1 dec 2016, uur + aansluitend lunch Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, vergadercentrum de Brug, Zaal Zakkendrager. 1.

Vergelijkbare documenten
Gebruikersoverleg BRP 3 december 2015

1 sept uur Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, vergadercentrum de Brug, Zaal Doelenstraat

Gebruikersoverleg BRP 3 maart 2015

9 maart Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, vergadercentrum de Brug, Zaal Zakkendrager. 3. Verslag 1 december 2016 v

Agenda. 1. Opening en Mededelingen. 2. Verslag. 3. Financiën: bestedingsplannen. Betreft Agenda Nationaal Beraad Digitale Overheid

Michel van Meteren en Remco Siegerist. Ronald van As. Veiligheid, justitie en politie. Barend de Graaf. Peter Jansen.

SUNIL VAN WATURSCHAPPÜN

3 december uur Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, ruimte: De Krakeling

Yvette van den Broek, Petra Wouters Wijs, Stephanie Bol Thea Zuiderduin en Saskia de Vos (tot en met agenda punt 11)

Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel

Operatie BRP Resultaten en stand van zaken

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 27 juni Inleiding

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. Artikel 1

Concept Gebruikersoverleg BRP 1 december 2016

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Raadsvergadering. 12 mei

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

Operatie BRP Resultaten en stand van zaken

Technische berekening van het tarief en de rioolheffing

2 juni uur Utrecht, Jaarbeurs, Mediaplaza

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Gebruikersoverleg BRP juni 2014

Generieke I Toets & Advies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

raadsvoorstel Aan de raad,

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Herijking van het gemeentefonds - sociaal domein Plan van aanpak voor het onderzoek naar een nieuwe verdeling

Leidraad Financiën (toekomstige) GDI

Raadscommissievoorstel

Gemeentelijke samenwerkingsverbanden en de Basisregistratie Personen

ALGEMEEN BESTUUR. AB-vergadering d.d. 20 juli-2016, agendapunt 6.3

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN?

3 september uur Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, ruimte: Viebrug

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Voorstel raad en raadsbesluit

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

De terugmeldingsverplichting. Datum 22 mei 2014

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 juli TISB/U / Lbr. 19/057. Doordecentralisatie en nieuw verdeelmodel MO, BW en BG

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 5 april 2017 U Lbr. 17/018 (070)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding Er is een werkgroep geformeerd bestaande uit aanbieders en gemeenten die werkt aan een alternatief voor de DBC.

Financiële Analyse

Dit voorstel betreft invoering van risicoverevening voor de budgetten jeugdhulp van de BUCH gemeenten over het jaar 2015.

BAWI/U Lbr. 08/170

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Samen werken aan succesvol beleid. Rijksbeleid met gevolgen voor decentrale overheden

Aanpassing Hulp bij het Huishouden

Tariefstructuur CBF-Erkenning Per 1 januari 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autorisatiebesluit Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

1. Welkom: Michiel heet iedereen welkom.

BEHANDELINGSFORMULIER AB

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

B&W Vergadering. 1. kennisgenomen van de (geannoteerde) agenda voor de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 14 juni 2017;

Samenwerkingsverbanden en de GDI

B&W Vergadering. 2. Het college heeft bijlage 1 Berekening definitieve verevening Jeugdhulp 2015 o.b.v. de

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

het lid Bashir (SP) over een heffingsvrije voet van 50 woningen (TK nr. 23).

Draaiboek Invoering Basisregistratie Personen l Afnemers

Agenda Directieraad Uithoflijn Overleg: Directieraad Uithoflijn Datum: 22 maart 2017 Tijd: uur Plaats Laan van Maarschalkerweerd, grote ve

Gebruikersoverleg GBA 5 december 2013

: Nieuw belastingstelsel

Notulen MR-vergadering 26 augustus 2013

Tariefstructuur CBF-Erkenning

! Samenvatting vergadering stuurgroep Operatie BRP van 27 maart 2014

Datum 19 februari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het nieuwe bekostigingssysteem van het Openbaar Ministerie

DECENTRALISATIE FINANCIËLE VERANTWOORDELIJKHEID PROTESTANTSE GEMEENTE ZWOLLE

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

t e rs 1 ag Investment Committee (IC) ministerie van Financiën

Herziening verdeelmodellen Sociaal Domein. Karin Austmann (VNG) en Hans Nieuwland (ministerie van BZK)

Huisvesting. AGENDAPUNT 8 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen. Vergadering 16 oktober 2015

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed.

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Voorstel. Bijgaand vindt u het contributievoorstel 2017.

