Besluit omgevingsvergunning OLO Aanvraagnummer 2053475 Air Products Nederland B.V. Schalkwijkpolderweg 2 1165 AC Halfweg Locatie: Air Products Nederland B.V. Schalkwijkpolderweg 2, 1165 AC Halfweg Onderwerp: Omgevingsvergunning; milieuneutrale verandering van een inrichting (omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e (milieu) van de Wabo) voor het veranderen van de wijze van aanvoer van helium, het tijdelijk parkeren van vrachtwagens met gassen en het plaatsen van kleine koelinstallatie. Dit document betreft een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Deze beschikking zal, in ieder geval, ook gepubliceerd worden. 1
INHOUDSOPGAVE A OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT...3 1 Onderwerp...3 2 Besluit...3 3 Afschrift...3 B OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL...4 1 Huidige vergunningsituatie...4 2 Bevoegd gezag...4 3 Ontvankelijkheid en opschorting procedure...4 4 Procedure (regulier) en zienswijze...4 5 Adviezen...5 C OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN...6 1 Activiteit Milieu...6 D ONDERTEKENING...8 2
A OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1 Onderwerp Wij hebben op 11 november 2015 een aanvraag om een omgevingsvergunning (milieu) ontvangen van Witteveen en Bos als gemachtigde van Air Products Nederlands BV (verder Air Products) voor het veranderen van de wijze van aanvoer van helium, het tijdelijk parkeren van vrachtwagens met gassen en het plaatsen van een kleine koelinstallatie. Daarnaast is beschreven op welk wijze invulling wordt gegeven aan voorschrift 1.31 van de oprichtingsvergunning (Opslag drukrecipiënten). De aanvraag is geregistreerd onder nummer OLO-registratienummer 2053475, intern is de aanvraag geregistreerd onder zaaknummer 163055. 2 Besluit I. Wij besluiten, gelet op artikel 2.14, vijfde lid, juncto artikel 3.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e van de Wabo te verlenen. II. De vergunning wordt verleend voor het veranderen van de wijze van aanvoer van helium, het tijdelijk parkeren van vrachtwagens met gassen en het plaatsen van een kleine koelinstallatie. III. De volgende stukken en bijlagen maken deel uit van de vergunning: 1. De OLO aanvraagformulieren 163055. a. Bijlage Toelichting milieuneutrale wijziging. 3 Afschrift Een exemplaar van deze beschikking zullen wij zenden aan: Directie Air Products Nederland B.V. B&W gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Witteveen&Bos (gemachtigde van aanvrager) 3
B OMGEVINGSVERGUNNING PROCEDUREEL 1 Huidige vergunningsituatie Op 6 november 2013, kenmerk 664517, is aan Air Products Benelux B.V. (hierna: Air Products) vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verleend voor een inrichting voor het opslaan, vullen en distribueren van gasflessen, gelegen aan de Schalkwijkpolderweg 2 te Halfweg. Op grond van de wabo hebben wij de volgende omgevingsvergunning verleend: Een omgevingsvergunning voor de milieu neutrale wijziging en bouw in verband met de verandering van de lay-out van de inrichting (2014). 2 Bevoegd gezag In het Besluit omgevingsrecht (Bor), artikel 3.3, eerste lid, is vastgelegd welke overheidsorgaan bevoegd is voor het verlenen van omgevingsvergunningen. Met ingang van 1 januari 2016 (Stb. 2015, nr. 413) heeft hier een wijziging in plaatsgevonden. Hierdoor is voor inrichtingen waarop het Besluit risico s zware ongevallen 2015 (Brzo 2015) van toepassing is gedeputeerde staten van de provincie waarin de inrichting is gelegen het bevoegd gezag. In dit concrete geval leidt dat tot de volgende situatie. Bij het indienen van de aanvraag was de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude het bevoegd gezag. Dit besluit is na de genoemde wijziging van het Bor genomen, het bevoegd gezag is nu gedeputeerde staten. Beide overheidsorganen hebben hun taken voor de omgevingsvergunning (onderdeel milieu) overgedragen aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied waardoor er geen fysieke overdracht van de aanvraag heeft plaatsgevonden. 3 Ontvankelijkheid en opschorting procedure Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overgelegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. 4 Procedure (regulier) en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 25 november 2015 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in het gemeentelijk Nieuwsblad (digitaal). 4
