Cosun Biobased Products Postbus MG Breda Telefoon (076) Fax (076) Internet

Vergelijkbare documenten
Suiker Unie SVZ Aviko Sensus. Duyniegroep. Cosun Biobased Products TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

MVO verslag _J01_Cosun_MVO_verslag_2012_NL.indd :02

Thema Kansen benutten binnen een duurzame context

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

COSUN FOOD TECHNOLOGY CENTER. Postbus BH Roosendaal. Tel.: (076) Fax: (076)

MVO-verslag Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

De suikerfabriek is eigenlijk een waterfabriek

De duurzaamheid van perspulp

Warmte in de Suiker: Het mes snijdt aan twee

Samenvatting Jaarverslag Meer informatie op

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Waardeketen Verantwoord en sociaal jaarverslag 2016

PROFIEL INHOUD OVER COSUN COSUN IN 2015 OVER COSUN

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Nascheiding kunststoffen. Het heldere alternatief van Attero

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Maatschappelijk Jaarverslag 2012

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Alles van waarde beschermen en behouden

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

CO2 reductie

en dit zijn onze principes

Inleiding Ab van Marrewijk, directeur Wematrans

De ONBEKENDE KANT van PLASTIC. Waarom worden zoveel. producten in plastic verpakt? En wat moet er gebeuren met deze verpakking als dit afval wordt?

Tuinbouw zoekt Chemie voor Puur Plantaardig

ROYAL COSUN. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Milieumanagementsysteem Avebe Foxhol

Wat stelt De Nationale DenkTank 2012 voor om de voedselketen te verduurzamen*?

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Jan Willem Straatsma Samen klantwaarde realiseren met kwaliteit en duurzaamheid in onze keten

Biobased economy in het Groene Hart

EXCELLING IN CREATING VALUE FROM CROPS. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Het grondstofpaspoort

Jaarverslag Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

Praktische opdracht ANW Biobased economy keuzekaart

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Jaarverslag Koninklijke FrieslandCampina N.V.

CO 2 Nieuwsbrief

Jaarverslag Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda

GFT-afval is een waardevolle bron voor nieuwe grondstoffen. Maar hoe ziet de toekomst eruit?

Duurzaamheid, Energie en Milieu

Waarom doen we het ook alweer?

JAARVERSLAG 2014 ROYAL COSUN

MINERALE MESTSTOFFEN: Essentieel & efficiënt

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

ENERGIE & KLIMAATBESCHERMING

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE

Samenvatting. economy.

People Product Packaging

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

Voortgangsrapportage September 2017

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Toelichting op de Nederlandse Roadmap Bioraffinage

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

CO 2 -uitstootrapportage 2011

MVO verklaring

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

Samenvatting ketenanalyse PeelPioneers

Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda Postbus 3411, 4800 MG Breda. Tel.: (076) Fax.

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Duurzaam en helder naar de toekomst

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Duurzaamheidsrapport CCL Nutricontrol

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

U geniet van goede en eerlijke producten. U hebt oog voor mens en milieu bij Langerak de Jong

Deelname Initiatieven

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

ZUIDWEST-NEDERLAND DE NATIONALE KOPLOPER (OP WEG NAAR DE BIOBASED DELTA) Biobased Business Cases

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

100% groene energie. uit eigen land

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

GRUNDFOS pump audit HOE EFFICIËNT EN DUURZAAM ZIJN UW POMPEN?

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

Eerste Earth friendly menu voor stedelijke onderwijsinstellingen en kinderopvanginitiatieven

VAPPR Haalt eruit wat erin zit

SBIR Verduurzamen voedselproductie

Insights Energiebranche

Memo. extern. Geachte Mevrouw / Heer,

Transcriptie:

MVO verslag 2013

MVO verslag 2013 Dit verslag geeft een overzicht van onze aanpak, activiteiten en de resultaten op het gebied van MVO in 2013. We zien deze prestaties als onlosmakelijk onderdeel van onze bedrijfsvoering. Elk jaar spannen we ons in om verder te verbeteren en brengen we de data en rapportagecyclus voor onze niet-financiële prestaties verder op orde. We laten deze prestaties nog niet extern verifiëren. Dit verslag is samengesteld op basis van de derde generatie richtlijnen van het Global Reporting Initiative (G3.1). Dit MVO-verslag verschijnt alleen in digitale vorm. Om de leesbaarheid en functionaliteit te vergroten is het verslag in HTML op de website geplaatst. Daarnaast is het complete verslag ook als pdf te downloaden. Dit verslag is tevens beschikbaar in het Engels. In geval van tekstuele verschillen tussen de Engelse en de Nederlandse versie prevaleert laatstgenoemde. This Sustainability Report is also published in English. In the event of inconsistencies between the English and the Dutch version the latter shall prevail. Royal Cosun Postbus 3411 4800 MG Breda Telefoon (076) 530 32 22 Fax (076) 530 33 03 Internet www.cosun.nl E-mail info@cosun.com Cosun Food Technology Center Postbus 1308 4700 BH Roosendaal Telefoon (0165) 58 28 10 Fax (0165) 55 13 52 Internet www.cosun.nl Cosun Biobased Products Postbus 3411 4800 MG Breda Telefoon (076) 530 3222 Fax (076) 530 3206 Internet www.cosunbiobased.com Aviko Postbus 8 7220 AA Steenderen Telefoon (0575) 45 82 00 Fax (0575) 45 83 80 Internet www.aviko.nl E-mail info@aviko.nl Duynie-groep Postbus 86 2400 AB Alphen aan den Rijn Telefoon (0172) 46 06 06 Fax (0172) 47 34 06 Internet www.duynieholding.com E-mail info@duynieholding.com Sensus Postbus 1308 4700 BH Roosendaal Telefoon (0165) 58 25 00 Fax (0165) 56 77 96 Internet www.sensus.nl E-mail info@sensus.nl Suiker Unie Postbus 100 4750 AC Oud Gastel Telefoon (0165) 52 52 52 Fax (0165) 52 52 55 Internet www.suikerunie.nl E-mail info@suikerunie.com SVZ Postbus 27 4870 AA Etten-Leur Telefoon (076) 504 94 94 Fax (076) 504 94 00 Internet www.svz.com E-mail info@svz-nl.com Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland onder nummer 20028699.

Inhoud Over Cosun Profiel 4 Verwaarding van grondstoffen 5 Productielocaties 6 Kengetallen overzicht 7 Perspectief in verantwoordelijkheid 10 Beleid & organisatie 11 Rapportage 13 Teelt 13 Financieel-economische waarde 14 Optimalisatie productieprocessen 18 Sociaal en maatschappelijk 22 3

Over Cosun Profiel Omzet 2.166 miljoen 3.477 medewerkers Royal Cosun is een agro-industrieel concern dat stevig geworteld is in de primaire sector. Wij maken ingrediënten en producten uit plantaardige grondstoffen als suikerbieten, aardappelen, cichorei, groenten en fruit voor de internationale voedingsmiddelenindustrie, foodservice (horeca en groothandel) en de retail. Daarnaast produceren wij uit biomassa ook ingrediënten voor niet voedingsproducten. Zo leveren we producten aan de veevoedersector, ontwikkelen we biobased chemicaliën en produceren we bio-energie (groen gas). Van alle bedrijven binnen Cosun zijn Suiker Unie en Aviko het bekendst. Zij produceren van oudsher respectievelijk suiker- en aardappelspecialiteiten. Sensus produceert inuline uit cichorei. Inuline is een voedingsvezel met gezondheidseigenschappen en wordt gebruikt om het suiker- en/of vetgehalte in voeding te verlagen. SVZ verwerkt fruit en groenten tot concentraten en puree voor de voedingsmiddelenindustrie. De Duynie-groep verhandelt en distribueert veevoer en ontwikkelt hoogwaardige toepassingen op basis van groene grondstoffen, de resten bijproducten van voedingsmiddelenbedrijven. Cosun Biobased Products is een onderneming in opbouw. Ze legt zich toe op innovatieve producten uit agrarische grondstoffen, vooral gericht op (nieuwe) toepassingen in de biobased economy. 30 productievestigingen 9 miljoen ton plantaardige in 10 landen grondstof verwerkt 9.381 leden / aandeelhouders Naast de productontwikkeling binnen onze bedrijven beschikken wij over een gezamenlijk onderzoeks- en ontwikkelingscentrum: het Cosun Food Technology Centre (CFTC). In nauwe samenwerking met de bedrijven werkt het CFTC aan betere toepassingen van de agrarische grondstoffen, aan innovaties in procestechnologie, aan optimalisatie van energiemanagement en, al dan niet in samenwerking met klanten, aan het ontwikkelen van nieuwe producten. Daarbij wordt samengewerkt met diverse Europese instituten en universiteiten in binnen- en buitenland. Cosun is een coöperatie van Nederlandse suikerbietentelers die in 1899 is opgericht. Continuïteit in de Nederlandse bietenteelt en suikerproductie Uitgangspunten Optimale verwerking van plantaardige grondstoffen tot producten en ingrediënten voor voeding, diervoeders, nietvoeding toepassingen en duurzame energie Efficiënte productieprocessen en optimaal gebruik van hulpstoffen, energie en water met het oog op duurzaamheid Samenwerking in de keten met zowel leveranciers als afnemers Gezonde financiële positie Coöperatieve basis in Nederlandse suikeractiviteiten Kennis & competenties Teeltbegeleiding Bioraffinage processen Innovatie van/in gewassen (teelt), processen (optimalisatie), producten & toepassingen, incl. reststromen en in samenwerking met klanten Positie- en risicomanagement grondstoffen en eindproducten In- en uitgaande logistiek Omgeving Toenemende schaarste grondstoffen en energie Maatschappelijke behoefte aan duurzaam geproduceerde producten Groeimogelijkheden bio-based economy Hernieuwbare, groene grondstoffen dragen bij aan een duurzame samenleving Strategie Winstgevende groei Huidige portefeuille met zes businessgroepen Bestaande productmarktcombinaties Nieuwe productmarktcombinaties Met als doel Behouden en opbouwen van leidende posities in specifieke productmarktcombinaties Doelstelling Financieel Verdubbeling omzet van 2011 in 2022 Gemiddelde ROI 14% per activiteit Beste financiële ha-opbrengst suikerbietenteelt in Europa (gemiddeld) voor leden Demping van fluctuaties suikerbieteninkomsten voor leden ten opzichte van concurrerende teelten Sociaal Goed werkgeverschap en betrokken werknemers Aantrekkelijke en veilige werkomgeving Goede opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden Milieu Terugbrengen CO 2 uitstoot Terugbrengen milieubelasting in teelt, logistiek en productie Maatschappelijk Rekening houden met belanghebbenden Openheid, betrouwbare gesprekspartner 4

