is sprake van één met btw belaste levering als de grondlevering en de nieuwbouw door dezelfde ondernemer (waaronder een fiscale eenheid) plaatsvindt. Het arrest leidt tot een budgettaire opbrengst van 35 miljoen per jaar. Nieuw besluit In een nieuw besluit over de omzetbelasting, wat op 30 september is gepubliceerd in de Staatscourant, stippelt staatssecretaris Weekers van Financiën de nieuwe lijn uit. Niet langer mag bij koop-/aannemingsovereenkomsten voor de btw uitgegaan worden van twee leveringen. Met ingang van 22 maart 2013 (datum uitspraak Hoge Raad) moet uitgegaan worden van één met btw belaste oplevering van een nieuwe onroerende zaak. Ontsnapping? Er is een mogelijkheid om de grond alsnog afzonderlijk te leveren tegen 6% overdrachtsbelasting. De grond moet dan geleverd worden door een andere ondernemer dan de aannemer die gaat bouwen. Of dit ook stand houdt als er een connectie is tussen die ondernemer en de aannemer is echter maar de vraag. Bovendien speelt hier nog een andere problematiek. Kwalificeert de grond namelijk als bouwterrein' dan is de levering hoe dan ook belast met btw. In dit verband wijzen wij op het vorige artikel. Een particulier zal vrijwel altijd de intentie hebben om op de grond een huis te bouwen en daarmee is al snel sprake van een bouwterrein'. Summier overgangsregeling Voor wat betreft de koop-/aannemingsovereenkomst bij lopende bouwprojecten bevat het besluit nog een overgangsregeling. Hierdoor kan de levering van de grond en de bouw van de nieuwe onroerende zaak binnen het regime van een koop-/aannemingsovereenkomst tot 1 januari 2016 nog als afzonderlijke prestaties worden behandeld. Het overgangsrecht is in een aantal situaties te beperkt. Zo is bijvoorbeeld slechts sprake van een lopend project als de verkoop vóór 22 maart 2013 is gestart, de ondernemer die de grond afzonderlijk verkoopt al vóór die datum eigenaar was van de grond of zich al verbonden had tot afname en doorlevering van die grond aan de particulier.

Help, mijn bedrijfspand is minder waard De crisis in de vastgoedsector is niet voorbijgegaan aan bedrijfspanden. Grote kans dat de waarde van uw pand al is gedaald of dat u straks geconfronteerd wordt met een waardedaling van uw onroerend goed, of dat nu in eigen gebruik is of verhuurd. Het kan verstandig zijn om eens te kijken hoe uw bedrijfspand op de balans staat. Met een juiste waardering in de boeken kunt u (tijdelijk) belastinggeld besparen. Waardering bedrijfspand Doorgaans worden bedrijfspanden gewaardeerd op de historische kostprijs (aanschafprijs) verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. Daarbij moet u rekening houden met een economische gebruiksduur van het pand en een restwaarde. Sinds 2007 gelden er bovendien strengere afschrijvingsregels, die de afschrijving op uw bedrijfspand aanzienlijk beperken. U mag namelijk nog maar afschrijven tot aan de bodemwaarde van het bedrijfspand. Voor een pand in eigen gebruik geldt een bodemwaarde van 50% van de WOZ-waarde. Bij een beleggingspand (een aan een derde verhuurd pand) is de bodemwaarde zelfs gelijk aan de WOZ-waarde, waardoor afschrijving in deze tijd niet of nauwelijks nog mogelijk is. Wanneer u een gebouw verhuurt (ter beschikking stelt aan een derde), geldt de bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde alleen als het pand voor ten minste 70% wordt verhuurd. Waardedaling Is de waarde van uw bedrijfspand door de huidige crisis op de vastgoedmarkt sterk gedaald, dan kunt u overwegen om het pand af te waarderen tot op de lagere bedrijfswaarde. Hierdoor kunt u in het jaar van afwaardering eenmalig fiscaal een verlies nemen, waardoor u in dat jaar minder belasting betaalt. Bij afwaardering van een bedrijfspand op de lagere bedrijfswaarde gelden overigens wel diverse regels. Zo moet bij het bepalen van de bedrijfswaarde van een pand in eigen gebruik worden uitgegaan van de going-concernwaarde: dit is de waarde die een koper bij een mogelijke verkoop van