5 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede artikel 6.1 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude gezonden. Wij hebben vervolgens geen advies ontvangen. 5
C OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 1 Activiteit Milieu 1.1 Uitwerking voor milieuneutrale veranderingen Air Products heeft op de locatie Schalkwijkpolderweg sinds eind 2013/ begin 2014 een nieuwe inrichting in gebruik. Bij het in gebruik hebben van de inrichting is gebleken dat enkele zaken aangepast moeten worden en zijn andere behoeftes ontstaan. Hiervoor heeft Air Products een verzoek ingediend. Het betreft de volgende aspecten: - vrachtwagens met vloeibare gassen worden tijdelijk geparkeerd op de locatie van Air Products te Haarlemmerliede; - realiseren van een kleine koelinstallatie naast de bestaande CO2 opslagtank; - op het terrein is een trailer met helium cilinders (heliumtube trailer) aanwezig. De vergunning is verleend voor heliumgasflessen-pakketten. Daarnaast is binnen de inrichting een aantal drukrecipiënten (gasflessen) geconstateerd, die niet tegen omvallen is beschermd. In de PGS15 is een toelichting gegeven hoe op een aanvullende manier wel kan worden voldaan, Air Products heeft beschreven hoe zij daar invulling aangeeft. Per onderwerp zullen hieronder voor de relevante milieuaspecten de overwegingen worden weergegeven. - Parkeren vrachtwagens met vloeibare gassen. Vrachtwagens van een andere productielocatie van Air Products zijn op het einde van de werkdag niet leeg. Men wil in plaats terugrijden naar bijv. Rotterdam de vrachtwagens parkeren in deze inrichting en dan de volgende ochtend weer vertrekken. Het betreft vrachtwagens met gasflessen gevuld met zuurstof, stikstof of argon. Dit zijn zogenaamde inerte gassen. De aankomst van de vrachtwagens is einde van de middag (vóór 19.00u) en ze vertrekken in de ochtend (ná 7.00u). De vrachtwagens zullen alleen parkeren, er vinden geen laad- en losactiviteiten plaats. Uit intern onderzoek van Air Products is gebleken dat de parkeerplaats van trailers aan de noordzijde (nabij terrein Post NL) niet wenselijk is vanwege teveel beperkingen van de reguliere trailers die daar laden en lossen. Het mogelijke geluidseffect door het parkeren van de vrachtwagens is in beeld gebracht, hieruit is gebleken dat in de dagperiode (7.00 19.00u) de vergunde geluidruimte niet volledig wordt gebruikt. De 3 extra vrachtwagens (6 vervoerbewegingen) komen bij de al vergunde 185 (vrachtwagens en personenauto s) bewegingen in de dagperiode. De gassen die vervoert worden beschouwd men vanwege de chemische eigenschappen als inert. Zuurstof is wel reactief maar vormt alleen een extra risico als het nabij een brandbaar/explosief mengsel wordt opgeslagen (geparkeerd). Bij een incident bij het brandbare mengsel zal het zuurstof het effect vergroten. In het QRA (risicoanalyse) die bij de oprichtingsvergunning is ingediend zijn de meest risicovolle scenario s bekeken, zoals opslag en handelingen met giftige en brandbare stoffen. De opslag/handelingen met de nu betrokken gassen is hierin niet relevant geweest. Het parkeren van de vrachtwagens leidt nu dus ook niet tot nieuwe of andere scenario s voor het QRA. Hiermee zijn de geparkeerde vrachtwagens niet relevant voor externe veiligheid. 6