Verwaarding van grondstoffen Ons succes wordt in belangrijke mate bepaald door de benutting van de totale grondstof, wat inhoudt dat we alle delen van de plant gebruiken. Dit proces wordt ook wel bioraffinage genoemd. De uitdaging is om gelijktijdig meerdere componenten te winnen. Suikerbieten Voedingsmiddelenindustrie Aardappelen Cichorei Suiker Unie SVZ Aviko Sensus Duyniegroep Cosun Biobased Products Horeca & Retail Veehouderij Chemie Groenten & Fruit Energie TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN Wat wij maken Voeding voor mens en dier Cosun produceert in de eerste plaats ingrediënten voor de voedingsmiddelensector. Veruit de grootste afzetmarkt is de industrie. Suiker, inuline, aardappelvlokken en fruitpuree worden hier verder verwerkt en toegepast in tal van producten als frisdranken en fruitsappen, zoetwaren, koek en banket, ontbijtproducten en graanrepen, zuivel en ijs, hartige snacks etc. Aviko zet tal van aardappelspecialiteiten en fritesvarianten af in de foodservicesector en in het supermarktkanaal. Onder de merknaam Van Gilse worden suikerspecialiteiten via dezelfde kanalen aangeboden. De pulp die vrijkomt bij de winning van suiker gaat voor het overgrote deel naar diervoeding. Dit is eveneens het geval bij cichoreipulp en de restanten van de aardappelverwerking. Dit is het terrein waarop de Duynie-groep actief is, ook voor andere bedrijven in de levensmiddelensector. Naast deze traditionele toepassingen is er ruimte voor innovatie. Zo worden uit groenten en fruit kleurstoffen gewonnen die vooral bestemd zijn voor voedingsmiddelen. Maar ook producenten van geneesmiddelen en nutraceuticals (voedingsmiddelen met extra toevoegingen) vragen steeds vaker om natuurlijke kleurstoffen. Biobased chemicaliën & materialen Uit aardappelen, suikerbieten, cichorei en groenten en fruit kunnen steeds vaker zeer hoogwaardige componenten worden gehaald. Het inulinederivaat CMI kan bijvoorbeeld worden gebruikt als fosfaatvervanger in vaatwasmiddelen. Bij olieboringen op zee wordt het gebruikt om kalkafzetting in procesinstallaties tegen te gaan en in ontziltingsinstallaties om zout water te zuiveren tot drinkwater. Omdat CMI biologisch afbreekbaar is, heeft het veel voordelen ten opzichte van traditionele producten. Bij de verwerking van aardappelen tot onder meer frites blijft zetmeel achter in het proceswater. Dit wordt eruit gehaald, waarna het als grondstof kan dienen voor de productie van papier en kleefstoffen. Uit aardappelschillen kunnen we aardappelkurk maken voor de tuinbouw en uit suikerbieten onder meer ethanol, isobutanol en melkzuur. Deze tussenproducten worden deels door onze klanten vervaardigd en verder verwerkt tot biobased producten. Bio-energie Vroeger werden de bietenpuntjes, een deel van de aardappelschillen en de resten uit de fruit- en groenteverwerking omgezet in compost. Als ze worden vergist kunnen we ze echter beter verwaarden. Bij vergisting ontstaan namelijk biogas en digestaat. Suiker Unie werkt het biogas op tot groen gas en brengt dit in het aardgasnetwerk. Met de drie installaties beschikt Suiker Unie over de capaciteit om meer dan 30 miljoen m 3 groen gas per jaar te leveren. Ook neemt Suiker Unie deel aan praktijktesten waarbij een aantal eigen auto s en vrachtwagens rijdt op dit groene gas in plaats van op diesel. Het digestaat, dat organische stof en mineralen bevat, wordt op de akkers teruggebracht, zodat de kringlopen van nutriënten zoveel mogelijk gesloten worden. 5

Productielocaties Suiker Unie Sensus Aviko SVZ Duynie-groep Cosun Biobased Products Cosun CFTC 6

Kengetallen Netto-omzet in miljoenen Recurring EBITDA in miljoenen 2.200 2.166 300 270 2.100 250 241 2.000 1.900 1.945 200 150 148 160 158 1.800 1.758 1.766 1.772 100 1.700 50 2009 2010 2011 2012 2013 2009 2010 2011 2012 2013 Geconsolideerde netto-omzet van Cosun. Meer informatie over financieel-economische waarde op pagina 16 en 17. Recurring EBITDA betreft het operationele resultaat voor afschrijving en amortisatie en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten. Ledentoeslag in miljoenen Gemiddelde opbrengst per hectare in 200 175 150 125 118 179 187 5.000 4.000 3.000 3.252 3.082 4.038 4.871 4.917 100 75 64 2.000 50 50 1.000 2009 2010 2011 2012 2013 2009 2010 2011 2012 2013 De ledentoeslag wordt aan de leden uitgekeerd als onderdeel van de quotumbietenprijs en is verwerkt als grondstofkosten in het reguliere bedrijfsresultaat. De opbrengst van de bietenteelt per hectare, berekend op basis van de gemiddelde opbrengst bij gemiddelde kwaliteit en met verrekening van premies. Meer informatie op pagina 15. 7

Totale CO 2 emissie in ton, per ton product Aantal klachten door overlast 0,30 0,25 0,051 0,046 0,041 0,043 0,038 180 150 161 0,20 120 0,15 90 0,10 0,243 0,235 0,250 0,231 0,211 60 42 49 58 62 0,05 30 2009 2010 2011 2012 2013 2009 2010 2011 2012 2013 Indirect Direct Het onderste deel komt voor rekening van de directe uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Het bovenste deel is de indirecte uitstoot die is gekoppeld aan de ingekochte elektriciteit en is omgerekend naar tonnen CO 2. Meer informatie op pagina 18. Totaal aantal meldingen van de ruim dertig productielocaties van Cosun in binnen- en buitenland. Meest gemeld is overlast door geuruitstoot. Gemeten waarden blijven binnen contouren van de milieuvergunningen. Zie ook pagina 22. 4,0 Waterverbruik in m 3, per ton product Hoeveelheid afval in ton, per ton product 0,0060 3,5 3,0 2,5 2,0 1,1 2,8 2,9 1,1 1,3 2,6 1,1 2,6 2,4 1,1 0,9 0,0050 0,0040 0,0030 0,0025 0,0024 0,0028 0,0026 0,0023 1,5 1,0 1,7 1,5 1,4 1,5 1,5 0,0020 0,0028 0,5 0,0010 0,0017 0,0016 0,0012 0,0014 2009 2010 2011 2012 2013 0,0000 2009 2010 2011 2012 2013 Leidingwater Grondwater Overig gescheiden Gemengd Totaal waterverbruik van alle Cosun-productievestigingen in m 3 per ton product. Meer informatie op pagina 19. Hoeveelheid afval uit Cosun-productie (in ton per ton product), gesplitst in gemengd en overig gescheiden. Lees meer op pagina 20. 8