de onderneming aan het pand zou toekennen als hij de onderneming in zijn geheel zou voortzetten. Bij beleggingspanden en voorraadpanden gelden weer andere regels voor waardering op de lagere bedrijfswaarde. Het is aan te raden om bij afwaardering op de lagere bedrijfswaarde dit te onderbouwen met een taxatie. Bovendien moet u er rekening mee houden dat u in ieder geval tijdelijk niet meer kunt afschrijven op het bedrijfspand. Het fiscale resultaat van uw bedrijf zal hierdoor de komende jaren weer toenemen. Stijgt het pand weer in waarde, dan moet de afwaardering worden teruggenomen. U moet dan weer opwaarderen tot de boekwaarde die zou zijn bereikt zonder dat gebruik is gemaakt van de eerdere afwaardering op de lagere bedrijfswaarde. Ook deze stijging vormt extra fiscale winst. Of afwaardering op de lagere bedrijfswaarde voor u een aantrekkelijke optie is, is afhankelijk van de situatie en de extra kosten (zoals taxatiekosten) die hiermee gemoeid zijn. Laat u daarom goed voorlichten door uw adviseur.

Bedrijfsemigratie: afrekenen of wachten? Wanneer u besluit om uw bedrijf te verplaatsen naar het buitenland, dan moet u in principe direct afrekenen met de Belastingdienst. U mag echter ook vragen om betalingsuitstel of u kunt kiezen voor een betaling in tien jaarlijkse termijnen. Aan alle drie de opties kleven voor- en nadelen. Direct afrekenen Bij bedrijfsemigratie bent u belasting verschuldigd over de eindafrekeningswinst van uw bedrijf, de exitheffing. U moet onder andere afrekenen over de in uw bedrijf aanwezige stille reserves, oftewel afrekenen over het verschil tussen de waarde waarop vermogensbestanddelen op uw bedrijfsbalans staan en de waarde in het economisch verkeer van die vermogensbestanddelen. Na opgave ontvangt u hiervoor van de Belastingdienst een belastingaanslag die u vervolgens moet betalen. Het voordeel van direct afrekenen is dat uw bedrijf met een schone lei in het buitenland start, zonder fiscale nasleep in Nederland. Het nadeel is dat de exitheffing een behoorlijke aanslag kan zijn op de liquiditeiten en uw bedrijf hiervoor misschien zelfs moet lenen. Op uw verzoek kan de Belastingdienst daarom bij bedrijfsemigratie ook betalingsuitstel verlenen. Uitstel van betaling Uitstel van betaling kan alleen als er zekerheid wordt gesteld voor de nog openstaande belastingschuld. Die zekerheid kunt u bijvoorbeeld geven in de vorm van een bankgarantie of een recht van hypotheek. Betalingsuitstel wordt ook alleen verleend als het bedrijf voldoet aan allerlei administratieve verplichtingen. Zo zult u jaarlijks een fiscale balans en winst-en-verliesrekening van het bedrijf moeten opstellen volgens de Nederlandse fiscale regels. Hieruit moet blijken of er sprake is van stille reserves en tot welk bedrag die eventueel oplopen. Gebruikmaken van betalingsuitstel betekent in eerste instantie een liquiditeitsvoordeel nu u niet direct bij bedrijfsemigratie hoeft af te rekenen met de Belastingdienst. Per saldo bent u echter duurder uit, want u bent invorderingsrente verschuldigd, gerekend vanaf het moment dat uitstel van betaling wordt verleend. Bovendien zijn de administratieve verplichtingen zwaar en houdt u hierdoor nog jarenlang contact met de Belastingdienst. Er is geen sprake van oneindig uitstel. Zo eindigt het betalingsuitstel in ieder geval bij realisatie van een stille reserve (bij vervreemding of bijvoorbeeld als gevolg van afschrijvingen). Ook als u nu niet meer voldoende zekerheid stelt of uw administratieve verplichtingen niet nakomt, moet u de belastingaanslag betalen. Betalen in tien termijnen Naast direct afrekenen en uitstel van betaling is er nog een derde optie bij bedrijfsemigratie. U kunt ervoor kiezen om de belastingaanslag te betalen in tien gelijke jaarlijkse termijnen. Het voordeel is dat u bij gespreide betaling minder administratieve verplichtingen voor uw kiezen krijgt. Het nadeel is dat u, net als bij betalingsuitstel, gewoon invorderingsrente verschuldigd bent.