Notulen MR 1 dinsdag 13 september 2016 Aanwezig: Anne, Mirjana, Irene, Ilse, Florinde en Paul Maarten en Selma (directie),

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

VOORSTEL AAN: ALGEMEEN BESTUUR. Onderwerp. Voorstel

1. Welkom: Michiel heet iedereen welkom. 2. Mededelingen: Geen.

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autorisatiebesluit DigiD, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Voorstel Governancestructuur op hoofdlijnen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Voorstel raad en raadsbesluit

aan deze doelgroep zorg geleverd worden vanuit

CONCEPT-BESLUITENLIJST

Programma 10. Financiën

Onderdeel organisatiekoers: programma Duurzaam gezonde organisatie Portefeuillehouder: Carel van Gelder

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 28 mei 2019 NR.: RI

# Hervorming Langdurige Zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

DGBK/RvIG Rijksdienst voor Identiteitsgegevens Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 10451 2501HL Den Haag Nederland www.rvig.nl Gebruikersoverleg BRP 1 dec 2016 Kenmerk GO BRP Vergaderdatum en tijd Vergaderplaats 1 dec 2016, 9.30-12.00 uur + aansluitend lunch Utrecht, Sint Jacobsstraat 16, vergadercentrum de Brug, Zaal 1.212 Zakkendrager 1. Opening Bijlage 2. Mededelingen 3. Verslag 1 september 2016 4. Actiepuntenlijst 1 september 2016 5. Operatie BRP Business case & stand van zaken (Cor Franke) Zie Rapport Validatie Batenmodel. op www.operatiebrp.nl x Was 9.2 Evaluatie wet BRP/Registr. gerelateerdegegevens bij niet ingezetenen (Sandra Lentjes/DenB) Nazending 6. Scenario s structurele financiering na 2020 (Werkgroep Financiën) 7. Document stand van zaken RNI (Frans Rijkers) 8. Brief aan de minister Digicommissaris (Anny Brouwers) Nazending 9. Ter informatie: 9.1 Toelichting registratie levenloos geboren kinderen (Sandra Lentjes/DenB) 9.2 (Bespreekpunt geworden, na punt 5) 9.3 Wijziging besluit BRP (Sandra Lentjes/DenB) 9.4 Stand van zaken verruiming ingezetenschap (Sandra Lentjes/DenB) 9.5 Samenhang financiële trajecten BRP/Financiering duale periode Nazending 9.6 Werkgroep Kwaliteit x 9.7 Werkgroep Financiën (Misaël Hofland/RvIG) x 9.8 Werkgroep Beleidsaspecten (Sandra Lentjes/DenB) 10. Rondvraag, WVTTK en sluiting Eindejaar lunch! Pagina 1 van 1

3. - Rijksdienst voor Identiteitsgegevens DGBW/RvIG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 10451 2501 HL Den Haag www.rvig.nl Contactpersoon Charlotte Kooijman Charlotte.kooijman@rvig.nl Concept Gebruikersoverleg BRP 1 september 2016 6 september 2016 Kenmerk GO BRP 20160901 Vergaderdatum 1 september 2016 Bijlage(n) Deelnemers Afwezig Michel van Meteren (ABO s), Kees Prins (CBS en overige), Anny Brouwers (Openbare orde en veiligheid), Marc Evers (Belastingen en Heffingen), Jos Kolderman (Sociale sector), Mariska Devilee (CAK), Lucien Gresnigt (Pensioenen), Karsten Hakkenbroek (RNI-loketgemeenten), Elly Bogerman (voorzitter), Christel Olivers (BZK/RvIG), Frans Rijkers (BZK/RvIG), Marie- Louise van Muijen (BZK/DenB), Remco Siegerist (ABO s), Ton Kassenaar (G4), Charlotte Kooijman (BZK/RvIG/secretaris GO) Gasten: Sandra Lentjes (BZK/DenB) Ronald Zijlstra (NVVB), Frans Pouw (G4), Esther t Hoen (BZK/DenB), Cor Franke (Operatie BRP), Misaël Hofland (BZK/RvIG) 1. Opening 2. Mededelingen 2.1 Update en toelichting proces varianten verrekening (Marie-Louise / Sandra) Marie-Louise van Muijen en Sandra Lentjes geven een toelichting op het proces rondom de financiering. Het bijgevoegde schema geeft aan wat we nu hebben, wat we straks hebben en de fasen daartussen. Dit schema laat de complexiteit zien waarvan de financiën in kaart moeten worden gebracht; de kosten bij duaal beheer, autorisatiebesluiten, hoe financieren, etc. Resultaat is tweeledig: 1) Hoe ziet de huidige financiële situatie eruit. 2) Het gaat om een collectieve voorziening, dus hoe kan de collectieve financiering worden ingericht, inclusief scenario s voor de tariefdiscussie. De tariefdiscussie wordt voorbereid met afgevaardigden, ook uit deze groep, om uit te zoeken wat levensvatbare scenario s zijn. Eerst de wensen in kaart, dan de haalbaarheid. Ook de besproken punten uit de Werkgroep Financiën worden in het proces meegenomen. Zorgen uit GO BRP: - Een breder pallet aan afnemers betrekken, juist die direct te maken hebben met de tarieven; Pagina 1 van 3