4.000 Aantal medewerkers in FTE 3.871 3.828 3.581 Gemiddeld aantal FTE Gemiddeld aantal FTE (gecorrigeerd voor verkochte activiteiten) 3.396 3.477 Medewerkers Duynie Cosun/ CFTC 3.800 SVZ 3.600 3.400 Sensus 3.200 Aviko 3.000 3.221 3.203 3.288 3.396 3.477 2009 2010 2011 2012 2013 Suiker Unie De ontwikkeling in het aantal medewerkers, gemiddeld over het jaar en met een arbeidsovereenkomst bij Cosun of een van de groepsmaatschappijen. Verdeling van het gemiddeld aantal eigen medewerkers in fte over de diverse activiteiten van Cosun in 2013. Aantal verzuimongevallen Verzuimongevallen per 1.000 medewerkers in FTE Ziekteverzuim Ziekteverzuim (Nederlandse vestigingen), in % 35 32 5 30 26 26 30 4,2 25 24 4 3,8 3,8 20 3,5 3,5 15 3 2009 2010 2011 2012 2013 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal aantal verzuimongevallen bij Cosun-bedrijven, uitgedrukt per 1.000 medewerkers. Voor meer informatie zie pagina 23. Percentage ziekteverzuim in de Nederlandse vestigingen van de Cosun-bedrijven, exclusief zwangerschappen. Meer hierover op pagina 24. 9

Perspectief in verantwoordelijkheid Het grootste deel van onze grondstoffen komt van de akker: suikerbieten, aardappelen en cichoreiwortels. Groene grondstoffen voor voeding en nieuwe toepassingen die passen binnen de biobased economy. Behalve op groene grondstoffen is zo n economie gebaseerd op het sluiten van kringlopen binnen een ruime regio. Jos van Campen Robert Smith Er wordt veel en vaak gesproken over de transitie van een lineaire naar een circulaire economie. De eerste verbruikt materialen, de tweede maakt zoveel mogelijk gebruik van hernieuwbare grondstoffen, door te recyclen en verspilling tegen te gaan. De ambitie is er; de kennis om die transitie tot stand te brengen wordt volop ontwikkeld. Maar de praktijk blijkt weerbarstig, met name als het gaat om regelgeving. Regelmatig blijken regels belemmerend te werken als wij de eigen mineralenkringlopen willen sluiten. Bijvoorbeeld als we fosfaten die bij de suikerproductie resteren, willen terugbrengen naar de akkers waar de bieten ze tijdens de groeifase weer kunnen opnemen. We pleiten voor een generaal pardon om binnen de eigen kringloop te mogen recyclen en daarmee ervaring op te doen. Zo kunnen we helpen nieuwe regels op te stellen die ruimte laten voor een circulaire economie. Cosun is een coöperatie van Nederlandse bietentelers. De belangen van de akkerbouwsector en Cosun zijn direct met elkaar verbonden. Dat is niet alleen het geval in financieeleconomisch opzicht maar ook als het gaat om de teelt, de kwaliteit van de grondstof en de continuïteit van de primaire producenten en de verwerkende industrie. Als grote akkerbouwcoöperatie wil en kan Cosun een rol spelen in het verder verduurzamen van de teelt van plantaardige grondstoffen en het doet daartoe een beroep op de eigen telers en de regelgevende instanties om dit te helpen realiseren. Feiten en fabels Uit suikerbieten maken wij suiker, een voedingsmiddel dat in heel veel producten wordt toegepast. De zoetkracht en andere functionele eigenschappen, de conserverende werking en de natuurlijke oorsprong zijn redenen om suiker te gebruiken in de voedingsmiddelenindustrie. De welvaart in westerse landen heeft ertoe geleid dat mensen zich vaker iets lekkers kunnen permitteren en zich fysiek minder hoeven in te spannen dan voorheen. Het gevolg is een toename van mensen met overgewicht en zelfs ernstig overgewicht, obesitas. Wie zijn ogen de kost geeft, kan dit niet ontgaan. De neiging bestaat om schuldigen aan te wijzen. Dan weer is het vet, dan suiker en daarna te weinig bewegen. Wetenschappers en andere deskundigen verschillen nogal eens van mening over wat nu precies de oorzaken zijn en waar de oplossingen gezocht moeten worden. Diëten zijn vaak eenzijdig en dragen uiteindelijk niet bij aan een duurzaam gezond gewicht. Overgewicht is het gevolg van veel verschillende factoren die steeds anders op elkaar inwerken. Het is een complex probleem waar simpele oplossingen meestal niet werken, zeker niet op de langere termijn. Cosun is een voedingsmiddelenproducent en daarmee onderdeel van dit complexe maatschappelijke probleem. We willen ook deel uitmaken van het aanpakken ervan, daar waar we het verschil kunnen maken. Duidelijke productinformatie, zoeken naar mogelijkheden om producten met minder calorieën te ontwikkelen en de consument duidelijk maken dat hij natuurlijk mag genieten maar wel met mate. In hun sponsoringbeleid leggen alle Cosun-bedrijven het accent op het stimuleren van bewegen en ze moedigen eigen medewerkers aan deel te nemen aan sportieve activiteiten. De jeugd vormt een extra kwetsbare groep. Gezond opgroeien is een goede basis voor een gezond leven later. Cosun zet zich in om juist jongeren bewust te maken van de keuzes ten aanzien van voeding en beweging, en neemt daartoe deel in het JOGG-programma*) in Breda. Een bescheiden bijdrage aan een omvangrijk probleem. Maar opgeteld vormen veel kleine initiatieven een hele stapel stenen voor de weg naar een maatschappij die op duurzamere leest is geschoeid. Jos van Campen Voorzitter raad van beheer Robert Smith Voorzitter concerndirectie *) JOGG staat voor Jongeren op Gezond Gewicht 10

Beleid & organisatie Cosun heeft een praktische kijk op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Het zegt iets over de wijze waarop we bij beslissingen de diverse belangen afwegen. Wij kijken breder en verder dan alleen binnen onze eigen bedrijven en het lopende boekjaar. Onze visie De wereldbevolking neemt verder toe en naar verwachting zal ook de koopkracht groeien. Grondstoffen, landbouwareaal en energie worden juist schaarser. Deze trends zetten zaken op scherp en stellen ons voor fundamentele keuzes. We willen voorkomen dat onze huidige welvaart grote negatieve effecten heeft op de natuur en onvervangbare hulpbronnen verloren gaan voor toekomstige generaties. Daarom zullen we zorgvuldiger en efficiënter met de hulpbronnen van de wereld moeten omgaan. Cosun wil een aandeel leveren in duurzame ontwikkeling op de terreinen waarop wij actief zijn en invloed kunnen uitoefenen. MVO-BELEID COSUN Stakeholders Extern Leden van de coöperatie Afnemers Leveranciers/ dienstverleners samenwerkende partners Consumenten Omwonenden van de vestigingen Potentiële medewerkers Politiek en overheden Financiële instellingen Onderwijs Media (pers) NGO s Intern Medewerkers Ondernemingsraden Missie Cosun opereert dichtbij de agrarische sector en zet zich samen met telers in voor de duurzame teelt van plantaardige grondstoffen. We zijn ervan overtuigd dat raffinage van plantaardige grondstoffen essentieel is voor het optimaal benutten en duurzaam gebruikmaken van onze agrarische grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Wij leveren ingrediënten voor voeding voor mens en dier, materialen voor tal van niet voedingtoepassingen en als laatste voor energiewinning. Wij maken een zorgvuldige afweging met respect voor de mens (people), het milieu en de leefomgeving (planet) en een economisch gezonde bedrijfsvoering (profit), met het oog op de continuïteit van coöperatie & concern. Externe richtlijnen GRI NCR Code voor Coöperaties Interne richtlijnen Gedragscode Regelingen Pijlers Het duurzaamheidsbeleid van Cosun is gebouwd op vier pijlers: 1. Verduurzaming van teelten Investeren in kennis en expertise van onze telers/ grondstofleveranciers Hogere opbrengsten per hectare Zoveel mogelijk sluiten van mineralenkringlopen 2. Financieel-economische waardecreatie Voor leden (bedrijfsinkomen via bietenprijs) Voor medewerkers (salaris & pensioen) Voor de maatschappij (producten en belastingen) 3. Duurzame productieprocessen Optimaal benutten grond- en hulpstoffen, inclusief water Besparen op energieverbruik en verlagen CO 2 -uitstoot Verspilling voorkomen en zo weinig mogelijk afval overhouden Rekening houden met sociale omgeving; zo weinig mogelijk overlast veroorzaken 4. Investeren in medewerkers Veilige werkomgeving en houvast bieden (gedragscodes) Fitheid en inzetbaarheid Opleiding en training 11