Van ondernemerswoning naar eigen woning Ondernemers die hun woning zowel zakelijk als privé gebruiken, hebben de mogelijkheid om de woning onder voorwaarden aan te merken als ondernemingsvermogen. Wanneer deze woning overgaat naar privé, bijvoorbeeld omdat u stopt met uw onderneming, dan gaat ook de bijbehorende schuld over naar uw privévermogen. Deze schuld kan kwalificeren als eigenwoningschuld, zodat u recht heeft op hypotheekrenteaftrek. U moet dan wel enkele regels in acht nemen. Nieuwe regels Vanaf 1 januari van dit jaar gelden er nieuwe regels voor hypotheekrenteaftrek. Voor een nieuwe hypotheek is renteaftrek alleen nog mogelijk als u deze in dertig jaar minimaal volgens een annuïtair schema volledig aflost. Als de tot uw ondernemingsvermogen behorende woning met de bijbehorende schuld overgaat naar privé, dan kwalificeert deze schuld volgens de nieuwe regels in principe niet als eigenwoningschuld. Dit zou betekenen dat u ook geen recht heeft op hypotheekrenteaftrek. Om toch recht te hebben op aftrek van eigenwoningrente, zou u de schuld moeten oversluiten naar een lening die voldoet aan de voorwaarden voor een eigenwoningschuld. Nu is dit bijzonder omslachtig en dat erkent ook staatssecretaris Weekers van Financiën. Daarom keurt hij goed dat ondernemers die hun ondernemerswoning overbrengen naar privé, toch recht hebben op hypotheekrenteaftrek over de schuld die is aangegaan ter financiering van de woning. De bestaande schuld hoeft dus niet te worden overgesloten. Wel geldt de voorwaarde dat op u een bijtelling privégebruik woning van toepassing was toen de woning nog tot uw ondernemingsvermogen behoorde. Als u in een woning woont die geheel tot uw ondernemingsvermogen behoort, dan moet u jaarlijks een forfaitair huurwaardebedrag bij de winst tellen, oftewel een bijtelling voor het privégebruik van de ondernemingswoning. Begrenzingen Voor de hypotheekrenteaftrek geldt er een aantal begrenzingen aan de schuld. De bestaande schuld wordt bij de overgang naar privé aangemerkt als eigenwoningschuld tot maximaal het bedrag van deze schuld op 31 december 2012. Als slechts een deel van de woning is aan te merken als eigen woning, dan is hypotheekrenteaftrek ook alleen mogelijk voor het deel van de schuld dat hierop betrekking heeft. Het andere deel kwalificeert namelijk niet als eigenwoningschuld. De bovenstaande goedkeuring geldt ook als de woning overgaat van resultaat uit overige werkzaamheden naar privévermogen.

