DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het reglement van orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios psychiatrie, wonende te.. en B, opleider psychiatrie bij C, te.. Geschillencommissie Verloop van de procedure De aios heeft op respectievelijk 28 december 2015 en 30 maart 2016 een voorlopig en aanvullend verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend betreffende een geschil tussen de aios en de opleider. Op 18 april 2016 heeft de aios het besluit tot beëindiging van de opleiding overgelegd. Op 18 mei 2016 heeft de opleider een verweerschrift ingediend. Op 27 mei 2016 heeft de aios aanvullende informatie ingediend. Op 7 juni 2016 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Geschil Het geschil heeft betrekking op het mondelinge besluit van de opleider, van 2 november 2015 en schriftelijk bevestigd op 14 december 2015, waarbij de opleiding psychiatrie van de aios werd beëindigd per 1 januari 2016. De aios is het daar niet mee eens. Regelgeving Voor de beoordeling van het geschil zijn van toepassing: De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari 2013 Het Kaderbesluit CCMS, zoals gewijzigd en in werking getreden op 1 juli 2014 Het besluit psychiatrie, in werking getreden op 1 januari 2011 Het Reglement van Orde geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari 2013. Feiten De aios is op 1 april 2013 met de opleiding psychiatrie gestart. De aios liep van april tot en met september 2013 stage op de Poli A&S. Op 8 juli 2013 heeft een eerste voortgangsgesprek plaatsgevonden. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. Er is besproken wat goed ging en beter kon. De opleider had de indruk dat het goed ging, maar de registratie en brieven verdienden aandacht. Een tweede gesprek vond plaats op 7 oktober 2013. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. Er waren in toenemende mate klachten over de aios. Ze liet steken vallen. De opleider wees haar erop dat indien dat TELEFOON (030) 28 23 206 E-MAIL geschillencommissie@ fed.knmg.nl
weer zou gebeuren, de opleiding beëindigd zou worden. Er werd afgesproken dat de aios bij de volgende stage steekproefsgewijs zou worden gecontroleerd. De mentor was op de hoogte van de situatie en de aios had een leertherapeut. Een 360 graden methode zou vaker dan 2 keer per half jaar worden uitgezet, zodat de aios kon laten zien dat ze ontvankelijk was voor waar het om gaat. De aios liep van oktober tot en met december 2013 stage bij de afdeling ontwikkelingsstoornissen. Op 11 december 2013 heeft een supervisorenoverleg plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. De aios was hier niet bij aanwezig. Tijdens dit overleg heeft de opleider aangegeven dat hij de indruk had dat het niveau van de aios niet voldoende was. Op 6 januari 2014 heeft het derde voortgangsgesprek plaatsgevonden. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. De indruk bestond dat het beter ging en de aios zich hield aan de interne orde van het bedrijf. De aios moest nu zorgen dat ze haar CAT, referaat en patiëntendemo beter zou voorbereiden. De aios moest met haar mentor in contact blijven en aan het eind van het eerste jaar moest duidelijk zijn of de aios de opleiding kon voortzetten. De aios heeft vervolgens in januari 2014 de opleiding onderbroken in verband met ziekte. Zij heeft de opleiding weer in juli 2014 voor 50% hervat. De aios heeft van juli tot en met september 2014 stage gelopen in de ouderenkliniek D. Op 22 september 2014 heeft een vierde gesprek plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Het begin van de stage stond in het teken van de re-integratie. Als leerdoel werd verdieping geformuleerd. In verband met de ziekteperiode was het nog onduidelijk wanneer het A/B formulier moest worden ingevuld. De aios heeft van oktober 2014 tot en met maart 2015 stage gelopen op de poli forensische psychiatrie. Op 4 december 2014 heeft een supervisorenoverleg plaatsgevonden, waarbij de aios niet aanwezig was. Van dit overleg is een verslag gemaakt. Er werd geconstateerd dat het niveau van de aios nog onder de maat was en dat de aios daarvan op de hoogte was. Op 2 februari 2015 heeft het einde eerste-jaarsgesprek plaats gevonden. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. Er was sprake van een leercurve, maar het moest beter. Het niveau was nog niet op het niveau van een einde eerste-jaars aios. Er waren twijfels hoe het niveau zich zou ontwikkelen en er zou een intensief begeleidingstraject plaatsvinden. Indien er begin 2016 nog twijfels zouden zijn, zou de opleiding worden beëindigd. De aios begreep dit en was het er mee eens. Het A/B formulier is op 2 februari 2015 ingevuld. Het functioneren was nog beneden niveau ten aanzien van medisch handelen en kennis en wetenschap. Er was reden tot een geïntensiveerd opleidingstraject. De aios heeft van 1 april tot en met december 2015 stage gelopen in de kliniek E. 2
Uit een e-mailbericht van 17 april 2015 gericht aan de aios is gebleken dat er klachten waren binnengekomen bij de receptie over de overdracht van de aios. De aios werd om actie verzocht. Op 20 april 2015 heeft een voorgangsgesprek plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. De supervisor, tevens plaatsvervangend opleider, had de aios aanvankelijk met een krappe voldoende beoordeeld, maar was er op dat moment niet van op de hoogte dat de administratieve werkzaamheden te wensen overlieten. Wat dat betrof, was de stage onvoldoende. De supervisor was niet van mening dat de opleiding op dat moment al moest worden beëindigd, maar de begeleiding was wel intensief geweest. De opleider miste motivatie, het actief nastreven van een goed resultaat. Bij zowel de opleider als de plaatsvervangend opleider was de twijfel over de geschiktheid van de aios nog niet weg. Planning en organisatie was een zwak punt. De aios zou met de supervisor van de volgende stage een werkplan maken. Op 4 juni 2015 heeft een supervisorenoverleg plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. De aios was niet bij het overleg aanwezig. De opleider maakte zich nog steeds zorgen over het functioneren van de aios. De stage forensische poli werd als net voldoende beoordeeld. Er moest extra aandacht aan de aios worden besteed. De supervisor heeft op 2 november 2015 een voorlopige beoordeling opgesteld. De aios had in principe voldoende kennis op het gebied van psychiatrie, maar was onvoldoende in staat om zelf op kritische wijze de diagnose te stellen en te evalueren. Het lukte de aios niet haar brieven goed bij te houden en ze functioneerde onvoldoende zelfstandig. Ze werkte hard. De stage werd met een onvoldoende beoordeeld. Op 2 november 2015 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden waarbij de opleider, supervisor, een psychiater uit de opleidingsgroep en de aios aanwezig waren. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. De opleider constateerde dat er weliswaar voortgang was geboekt maar dat dit te weinig was. De aios had onvoldoende overzicht, stond te weinig boven dingen en had te weinig helikopterview. Ze schoot wat de inhoud en het technische betreft, te kort. De opleiding zou worden beëindigd. Op 3 december 2015 is in het supervisorenoverleg besproken dat de opleiding van de aios was beëindigd. De aios liet steken vallen. Ze kwam te laat of kwam niet, ondanks dat ze was verzocht op tijd te komen. De aios heeft te weinig kennis en inzicht. Gedurende de opleiding hebben meerdere feedbackbeoordelingen, KPB s en CAT beoordelingen plaatsgevonden. Standpunt aios De aios is het niet eens met de beëindiging van de opleiding. Zij is eerder in opleiding geweest maar de opleiding werd toen in goed overleg beëindigd. Zij heeft het idee dat zij geen eerlijke tweede kans heeft gekregen en dat haar functioneren onder een vergrootglas lag. Zij heeft in haar leerproces enorme stappen gezet. Daarnaast stelt zij dat de beoordeling van 2 november 2015 de eerste negatieve beoordeling is die zij heeft ontvangen en dat die daarom niet kan leiden tot beëindiging van de opleiding. Daarnaast kan zij zich niet vinden in de argumenten van de opleider. Zij liet tijdens de laatste stage groei zien en 3