Doelstellingen Op de sociale en milieuaspecten hebben wij een aantal doelen gesteld om vorderingen te kunnen meten. Daarnaast leggen wij verantwoording af aan onze leden over het gerealiseerde rendement op het geïnvesteerde vermogen en onze bijdrage aan het financiële resultaat per hectare suikerbieten. Dit laatste is een gedeelde verantwoordelijkheid van onze leden/bietentelers en ons als suikerproducent. Meer informatie over onze financiële resultaten is te vinden in het jaarverslag over 2013. Mensen Het verzuim als gevolg van ongevallen tijdens het werk uiteindelijk naar nul brengen. Het ziekteverzuim onder medewerkers verder verlagen, in elk geval tien procent beneden het gemiddelde in de voedingsmiddelenindustrie (2013: 5 procent). Het aantal klachten van omwonenden van onze productielocaties terugbrengen. Voor 2015 is het doel minder dan één per locatie. Milieu Het energieverbruik in onze productieprocessen met gemiddeld twee procent per jaar terugbrengen. Hiermee dragen we bij aan het verder terugdringen van de CO 2 -uitstoot als gevolg van onze bedrijfsactiviteiten. Organische restanten uit onze productieprocessen zoveel mogelijk nuttig aanwenden en er in laatste instantie groen gas van maken. Overige doelen Naast bovengenoemde doelstellingen ondernemen we ook actie op andere aspecten. Zo lopen er initiatieven gericht op het verduurzamen van de teelt van agrarische grondstoffen, verstandig omgaan met het gebruik van water in zowel de teelt als de verwerking van gewassen, samenwerking in de keten met het oog op duurzame innovatie, reductie van CO 2 door transport en de professionele ontwikkeling van medewerkers door opleiding & training. Ook hierover rapporteren we in dit verslag. We meten wat onze inspanningen op deze aspecten opleveren maar we hebben (nog) geen overkoepelende Cosun-doelstellingen vastgesteld. Verankering Maatschappelijk verantwoord ondernemen is verankerd in onze strategie. De raad van beheer is eindverantwoordelijk voor het beleid; de raad van toezicht oefent zijn controlerende taak uit. De uitvoering van het ondernemingsbeleid is toevertrouwd aan de concerndirectie; de voorzitter daarvan legt verantwoording af aan de raad van beheer. Samenwerken en coördineren De groepsdirecteuren zijn binnen hun onderdeel verantwoordelijk voor het eigen beleid en de uitvoering daarvan. Op concernniveau zijn de onderlinge afstemming en samenwerking in handen van een overkoepelend MVO-platform. De samenstelling van dit platform is als volgt: Robert Smith, directievoorzitter en voorzitter MVO-platform Iwan Blankers, directeur Sensus Jobien Laurijssen, manager Duurzaamheid SVZ (vanaf 01.12.2013) Derk van Manen, manager R&D Duynie-groep Frank van Noord, directeur R&D Suiker Unie John Stoopen, lid van de Centrale Onderneming Raad Martin van de Ven, directeur Aviko Willy van Oorschot, manager corporate communicatie Cosun De businessgroepen hebben elk een stuurgroep en soms ook werkgroepen op de diverse terreinen, bijvoorbeeld op die van milieu en medewerkers. De managementteams van de groepen coördineren, sturen en meten de uitvoering en rapporteren daarover, ook in het Cosun-platform. De lijnen komen weer samen in de concerndirectie. Binnen de Cosunconcernstaforganisatie is een werkgroep die samen met de groepen zorgt voor de rapportages en het verslag op concernniveau. 12

Rapportage Suikerbieten Cichorei Aardappelen Groenten & Fruit TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN Teelt van plantaardige grondstoffen Duurzaam grondgebruik betekent een zo hoog mogelijke opbrengst per hectare met behoud van de kwaliteit van die grond om ook toekomstige generaties van voedsel te kunnen blijven voorzien. Uiteraard zijn ook beschikbaarheid van voldoende schoon water en het behoud van biodiversiteit van belang voor een duurzame voedselvoorziening. Dit is het uitgangspunt voor de wijze waarop onze plantaardige grondstoffen worden geteeld. De opbrengsthoeveelheid en de kwaliteit worden hierdoor immers in hoge mate bepaald. Ook het rendement van onze fabrieksprocessen hangt hiermee nauw samen. Daarom investeren wij, samen met onze telers, veel in het verder verbeteren, optimaliseren en verduurzamen van de teelt. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en herbiciden beperken we zoveel mogelijk. Dat is gunstig voor het milieu én voor de teler, die zo zijn kostprijs kan sturen. Dankzij moderne bewerkingstechnieken wordt de bodem ontzien en de biodiversiteit beter beschermd. Ook de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater verbetert erdoor. Beregenen is altijd een afweging die afhankelijk van de situatie moet worden gemaakt. In het groeiseizoen 2013 hadden telers op de lichtere grondsoorten wellicht wat meer moeten beregenen om de suikeropbrengst per hectare te optimaliseren. Door de relatieve droge zomermaanden liepen de bieten een groeiachterstand op, wat in het najaar niet meer kon worden goedgemaakt. Uiteindelijk moeten alle inspanningen bijdragen aan hogere opbrengsten per hectare. Per eenheid eindproduct zijn beduidend minder energie en hulpstoffen nodig dan een aantal jaren geleden. We denken dat we dit nog verder kunnen verbeteren. Vooral het directe contact van de agrarische diensten met de telers maakt het een echte gezamenlijke verantwoordelijkheid. Omdat de bietenteelt bij Cosun van oudsher op coöperatieve basis is georganiseerd, onderkennen alle betrokkenen in de keten het belang van kwalitatief goede grondstoffen voor de suikerfabrieken. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt zichtbaar in bijvoorbeeld studiegroepen en demonstraties voor betere zaai-, bewerking- en rooitechnieken. Deze zijn al jaren gemeengoed bij Suiker Unie en inmiddels ook bij andere businessgroepen. Aardappelen Nieuwe rassen vormen de basis voor verdere optimalisatie van de aardappelteelt. Het accent bij het rassenonderzoek van Aviko ligt op het verhogen van de opbrengsten per hectare en daarmee het verlagen van de grondstofkosten per ton eindproduct. 13

In de toekomst zal het onderzoek verder worden uitgebreid met selectie op stikstofefficiëntie. Aviko signaleert verder dat klanten steeds vaker vragen om producten van aardappelen afkomstig uit zogenaamde gecontroleerde teelt. Ze stellen aanvullende eisen aan bemesting, gewasbescherming en -rotatie. Afnemers in Azië zijn vooral geïnteresseerd in mogelijke residuen in de aardappelen. Maar dit soort vragen is nog niet algemeen. Aviko laat zich deels leiden door de vragen en specifieke eisen van klanten. Deels neemt het ook eigen initiatief, omdat op termijn alleen duurzame productiewijzen voldoende grondstof van de gewenste kwaliteit kunnen opleveren. Mede hierom werkt Aviko samen met Stichting Veldleeuwerik. Aardappeltelers die volgens deze systematiek werken, zijn geïnteresseerd in de kennis en ervaring van Aviko als het gaat om rassenkeuze, grondbewerking, optimale bemesting en gewasbescherming. Aviko deelt deze kennis graag. Het betekent immers dat de kwaliteit van de grondstof omhoog gaat. Een gedeeld belang van zowel de telers als leveranciers en van Aviko als verwerker van aardappelen. Cichorei In de cichoreiteelt worden veelal combinaties van chemische, mechanische en andere, niet-chemische technieken ingezet. Sensus heeft een eigen online teeltregistratie en -evaluatieprogramma voor cichoreitelers: I-Top Online. De deelname aan dit programma is nog beperkt. Sensus blijft dit initiatief stimuleren, onder meer door het gebruiksgemak te vergroten, want het helpt deelnemers om de beste gewasbeschermingsproducten te kiezen en zo de teelt te verbeteren. De inzet van apparatuur om de geoogste wortels verder van aarde te ontdoen (nareinigen), is in 2013 uitgebreid. Dat kwam nu extra goed van pas. In de herfst viel er veel regen, wat niet gunstig was voor het tarrapercentage. In samenwerking met telers (Praktijknetwerken Tarraverlaging Cichorei) in gebieden die verder van de fabriek in Roosendaal liggen, zijn diverse typen reinigers ingezet. Het doel was te beoordelen welke reiniger het beste werkt. Ook wilden we kennis opdoen en deze delen. De cijfers laten zien dat ongeveer de helft van de grondtarra niet wordt vervoerd naar de fabriek. Dat is gunstig voor de telers: zij hoeven minder te betalen voor het transport. Daarmee neemt ook het teeltrendement toe. Voor Sensus is dit eveneens gunstig, omdat er minder grond wordt aangeleverd bij de fabriek. Sensus regelt de reinigingsapparatuur, de telers moeten de moeite nemen die in te zetten. Deze vorm van samenwerking komt goed van de grond, mede omdat zowel de teler als de verwerker er belang bij heeft. De afdeling Sensus Agro is uitgebreid om beter bereikbaar en meer zichtbaar te zijn voor telers en tussenpersonen. Sensus hecht waarde aan het vergroten van de betrokkenheid van en met de telers. Dit is van belang om de doelstellingen te bereiken, ook op het gebied van duurzaamheid, en om de continuïteit in de bedrijfsvoering zeker te stellen. Fruit & groente SVZ verwerkt een breed scala aan groente- en fruitsoorten. Daardoor heeft het te maken met een verscheidenheid aan teelten van variërende schaalgrootte in diverse landen. Zo wordt Oost-Europees zacht fruit op percelen van vaak minder dan één hectare geteeld. SVZ werkt dus met veel leveranciers. Spaanse aardbeien worden voornamelijk via grotere coöperaties betrokken. Diverse groentesoorten worden op contract voor SVZ geteeld. Dit biedt een basis voor intensievere vormen van samenwerking met de telers. Er kan bijvoorbeeld gezamenlijk worden geïnvesteerd in specifieke ontwikkelingen op teeltgebied, zoals in de selectie van nieuwe variëteiten en schaalvergroting. Ondanks de relatief complexe grondstofketens zorgt de jarenlange samenwerking met telers ervoor dat de teelten goed worden gecontroleerd en begeleid. Zo heeft SVZ een eigen agronomieteam dat intensief samenwerkt met telers en hen op de hoogte houdt van ontwikkelingen in bijvoorbeeld verantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen. In de Poolse teeltgebieden gebeurt dit door middel van trainingen en informatiesessies op diverse locaties. In Spanje werkt SVZ, samen met een aantal klanten en twee Europese universiteiten, aan een meerjarig onderzoek naar optimale irrigatie in waterarme gebieden. Daarvoor wordt het waterverbruik van een aantal telers gedurende langere tijd gevolgd. In 2013 zijn diverse irrigatiemethoden (bijvoorbeeld via sensoren die een signaal afgeven bij een dalende bodemvochtigheid) en irrigatiesystemen (bijvoorbeeld shock pulse) getest. Ook is onderzoek gedaan naar het stromingspatroon van water in zandige gronden. De resultaten moeten bijdragen aan kennisopbouw voor verantwoorde en effectieve irrigatie in waterarme gebieden. SVZ signaleert dat ook klanten steeds vaker vragen stellen over de duurzame landbouwprincipes achter de producten die zij kopen. In 2013 heeft SVZ een groot aantal telers geëvalueerd aan de hand van klantspecifieke duurzame landbouwstandaarden. Op basis hiervan zijn plannen opgesteld om telers te helpen met verduurzaming door bijvoorbeeld training en scholing. In 2013 is SVZ voor diverse zachte fruitsoorten gecertificeerd als duurzame leverancier voor een multinationale klant. Sensus blijft investeren in het verbeteren van het rendement van de cichoreiteelt om zich te verzekeren van voldoende grondstof van goede kwaliteit. Reinigingsapparatuur beschikbaar stellen hoort hier ook bij. Daarnaast investeert Sensus in teeltbegeleiding in de vorm van ondersteuning door mensen en systemen. Het IRS, het onderzoeksinstituut voor de bietenteelt, heeft in 2013 een fulltime cichoreispecialist aangenomen. 14