3. - Is het beeld baten vs lasten wel compleet? - Kosten stijgen in ieder geval tot 2020, extra kosten duale periode. Gaan de kosten uiteindelijk wel omlaag, zoals beoogd? 6 september 2016 Afspraak: - Komend jaar moet de zorg n.a.v. de tariefdiscussie meteen mee naar de minister. Niet achteraf, zoals afgelopen jaar. - Cor Franke geeft in GO BRP van december een toelichting op de (validatie van de) business case. Zie bijlage: - Van GBA naar BRP. NB: Deze indicatie lezen per kolom, niet als matrix. - Link naar stuk Gapgemini businesscase. 2.2 Terugkoppeling Verruiming ingezetenschap Alle deelnemers zijn het op hoofdlijnen eens over wat het doel is: Deugdelijke en praktische registratie en hier gezamenlijk aan te werken. De vraag is echter of bij daadwerkelijke invulling de samenwerking goed vastgehouden kan worden. Om wederzijds begrip te vergroten organiseert Westland, namens 3 gemeenten, een locatiebezoek. De sfeer en collegialiteit zijn positief. Momenteel zijn de overleggen klein, met een aantal vertegenwoordigers. Later zal overleg meer centraal plaatsvinden. Kees Prins had meer verwacht van de rondgestuurde inventarisatie. CAK/Zorgsector is bezorgd dat ze de zorgverzekeringswet niet meer goed kunnen uitvoeren als dit plan doorgaat. Ze kunnen dan niet meer de goede mensen aanschrijven. Ze willen dan ook graag betrokken zijn bij dit traject. Er is al iemand van CAK bij overleggen geweest. Actie: Mariska Devilee geeft ook contactpersoon bij CAK door aan DenB. Actie: Anny Brouwers geef contactpersoon bij IND door aan DenB. Actie: Marc Evers speelt de vraag van de Unie van Waterschappen door aan DenB. 3. Verslag GO BRP 2 juni 2016 Het verslag is, met een kleine aanpassing, vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag: I) P3, 2 e bullet: De vraag van domein veiligheid en justitie aan obrp over bevragingsmogelijkheden is nog niet afgerond. Cor Franke heeft na het GO een reactie gestuurd, die besproken is in het sectoroverleg. De conclusie was dat uit het stuk van Cor niet duidelijk werd hoe de vragen van de sector nu beantwoord zijn. Anny vroeg leden GO of ze nog organisaties weten die ook met deze problematiek te maken hebben, om samen op te trekken. Actie: Michel levert contactpersoon FIOD en ICOV. II) In het aangepaste organogram stond nog B&I i.p.v. DenB en is inmiddels aangepast. De nieuwe versie wordt volgende keer meegestuurd met de stukken. 4. Actiepuntenlijst GO BRP 2 juni 2016 Pagina 2 van 3

3. De actiepuntenlijst is besproken en geactualiseerd. 5. Brief aan de minister Digicommissaris Nieuwe conceptbrief opgesteld door Anny is ter plekke besproken. Voorstellen: - Stelliger neerzetten. De Digicommissaris is al op de hoogte van de problematiek. Het doel van de brief is urgentie aangeven, een roep om actie, en een handvat aan te geven om de discussie weer aan te wakkeren. - De brief toch aan de minister sturen met CC aan de Digicommissaris. Anders komt brief eerst alleen bij DenB terecht. Geeft onnodig veel vertraging. 6 september 2016 GO BRP is akkoord. Actie: Anny maakt nieuwe versie en stuurt z.s.m. rond, leden krijgen dan week de tijd om te reageren. 6. Presentatie RNI De presentatie over Registratie Niet Ingezetenen (RNI) was duidelijk en informatief. Dank! Een presentatie, gebaseerd op deze, zullen Michel van Meteren en Frans Rijkers houden op de RvIG Klantendag, dd 27 september. 7. Operatie BRP stand van zaken Stand van zaken aangeleverd door Cor Franke ter kennisgeving aangenomen. 8. Ter informatie: 8.1 Toelichting publicatie LO oplegger Ter kennisgeving aangenomen. 8.2 Nieuwe directeur Per 1 november begint de nieuwe directeur RvIG, Rhodia Maas. Tot op heden is Rhodia directeur Dienst Terugkeer en Vertrek. 9. Rondvraag, WVTTK en sluiting 9.1 Vergaderdata De data voor volgend jaar zijn vastgesteld. Weer de eerste donderdag van het kwartaal, met uitzondering van maart, dan de tweede week i.v.m. de vakanties. In 2017 verschuiven we het overleg (voorlopig) naar de middag. Donderdag 9 maart, 1 juni, 7 september en 7 december. 13.00 15.30, Utrecht. Actie: Charlotte stuurt nieuwe agendaverzoeken. (De locaties zijn weer allemaal geregeld door Michel. Dank!) 9.2 Lunch december Donderdag 1 december is de vergadering in de ochtend en sluiten we daarna het jaar af met een lunch. Tegelijkertijd nemen we dan (verlaat) afscheid van een aantal mensen. Meer informatie volgt. Extra: - Kees Prins gaat het overleg verlaten! Tanya Gelsema zal zijn rol overnemen. Tanya komt in december met Kees mee, om vanaf volgend jaar namens de sector CBS en overige deel te nemen aan het GO BRP. We gaan je missen, Kees! - Lucien Gresnigt zal vanaf nu vast deelnemen aan het GO BRP. Welkom! - Anny spreekt haar dank uit voor het tijdig versturen van de stukken. Pagina 3 van 3