Forse bezuinigingen op komst Het blijft spannend hoe het koopkrachtplaatje er volgend jaar uitziet. Het kabinet heeft met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP een begrotingsakkoord bereikt over 2014. De begrotingsafspraken zijn verwerkt in de belastingplannen voor volgend jaar. Hoewel het zich laat aanzien dat de economie voorzichtig aantrekt, is het zeker dat er volgend jaar nog steeds fors bezuinigd moet worden! Aan de Europese afspraken van een maximaal begrotingstekort van 3% wordt namelijk grotendeels vastgehouden. Ook het nieuwe begrotingsakkoord bevat daarom een structurele besparing van 6 mld. Wel bevatten de begrotingsafspraken per saldo meer lastenverlichting en meer ombuigingen dan de oorspronkelijke plannen voor 2014. Onderstaand een overzicht van enkele belangrijke maatregelen uit de belastingplannen en het begrotingsakkoord. Opnieuw 'eenmalige' crisisheffing De eenmalige werkgeversheffing voor hoge lonen (crisisheffing) die werkgevers dit jaar moesten betalen wanneer hun werknemers in 2012 meer verdienden dan 150.000, zal opnieuw terugkeren in 2014. Dit heeft als gevolg dat u voor elke werknemer die dit jaar boven de 150.000 verdient, volgend jaar 16% extra belasting moet betalen over het meerdere boven de 150.000. Investeringsfaciliteiten aan banden Waar de crisis zich ook goed in laten voelen, zijn de investeringsfaciliteiten. De energieinvesteringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (Vamil) worden structureel gekort. Dat merkt u aan het minimuminvesteringsbedrag, dat voor deze regelingen omhooggaat van 450 naar 2.500. Een investering in een bedrijfsmiddel van minder dan 2.500 wordt dus uitgesloten van deze investeringsfaciliteiten. Op 1 januari 2014 stopt de tijdelijke verruiming van de willekeurige afschrijving. U kunt nog tot en met 31 december 2013 investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen! Op deze nieuwe investering mag u eenmalig en maximaal 50% willekeurig afschrijven. Over het restant moet u normaal afschrijven. Andere (bezuinigings)maatregelen Andere belangrijke maatregelen zijn: De belastingrente voor vennootschapsbelasting gaat vanaf 1 april 2014 fors omhoog: van 3% naar minimaal 8%. De afdrachtvermindering onderwijs vervalt met ingang van 1 januari 2014 en wordt dan vervangen door een subsidieregeling. De hypotheekrenteaftrek wordt vanaf volgend jaar voor zowel bestaande als nieuwe hypotheken versoberd door het maximale tarief waartegen hypotheekrente kan worden afgetrokken, jaarlijks met 0,5%-punt te korten. U krijgt wel compensatie door verlenging van de derde schijf in de inkomstenbelasting. De heffing op afval storten wordt opnieuw ingevoerd. Het tarief van de belasting op leidingwater wordt verhoogd. Per 2015 wordt de marge van 30% op het gebruikelijk loon verlaagd. Meevallers Uiteraard valt er ook een aantal meevallers te melden. Zo blijft de huidige zelfstandigenaftrek voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen (minimaal 1.225 uur) overeind. Bovendien is de verplichte invoering van de Werkkostenregeling uitgesteld tot 1 januari 2015. Verder zal het box 2- tarief in 2014 incidenteel worden verlaagd van 25% naar 22% en kunnen bedrijven een lastenverlichting tegemoet zien door een verlaging van werkgeverspremies (awf/aof). Het tijdelijk lage btw-tarief van 6% op arbeidskosten bij renovatie en onderhoud van bestaande woningen zal niet, zoals gepland, eindigen op 1 maart aanstaande, maar zal nog voor heel 2014 gelden.