dat was ook door de plaatsvervangend opleider geconstateerd. De beëindiging van de opleiding kwam voor haar dan ook onverwacht. Zij had het idee dat de stage goed ging. Na een negatieve beoordeling had een geïntensiveerd begeleidingstraject moeten plaatsvinden. Dit is niet gebeurd. De bij het verweerschrift overgelegde verslagen van het supervisorenoverleg kent de aios niet en deze zijn ook niet met haar besproken. Ook had zij de verslagen van de voortgangsgesprekken niet allemaal ontvangen. De aios wil in de gelegenheid worden gesteld haar opleiding met een geïntensiveerd begeleidingstraject in een andere opleidingsinrichting voort te zetten. Standpunt opleider De opleider stelt zich op het standpunt dat de aios niet geschikt is om de opleiding tot psychiater voort te zetten. De aios is eerder in opleiding geweest. De opleiding is toen met instemming van de aios na een jaar beëindigd. Toen zij in april 2013 met de opleiding startte, leek het op een aantal terreinen iets beter te verlopen. Maar al snel bleek dat voortdurende controle op uitvoeringsaspecten noodzakelijk bleef. Tijdens de voortgangsgesprekken is dit ook steeds aan de orde geweest en er is veel gesproken over ondersteunende maatregelen. De plaatsvervangend opleider heeft zich intensief met de begeleiding van de aios bezig gehouden. De meer technische kant van de psychiatrische vaardigheden kreeg de aios wel beter onder de knie, maar het dieper doorvragen en het volgen van eigen inzicht en intuïtie bleef een onderontwikkeld aspect. Tijdens de laatste stage liet de aios weer veel steken vallen. Dit is met de aios besproken. De aios heeft gedurende de opleiding extra begeleiding gekregen en er hebben veel gesprekken plaatsgevonden. De punten die verbeterd moesten worden zijn geformuleerd en de aios was hiervan op de hoogte. Er is sprake van een patroon waar de aios geen grip op lijkt te kunnen krijgen. Het algemene niveau van functioneren, de integratie van informatie tot een brede en gewogen beoordeling van de problematiek van de patiënten en het formuleren van een eigen visie op het in te zetten beleid, ontberen voldoende diepgang. De kwaliteit van werken is onbestendig en de aios kan onverwacht falen in het voldoen aan gerechtvaardigde verwachtingen. Bevoegdheid geschillencommissie Voordat een geschil aan de geschillencommissie kan worden voorgelegd, moet eerst bemiddeling hebben plaatsgevonden. Ingevolge artikel 3 van het reglement van orde van de geschillencommissie moet een verzoek tot bemiddeling binnen vier weken na het besluit van de opleider aan de centrale opleidingscommissie worden voorgelegd. De centrale opleidingscommissie heeft zes weken de tijd om te bemiddelen in het geschil. De centrale opleidingscommissie kan gebruik maken van een mediator. Indien het geschil onbemiddelbaar is gebleken kan de aios binnen twee weken het geschil aan de geschillencommissie voorleggen. De opleider heeft op 2 november 2015 besloten tot beëindiging van de opleiding en heeft dit bij schrijven van 14 december 2015 aan de aios bevestigd. De aios heeft het geschil vervolgens binnen vier weken aan de centrale opleidingscommissie voorgelegd en heeft op 28 december 2015 een pro forma verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend. De centrale opleidingscommissie heeft op 22 maart 2016 geconcludeerd dat het geschil onbemiddelbaar was en dit aan de aios meegedeeld. De aios heeft vervolgens binnen twee weken een aanvullend verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend. De geschillencommissie is bevoegd het geschil in behandeling te nemen 4