Actielijst - openstaande acties GO BRP 4. Nr Actie Actie Stand van zaken Streefdatum Actiehouder sinds 2016-08 2-jun-16 De financiële werkgroep geeft eind 2016 inzicht in de nieuwe prognose voor beheerkosten. 1-dec-16 Financiële werkgroep: Misaël 2016-07 2-jun-16 BZK bekijkt systeem staffels, toekomstscenario's en stijgingen per staffel voor 2018 en verder. De werkgroep financiën bespreekt en werkt verder uit. 1-dec-16 Marie-Louise/Esther i.s.m. RvIG: Misaël 2016-05 3-mrt-16 Brief aan digicomissaris over financieringsdiscussie Er is een nieuwe samenstelling van de schrijfgroep, vanwege vertrek Diederik de Bruijn. Voor de zomer stellen zij de brief op. Cor Franke wil graag betrokken blijven. Een nieuwe conceptbrief is opgesteld. Afgesproken is dat de brief meteen ook in CC naar de Digicommissaris wordt gestuurd. 2016-09 1-sep-16 Toelichting stand van zaken operatie BRP Inclusief validatie van de business case / rapport Capgemini 5-sep-16 1-dec-16 Anny Brouwers, Kees Prins, Mariska Devilee Cor Franke 2016-10 2-sep-16 Eindejaarslunch na vergadering 1 december 1-dec-16 Charlotte Kooijman 2015-29 3-sep-15 Aanleveren agendapunten, presentaties, bespreekpunten voor doorlopend allen toekomstige GO's 2015-31 3-dec-15 Verspreiden presentaties die in het GO zijn geweest doorlopend Eigenaar presentatie/secretaris

6. Aanbiedingsformulier Gebruikersoverleg BRP vergadering 1 december 2016 document 16 november 2016 Naam document Voorstel nieuwe financieringssystematiek BRP deel 1: opties voor verdeelsleutel kosten exploitatie en beheer Indiener van het document Korte samenvatting van het document BZK/directie Democratie en Burgerschap/Sandra Lentjes De notitie geeft de stand van zaken weer van het traject om te komen tot een nieuwe verdeelsleutel voor de kosten van beheer en exploitatie van de BRP, voor de periode na 2020. Een nieuwe verdeelsleutel is nodig in verband met de komst van de nieuwe ICT-voorzieningen voor de BRP (met andere techniek) en vanwege ontevredenheid van gebruikers over de huidige wijze van vaststelling van het tarief. Vragen aan het GO: Kan het GO zich vinden in de inhoud van het memo en de voorgestelde lijn voor de vervolgaanpak? Zijn er aanvullende punten die het GO mee wil geven voor de verdere uitwerking? Samenvatting document In de afgelopen maanden zijn mogelijkheden voor een verdeelsleutel door DenB en RvIG besproken met de werkgroep Financiën van het Gebruikersoverleg. Twee opties voor een verdeelsleutel kwamen daarbij als meest veelbelovend uit de bus. Namelijk: Optie 1: o.b.v. populatie en autorisatiebesluit: Bij deze optie wordt per afnemer bepaald hoeveel personen in de BRP behoren tot de populatie waarover de betreffende afnemer informatie opvraagt. De hoeveelheid personen waarover de afnemer uit de BRP informatie verkrijgt vormt de verdeling die het gebruik representeert en bepaalt zo het tarief. Daarnaast wordt in het tarief gedifferentieerd door de populatie te combineren met het aantal te raadplegen verschillende gegevens op basis van het autorisatiebesluit. Optie 2: o.b.v. daadwerkelijk gewogen gebruik Bij ingebruikname van de BRP wordt gewerkt met BRP diensten via een web-service. Naast het standaardgebruik kunnen afnemers aanvullende diensten als synchronisatieberichten, selecties et cetera aanvragen. Het standaardgebruik heeft de voorkeur omdat de aanvullende diensten extra handelingen vereisen. Bij deze optie wordt het daadwerkelijke gebruik verrekend met de afnemer. De gebruikte diensten kunnen geteld worden waarbij differentiatie kan worden aangebracht binnen de tarieven op het type verleende diensten. Door differentiatie in de gewogen berichtprijs kan gebruik worden beïnvloed. Binnen de weging voor aanvullende diensten kan overwogen worden een eerste bevraging minder zwaar te wegen ten