Versoepeling aflossingseis eigenwoningschuld Er zijn al de nodige versoepelingen doorgevoerd sinds de nieuwe regels voor hypotheekrenteaftrek per 1 januari 2013 in werking zijn. De strenge regels blijken namelijk soms iets te nadelig uit te pakken voor woningeigenaren. Dat geldt ook voor de aflossingseis. Aflossingseis Met ingang van dit jaar geldt er voor nieuwe (hypothecaire) leningen voor de eigen woning een aflossingseis. Deze houdt in dat de lening moet worden afgelost in maximaal 30 jaar (360 maanden) en ten minste annuïtair. Voor op 1 januari 2013 bestaande leningen geldt deze aflossingseis niet. Alhoewel de aflossingseis duidelijk lijkt, werkt hij in bepaalde situaties toch te star uit. Met name in de situatie dat iemand zijn oude eigen woning vóór 1 januari 2013 heeft verkocht op die datum dus geen eigenwoningschuld meer had en na 1 januari 2013 een nieuwe woning koopt en deze financiert met een hogere eigenwoningschuld. In dat geval verkort de verstreken looptijd (vanaf 1 januari 2001 tot 1 januari 2013) van de oude eigenwoningschuld, de maximale periode van 360 maanden waarin de nieuwe schuld moet worden afgelost. De nieuwe (hypothecaire) lening voor de eigen woning moet dan sneller worden afgelost dan bij een nieuw aflossingsschema het geval zou zijn. Het gevolg is dat de maandlasten aanzienlijk zouden stijgen. Gelukkig geldt er voor die situatie nu een versoepeling. Deze versoepeling houdt in dat de verstreken looptijd van de oude eigenwoningschuld de aflossingstermijn van de nieuwe (hypothecaire) lening voor de eigen woning niet verkort. Sinds 1 januari 2001 is de rente voor een hypotheek of lening voor de eigen woning nog maximaal dertig jaar aftrekbaar in box 1. Aan deze dertigjaarstermijn verandert niets! Renteaftrek en versoepeling aflossingseis Hoe de versoepeling van de aflossingseis en de dertigjaarstermijn van de renteaftrek nu precies uitwerken, kunnen we het best uitleggen aan de hand van het volgende voorbeeld: Stel, u heeft op 1 januari 2001 een nieuwe eigen woning gekocht en hiervoor een aflossingsvrije hypotheek afgesloten van 120.000. In 2011, na tien jaar dus, verkoopt u deze woning weer voor 150.000. U behaalt dus een verkoopwinst (eigenwoningreserve) van 30.000. In 2013 koopt u een nieuwe woning voor 200.000. Uw nieuwe eigenwoningschuld bedraagt 170.000 ( 200.000-30.000 eigenwoningreserve). Voor 120.000 van de totale eigenwoningschuld van 170.000 heeft u nog twintig jaar recht op renteaftrek. Na deze periode verhuist dit gedeelte van de schuld naar box 3. Voor 50.000 heeft u nog dertig jaar recht op hypotheekrenteaftrek. Voor de totale schuld van 170.000 geldt wel dat deze volgens de aflossingseis in maximaal dertig jaar en ten minste annuïtair volledig moet worden afgelost.

Einde fiscaal voordeel ontslagvergoedingen Vanaf volgend jaar betaalt een werknemer die een ontslagvergoeding krijgt, direct belasting over het hele bedrag. De stamrechtvrijstelling voor een gouden handdruk wordt namelijk per 1 januari 2014 afgeschaft. De ontslagvergoeding onderbrengen in een stamrecht is dan niet meer mogelijk. Bijkomstig vervelend gevolg is dat wanneer de netto-ontslagvergoeding eind van het jaar op een bankrekening staat, deze gewoon meetelt voor de vermogensrendementsheffing in box 3. Heeft u in het verleden een ontslagvergoeding in een stamrecht ondergebracht, dan kunt u deze in 2014 in één keer en met korting opnemen. Stamrechten Wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt, kan een werknemer recht hebben op een vergoeding ter vervanging van gederfd of te derven loon, oftewel een ontslagvergoeding of gouden handdruk. Om te voorkomen dat deze werknemer in één keer belasting moet betalen over de ontslagvergoeding deze behoort immers tot het loon is het nu nog mogelijk om deze vergoeding onder te brengen in een stamrecht. Dit heeft als voordeel dat de ontslagvergoeding verspreid kan worden uitgekeerd uit het stamrecht, zodat de belastingdruk wordt verdeeld over een langere periode. Dit wordt ook wel stamrechtvrijstelling genoemd. Stamrechten kunnen op dit moment worden ondergebracht bij een bank, een beleggingsinstelling, een verzekeraar of in een zelf opgerichte stamrecht-bv. Een van de belangrijkste voorwaarden voor het stamrecht is dat deze uiterlijk in het kalenderjaar waarin u AOW-gerechtigd bent, periodiek gaat uitkeren. De plannen voor bestaande stamrechten Voor bestaande stamrechten blijft de stamrechtvrijstelling wel gelden, ongeacht of u deze nu heeft ondergebracht in een stamrecht-bv of bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar. U kunt dus nog blijven profiteren van de bestaande regels. Wel krijgt u de mogelijkheid om uw stamrechtaanspraak in 2014 in één keer op te nemen tegen een korting van 20%. Dat wil zeggen dat u slechts over 80% van de uitkering inkomstenbelasting moet betalen, in plaats van over 100%. Bovendien bent u dan geen (20%) revisierente verschuldigd. Ook na 2014 kunt u uw stamrechtaanspraak in één keer laten uitkeren, maar deze wordt dan wel voor 100% belast. Er is echter géén revisierente verschuldigd. Het is niet zonder meer aantrekkelijk om gebruik te maken van de 20%-korting bij het in één keer opnemen van de stamrechtaanspraak in 2014. Laat u goed voorlichten. Het volgend jaar met korting afrekenen tegen een toptarief van 52% is voor u wellicht onvoordeliger dan de stamrechtuitkeringen te spreiden over meerdere jaren en af te rekenen tegen een lager belastingtarief.