Suikerbieten Suiker Unie moedigt telers aan gebruik te maken van Unitip. Dit programma biedt ambitieuze bietentelers inzicht in de eigen vorderingen, maakt vergelijkingen met collega s mogelijk en levert nuttige informatie op voor zowel de deelnemer als voor Suiker Unie. Ongeveer een op vijf telers doet actief mee in Unitip. Deelname is niet verplicht maar Suiker Unie nodigt haar leveranciers wel actief uit om er gebruik van te maken. Unitip kan bijdragen aan het realiseren van een zo hoog mogelijke suikeropbrengst per hectare. Dat is gunstig voor het rendement voor de akkerbouwer maar ook voor Suiker Unie om zowel de duurzaamheids- als de rendementsdoelstellingen te realiseren. Suiker Unie investeert in Unitip door nieuwe modules toe te voegen, bijvoorbeeld om het energieverbruik in de teelt te kunnen volgen en bijsturen. Alles is erop gericht om de kostprijs voor de teler te verlagen, met het oog op de toekomst. De bietenteelt moet aantrekkelijk blijven om de suikerproductie in Nederland een stevige basis te bieden. Er is een directe relatie tussen de suikeropbrengst per hectare bieten en het energieverbruik in de teelt (bewerkingen met werktuigen, enz.). Het streven naar opbrengstverhoging per hectare is daarmee uit oogpunt van zowel (hogere) financiële opbrengst als (lagere) milieubelasting positief. Figuur 1: Suikeropbrengst in kg per hectare 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 gemiddelde opbrengst in het jaar vijfjaarsgemiddelde (over de vier voorafgaande jaren en het aangeduide jaar) Figuur 2: Energieverbruik Nederlandse bietenteelt in MJ per ton suiker 1.500 1.400 1.300 1.200 1.100 1.000 900 2013 <12,5 ton suiker/ha Gemiddelde suikeropbrengst >15 ton suiker/ha 1.000 MJ is ongeveer gelijk aan 31 liter dieselolie De inspanningen van Suiker Unie om de bietenteelt en de suikerproductie verder te verduurzamen hebben de belangstelling van andere partijen gewekt. In samenwerking met het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) is onderzoek uitgevoerd onder de noemer Ketenverduurzaming Bietenteelt en Bietenverwerking. Akkerbouwers die zelf hun bedrijfsvoering willen verduurzamen kunnen zich aansluiten bij Stichting Veldleeuwerik. Suiker Unie werkt ook hieraan mee, door kennis en expertise in te brengen bij regionale werkgroepen en door telers een premie te betalen voor hun duurzaam geteelde bieten. Overige De bedrijven in de Duynie-groep betrekken hun grondstoffen niet van telers maar bij andere bedrijven in de voedingsmiddelensector. Interne leveranciers zijn Suiker Unie, Sensus en Aviko. Ook Cosun Biobased Products betrekt zijn grondstoffen bij interne leveranciers. 15

Suikerbieten Aardappelen Cichorei Groenten & Fruit TEELT DUURZAAM FINANCIEEL Financieel-economische waarde: voor klanten, leden en medewerkers De resultaten en de belangrijkste gebeurtenissen in en rond de coöperatie licht Cosun toe in het (financiële) jaarverslag 2013. Daarin gaan we gedetailleerd in op de cijfers in de jaarrekening. In dit hoofdstuk leggen wij het accent op de waarde van onze bedrijfsvoering in termen van omzet, van inkomen voor onze leden en medewerkers, en van investeringen, vooral gericht op de continuïteit van onze bedrijfsactiviteiten. Cosun creëert toegevoegde waarde en speelt een significante economische rol: door het verwaarden van grondstoffen tot producten voor onze klanten; door het doen van substantiële betalingen aan leden, leveranciers, medewerkers, de overheid en kapitaalverschaffers. Het onderstaande overzicht toont de toegevoegde waarde die Cosun in staat is te creëren door afzet van zijn producten na aftrek van vergoeding aan leveranciers en leden voor producten en diensten. In 2013 is 831 miljoen waarde gecreëerd. Van dit bedrag is 610 miljoen betaald aan werknemers, leden, de overheid en andere kapitaalverschaffers. Het saldo van de toegevoegde waarde is ingehouden en wordt geïnvesteerd in Cosun, in activa en in de uitbreiding van de activiteiten. Toegevoegde waarde overzicht 2013 2012 (bedragen zijn in miljoenen euro s) Netto omzet 2.166 1.945 Overige opbrengsten en wijzigingen in de voorraad 50 91 Bijdrage aan leveranciers van grondstoffen -/- 1.056 -/- 876 Bijdrage aan andere dienstverleners -/- 329 -/- 323 Toegevoegde waarde die gecreëerd is 831 837 Personeel (loon) 217 213 Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 360 356 Financiers (rente) -/- 1 6 Overheid (belasting) 33 48 Waardeverdeling naar stakeholders 610 623 Ingehouden winst 139 138 Afschrijvingen 82 76 Waarde ten behoeve van herinvestering 222 214 16