6. opzichte van opvolgende bevragingen. Vervolgaanpak Als het GO zich kan vinden in de lijn, gaan DenB en RvIG deze twee opties verder uitwerken. Uitwerking wordt weer geagendeerd in de werkgroep Financiën en GO maart. Vragen die onder andere beantwoord moeten worden: - Wat betekenen de opties precies per afnemer? - Moet er regelgeving worden aangepast en zo ja hoe? - Is het technisch mogelijk en hoe gaan we dat inregelen? -Wat valt onder kosten beheer en exploitatie en wat niet? De leden van de werkgroep hebben gevraagd ook afspraken te maken over kosten voor doorontwikkeling. Dit wordt als apart traject opgepakt, waarbij aangesloten wordt op de uitgangspunten duurzame financiering GDI van de digicommissaris. Botsproef Bureau Digicommissaris en DenB hebben afgesproken voor de BRP een zogenaamde botsproef uit te gaan voeren, een door Bureau Digicommissaris ontwikkeld format om voor een voorziening de financiële stand van zaken en systematiek te analyseren en te toetsen aan de uitgangspunten van duurzame financiering GDI. De botsproeven zijn erop gericht om een antwoord te vinden op de vraag wat generiek geregeld moet zijn voor de basisregistraties en wat specifiek is. Dit traject gaat eind november van start. RvIG en vertegenwoordigers van afnemers zullen hierbij door Bureau Digicommissaris geraadpleegd worden. Apart agendapunt? Ja Nee Doel document ter informatie voor advies/ter bespreking voor akkoord gevolg van eerder besluit actualiteit

6. Aan: Gebruikersoverleg BRP Van: directie Democratie en Burgerschap Afgestemd met: RvIG en de leden van de werkgroep Financiën van het Gebruikersoverleg DGBW Democratie en Burgerschap, afdeling Identiteit Contactpersoon Sandra Lentjes T (06) 52 80 92 85 16 november 2016 Voorstel nieuwe financieringssystematiek BRP deel 1: opties voor verdeelsleutel kosten exploitatie en beheer Aa anleid Aanleiding notitie en samenhang met andere trajecten rond financiering BRP Op het GebruikersOverleg BRP van 1 december staat de toekomstige financiering van de BRP op de agenda. Het gaat daarbij om de structurele financiering voor de periode na 2020, dus na de invoering van de nieuwe voorzieningen voor de BRP, als de duale periode is afgesloten en de oude voorzieningen (inclusief migratievoorzieningen BRP) niet meer in beheer zijn. Aanleiding om de systematiek aan te gaan passen is dat de techniek van de BRP anders is dan die van de GBA. Een andere belangrijke reden is dat er ontevredenheid is bij afnemers over de huidige wijze van de tariefsvaststelling. Die wordt ervaren als onvoldoende transparant. De (nieuwe) financieringssystematiek bestaat uit drie onderdelen: Er moeten afspraken komen over de wijze van financiering van de BRP (budgetfinanciering/ tarieffinanciering/ algemene middelen/ combinaties daarvan); Er moet een verdeelsleutel van de kosten worden gekozen. Er moeten afspraken worden gemaakt over transparantie over kosten en verrekening van kosten. Deze notitie gaat in op mogelijkheden voor de verdeelsleutel van de kosten en tracht tevens een bijdrage te leveren in het kader van het bieden van transparantie. Deze notitie is geschreven door DenB, en gereviewd door de leden van de werkgroep Financiën. Een voorstel voor de wijze van financiering (hoe worden de bijdragen geïncasseerd) wordt door DenB momenteel voorbereid. Daarvoor zal onder andere half december een bijeenkomst met de FEZ-directies en vertegenwoordigers van afnemersorganisaties worden georganiseerd. Zie voor meer informatie het stuk Samenhang Financieringstrajecten BRP. Naast het traject dat moet leiden tot een nieuwe financieringssystematiek voor de BRP vanaf 2020, loopt er nog een aantal andere trajecten rond de financiering van de BRP. Onder andere in verband met kosten voor duaal beheer in de transitieperiode. Zie voor meer informatie daarover ook het stuk Samenhang Financieringstrajecten BRP. Pagina 1 van 11

6. 16 november 2016 Proces totstandkoming notitie en inhoud notitie Op basis van input van RvIG heeft DenB een discussiestuk gemaakt om te bespreken in de werkgroep Financiën. Na een eerste bespreking in september is een aantal opties die in dat stuk werden genoemd, afgevallen. Het discussiestuk is daarna nog twee keer herschreven, waarbij opmerkingen en aanvullingen van de leden zijn verwerkt. Een van de leden (sector Pensioenen) heeft een alternatieve optie opgesteld, die verwerkt is in een van de eerder opgetelde opties. In oktober en november zijn die nieuwe versies besproken. Die besprekingen hebben geleid tot het opstellen van een afwegingskader voor de structurele oplossing (zie A). Er is verder gesproken over wat onder een gebruiker/afnemer moet worden verstaan (zie B) en om welke kosten het gaat (zie C). Alternatieve opties voor de verdeelsleutel die zijn besproken en beoordeeld door de werkgroep, staan in bijlage 1. De opties zijn ook getoetst aan de uitgangspunten voor duurzame financiering GDI, zoals die in juli 2016 door de Ministerraad zijn vastgesteld. Zie bijlage 2. Op basis van de toets aan het eigen afwegingskader en de uitgangspunten voor de GDI 1, zijn op 14 november in overleg met de werkgroep Financiën twee opties uitgekozen om verder te gaan uitwerken. Zie daarvoor onder D. Onder E tenslotte, staat beschreven hoe het vervolg van het proces om tot een nieuwe systematiek te komen wordt ingezet. A. Afwegingskader voor de structurele oplossing: In overleg met de werkgroep is het volgende afwegingskader voor de structurele oplossing voor de financiering opgesteld: 1. Het moet kostendekkend zijn. 2. Het moet eenvoudiger, de wijze van verdeling en toerekening van de kosten moet transparant zijn en voor alle betrokkenen begrijpelijk. 3. De verdeling over de afnemers moet te rechtvaardigen zijn. 4. De kosten moeten voor afnemers voorspelbaar zijn. Bijvoorbeeld in geval van tarieffinanciering moet zo vroeg mogelijk in het jaar bekend zijn of het tarief voor volgend jaar bijgesteld wordt. Ook moeten gegevens over afrekening zo snel mogelijk bekend zijn. Afnemers moeten financiering kunnen inpassen in hun begrotingscyclus. 5. Er moet flexibiliteit mogelijk zijn, zodat als kosten stijgen, die evenredig over afnemers verdeeld kunnen worden. 1 NB: de toets aan het afwegingskader was slechts een handweging. De komende maanden zal een BOTS -proef gaan plaatsvinden onder leiding van Bureau Digicommissaris. Hierbij worden alle aspecten van financiering en governance geanalyseerd en getoetst aan de uitgangspunten. Het format is eerder gebruikt voor onder andere mijnoverheid en de berichtenbox, maar zal worden aangepast voor de basisregistraties. Pagina 2 van 11