Verandering op komst in de deelnemingsvrijstelling Heeft uw bv aandelen in een of meerdere dochtervennootschappen, dan is waarschijnlijk de deelnemingsvrijstelling hierop van toepassing. In deze vrijstelling is een forse verandering op komst. Er is namelijk zeer recentelijk een wetsvoorstel ingediend dat regelt dat er een compartimenteringsreserve moet worden gevormd als niet langer aan de voorwaarden van de deelnemingsvrijstelling wordt voldaan. Deelnemingsvrijstelling in het kort Doel van de deelnemingsvrijstelling is te voorkomen dat de winst die al eerder belast is bij de dochtervennootschap (de deelneming) nog een keer belast wordt bij de moedervennootschap. Ontvangt uw bv vanuit de deelneming een dividenduitkering, dan geldt hiervoor dus een vrijstelling. Hetzelfde geldt voor behaalde winsten of verliezen bij de verkoop van de aandelen in een deelneming of de kosten die worden gemaakt. De deelnemingsvrijstelling is alleen van toepassing als uw bv 5% of meer van de aandelen in een andere vennootschap bezit en juist daar zit gelijk het probleem. Sfeerovergang Het kan namelijk gebeuren dat er op enig moment juist wel of juist niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor de deelnemingsvrijstelling. Er is dan sprake van een sfeerovergang. De aandelen in een dochtervennootschap gaan dan over van de belaste naar de onbelaste sfeer (deelnemingsvrijstelling) of andersom. Deze sfeerovergang leidt regelmatig tot discussies: zijn de voordelen uit de deelneming (dochtervennootschap) in dit geval nu opgekomen in een belaste of een onbelaste periode? Compartimenteringsreserve Met de compartimenteringsreserve wil de wetgever een eind maken aan deze discussies. Het komt er kort gezegd op neer dat uw bv bij een sfeerovergang een compartimenteringsreserve moet vormen voor het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer van de aandelen in de deelneming en de boekwaarde hiervan. Bepalend is de waarde op het tijdstip direct voorafgaand aan de sfeerovergang. Is sprake van een sfeerovergang van belast naar onbelast, dan moet uw bv een belaste compartimenteringsreserve op de balans vormen. Is juist sprake van de omgekeerde situatie, dus een sfeerovergang van onbelast naar belast, dan moet er een onbelaste compartimenteringsreserve worden gevormd. De compartimenteringsreserve valt al dan niet belast vrij als op de aandelen in een deelneming (dochtervennootschap) positieve of negatieve voordelen worden gerealiseerd. Daarbij gaat het niet alleen om vervreemdingsvoordelen bij bijvoorbeeld verkoop van de aandelen, maar ook om ontvangen dividenden. De compartimenteringsreserve is nu nog niet van toepassing. Het gaat immers nog om een wetsvoorstel. Als de Tweede en Eerste Kamer instemmen met het wetsvoorstel, dan werkt de compartimenteringsreserve terug tot en met 14 juni 2013. Uw bv moet de reserve voor een bestaande deelneming dan vormen op het moment dat voor het eerst na die datum een voordeel wordt genoten op de aandelen in de deelneming.