Figuur 3: Gerealiseerde toegevoegde waarde in 2013 en verdeling daarvan Geherinvesteerde waarde 2013 Afschrijvingen 12% Personeel (loon) 26% Ingehouden winst 17% Overheid (belasting) 4% Waardeverdeling naar stakeholders 2013 Financiers (rente) 0% Leden (bieteninkopen en ledentoeslag) 43% Omzet Door onze plantaardige grondstoffen optimaal te benutten, creëren we waarde. De totale omzet steeg in 2013 naar 2.166 miljoen: een omzetstijging van 11% ten opzichte van 2012. Nagenoeg al onze activiteiten lieten een hogere omzet zien door een combinatie van autonome groei, hogere verkoopprijzen en enkele kleinere acquisities. Suiker Unie profiteerde van extra afzet van quotumsuiker in de Europese markt en hoge suikerprijzen. Bij Aviko steeg de omzet door hogere verkoopprijzen, terwijl de afzet licht achterbleef in vergelijking met 2012. Ook onze overige activiteiten (Sensus, SVZ en Duynie) lieten in 2013 groeicijfers zien. Het grootste deel van onze omzet wordt in Europa gerealiseerd (circa 90%). Resultaat Cosun realiseerde weer goede financiële resultaten in 2013. Het operationele resultaat vóór afschrijving en amortisatie en geschoond voor verkochte activiteiten en incidentele resultaten (recurring EBITDA) daalde van 270 miljoen in 2012 naar 241 miljoen in 2013. Ondanks deze daling ligt het resultaat nog steeds substantieel boven het niveau van de jaren 2009-2011. Leden Als coöperatie keren we een groot deel van het resultaat aan onze leden uit. Ondanks een lagere recurring EBITDA kwam de ledentoeslag vanwege een aantal incidentele baten uit op een historisch hoog niveau van 187 miljoen (5% stijging ten opzichte van 2012). De gemiddelde suikeropbrengst per hectare lag met 13,2 ton fractioneel lager dan in 2012 (13,5 ton). Hierdoor liggen de gemiddelde opbrengsten voor de Nederlandse bietenteler op 4.917 per hectare, 46 hoger dan vorig jaar. De financiële opbrengst per hectare is een belangrijke graadmeter voor de rentabiliteit van de bietenteelt. Cosun streeft naar de hoogste financiële opbrengst per hectare suikerbieten in de EU voor onze leden/bietentelers en is daar in 2013 wederom in geslaagd. Investeringen De operationele kasstroom was ruim voldoende om de investeringen in onze fabrieken uit eigen middelen te financieren. De gezonde financiële positie betekent een sterke uitgangspositie voor verdere uitvoering van onze groeistrategie. De investeringen in vaste activa bedroegen in 2012 in totaal 101 miljoen (2012: 120 miljoen). De totale investeringen in 2013 waren 135 miljoen tegen 129 miljoen het jaar ervoor. In 2013 hebben we vooral in onze suikeractiviteiten fors geïnvesteerd. Deze investeringen zijn voornamelijk gericht op verdere uitbreiding en flexibilisering van productiecapaciteit, naast de reguliere vervangingsinvesteringen. Verder heeft Cosun in 2013 in totaal 35 miljoen geïnvesteerd in versterking van de activiteiten door acquisities (2012: 24 miljoen). Ook in het lopende jaar blijft Cosun in verschillende segmenten investeren om zo zijn marktpositie verder te versterken. Medewerkers Voor de bijna 3.480 medewerkers van Cosun werd in 2013 217 miljoen aan personeelskosten betaald, inclusief sociale lasten en pensioenpremies. Daarnaast investeert Cosun in de kennis en kunde van onze werknemers: het aantal opleidingsdagen lag in de jaren 2012 en 2013 op drie dagen per fte. 17

Suikerbieten Cichorei Aardappelen Groenten & Fruit TEELT BIORAFFINAGE AFZETMARKTEN Optimalisatie productieprocessen Zorg voor het milieu bij het verwerken van plantaardige grondstoffen komt vaak neer op het tegengaan van verspilling. Grond- en hulpstoffen, energie, water en restanten willen we optimaal benutten. Daarnaast streven we ernaar de uitstoot van geur en geluid te beperken en kijken we kritisch naar de verkeersveiligheid rond onze vestigingen en de uitstraling van onze gebouwen, installaties en bedrijfsterreinen. Op concernniveau meet Cosun zaken als de CO 2 -emissie van onze fabrieken, het waterverbruik in onze processen, de hoeveelheid restmaterialen en het aantal klachten uit de omgeving. Overzichten van deze metingen zijn gebaseerd op cijfers van alle productievestigingen, ook van die in het buitenland. CO 2 -emissie Energiebesparing staat bij Cosun al vele jaren hoog op de agenda. Een fors deel van onze kostprijs bestaat namelijk uit energiekosten. De doelstelling is om gemiddeld elk jaar minimaal 2% op het totale energieverbruik per eenheid product te besparen. Over de afgelopen vijf jaar is deze doelstelling gerealiseerd. Dit lijkt misschien geen bijzondere prestatie, maar is het wel. Al onze bedrijven hebben immers al tientallen jaren forse besparingen gerealiseerd. Elke extra besparing vraagt een steeds grotere inspanning om die te realiseren. De samenstelling en kwaliteit van de verwerkte oogsten varieert van jaar tot jaar. Op het effect hiervan op het energieverbruik hebben wij geen invloed. In figuur 4 is in kaart gebracht hoeveel ton CO 2 er wordt uitgestoten voor elke ton product die Cosun produceert. Het onderste deel komt voor rekening van de directe uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Figuur 4: Totale CO 2 -emissie in ton, per ton product 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,051 0,243 Indirect 0,046 0,041 Direct 0,043 0,038 0,235 0,250 0,231 0,211 2009 2010 2011 2012 2013 Het bovenste deel is de indirecte uitstoot die is gekoppeld aan de ingekochte elektriciteit en omgerekend naar tonnen CO 2. 18

De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor tussentijdse aan- en verkoop van activiteiten. De cijfers zijn wel gecorrigeerd voor de omrekening van elektraverbruik naar CO 2 -uitstoot. In voorgaande jaren hebben we hiervoor een gemiddelde omrekenfactor voor alle Europese landen gehanteerd. Met ingang van 2013 gebruiken we een preciezere factor per land. We hebben de cijfers over 2009-2012 daarna opnieuw berekend volgens deze meetmethode om de cijfers tussen de jaren beter te kunnen vergelijken. Daaruit bleek dat het Europees gemiddelde een geflatteerd beeld gaf. Dat is er nu uitgehaald. Het aandeel elektra is relatief laag omdat veel van onze fabrieken gebruikmaken van warmtekrachtkoppeling. Dit betekent dat zij gas verstoken en daarmee zelf voor een groot deel in hun elektraverbruik kunnen voorzien. Ketelrendementen Zowel de directe uitstoot van CO 2 als de indirecte per ton product nam af ten opzichte van 2012. Dit heeft te maken met de intensievere doorzet in onze productiefaciliteiten waardoor het energieverbruik per ton omlaag gaat. Cosun zoekt voortdurend naar een betere benutting van de bestaande productiecapaciteit en let daarbij op mogelijkheden om verder te besparen op het gebruik van gas en elektra. In 2013 is Cosun-breed het onderzoek Benchmark Ketelrendementen uitgevoerd. Bijna alle productievestigingen produceren stoom voor hun energievoorziening. In het ketelhuis wordt aardgas gestookt om water om te zetten in stoom. Of om er tegelijk elektriciteit mee te produceren (WKK). De geproduceerde stoom of de stoom uit de restwarmte van de elektriciteitsopwekking wordt vervolgens gebruikt bij het opwarmen van allerlei productstromen. Als die warmte (deels) kan worden teruggewonnen hoeft er minder aardgas te worden gestookt. Dit terugwinnen kan door te investeren in aanpassingen of nieuwe apparatuur. In het onderzoek zijn de rendementen van de energieopwekking op basis van metingen en een rekenmodel bepaald. Natuurlijk is elke situatie uniek maar niet onvergelijkbaar. Uit dit vergelijkend onderzoek kwam naar voren dat er zonder extra investeringen al behoorlijk kan worden bespaard. Denk bijvoorbeeld aan het nauwkeuriger afstellen van apparatuur. Daarnaast hebben we voor de vestigingen die hebben meegedaan, aangegeven waar zij nog verbeteringen zouden kunnen aanbrengen met (rendabele) investeringen. Ook kleine besparingen hebben onze aandacht. Een voorbeeld is het vervangen van de verlichting in de specialiteitenfabriek van Suiker Unie in Puttershoek door energiezuinige lampen. Vaak zijn het medewerkers die met dit soort ideeën en voorstellen tot besparing komen. Dit is dubbele winst: aantoonbare besparingen realiseren en betrokken medewerkers die hun inbreng gehonoreerd zien. Suiker Unie stimuleert de medewerkers door onder andere een interne motivatiecampagne rond MVO-thema s. Meer besparingen In 2014 wordt opnieuw praktijkonderzoek uitgevoerd met het oog op verdere reductie van het energieverbruik. Het idee is frequentieomvormers bij pompen en ventilatoren te plaatsen om het verbruik nog verder omlaag te brengen en onze bedrijven inzicht te verschaffen in de besparingsmogelijkheden van deze technologie. Begin 2014 is gestart met het opzetten van het onderzoek. Door op diverse locaties en onder verschillende omstandigheden de potentie te berekenen en door praktische tests creëren we enthousiasme voor en geloof in deze manier om energie te besparen. Cosun Food Technology Centre (CFTC) fungeert als promotor en verspreider van kennis, waarna de verschillende locaties dit verder kunnen opnemen in verbeter- of onderhoudsprogramma s. Cosun kijkt ook naar CO 2 -emissies in de schakels vóór en na de productieprocessen. Denk daarbij aan de aanvoer van grondstoffen naar de fabrieken en het vervoeren van producten naar onze klanten. We kunnen het aantal transportkilometers per ton product en daarmee de CO 2 -emissie verminderen door een betere planning en belading, zoveel mogelijk retourvrachten, lichtere en zuiniger transportmiddelen, het nieuwe rijden en dergelijke. Een ander voorbeeld is het aanbieden van halffabricaten aan klanten. Zo levert Suiker Unie vloeibaar diksap, waardoor het energie-intensieve kristalliseren niet meer nodig is. Klanten verwerken het product direct in hun eigen proces en hoeven ook geen water meer toe te voegen. Hierdoor neemt het totale energieverbruik in de keten af. Waterverbruik In de voedingsmiddelenindustrie wordt veel water gebruikt, bijvoorbeeld om de grondstoffen te wassen, als proceswater en om onze procesinstallaties grondig te reinigen. Overigens zit er in onze plantaardige grondstoffen zelf ook water dat we weer kunnen gebruiken. Suiker Unie haalt het water uit de bieten die ze verwerkt om dat vervolgens in het productieproces te gebruiken. De totale hoeveelheid water in m 3 hangt direct samen met de omvang van de te verwerken oogsten. Figuur 5: Waterverbruik in m 3, per ton product 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 1,1 2,8 2,9 1,1 1,3 1,7 2009 1,5 1,4 1,5 1,5 2010 Leidingwater Grondwater 2,6 1,1 1,1 0,9 2011 2012 2013 Wij sturen niet op het waterverbruik in absolute termen, dat heeft weinig zin. We drukken ons waterverbruik uit in m 3 per ton eindproduct. Dit verhoudingsgetal moet verder omlaag, als indicatie dat we water besparen. 2,6 2,4 19