6. 16 november 2016 6. Het financieringsmodel moet het direct gebruik van de gegevens stimuleren. 7. De continuïteit van de voorzieningen moet gewaarborgd zijn. 8. Aansluiting op rijksbreed beleid, liefst zouden we dan ook zien dat er een collectieve oplossing voor de financiering van basisregistraties via de Digicommissaris geregeld zou worden 2. 9. We streven naar zo weinig mogelijk administratieve lasten voor organisaties. 10. Het moet uiteraard binnen de technische mogelijkheden vallen. 11. Het moet uitvoerbaar zijn voor RvIG. 12. Het moet in te passen zijn in de wet- en regelgeving (De wet- en regelgeving BRP kunnen eventueel worden aangepast, aanpassen van het Besluit BRP zal sowieso moeten. Er kunnen vanuit andere wetten en bijvoorbeeld Europese regelgeving beperkingen zijn aan wat mogelijk is). B. Wat is voor deze notitie een gebruiker/afnemer? Tijdens de bespreking van de opties kwam aan de orde dat een goede definitie van gebruiker/ afnemer nodig is. In het overleg is het volgende hierover afgesproken/ besproken. De definitie van gebruiker en afnemer komen in de wet niet voor. In dit discussiestuk wordt gesproken over afnemer waar het gaat om de organisatie die de gegevens ontvangt 3 (gemeenten kunnen naast afnemer ook bijhouder zijn, deze notitie laat de rol als bijhouder buiten beschouwing). Bij de berekening van tarieven wordt uitgegaan van kostendekkendheid. Wanneer de definitie van afnemer verandert en daarmee invloed heeft op het aantal getelde afnemers heeft deze verandering invloed op de berekening van tarieven. Technisch gezien is iedere organisatie met een BRP-mailbox een afnemer. Iedere BRP-mailbox heeft een tabelregel. Er zijn echter ook organisaties met meerdere tabelregels (CBS heeft er bijvoorbeeld 10 en SVB 3). Deze tabelregels worden bij elkaar opgeteld per organisatie. Voorgesteld wordt om bij de BRP de afnemer te definiëren aan de hand van het autorisatiebesluit, waarbij onderliggende tabelregels bij elkaar worden opgeteld. C. Om welke kosten gaat het? Bij de verdeelsleutels gaat het er in eerste instantie om conform wat in de wet BRP is vastgelegd de beheer- en exploitatiekosten te verdelen over de afnemers. 2 De voorkeur van alle betrokkenen gaat uit naar Financiering vanuit algemene middelen. Dit is onderwerp van gesprek met onder andere Bureau Digicommissaris. 3 Volgens terminologie wet: overheidsorgaan of derde, definitie in artikel 1.1 Pagina 3 van 11

