Les 7 de meter: een groeimeter maken en meten met de meter.

Vergelijkbare documenten
gewicht, tijdsduur en hoekgrootte nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat

METEN EN METEND REKENEN EERSTE LEERJAAR

LEERPLANDOELEN METEN EN METEND REKENEN 3E LEERJAAR

METEN EN METEND REKENEN TWEEDE LEERJAAR

Beginsituatie: De leerlingen zijn vertrouwd met het maken van constructies zoals keitjes.

DOELEN METEN EN METEND REKENEN 4 E LEERJAAR

Les 4 lengtematen m, dm en cm

Opdrachten Oppervlakte

LEERPLANDOELEN METEN EN METEND REKENEN 6 E LEERJAAR

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

METEN. MR0 Doelstellingen

Schatten en meten (spel)

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Workshop. Vriendschapsbandjes

Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken

De prinses met de lange haren

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Rollend meetwiel. Notities voor de leerkracht. Wetenschap Afstanden meten Schaalverdelingen kalibreren Wetenschappelijk onderzoek

Meten in de methode Rekenrijk

handleiding pagina s 956 tot Handleiding

Uitgeverij Schoolsupport

G 1 Tangram: figuren leggen

Meetschrift METEN METEND REKENEN

Een heleboel voorwerpen Groep / niveau Groep 4/ 5 Leerstofaspecten Gebruik van meetinstrumenten, meten met standaardmaten Benodigdheden

Je legt nu de twee stukken weer tegen elkaar zodat je een figuur krijgt: Je plakt het figuurtje op het A3-papier. Maak op deze manier vijf figuren.

Richting geven aan het onderwijs in meten en meetkunde TAL bovenbouw

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.

De leerling: weet dat de aarde groter is dan de maan ontdekt dat iets kleiner lijkt als het verder weg staat. aarde en de maan

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

handleiding pagina s 707 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde Werkboek

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

lesbrieven avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 2:

Checklist reken- en wiskundeomgeving

LEERPLAN WISKUNDE - Basisonderwijs

5 5d o e l e n k a t e r n

Blok 1 GB les 2 K1: cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Bespreking Vraag de groepjes te vertellen hoe zij de wanten hebben vergeleken.

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

LEERLIJNEN TWEEDE LEERJAAR

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Thema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4

handleiding pagina s 198 tot Handleiding

LEERLIJNEN DERDE LEERJAAR

Inhoudelijke gegevens vak of vormingsgebied: Rekenen, bouwplaten. Het is een aangepaste methodeles.

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

De waddendijk. Kringgesprek werkblad meten

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Spiegelen en symmetrie

Buiten leren rekenen leuk en zinvol!

Herhalingsles 1 Getallenkennis en bewerkingen 1 Weeroefeningen

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Meten: referentiematen

Taak na blok 1 startles 8

40 Suggesties met...

Steekkaart: nummer 3Wi

LENGTE. 1. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

LEERLIJNEN VIERDE LEERJAAR

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Aanpassingen Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (4-7 jaar)

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Op weg naar een leerlijn rekenen.

Cool 2.3 Oppervlakte en volumematen

Een Meet- en Ontdekpad gemaakt door Maaike Kuijer. Pabo De Eekhorst Assen.

Werkbladen les 2. Werkblad 1: Experiment met materialen. Vraag 4: Namen: Benodigdheden: Vraag 5: Vraag 6: Vraag 1: Vraag 7: Vraag 2: Vraag 3:

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

Les Rekenen en BVO De pakjes van Sinterklaas

Beginsituatie Dit is een herhalingsles. De leerkracht heeft een korte toets afgenomen om de beginsituatie vast te leggen.

Rekentaalkaart - toelichting

LEERLIJNEN EERSTE LEERJAAR

LES 22. GROEP: 3 t/m 8 FITNESSLES

4 Jaarplan. 1 Leerplan

Herkent en gebruikt begrippen oppervlakte. aansprekende context bedoeld. omtrek en oppervlakte in kort, groot, klein, breed, smal,

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Leonardo Da Vinci s brug

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Vervolgcursus Rekenen Vijfde bijeenkomst dinsdag 29 mei 2012 vincent jonker

klas "Eenheden"

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

Opbrengstgericht werken in de groep: bij de overgang van PO naar VO Conferentie Utrecht Opbrengstgericht werken in de onderwijspraktijk

handleiding pagina s 994 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde Werkboek 3 Posters

Haal de bliksem in huis!

