Leerdoelen Medewerker productpresentatie Tijdens elke BPV periode werk je aan 5 leerdoelen. Minstens 3 leerdoelen kies je uit een lijst met bestaande doelen die uit Tijdens elke BPV periode werk je aan 6 leerdoelen. 4 leerdoelen kies je uit een lijst met bestaande doelen die uit het het kwalificatiedossier (kerntaken en werkprocessen) van de medewerker productpresentatie komen. Daarnaast bedenk je kwalificatiedossier van de ruimtelijk vormgever komen. Daarnaast bedenk je zelf 2 persoonlijke leerdoelen. zelf 2 persoonlijke leerdoelen. (bijvoorbeeld: zelfvertrouwen krijgen) Alle leerdoelen ga je SMART formuleren. (zie bijlage (bijvoorbeeld: zelfvertrouwen krijgen) Alle leerdoelen ga je SMART formuleren. (zie bijlage SMART). De eerste 4 SMART). De eerste 3 leerdoelen beheers je op één van de drie niveaus (starter, gevorderde of beroeps ). Jouw leerdoelen beheers je op één van de drie niveaus (starter, gevorderde of beroeps ). Jouw praktijkbegeleider praktijkbegeleider beoordeeld jou op één van deze drie niveaus. Let op: in je laatste leerjaar worden alle leerdoelen beoordeeld jou op één van deze drie niveaus. Behaal je een leerdoel op het beroeps bekwame niveau, dan weet je beoordeeld door je praktijkbegeleider. Behaal je een leerdoel op het beroeps bekwame niveau, dan weet je dat je tijdens dat je tijdens een volgende stage niet meer aan dit leerdoel hoeft te werken. De 2 persoonlijke leerdoelen worden niet een volgende stage niet meer aan dit leerdoel hoeft te werken. De 2 persoonlijke leerdoelen worden niet beoordeeld door beoordeeld door je praktijkbegeleider. Reflecteer op alle leerdoelen in je BPV verslag (zie bijlage reflecteren). je praktijkbegeleider. Reflecteer op alle leerdoelen in je BPV verslag (zie bijlage reflecteren). Leerdoelen: Werkzaamheden voorbereiden. Decoraties maken en/of uitzoeken. Eenvoudige grafische toepassingen maken. Onderdelen monteren en fabriceren. Producten verzendklaar maken. Transportwerkzaamheden uitvoeren. Werkzaamheden op locatie voorbereiden. Presentatieruimte inrichten. Presentatie demonteren. Opruimwerkzaamheden uitvoeren. Werkzaamheden voorbereiden. Wanneer nodig het ontwerp aanpassen. Wanneer nodig het ontwerp aanpassen. Werkvolgorde kiezen. Middelen en materialen verzamelen en werkplek inrichten. 17
Decoraties maken en/of uitzoeken. Op basis van een ontwerp en instructies diverse soorten eenvoudige decoraties maken of uitzoeken. Op basis van een ontwerp en instructies diverse soorten eenvoudige decoraties maken of uitzoeken. Zo nodig de decoratie aanpassen. Op basis van een ontwerp en instructies diverse soorten eenvoudige decoraties maken of uitzoeken. Zo nodig de decoratie aanpassen. Controleren van de werkzaamheden. Communiceren tijdens het maken van de decoratie met diverse betrokkenen. Eenvoudige grafische toepassingen maken. Op basis van het ontwerp en instructies van je leidinggevende eenvoudige grafische toepassingen maken. Op basis van het ontwerp en instructies van je leidinggevende eenvoudige grafische toepassingen maken. De grafische opmaak veranderen. Bestandsbeheer uitvoeren. Op basis van het ontwerp en instructies van je leidinggevende eenvoudige grafische toepassingen maken. De grafische opmaak veranderen. Bestandsbeheer uitvoeren. Communiceren tijdens het maken van de grafische toepassing met diverse betrokkenen. 18
Onderdelen monteren en fabriceren. Onderdelen controleren en eventueel weer demonteren. Onderdelen controleren en eventueel weer demonteren. Communiceren tijdens het produceren van de onderdelen met diverse betrokkenen. Producten verzendklaar maken. Indien nodig onderdelen inpakken. Controleren of alles aanwezig is. Indien nodig onderdelen inpakken. Controleren of alles aanwezig is. Lost voorkomende eenvoudige problemen op en meldt complexere problemen. Transportwerkzaamheden uitvoeren. Gebruik maken van geschikte interne transportmiddelen. Gebruik maken van geschikte interne transportmiddelen. Maatregelen nemen ter voorkoming van transportschade. 19
Werkzaamheden op locatie voorbereiden. Afstemmen met de betrokkenen. Werkzaamheden plannen op basis van het ontwerp en instructies van de leidinggevende. Afstemmen met de betrokkenen. Presentatieruimte inrichten. 20 Eventueel afdelingen opbouwen en plaatsen van verkooprekken en goederen. Eventueel plaats je digitale instore media. Goedkeuring vragen aan je leidinggevende. Informatie geven over de uitgevoerde werkzaamheden. Zo nodig aanpassingen aanbrengen. Eventueel afdelingen opbouwen en plaatsen van verkooprekken en goederen. Eventueel plaats je digitale instore media. Goedkeuring vragen aan je leidinggevende. Informatie geven over de uitgevoerde werkzaamheden. Zo nodig aanpassingen aanbrengen. Communiceren tijdens het inrichten van de presentatieruimte met diverse betrokkenen.
Presentatie demonteren. Materialen hergebruiken. Materialen hergebruiken. Opruimwerkzaamheden uitvoeren. Opruimen van de werkplek.. Opruimen van de werkplek. Materialen en middelen opbergen in het magazijn. Opruimen van de werkplek. Afval en restmaterialen verzamelen en registreren en volgens voorschriften afvoeren. Materialen en middelen opbergen in het magazijn. 21