6. 16 november 2016 Om de kosten voor de afnemers voorspelbaar te houden is het streven om de tarieven voor een periode van bijvoorbeeld 5 jaar vast te zetten. Echter zal vooral in het begin nog moeilijk zijn om een tarief te bepalen dat gemiddeld over 5 jaar kostendekkend is. Daarom kan overwogen worden om het eerste tarief te verhogen met een opslag van een nog vast te stellen percentage. Teveel ontvangen inkomsten kunnen worden opgespaard in een egalisatiefonds dat bij RvIG beheerd wordt. Dit fonds wordt gebruik om mogelijke tekorten in de exploitatie en beheerkosten binnen de periode van 5 jaar te dekken zonder dat de tarieven behoeven te worden bijgesteld. Nb: Ontwikkel- en innovatiekosten staan los van de verdeelsleutel voor beheer en exploitatiekosten en moeten nog besproken worden. Daarbij worden de uitgangspunten Duurzame financiering GDI voor zover mogelijk gehanteerd. D. Verdeelsleutels: Voor het doorberekenen van de kosten voor de BRP aan de afnemers is er een aantal mogelijkheden. Deze mogelijkheden zijn 28 september 2016 in de werkgroep Financiën van het GO besproken en nogmaals in oktober en november. De inbreng van de deelnemers uit de werkgroep op deze scenario s heeft geleid tot de conclusie dat de volgende opties voor de verdeelsleutel in aanmerking komen voor verdere uitwerking: Optie 1: o.b.v. populatie en autorisatiebesluit: Bij deze optie wordt per afnemer bepaald hoeveel personen in de BRP behoren tot de populatie waarover de betreffende afnemer informatie opvraagt respectievelijk verkrijgt. De hoeveelheid personen waarover de afnemer uit de BRP informatie verkrijgt vormt de verdeling die het gebruik representeert en bepaalt zo het tarief. Daarnaast wordt in het tarief gedifferentieerd door de populatie te combineren met het aantal te raadplegen verschillende gegevens op basis van het autorisatiebesluit. Tarief = N populatie N gegevens autorisatiebesluit Voordelen: doet recht aan profijtbeginsel (naar rato baten); tellen van daadwerkelijk gebruik is niet nodig; biedt de mogelijkheid om op transparante variabelen de kosten toe te rekenen; kwaliteitsverbetering/privacy (naar verwachting zal men enkel informatie over personen blijven opvragen indien dit strikt noodzakelijk is); lastenverdeling redelijk goed te voorspellen voor langere tijd; achteraf verrekenen en factureren is niet nodig (dat vereist wel dat er goede prognoses kunnen worden gemaakt). Pagina 4 van 11

6. 16 november 2016 Als beoogd wordt het onderhouden van schaduwadministraties tegen te gaan, kan dit opgelost worden door voor deze berichten een hoger tarief te vragen zoals in optie 2. Nadelen: het is nog niet bekend of dit praktisch goed te operationaliseren is. (Wat als je een grote populatie hebt, maar voor maar een klein deel ook echt de BRP nodig hebt? Komt dat voor? En hoe bepaal je de populatie voor afnemers met geen vaste populatie, zoals notarissen?). Hier is het een overweging om de grootte van de populatie vast te stellen op basis van ervaringen in de voorgaande jaren; het jaarlijks opgeven van de grootte van betreffende populatie is niet in lijn met het streven administratieve lasten te verlichten. Dit zou dan eenmalig voor langere periode moeten worden vastgesteld. Optie 2: o.b.v. daadwerkelijk gewogen gebruik Bij ingebruikname van de BRP wordt gewerkt met BRP diensten via een webservice. Naast het standaardgebruik kunnen afnemers aanvullende diensten als synchronisatieberichten, selecties etc aanvragen. Het standaardgebruik heeft de voorkeur omdat de aanvullende diensten extra handelingen vereisen. Bij deze optie wordt het daadwerkelijke gebruik verrekend met de afnemer. De gebruikte diensten kunnen geteld worden waarbij differentiatie kan worden aangebracht binnen de tarieven op het type verleende diensten. Door differentiatie in de gewogen berichtprijs kan gebruik worden beïnvloed. Binnen de weging voor aanvullende diensten kan overwogen worden een eerste bevraging minder zwaar te wegen ten opzichte van opvolgende bevragingen. (W=weging) Tarief = N standaardgebruik + W1 N BRP dienst 1 + W2 N BRP dienst 2 +.. Deze optie kent twee subvarianten, een variant waarin het standaardgebruik voor langere periode wordt vastgesteld en een variant waarin het daadwerkelijke gebruik achteraf gefactureerd wordt. Het vaststellen van het standaardgebruik voor langere periode voorkomt administratieve lasten als gevolg van achteraf facturatie. Daarbij biedt het de gebruikers duidelijkheid over de verwachte kosten bij standaardgebruik. Echter leidt gebruik van aanvullende diensten of het verrekenen van afwijkend gebruik alsnog tot facturatie achteraf. Hierdoor blijven praktische bezwaren (afwijken van de staffel dan wel het remmend effect op verplicht gebruik) omtrent het huidige systeem bestaan. De tweede variant is het achteraf factureren van het daadwerkelijke gebruik. Hierbij wordt het daadwerkelijke gebruik objectief vastgesteld en verrekend. Nadeel van achteraf facturatie is dat het administratieve lasten met zich meebrengt en over bij wisselend gebruik weinig zekerheid biedt over de te verwachten kosten. Pagina 5 van 11