- Koelinstallatie. Naast de aanwezige CO 2 -tank wil Air Products een kleine koelinstallatie plaatsen. Men wil restant CO 2 uit retourgasflessen hergebruiken door het in de tank te pompen, hiervoor moet het worden gekoeld. De omvang van de koelinstallatie is vergelijkbaar met een koelkast. De koelinstallatie wordt geplaatst nabij de huidige cryogene pompen. Het bronvermogen van de nieuwe koelinstallatie (71dB(A)) is aanmerkelijk lager dan van de cryogene pompen (gezamenlijk 94 db(a)) waardoor de koelinstallatie geen merkbare bijdrage heeft op de geluidrekenpunten uit de oprichtingsvergunning. - Heliumtrailer In de huidige werkwijze van Air Products kan helium intern worden opgeslagen in gasflessenpakketten op een trailer, dit is ook in de oprichtingsvergunning vastgelegd. In de praktijk is behoefte om in plaats van de gasflessen-pakketten een zogenaamde tubetrailer te gebruiken als voorraad om de kleinere gasflessen te vullen. Er zal geen combinatie van beide aanwezig zijn. De tubetrailer heeft een grotere inhoud dan de gasflessen-pakketten. In de oprichtingsvergunning is opgenomen hoeveel gas en van elke soort aanwezig mag zijn. Helium valt onder het soort inert, de totale hoeveelheid wordt door deze verandering niet overschreden. Door de verandering hoeft er minder vaak een nieuwe trailer te worden aangevoerd (minder transportbewegingen) en vinden er minder handelingen plaats. In het QRA (risicoanalyse) die bij de oprichtingsvergunning is ingediend zijn de meest risicovolle scenario s bekeken, zoals opslag en handelingen met giftige en brandbare stoffen. De heliumopslag is hierin niet relevant geweest. De verandering waarbij ook tubetrailers aanwezig kunnen zijn leidt nu dus ook niet tot nieuwe of andere scenario s voor het QRA. Door het gebruik van de tubetrailers zijn er minder transportbewegingen wat een (beperkt) gunstig effect heeft op de geluidsbijdrage. De aanwezigheid van de tubetrailer heeft geen nadelige effecten. - Drukrecipiënten (gasflessen) In de oprichtingsvergunning (vs. 1.31) is onder andere opgenomen dat gasflessen moeten zijn opgeslagen volgens de PGS-15, vs. 6.2.7). Hierin staat gasflessen moeten door vastzetten of anderszins tegen omvallen zijn beschermd. Bij een controle is geconstateerd dat gasflessen niet vaststonden. Bij een nadere bestudering van het voorschrift en de toelichting uit de PGS-15 is gebleken dat er een nuancering is op dit voorschrift. Door Air Products is in de aanvraag een beschrijving opgenomen over de wijze waarop zij hieraan invulling geven. Belangrijke criteria zijn: - De gasflessen zijn opgeslagen in transportpallets, deze voldoen aan de voorwaarden van voorschrift 6.2.7 van de PGS-15; - De transportpallets bestaan uit een staalconstructie van voldoende hoogte en zijn aan drie zijden gesloten; - Gasflessen in een transportpallet staan bij elkaar en tegen de wand; - De voorzijde van de transportpallet is voorzien van een constructie om omvallen te voorkomen (bijv. spanbanden). De voorziening wordt losgehaald als handelingen (in en uithalen van gasflessen) plaatsvinden. Op het einde van elke werkdag wordt de constructie bij elke transportpallet weer dichtgemaakt. Air Products stelt een interne werkinstructie op om de genoemde aspecten te borgen. 7
Conclusie De aangevraagde veranderingen passen binnen de vergunde milieubelasting. Verder geeft de verandering geen aanleiding tot het maken van een milieueffectrapport en leidt deze niet tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. De aangevraagde verandering past binnen de criteria van de milieuneutrale verandering als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. Op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag is derhalve de reguliere procedure uit de Wabo van toepassing. D ONDERTEKENING Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, namens dezen, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, Interim teammanager Vergunningverlening BRZO/RIE bedrijven Dhr. E.J.M. Neering Bezwaar en voorlopige voorziening Als u belanghebbende bent kunt u, binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van deze beschikking aan de aanvrager, schriftelijk bezwaar maken. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 123, 2000 MD Haarlem. U kunt telefonisch een folder aanvragen over de bezwaarprocedure (023-514 41 41) of voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl. Als u bezwaar heeft gemaakt, kunt u tevens bij de voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank om een voorlopige voorziening verzoeken. 8