economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 19 mei 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 39 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Bij dit examen hoort een grootboekrekeningenblad. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 400014-1-31o Begin
Bij de te maken journaalposten mogen uitsluitend de genoemde grootboekrekeningen worden gebruikt, wat niet betekent dat altijd alle grootboekrekeningen moeten worden gebruikt. Bij het maken van journaalposten kan worden volstaan met het noteren van het nummer van de grootboekrekening: bijvoorbeeld 100 5.000,- Aan 130 5.000,- De nummers van de grootboekrekeningen in dit examen kunnen afwijken van de nummers die in de leerboeken worden gebruikt. Opgave 1 Verducco B.V. is producent van uitsluitend drijfkurken die gebruikt worden bij zwemlessen. De standaardkostprijs en de verkoopprijs van een drijfkurk is voor 2004 als volgt samengesteld: Grondstoffen: 100 gram à 20,- per kg 2,- Lonen: 10 minuten à 24,- per uur inclusief sociale lasten 4,- Indirecte fabricagekosten: 5 minuten à 72,- per machine-uur 6,- Fabricagekostprijs 12,- Directe verkoopkosten 1,50 Indirecte verkoopkosten 0,50 Verkoopkosten 2,- Commerciële kostprijs 14,- Winstopslag 3,- Verkoopprijs exclusief 19% omzetbelasting 17,- Bij Verducco B.V. wordt het systeem van de permanence gehanteerd met maandelijkse resultatenbepaling, waarbij de directe kosten rubriek 4 passeren. Voor de verwerking van de indirecte kosten wordt de kostenplaatsenmethode gebruikt. In het grootboek komen onder andere de grootboekrekeningen voor die op het grootboekrekeningenblad behorende bij deze opgave vermeld staan. Over de maand april 2004 moeten onder andere de volgende gegevens in de boekhouding worden verwerkt: brutoloon 21.400,- ingehouden loonheffing 2.375,- ingehouden sociale lasten 4.380,- 6.755,- per bank betaald 14.645,- Per bank betaald aan de belastingdienst met betrekking tot het eerste kwartaal 2004: aan afnemers in rekening gebrachte omzetbelasting 29.840,- door leveranciers in rekening gebrachte omzetbelasting 13.400,- 16.440,- ingehouden loonheffing eerste kwartaal 2004 6.700,- per bank betaald 23.140,- De verdeling van het brutoloon is als volgt: directe lonen 840 uren 17.700,- indirecte lonen 3.700,- het werkgeversaandeel in de sociale lasten bedraagt 15% van het brutoloon De doorbelasting van de afdeling magazijn bedraagt: aan afdeling inkoop 1.400,- aan afdeling fabricage 2.550,- aan afdeling verkoop 1.700,- In april 2004 zijn er 5.000 drijfkurken geproduceerd en in het magazijn opgeslagen. 400014-1-31o 2 Lees verder
2p 1 Journaliseer de uitbetaling van het loon, rekening houdend met de inhoudingen, voor de maand april 2004. 2p 2 Journaliseer de afrekening met de belastingdienst per bank voor de maand april 2004. 3p 3 Journaliseer de verdeling van het loon voor de maand april 2004. 1p 4 Noem een instantie waaraan sociale lasten dienen te worden afgedragen. De kosten van de afdeling magazijn worden onder andere doorbelast aan de afdeling inkoop. De afdelingen inkoop en magazijn zijn beide hulpkostenplaatsen. 2p 5 Geef, naast de afdeling inkoop en magazijn, nog twee voorbeelden van een hulpkostenplaats. 1p 6 Wat is het kenmerkende verschil tussen een hoofdkostenplaats en een hulpkostenplaats? 2p 7 Journaliseer de dekking van de afdeling magazijn voor de maand april 2004. 2p 8 Journaliseer het gereedkomen van de drijfkurken voor de maand april 2004. 2p 9 2p 10 2p 11 Het totale resultaat op de directe lonen kan worden gesplitst in een prijsverschil en een efficiencyverschil. Bereken het prijsverschil op de directe loonkosten voor de maand april 2004. Geef aan of er sprake is van een voordelig of van een nadelig prijsverschil. Bereken het efficiencyverschil op de directe loonkosten voor de maand april 2004. Geef aan of er sprake is van een voordelig of van een nadelig efficiencyverschil. Boek het resultaat op de loonkosten voor de maand april 2004 over naar de resultatenrekening. Opgave 2 In deze opgave blijft de omzetbelasting buiten beschouwing. Nemeyer B.V. houdt zich bezig met de fabricage en verkoop van sierstenen. Over de maand maart 2004 zijn de volgende gegevens bekend: in voorraad op 1 maart 2004 80.000 sierstenen constante fabricagekosten 135.000,- constante verkoopkosten 15.000,- proportioneel variabele fabricagekosten 120.000,- proportioneel variabele verkoopkosten 6.250,- verkoopprijs van één siersteen 1,50 normale productie en verkoop 300.000 sierstenen werkelijke productie 240.000 sierstenen werkelijke verkoop 250.000 sierstenen er zijn geen prijsverschillen en efficiencyverschillen ontstaan in de maand maart. 