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

Aandachtspunten. blok 3, les 1 blok 3, les 3 blok 3, les 8. blok 1, les 1 blok 1, les 3 blok 1, les 6 blok 1, les 8 blok 1, les 11 blok 2, les 11

15-1. Opdracht. Buis buigen

ALGEMENE TIPS METEN. * Meespelen met uw kind en zoveel mogelijk benoemen wat hij/zij doet.

Buiten leren rekenen leuk en zinvol!

Vraag Antwoord Scores. Het antwoord: 2 (euro) 1. a =

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

DE basis. Wiskunde voor de lagere school. Jeroen Van Hijfte en Nathalie Vermeersch. Leuven / Den Haag

Inhoud Methode Materiaal Timing V: Eigenschap: De som van de hoeken in een driehoek is gelijk aan 180.

bijlagen groep 7 en 8

Transcriptie:

Les 7 de meter: een groeimeter maken en meten met de meter. Beginsituatie Ze kunnen de begrippen ruim, bijna, precies, juist, net, ongeveer gebruiken in dagelijkse situaties. De weten dat een lengte met de meter gemeten wordt. Leerplandoelen - - - MR7 Beseffen dat de grootte van dingen bepaald kan worden met behulp van natuurlijke maateenheden voor lengte (bijv. met handspan, voet), oppervlakte (bijv. met schriften, blaadjes, ruitvormige maateenheden), inhoud (bijv. een inhoud met kopjes, lepels, flessen..., een volume met lucifersdoosjes, blokken), gewicht (bijv. met kastanjes), tijdsduur (bijv. tijdsduur om een taak uit te voeren), hoekgrootte (bijv. met een driehoekig stukje smeerkaas) - - - MR8 Ervaren en inzien dat bij een meting van lengte, oppervlakte, inhoud en volume, gewicht, tijdsduur en hoekgrootte nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat - - - MR10 De gemeten dingen sorteren en rangschikken na een meting met natuurlijke maateenheden - - - MR12 Ervaren en inzien dat hoe groter de maateenheid is, hoe kleiner het maatgetal is en omgekeerd (bijv. hoe groter de stappen, hoe stappen te zetten om een afstand af te passen) -------- vergelijken met het meetresultaat -- - MR13 Een grootte schatten bij een meting met natuurlijke maateenheden en de schatting vergelijken met het meetresultaat. MR29 -------- a) Weten dat het resultaat van een lengtemeting uitgedrukt kan worden in meter of daarvan afgeleide maateenheden, en daarbij de termen b) lengte, breedte, hoogte en dikte MR30 Het metriek stelsel in verband met lengte opbouwen en daarbij volgende maateenheden en hun symbolen lezen en gebruiken: -------- a) de meter (m) Materiaal: - werkblaadjes - meetstokken (per twee leerlingen één meetstok) - garen/touw - bordlat - scharen (per twee leerlingen een schaar)

1. Inleiding 1.1 Probleemstelling: ervaren van de nood van een vaste maat. Hoe lang is onze klas? Hoe kunnen we dit snel meten? Afstappen en kijken hoeveel passen in de lengte passen. Enkele leerlingen mogen de klas afstappen. Hoeveel stappen heb je gezet? -> Hoe komt het dat leerling X en leerling Y niet evenveel stappen hebben gezet? -> Hoe lang is onze klas dan echt? -> Hoe kan ik heel juist meten hoe lang dat onze klas is? Hiervoor gebruiken we de meter. 1.2 Ervaren van hoe lang de meter is - Toon met je armen hoe lang een meter is. (Spanwijdte) (Leerkrachten gaan met bordlat bij elk kind langs om elk kind te laten ervaren hoe lang een meter is) - Kijk eens rond in de klas zie je iets dat ongeveer één meter lang is? - Ga achter je stoel staan. Hoe hoog is een meter? (Leerkrachten gaan met bordlat bij elk kind langs om elk kind te laten ervaren hoe hoog een meter is) - Kijk eens rond in de klas zie je iets dat ongeveer één meter hoog is? 2. Kern 2.1 Schat- en meetoefeningen De leerlingen krijgen per twee een meetstok. - Kijk naar de lijnen op het bord. (Er staan drie lijnen op het bord getekend, elk in een andere kleur) Welke lijn is juist één meter? Welke is dan één meter lang? Welke is dan één meter lang? We controleren met de meetstok! - Kijk naar je buurman/buurvrouw. Is je buurman/buurvrouw meer dan, juist of dan 1 meter groot? Wat schat je? We controleren, we meten! - Kijk naar de juf. Ben ik meer dan, juist of dan 1 meter groot? Wat schat je? Eén leerling mag controleren met de meetstok. - Kijk naar de kast. Is de kast hoog? Wat schat je? Eén leerling mag controleren met de meetstok. - Kijk naar de radio. Is de radio breed? - Kijk naar je pen. Is de pen lang?