TIPS Hogere belastingvrijstelling voor schenkingen rondom de eigen woning Ontvangt u een schenking om een eigen woning aan te kopen, te verbouwen of om uw hypotheekschuld af te lossen, dan kunt u rekenen op extra voordeel. Van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 kunt u profiteren van een hogere vrijstelling in de schenkbelasting als het gaat om een schenking voor de eigen woning. De oude regels van de vrijstelling stelden eisen aan de relatie tussen schenker en ontvanger (ouder en kind) en aan de leeftijd van de ontvanger, namelijk tussen de 18 en 40 jaar. Deze beperkingen gelden nu tijdelijk niet meer. Bovendien is het maximumbedrag van de vrijstelling gestegen. U mag dus van een ouder, een familielid of van een willekeurige derde een schenking ontvangen van maximaal 100.000 (in plaats van het oude plafond 51.407), mits u dit bedrag gebruikt voor de eigen woning of voor de aflossing van een hypotheekschuld. Heeft u al eerder gebruikgemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling bij een schenking van uw ouders, dan komt deze eerdere schenking in mindering op de verhoogde vrijstelling van 100.000 wanneer uw ouders dit extra bedrag schenken. U mag de schenking ook gebruiken voor de aflossing van een restschuld na verkoop van uw eigen woning. Dit is een structurele verruiming vanaf 29 oktober 2012, die ook na 1 januari 2015 blijft gelden. Belastingschuld soms wel aftrekbaar in box 3 Normaal gesproken komen nog te betalen belastingschulden niet in mindering op uw box 3-vermogen, behalve als het erfbelastingschulden betreft. Op die regel bestaat echter een uitzondering. Wanneer u op tijd een verzoek heeft ingediend voor een (nadere) voorlopige aanslag of een aangifte, maar de Belastingdienst er te lang over doet om de (nadere) voorlopige aanslag op te leggen waardoor u uw belastingschuld niet voor het eind van het jaar hebt kunnen betalen, dan mag u deze schuld toch meenemen in box 3. Op tijd betekent dat uw verzoek om een (nadere) voorlopige aanslag voor het belastingjaar 2013 uiterlijk acht weken voor het einde van het kalenderjaar moet zijn ingediend. Voor een aangifte geldt uiterlijk dertien weken voor het einde van het kalenderjaar. Is de Belastingdienst vervolgens te laat met het vaststellen van de (nadere) voorlopige aanslag, dan mag u de hierdoor nog niet betaalde belastingschuld in mindering brengen op een of meer van de (niet vrijgestelde) bezittingen in box 3. De bezittingen mogen echter niet op een negatief bedrag uitkomen. Zwartspaarders krijgen nog één kans De Belastingdienst geeft zwartspaarders tot uiterlijk 1 juli 2014 nog een boetevrije kans om zich vrijwillig te melden met hun zwarte geld. Daarna gaan de oude regels weer gelden waarbij zware boetes worden uitgedeeld: 30% van de ontdoken belasting. Vanaf 1 juli 2015 stijgt de boete zelfs naar 60% van de ontdoken belasting. Wie bepaalde inkomsten of vermogen (binnenlands en buitenlands) in het verleden niet of niet volledig aan de Belastingdienst heeft doorgegeven, heeft de mogelijkheid om zijn aangifte inkomstenbelasting vrijwillig te verbeteren. Dit heet ook wel de inkeerregeling. Deze vrijwillige verbetering is alleen mogelijk wanneer de Belastingdienst nog geen lucht heeft gekregen van verzwegen inkomsten of vermogen. Wie binnen twee jaar na het doen van onjuiste of onvolledige aangifte deze vrijwillig verbetert, krijgt geen boete. Daarna is een boete wel mogelijk, maar dit is nu tijdelijk versoepeld. Iemand die zich vóór 1 juli 2014 met een beroep op de inkeerregeling alsnog vrijwillig meldt bij de Belastingdienst, krijgt hierdoor alsnog geen boete.