4p 12 4p 13 2p 14 1p 15 1p 16 2p 17 Nemeyer B.V. berekent het bedrijfsresultaat volgens de direct-costing methode. Nemeyer B.V. overweegt in de toekomst over te gaan op de integrale kostencalculatiemethode. Daarom maakt zij over de maart 2004 een aantal vergelijkende berekeningen. Bereken het bedrijfsresultaat voor de maand maart 2004 op basis van de direct-costing methode met behulp van een berekening van de dekkingsbijdrage. Geef aan of het bedrijfsresultaat voordelig of nadelig is. Bereken het bedrijfsresultaat voor de maand maart 2004 op basis van de integrale kostencalculatiemethode door de totale opbrengsten te vergelijken met de totale kosten. Geef aan of het bedrijfsresultaat voordelig of nadelig is. Bereken met welk bedrag de voorraad in maart 2004 verandert, indien de voorraad volgens de direct-costing methode wordt gewaardeerd. Bereken met welk bedrag de voorraad in maart 2004 verandert, indien de voorraad volgens de integrale kostencalculatiemethode wordt gewaardeerd. Waaraan moet het verschil tussen de antwoorden van vraag 14 en 15 gelijk zijn? Geef twee nadelen van de direct-costing methode in vergelijking met de integrale kostencalculatiemethode. 400014-1-31o 3 Lees verder
Opgave 3 Gegeven onderstaande balans van Wakman N.V. per 1 januari 2004 Debet bedragen 1.000,- Credit Gebouwen Machines Inventaris Voorraden Debiteuren Overige vlottende activa Liquide middelen 11.020 17.260 5.310 3.630 1.580 240 770 Aandelenvermogen Aandelen in portefeuille 10.000 2.800 39.810 9% preferent aandelenvermogen Agioreserve Algemene reserve 5% converteerbare obligatielening 5,8% hypothecaire lening 7% achtergestelde lening Crediteuren Overige vlottende passiva Winstsaldo voor belasting 7.200 400 2.240 4.630 3.000 7.250 9.000 1.830 360 3.900 39.810 1p 18 3p 19 1p 20 4p 21 Nadere gegevens: de nominale waarde van een gewoon aandeel is 25,-; alle gewone aandelen zijn gelijktijdig geplaatst; de nominale waarde van een preferent aandeel is 50,-; elk preferent aandeel is geplaatst tegen een koers van 60,-; de nominale waarde van een converteerbare obligatie bedraagt 500,-; de winst over 2003 wordt als volgt verdeeld: vennootschapsbelasting 1.360.000,-, er wordt 40% van de winst voor belasting aan de algemene reserve toegevoegd, aan tantièmes wordt 80.000,- uitbetaald, het stockdividend bedraagt 5% en het restant wordt op de gewone aandelen als cashdividend beschikbaar gesteld; de dividendbelasting bedraagt 25%. Geef een mogelijke reden waarom Wakman N.V. 9% preferente aandelen heeft uitgegeven. Tegen welke koers, in euro s, zijn de gewone aandelen geplaatst? Bij wie ligt de beslissing om de winstverdeling goed te keuren in een N.V.? Hoeveel cashdividend, na aftrek van dividendbelasting, wordt er uit de winst van 2003 op één gewoon aandeel uitbetaald? 2p 22 4p 23 2p 24 2p 25 In mei 2004 wordt de helft van de obligaties geconverteerd. De converteerbare obligaties zijn destijds geplaatst tegen een koers van 102%. Men verkrijgt bij inlevering van één converteerbare obligatie vijf gewone aandelen van de N.V. en 100,-. In het grootboek komen onder andere de grootboekrekeningen voor die op het grootboekrekeningenblad behorende bij deze opgave vermeld staan. Welke twee mogelijke factoren hebben destijds de koers van 102% van een converteerbare obligatie bepaald? Geef de journaalpost van de conversie per bank. Wakman N.V. heeft een kantoorruimte verhuurd aan een administratiekantoor. Dit administratiekantoor betaalt de huur aan het eind van de even maanden voor de komende twee maanden vooruit. Onder welke balanspost is deze huur opgenomen? Verklaar het antwoord. Op de balans staat een 7% achtergestelde lening. Wat is het kenmerk van een achtergestelde lening? 400014-1-31o 4 Lees verder