Omdat we voedingsmiddelen produceren, moet het water van drinkwaterkwaliteit zijn. Zoveel mogelijk water wordt na zuivering opnieuw gebruikt maar dat kan niet onbeperkt vanwege voedselveiligheidseisen. Water dat over is, wordt in de eigen installaties gezuiverd en op het oppervlaktewater geloosd of, na voorzuivering, op het openbare riool. De kwaliteit van de eigen zuiveringsinstallaties is goed. Soms is deze zelfs zo goed dat we mogen lozen op kwetsbare binnenwateren waarvoor strenge milieunormen gelden. Zoet water wordt steeds schaarser. Daarom zoeken wij naar toepassing van water dat wij niet meer nodig hebben en van goede kwaliteit is. Zo wordt, in samenwerking met de Tuinbouw Ontwikkeling Maatschappij, 300.000 m 3 gezuiverd water van de suikerfabriek in Dinteloord opgeslagen voor gebruik in nabijgelegen tuinbouwkassen. Sensus Roosendaal gebruikt per jaar zo n 800.000 m 3 water. Met ingang van 2013 is deze vestiging overgeschakeld van leidingwater naar grondwater. Grondwater is ter plekke, op grote diepte onder het bedrijventerrein, beschikbaar en hoeft niet te worden onttrokken aan kwetsbare natuurgebieden waar de waterleidingbedrijven veelal hun water oppompen. Op deze manier grondwater benutten is beter voor het milieu en levert financieel voordeel voor de onderneming op. Sensus in Zwolle haalt eveneens grondwater uit diepe grondlagen onder het eigen terrein naar boven en zuivert dat in een omgekeerde osmose installatie. Het is erg belangrijk dat het water aan alle kwaliteitseisen voldoet voor gebruik in voedingsmiddelen. Hier gaat het om ongeveer 100.000 m 3 water per jaar. Als eerste provincie in Nederland heeft Noord-Brabant besloten om de bronnen waaruit voedingsmiddelenbedrijven hun water oppompen wettelijk te beschermen. Hoe dat wordt geregeld, hangt samen met de specifieke omgeving van de bron. Deze bescherming houdt in dat wij ook op langere termijn verzekerd zijn van goede kwaliteit grondwater voor toepassing in onze productieprocessen. Afval Cosun onderscheidt twee soorten restmateriaal: gescheiden en gemengd afval. Het gescheiden afval wordt afgevoerd en bestaat uit zaken als papier en karton, hout, kunststoffen en plastic, en chemische stoffen. Per ton product zien we een lichte afname in 2013 ten opzichte van het voorgaande jaar. Wat resteert, wordt aangeduid met gemengd afval. Dit is 2013 toegenomen. Twee omstandigheden hebben daartoe vooral bijdragen. Ten eerste een vestiging van Duynie in Groot-Brittannië die meer geretourneerde consumentenproducten, zoals broden en koekjes in papier en plastic, heeft verwerkt in veevoeding. Een groot deel van het verpakkingsmateriaal kan niet worden gerecycled en wordt dus als afval afgevoerd. De tweede bron is de vestiging van SVZ in Rijkevorsel. Deze fabriek is in 2012 aangekocht en in 2013 verbouwd en uitgebreid. Dit heeft een eenmalige hoeveelheid afval opgeleverd die is afgevoerd. Cosun streeft ernaar om afval te voorkomen en bruikbaar restmateriaal zoveel mogelijk nuttig in te zetten. In het kader van ons optimaliseringsprogramma TPM (Total Productive Management) is er extra aandacht voor het schoonhouden en opruimen van de productieomgeving. Figuur 6: Hoeveelheid afval in ton, per ton product 0,0060 0,0050 0,0040 0,0030 0,0020 0,0010 0,0000 Organisch restmateriaal Van 2009 tot 2011 liep de hoeveelheid organisch restmateriaal op van 39 kg per ton product naar 82 kg per ton product. Deze toename komt vooral door de aankoop van de suikerfabriek in Anklam. Ook Duynie en SVZ breidden de productie uit, wat meer restproducten opleverde. Deze toename van organisch restmateriaal is na 2011 een halt toegeroepen door de bouw van biomassavergistingsinstallaties die organische restanten uit onze productieprocessen omzetten in biogas. Als er geen eigen vergistingsinstallatie is, brengen wij organisch restmateriaal bij voorkeur naar een externe biomassavergister. In beide gevallen is er voor ons geen sprake van afval maar van een economische toepassing van dit materiaal. De verwerking van organische restanten in eigen beheer resulteert in de afname van organisch restmateriaal van 82 kg per ton productie (2011) naar 38 kg per ton product in 2013. Figuur 7 laat de hoeveelheid organisch restmateriaal zien die onze fabrieksterreinen verlaat naar de composteerder. Figuur 7: Hoeveelheid organisch restmateriaal in ton, per ton product 0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 0,0025 0,0017 0,0016 2009 0,039 2009 0,0024 0,0028 0,0026 2010 Overig gescheiden Gemengd 0,06 2010 0,0012 2011 2012 2013 0,08 0,0014 0,057 0,0023 0,0028 0,038 2011 2012 2013 20

Bio-energie Suiker Unie maakt groen gas dat wordt gewonnen uit plantaardig restmateriaal, zoals bietenpuntjes, bladresten en een deel van de pulp die vrijkomt bij de verwerking van bieten tot suiker. Dit laatste gebeurt alleen als we de verse perspulp niet als veevoer kunnen afzetten. Het is dan een alternatief voor pulp drogen. Dat kost zoveel energie dat het vanuit milieuoogpunt beter is om er juist energie (in de vorm van biogas) van te maken. Met de ingebruikname van de biomassavergistingsinstallatie in Anklam, begin 2013, zijn nu binnen Suiker Unie drie installaties operationeel die samen 30 miljoen m 3 gas per jaar produceren. Het groen gas wordt voor het grootste deel niet door Suiker Unie zelf gebruikt maar op het openbare net geleverd. Dit is financieel gezien de aantrekkelijkste optie. Wel rijdt een deel van de vrachtauto s van Suiker Unie op eigen groen gas. Hiermee wordt inhoud gegeven aan een green deal met de overheid om het transport te verduurzamen. Daarnaast maken ook andere productiebedrijven binnen Cosun al jaren biogas uit proceswater in zogenaamde methaanreactoren. Aviko levert proceswater bij een naastgelegen afvalwaterzuivering die er energie en mineralen (vooral fosfaat) uit wint. Dit laatste levert tevens een bijdrage aan het sluiten van mineralenkringlopen van plantenvoedingstoffen, zoals fosfaat, die zo teruggebracht kunnen worden naar de akkers. Dit is technisch haalbaar maar bestaande regelgeving blijkt nogal eens hindernissen op te werpen. TEELT DUURZAAM SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJK Beperken van overlast voor omwonenden productielocaties Cosun telt in totaal ruim dertig productielocaties in binnen- en buitenland. De grootschalige productieprocessen van onze bedrijven leiden soms tot overlast voor de omwonenden. Soms staat een fabriek dicht bij een woonwijk waardoor de bewoners last kunnen hebben van geur of geluid. Ook vervoer van grond- en hulpstoffen met vrachtwagens naar onze locaties kan overlast geven voor mensen die langs de aanvoerroutes in de omgeving van onze fabrieken wonen. In 2013 zijn in totaal 161 klachten gemeld, een forse stijging ten opzichte van 2012 toen het er in totaal 62 waren. De stijging komt voor rekening van slechts drie van de ruim dertig productievestigingen: Dinteloord, Vierverlaten (beide Suiker Unie) en Lomm (Aviko). 21