- Kijk naar de papiermand. Is de papierman hoog? 2.2 Knippen van een touw met een lengte van precies één meter. De leerlingen krijgen per twee een bolletje garen. Knip een touw dat juist één meter lang is. De leerkracht demonstreert. 2.3 Ervaren dat een meter geen rechte lijn moet zijn. De leerkracht laat zijn touw zien. -Hoe lang is dit touw? Het touw is één meter lang. De leerkracht houdt het touw aan de twee uiteindes vast zodat het touw in een boog hang. - Is dit touw één meter lang? Ja, dit is één meter lang. -> een meter hoeft niet altijd een rechte lijn te zijn. De lkr. knipt zijn touw in twee stukken. Hij neemt één stuk vast. - Is dit één meter lang? Nee, dit is dan één meter. De leerkracht legt de twee stukken touw achter mekaar. - Is dit één meter lang? Ja, dit is net één meter. 3. Verwerking Geleide oefeningen: We splitsen de klas in twee groepen. Eén groep werkt in het klaslokaal, de andere in de lege klas? 3.1 Hoe hoog is een meter. Werkblad oefening 1 3.2 Schatten van de lengte, hoogte, breedte van voorwerpen 3.3 Meten van de buikomtrek met het touw. Met onze touw kunnen we meten hoe lang ronde vormen zijn. We gaan onze eigen buikomtrek meten. - Is je eigen buikomtrek meer dan, juist of dan 1 meten lang? Wat schat je? Meet met het touw. We meten de omtrek van ons bovenbeen. - Is de omtrek van je bovenbeen meer dan, juist of dan 1 meten? Wat schat je? Meet met het touw. 3.4 Tekenen van een lijn van juist één meter lang. - Teken per twee op de vloer een lijn van juist één meter lang. - Teken per twee op het bord een lijn van juist één meter lang. 3.5 Springen van een meter ver. Wie zou één meter ver kunnen springen? Wie kan verder dan één meter springen? Wie denkt dat hij dan één meter ver springt? Duidt aan op het werkblad.

Op de vloer is een startlijn getekend met krijt. De leerlingen moeten achter de startlijn gaan staan. Dan moeten ze proberen één meter ver te springen. De leerkracht zet een kruisje waar ze geland zijn. De leerling moet meten of hij juist één meter, of meer dan één meter ver gesprongen heeft. Werken in groepen 3.6 Schat en meetoefeningen Zie werkblad - oefening 6 De leerlingen werken zelfstandig in groepjes. Ze schatten en meten de voorwerpen die vrij zijn.

Naam:. Datum:... Meten met de meter 1. Hoe hoog is een meter? Teken een kruis op je eigen lichaam. 2. Teken een voorwerp. Schat hoe hoog, breed of lang het voorwerp is. Controleer door te meten. Voorwerp Ik schat Ik meet dan 1 m

3. Springen van één meter ver. Wat schat je? Ik spring Ga achter de startlijn staan. Spring één meter ver. Meet! Ik spring 4. Een lijn van één meter. A. Teken op de vloer een lijn van juist één meter lang. Werk per twee. B. Teken op het bord een lijn van juist één meter lang. Werk per twee. 5. Meten met de touw Mijn lichaam Ik schat Ik meet Mijn buikomtrek dan 1 m De omtrek van mijn been dan 1 m

6. a. Schat eerst. Kleur het juiste bolletje. 1. b. Meet. Kleur het juiste bolletje. Voorwerp Ik schat Ik meet dan 1 m Breedte van de deur Hoogte van mijn stoel Hoogte van de box Lengte van het zijbord