Opgave 4 2p 26 2p 27 Transport B.V. is een klein gespecialiseerd transportbedrijf met vijf vrachtwagens. Het transportbedrijf houdt zich bezig met het vervoeren van varkens naar slachterijen in Nederland. De vijf vrachtwagens zijn op 1 januari 2000 aangeschaft voor 330.000,- per stuk, exclusief omzetbelasting. De restwaarde van één vrachtwagen bedraagt aan het eind van de economische levensduur 30.000,-. De economische levensduur van een vrachtwagen bedraagt 10 jaar. Op de vrachtwagens wordt maandelijks met gelijke bedragen afgeschreven. Aan interestkosten berekent Transport B.V. 6% per jaar over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende de gehele levensduur. De vrachtwagens zijn volledig gefinancierd met een 5,4% onderhandse lening. Deze lening is op 1 januari 2000 afgesloten en wordt afgelost in 8 jaar, met halfjaarlijkse gelijkblijvende bedragen. Er wordt voor het eerst afgelost op 1 juli 2000. De interest wordt per halfjaar bij vooruitbetaling voldaan, voor het eerst op 1 januari 2000. Transport B.V. hanteert de permanence met maandelijkse resultatenbepaling. In het grootboek komen onder andere de grootboekrekeningen voor die op het grootboekrekeningenblad behorende bij deze opgave vermeld staan. Noem nog twee andere afschrijvingsmethoden dan de door Transport B.V. gehanteerde afschrijvingsmethode. Noem twee economische factoren die de economische levensduur van een vrachtwagen bepalen. 4p 28 Journaliseer de afschrijvingskosten en interestkosten voor de maand mei 2004. 3p 29 Journaliseer de interestlasten van de 5,4% onderhandse lening voor de maand mei 2004. 2p 30 Boek het interestresultaat voor de maand mei 2004 over naar rubriek 9. 4p 31 Op 1 juni 2004 verkoopt Transport B.V. twee vrachtwagens aan een Frans transportbedrijf, omdat het aanbod van varkens dat moet worden vervoerd naar slachterijen in Nederland is afgenomen. De opbrengst van deze verkoop bedraagt 327.250,-, inclusief 19% omzetbelasting. Van de bank is bericht ontvangen dat het geld is bijgeschreven op de rekening van Transport B.V. Geef de journaalpost van deze verkoop per bank. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina. 400014-1-31o 5 Lees verder
Opgave 5 In deze opgave blijft de omzetbelasting buiten beschouwing. Giulini B.V. vervaardigt uitsluitend het massaproduct Carl, dat niet op voorraad kan worden geproduceerd. De normale productie en de normale afzet zijn van het product Carl 180.000 stuks per jaar. De indexcijfers van de normale productie en normale afzet zijn: januari 40 juli 160 februari 50 augustus 130 maart 60 september 110 april 120 oktober 90 mei 150 november 70 juni 170 december 50 2p 32 2p 33 2p 34 3p 35 2p 36 1p 37 2p 38 5p 39 Giulini B.V. wenst elke maand over een reservecapaciteit van tenminste 15% van de normale productie van die maand te beschikken. Bereken de benodigde jaarcapaciteit in eenheden product Carl. Er zijn machines R60 te koop met een capaciteit van 60.000 eenheden product Carl per jaar en machines R100 met een capaciteit van 100.000 eenheden product Carl per jaar. Bij een jaarproductie vanaf 40.000 eenheden product Carl per machine is machine R100 goedkoper dan machine R60. Het machinepark van Giulini B.V. bestaat uit 3 machines R100 en 2 machines R60. Bereken de rationele jaarcapaciteit van Giulini B.V. in eenheden product Carl. Bereken de totale overcapaciteit per jaar in eenheden product Carl. Splits de rationele overcapaciteit uit naar oorzaak in eenheden product Carl. De constante fabricagekosten bij gebruik van machine R60 zijn 104.500,- per machine per jaar, de constante fabricagekosten bij gebruik van machine R100 zijn 157.500,- per machine per jaar. Bereken welk bedrag per eenheid product in de kostprijs moet worden opgenomen voor constante machinekosten. Wat gebeurt er met de kosten van de irrationele overcapaciteit? De constante verkoopkosten zijn 225.000,-. De variabele fabricagekosten zijn 5,25 per product en de variabele verkoopkosten zijn 1,75 per product. De verwachte productie en verwachte verkoop zijn 170.000 stuks. De verkoopprijs van één product Carl is 20,-. Bereken de commerciële kostprijs van een product Carl. Bereken het verwachte bedrijfsresultaat met behulp van onder andere het verwachte transactieresultaat. Geef aan of het bedrijfsresultaat voordelig of nadelig is. Einde 400014-1-31o 6 Lees verder