Figuur 8: Aantal klachten door overlast 180 150 120 90 58 60 49 42 30 62 161 Toch vindt Suiker Unie het ongewenst dat de omwonenden hiervan hinder ondervinden. In 2013 zijn al forse investeringen gedaan om de uitstoot terug te brengen en ook in 2014 zal de onderneming aanvullende maatregelen treffen. De omwonenden van de installaties in Dinteloord en Vierverlaten worden regelmatig geïnformeerd over wat Suiker Unie onderneemt om de overlast terug te dringen. Daarnaast is het initiatief genomen om op beide locaties een klankbordgroep in te stellen. Daarin praten vertegenwoordigers namens de omwonenden en specialisten van Suiker Unie onder leiding van een onafhankelijke voorzitter over de aard van de klachten, mogelijke maatregelen en de ervaringen vanuit de buurt. 2009 2010 2011 2012 2013 De vier meldingen die geen betrekking hebben op deze drie locaties betreffen Duynie en SVZ. Vanuit buitenlandse vestigingen zijn geen klachten gerapporteerd. Geuroverlast door biomassaopslag In Dinteloord en Vierverlaten zorgen de biomassa-vergistingsinstallaties bij de suikerfabrieken voor klachten over geur. Ondanks alle berekeningen en proefnemingen vooraf. Omdat het een compleet nieuwe installatie betreft waarmee nog geen praktijkervaring is opgedaan, wordt er al doende geleerd en bijgesteld. In Vierverlaten zijn meer klachten over geluid geregistreerd. De bronnen daarvan zijn opgespoord en konden betrekkelijk snel worden aangepakt. De geuroverlast bleek vooral samen te hangen met de manier waarop de biomassa is opgeslagen bij de installaties. Deze wordt nu afgedekt waardoor er minder geurvorming is. Hoewel de maatregelen tot minder geuruitstoot hebben geleid, ervaren de omwonenden nog steeds overlast. Daarom wordt er verder gezocht naar extra maatregelen om geurhinder te voorkomen. De gemeten geuruitstoot bij beide locaties blijft overigens binnen de in de milieuvergunning gestelde normen. Defecte installatie in Lomm De meldingen over de fritesfabriek van Aviko in Lomm zijn mede het gevolg van een initiatief vanuit het lokale management. Begin 2013 is een melding gedaan van geuroverlast. Onderzoek wees uit dat de installatie om geur te neutraliseren niet goed werkte. Pas in tweede instantie bleek wat er aan de hand was. Hierdoor heeft het langer dan gepland geduurd om afdoende maatregelen te kunnen treffen. Het precies inregelen en afstellen van de gaswassers loopt nog. In het najaar van 2013 is Aviko Lomm overgegaan van drie- naar vijfploegendiensten. Op basis van de milieuvergunning moet daarvan melding worden gemaakt bij de vergunningverlener. Het management nam toen het initiatief om ook de inwoners van Lomm te betrekken bij de verlenging van de bedrijfstijden. Daartoe organiseerde men een informatieavond in september vorig jaar. Uit reacties van de bezoekers die avond bleek dat de bestaande klachtenprocedure niet goed functioneerde. De aanwezigen spraken over gerapporteerde klachten die niet bij Aviko bekend waren. Daarop heeft Aviko toegezegd de klachtenprocedure te herzien en een speciaal e-mailadres en telefoonnummer in te stellen. Toen die operationeel waren, is daar meteen en veelvuldig gebruik van gemaakt. Met als gevolg dat in het laatste kwartaal van 2013 zo n 35 meldingen van overlast door baklucht zijn gedaan. De verwachting is dat dit snel zal afnemen als de genomen maatregelen effectief blijken te zijn. Investeren in medewerkers Figuur 9: Aantal medewerkers in FTE Cosun wil groeien. Op eigen kracht en door overnames. Het ligt in de verwachting dat dan ook het aantal medewerkers zal toenemen. Cosun heeft relatief meer senior medewerkers dan junioren. Gaan ouderen met pensioen, dan moeten er voldoende gekwalificeerde jongeren zijn die de vacatures kunnen invullen. En medewerkers die al jaren bij ons werken, moeten hun kennis en expertise op peil houden. Cosun stimuleert ook hen om te blijven leren en hun ervaring te delen met de jongeren die minder specifieke werkervaring hebben. 4.000 3.800 3.600 3.400 3.200 3.000 3.871 3.828 3.581 3.396 3.477 3.221 3.203 3.288 3.396 3.477 2009 2010 2011 2012 2013 Gemiddeld aantal FTE Gemiddeld aantal FTE (gecorrigeerd voor verkochte activiteiten) 22

Opleiding en training Het gemiddeld aantal opleidingsdagen per fte bedraagt ongeveer drie werkdagen op jaarbasis. Een belangrijk deel hiervan heeft te maken met het TPM-programma dat bij alle bedrijven van Cosun loopt. Daarnaast worden opleidingen en trainingen aangeboden met het oog op een betere positie op de externe arbeidsmarkt, als interne herplaatsing bij reorganisaties niet mogelijk blijkt. Intern krijgen mensen kansen om zich te kwalificeren voor andere functies door aanvullende opleidingen te volgen. Figuur 11: Aantal ongevallen met verzuim index per 1.000 medewerkers, in FTE 35 30 25 20 26 24 26 32 30 Cosun heeft elk jaar stagiairs die voor hun opleiding een praktijkstage komen doen of een onderzoeksproject uitvoeren. In 2013 hebben ruim honderd studenten een stage gedaan bij een van de Cosun-vestigingen in Nederland. De meesten volgen een opleiding op mbo-niveau, vaak in een technische richting. 15 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 10: Aantal stagiairs Cosun 2013 WO HBO MBO In deze figuur is de verhouding te zien tussen stagiairs van een mbo-instelling, van het hbo en van de universiteit (WO). Jonge mensen begeleiden tijdens een stage past bij het profiel van een onderneming die betrokken is bij de samenleving. Het mes snijdt aan twee kanten: de studenten krijgen de gelegenheid om praktijkervaring op te doen in hun vakgebied en worden daarbij begeleid door ervaren professionals. Aan de andere kant krijgt Cosun jonge mensen binnen die pittige vragen stellen, met frisse ideeën komen en potentiële jonge medewerkers zijn. Veilig werken Veilig werken blijft een punt van aandacht en zorg. De totaalscore voor Cosun is weliswaar licht gedaald maar het aantal incidenten en ongevallen met verzuim is nog te hoog. Vooral Sensus en Suiker Unie rapporteren meer (bijna-)ongevallen dan het jaar ervoor. Aviko en SVZ rapporteren er juist minder. Duynie rapporteert nul incidenten en ongevallen met verzuim. Dat was in 2012 ook bij CFTC het geval maar in 2013 zijn daar wel een paar incidenten geregistreerd. De stijging heeft ook te maken met het toegenomen bewustzijn. Er wordt eerder dan vroeger melding gemaakt van lichtere incidenten. Veel fabrieken hebben een eigen veiligheidskundige en rollen speciale programma s uit om medewerkers na elke werkdag weer gezond en wel naar huis te kunnen laten gaan. Daarmee zijn echter nog niet alle ongevallen voltooid verleden tijd. De aanpak verschilt maar er zijn ook veel overeenkomsten, met als kern dat de medewerkers direct betrokken worden bij veiligheid. Het liefst zo gemakkelijk mogelijk. Bij Aviko hebben medewerkers een SOS-formulier ingevoerd: Signalering Onveilige Situaties. Wat zo n formulier echter nauwelijks in kaart brengt, is onveilig gedrag. Dat kan lang verborgen blijven. Pas na een incident of een ongeval komt men daar achter. Veiligheidsbewustzijn moet de eerste prioriteit worden en daaraan wordt gewerkt met trainingen en instructies voor medewerkers. Ondanks de extra inspanningen in 2012 is Sensus er niet in geslaagd om het ongevallenverzuim omlaag te brengen in 2013. Mede daarom is begin 2014 gestart met een veiligheidsbewustzijnscampagne in de locatie Zwolle. Roosendaal volgt dit najaar om ook de campagnemedewerkers te betrekken. Groepjes medewerkers pakken elke maand een thema op, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen en werken op hoogte. Het is de bedoeling dat ze risico s leren herkennen en daarnaar handelen. Juist betrokkenheid kan soms tot ongevallen leiden. Dat is het geval geweest toen medewerkers de gevolgen van een stofexplosie in Zwolle snel wilden verhelpen. Om veilig werken beter te borgen is binnen Sensus een ervaren operator bijgeschoold tot veiligheidskundige. Hij is in beide vestigingen veel op de werkvloer om door observatie medewerkers te wijzen op hun (on)veilige gedrag. Hij gebruikt een eigen registratiesysteem om onveilige situaties goed in kaart te brengen en daarop actie te ondernemen. Ook Suiker Unie is het nog niet gelukt om het aantal incidenten en ongevallen terug te dringen. Aanpassingen in de werkomgeving blijken niet voldoende; bewust zijn hoe je veilig werkt en nog belangrijker daarnaar handelen geven de doorslag. In beide Nederlandse suikerfabrieken is een veiligheidskundige die medewerkers wijst op onveilig werken als hij dat signaleert. Veel zeer ervaren medewerkers realiseren zich onvoldoende dat zij risico s nemen, juist omdat ze zo ervaren 23