Overwegingen Artikel B.12 Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. Artikel B.13 Kaderbesluit bepaalt dat de aios in een voortgangsgesprek wordt beoordeeld op de voortgang in zijn ontwikkeling en in de jaarlijkse beoordeling of hij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten. Artikel B.14 Kaderbesluit bepaalt dat tijdens de opleiding gesprekken plaatsvinden tussen de opleider en de aios over de voortgang in de ontwikkeling van de aios. In het eerste jaar van de opleiding vinden ten minste vier voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per kwartaal. In het tweede en derde jaar vinden ten minste twee voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per half jaar. In de opleidingsjaren daarna tot het einde van de opleiding vindt ten minste één voortgangsgesprek per opleidingsjaar plaats, waarbij geldt dat een voortgangsgesprek ten minste drie maanden voor het eind van elk opleidingsjaar wordt gehouden. Een voortgangsgesprek kan aanleiding geven het individueel opleidingsplan bij te stellen en kan leiden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Van het voortgangsgesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt dat zowel door de opleider als door de aios wordt ondertekend. Artikel B.15 Kaderbesluit bepaalt dat aan het eind van elk opleidingsjaar, dat wil zeggen in ieder geval binnen een maand nadat de aios twaalf maanden opleiding heeft gevolgd, een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. Dit geldt niet voor het laatste opleidingsjaar. Artikel B.22 Kaderbesluit bepaalt dat tot een geïntensiveerd begeleidingstraject kan worden besloten naar aanleiding van een voortgangsgesprek, een jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling of een eindbeoordeling. Voor een geïntensiveerd begeleidingstraject wordt het individuele opleidingsplan bijgesteld. Het plan vermeldt de doelen van en de voorwaarden waaronder een geïntensiveerd begeleidingstraject plaatsvindt, de termijn en de wijze waarop ontwikkeling van de aios zal worden beoordeeld. Een geïntensiveerd begeleidingstraject duurt minimaal drie en maximaal zes maanden. Tijdens het traject vindt ten minste één voortgangsgesprek plaats. Het traject wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. De opleider brengt de RGS op de hoogte van het geïntensiveerd begeleidingstraject en wijst de aios op de geschillenprocedure. De aios is op 1 april 2013 met de opleiding psychiatrie gestart. Er hebben tot eind januari 2014 iedere 3 maanden voortgangsgesprekken plaatsgevonden. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt, maar die zijn niet door de aios getekend. Volgens de aios klopte de inhoud van de verslagen. De aios heeft vanaf eind januari 2014 tot juli 2014 de opleiding wegens ziekte onderbroken. Blijkens het verslag van het eerste gesprek, leek het goed te gaan. Als aandachtspunt werden de brieven en registratie genoemd. Uit het verslag van het tweede gesprek blijkt dat er klachten over het functioneren van de aios waren. De aios werd er op gewezen dat, indien er geen sprake van verbetering zou zijn, de opleiding zou worden beëindigd. Er werd afgesproken dat de aios steekproefsgewijs zou worden gecontroleerd door de supervisor en dat de aios vaker een 360 graden feedback zou uitzetten. De mentor van de aios was op de hoogte en de aios had leertherapie. Het functioneren van de aios verbeterde, hetgeen blijkt uit het verslag van het derde voortgangsgesprek. De aios moest contact houden met haar mentor en ze moest haar CAT, patiëntendemo en referaat beter voorbereiden. Aan het eind van het opleidingsjaar moest duidelijk worden of de aios de opleiding kon voortzetten. 5