Belastingdienst intensiveert controle op niet afgedragen btw De Belastingdienst is op dit moment druk bezig om de aangifte inkomstenbelasting of de aangifte vennootschapsbelasting van ondernemers te vergelijken met de btw-aangiften. Blijkt hieruit een btwschuld over voorgaande jaren, dan ontvangt u van de Belastingdienst een brief waarmee u de aangiftegegevens kunt controleren, vóórdat een aanslag zal worden opgelegd. Het gaat om btw-schulden over de periode 2008 tot en met 2012. Naar schatting hebben enkele tienduizenden ondernemers hun achterstallige btw nog niet gemeld, ondanks een eerdere oproep van de Belastingdienst om dit vóór 1 juni 2013 te doen. Een btw-balansschuld is het verschil tussen de reeds afgedragen btw en de btw die had moeten worden afgedragen. Btw-schulden van voorgaande jaren moet u melden met een 'suppletie omzetbelasting'. Staat er op uw balans nog een btw-schuld, doe dan zo snel mogelijk een melding en voorkom dat heffingsrente en boete verder oplopen. Neem hiervoor contact met ons op. Einde partnertoeslag AOW in zicht Wanneer u zelf een AOW-uitkering ontvangt, maar uw partner nog niet, dan komt u mogelijk in aanmerking voor een AOW-partnertoeslag. Deze partnertoeslag stopt in 2015 voor iedereen die op of na 1 januari 1950 geboren is. Bent u vóór die tijd geboren, dan komt u wel in aanmerking, mits uw inkomen niet te hoog is. Het kabinet wil namelijk de partnertoeslag AOW voor mensen met een gezamenlijk inkomen vanaf ongeveer 54.000 (exclusief AOW) in 2015 helemaal afschaffen. Bedraagt het inkomen van u en uw partner (exclusief AOW) meer dan 46.000, maar minder dan circa 54.000, dan wordt de partnertoeslag vanaf 1 januari 2015 geleidelijk afgebouwd. In 2018 stopt de partnertoeslag in dat geval helemaal. Deze geleidelijke afbouw van de partnertoeslag AOW voor de hoogste inkomens moet nog goedgekeurd worden door de Tweede en Eerste Kamer. Minder erfbelasting bij het erven van een serviceflat Door de crisis op de woningmarkt zijn ook serviceflats maar moeilijk verkoopbaar. Vaak wordt een dergelijke woning ver onder de WOZ-waarde verkocht. Een serviceflat is een specifiek type woning met extra voorzieningen, zoals een maaltijdservice en huishoudelijke hulp, die verplicht moeten worden afgenomen. Normaal gesproken moet een woning voor de erfbelasting gewaardeerd worden op de WOZ-waarde. Erft u echter een serviceflat, dan mag deze voorlopig gewaardeerd worden op de waarde in het economisch verkeer (verkoopwaarde) op de datum van het overlijden van de erflater. Deze waarde moet dan wel minimaal 30% afwijken van de WOZ-waarde van de serviceflat. Door deze andere waardering bent u als erfgenaam in ieder geval minder erfbelasting verschuldigd. Geen btw-aangiftebrief meer in 2014 De Belastingdienst stopt met het versturen van de aangiftebrief omzetbelasting. Deze brief ontvangen ondernemers nu nog automatisch als een herinnering voor het op tijd doen van de aangifte. Bij de brief zit ook een acceptgiro waarmee de verschuldigde btw kan worden voldaan. Vanaf 2014 ontvangt u echter geen aangiftebrief omzetbelasting meer. Wel ontvangt u begin januari eenmalig een jaaroverzicht met daarin de aangiftetijdvakken, uiterste inlever- en betaaldatums en de betalingskenmerken. De bij de aangiftebrief omzetbelasting bijgeleverde acceptgiro verdwijnt al vanaf december 2013.