De aios heeft na een onderbreking, de opleiding in juli 2014 voortgezet. Aanvankelijk was er sprake van een re-integratietraject. Het was daardoor onduidelijk wanneer de einde eerste jaarsbeoordeling moest plaatsvinden. Tijdens de periode van re-integratie heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden. Het leerdoel was verdieping. Het einde eerste-jaarsgesprek vond plaats op 2 februari 2015. En op die datum is ook het A/B formulier ingevuld. Hieruit blijkt dat de aios op het gebied van medisch handelen en kennis en wetenschap beneden niveau functioneerde. Er was reden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Blijkens het verslag was afgesproken dat de aios intensiever begeleid zou gaan worden en dat indien er begin 2016 nog twijfels bestonden over de geschiktheid van de aios voor de opleiding, de opleiding beëindigd zou worden. De geschillencommissie constateert dat in het eerste jaar voldoende voortgangsgesprekken hebben plaatsgevonden. Er bestond al vrij snel twijfel over de geschiktheid van de aios. De opleiding werd echter na het eerste jaar niet beëindigd. Blijkens het A/B formulier bestond er reden voor een geïntensiveerd begeleidingstraject. Er is echter geen sprake geweest van een geïntensiveerd begeleidingstraject als bedoeld in artikel B.22 Kaderbesluit. Een dergelijk traject duurt immers minimaal drie en maximaal zes maanden. Ook is het individueel opleidingsplan niet bijgesteld en zijn er geen doelen van en de voorwaarden waaronder een geïntensiveerd begeleidingstraject plaatsvindt, vermeld. De begeleiding is in het tweede jaar wel geïntensiveerd. Dat is door de aios niet weersproken. In het tweede opleidingsjaar hebben 2 voortgangsgesprekken plaatsgevonden. Uit het verslag van 20 april 2015 blijkt dat de aios tijdens de stage forensische poli intensieve supervisie heeft gekregen. Er was sprake van een leercurve, hoewel haar administratieve werkzaamheden te wensen overlieten en de aios nog vaak steken liet vallen. Er bestond nog steeds twijfel over het functioneren van de aios. De aios moest met name aandacht hebben voor de planning en organisatie en ze moest de komende periode laten zien dat ze het kon. Afgesproken werd dat de aios samen met de volgende supervisor een werkplan zou maken. Tijdens het tweede gesprek op 2 november 2015 werd door de opleider geconstateerd dat het geen haalbare kaart was om door te gaan. Er was te weinig voortgang geconstateerd. De opleiding werd beëindigd. De aios heeft ter zitting aangevoerd dat de beëindiging van de opleiding voor haar onverwacht kwam. Ze had in de laatste periode meerdere keren met haar supervisor gesproken over hoe het ging en hij was positief. Van deze gesprekken zijn geen verslagen gemaakt. Daarnaast heeft de aios aangevoerd dat zij de verslagen die van de voortgangsgesprekken zijn gemaakt, niet heeft gezien. De geschillencommissie constateert dat de aios een aantal gespreksverslagen niet voor gezien heeft getekend. De aios heeft echter ter zitting verklaard dat de inhoud van de verslagen klopt en dat zij weet dat zij zelf een portfolio moet bijhouden. De opleider heeft ook aangegeven dat de aios de verslagen kon inzien en daar ook op was gewezen. Hoewel het op de weg van de opleider ligt afschriften van verslagen aan de aios te geven, was de aios wel in de gelegenheid gesteld de verslagen in te zien. De geschillencommissie is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat gedurende de opleiding veel twijfel heeft bestaan over de geschiktheid van de aios voor de opleiding en de aios daarvan op de hoogte was. Zij is er 6
meermalen op gewezen dat de opleiding bij niet goed functioneren zou worden beëindigd. De opleider heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hoewel geen sprake was van een geïntensiveerd begeleidingstraject, de aios intensieve begeleiding heeft gehad en voldoende in de gelegenheid is gesteld haar functioneren te verbeteren. De geschillencommissie is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de opleider in redelijkheid heeft kunnen beslissen de opleiding van de aios te beëindigen. Uitspraak De Geschillencommissie oordeelt dat de opleider de opleiding van de aios op 2 november 2015 heeft kunnen beëindigen en wijst het verzoek van de aios af. Aldus uitgebracht door: Mr. F.H. de Haan (voorzitter), mw. dr. I.E. Lindhout, psychiater en mw. dr. M. Schouw, aios psychiatrie, in tegenwoordigheid van mevr. mr. J.E.D. de Planque, secretaris. Namens de Geschillencommissie Utrecht, mr. F.H. de Haan voorzitter mevr. mr. J.E.D. de Planque secretaris 7