6. 16 november 2016 Voordelen: alleen het daadwerkelijke gebruik wordt met de gebruiker verrekend; doet recht aan het profijtbeginsel (naar rato baten); sluit aan op de huidige wijze van het meten van het aantal bevragingen; kan objectief worden bepaald (tellingen) en is daarmee ook transparant; differentiatie in tarifering van diensten is mogelijk; kwaliteitsverbetering/privacy (naar verwachting zal men enkel personen blijven volgen indien dit strikt noodzakelijk is); Nadelen: vaststellen van standaardgebruik voor langere periode kan een remmend effect hebben op verplicht gebruik; achteraf facturatie is niet in lijn met het streven administratieve lasten te verminderen en om binnen de overheid geen facturen naar elkaar te sturen; lastenverdeling is moeilijk voorspelbaar door differentiatie in diensten; door onvoorspelbare factoren is kostendekkendheid een aandachtspunt bij de vaststelling van tarieven. Redenatie: waarom keuze voor deze twee opties? Uit een groot aantal mogelijkheden heeft de werkgroep deze twee gekozen om verder uit te laten werken. Daarbij is een optie gekozen waarbij het gebruik daadwerkelijk geteld wordt en basis is van de doorberekening. De andere optie die gekozen is, gaat uit van een verdeling die de grootte van het gebruik representeert, maar waarbij niet daadwerkelijk geteld hoeft te worden. Bij de verdere uitwerking zal onder andere worden duidelijk gemaakt hoe beide opties uitpakken voor de verschillende afnemers. Redenaties bij de afvallers (zie bijlage 1 voor afgevallen besproken opties): - Bij een aantal opties werd als basis voor de berekening uitgegaan van gebruik van een business case, zodat op basis van batenverdeling een kostenverdeling zou kunnen worden gemaakt. De werkgroep heeft hier kort over gesproken, en daarbij bleek dat dit tot veel discussie leidt. Wat versta je onder baten? Gaat het om financiële baten of ook om kwantitatieve? Hoe meet je de baten? Een van de conclusies was dat verdeling op basis van baten alleen zin heeft als er voor gebruikers ook echt iets te kiezen zou zijn. Zouden de gegevens op een andere manier ook te verkrijgen en gebruiken zijn dan via de BRP? In verband met o.a. het verplichte gebruik van authentieke gegevens is dat niet het geval. - Een aantal opties werd als te complex beoordeeld. Er is geen uitgebreid onderzoek gedaan of er verdeelmaatstaven bij andere bedrijven of instellingen gebruikt worden, die toepasbaar zijn voor de BRP. Er is wel overwogen een abonnementsstructuur op basis van megabytes te kiezen, zoals bijvoorbeeld telecomaanbieders hanteren. Pagina 6 van 11

6. 16 november 2016 E. Vervolgaanpak Als het GO zich kan vinden in de lijn, gaan DenB en RvIG deze twee opties verder uitwerken. Uitwerking wordt weer geagendeerd in de werkgroep Financiën. Vragen die onder andere beantwoord moeten worden: - Wat betekenen de opties precies per afnemer? - Moet er regelgeving worden aangepast en zo ja hoe? - Is het technisch mogelijk en hoe gaan we dat inregelen? -Zijn er meer voor- en nadelen? Zijn de voor- en nadelen goed geïdentificeerd of moeten ze worden aangescherpt? Los van welke optie gekozen wordt, is verfijning van de definities nodig, dat zal ook worden opgepakt. Het gaat o.a. om: - De definitie van kosten voor beheer en exploitatie. - Doorontwikkelkosten horen hier niet toe, maar wat zijn dan precies doorontwikkelkosten? Wat is onderhoud, wat is doorontwikkeling, wat is innnovatie? Zijn er ook kosten die sowieso door het Rijk moeten worden gedragen? (instandhoudingskosten?). Dit punt zal, aan de hand van de uitgangspunten duurzame financiering GDI, nader uitgewerkt moeten worden. - Wat is precies een gebruiker? - Wat wordt bedoeld met tarief? Punt ontwikkelkosten wordt als apart traject opgepakt. Hetzelfde geldt voor de vragen rondom wijze van financiering (incassering bijdragen). Bureau Digicommissaris en DenB hebben afgesproken voor de BRP een zogenaamde botsproef uit te gaan voeren, een door Bureau Digicommissaris ontwikkeld format om voor een voorziening de financiële stand van zaken en systematiek te analyseren en te toetsen aan de uitgangspunten van duurzame financiering GDI. De botsproeven zijn erop gericht om een antwoord te vinden op de vraag wat generiek geregeld moet zijn voor de basisregistraties en wat specifiek is. Dit traject gaat eind november van start. RvIG en vertegenwoordigers van afnemers zullen hierbij door Bureau Digicommissaris geraadpleegd worden. In het GO van maart 2017 wordt over de voortgang gerapporteerd en ligt en een verder uitgewerkt voorstel. Pagina 7 van 11

6. 16 november 2016 Bijlage 1: alternatieve opties die zijn besproken in de werkgroep Financiën De volgende opties zijn besproken in de werkgroep Financiën en beoordeeld als minder kansrijk. Ze zullen daarom vooralsnog niet nader worden uitgewerkt. O.b.v. populatie en gebruikte BRP-diensten: In de BRP wordt niet meer gewerkt met berichten in mailboxen, alles gaat via webdiensten. Dit vraagt om een aanpassing van de huidige definitie van een bericht in de wet. De gebruikte diensten kunnen geteld worden waarbij differentiatie kan worden aangebracht binnen de tarieven op het type verleende diensten. Door differentiatie in de berichtprijs kan gebruik worden beïnvloed. Overweging is om bevragingen goedkoper te maken en synchronisaties duurder. Bij gelijke tarieven ontstaat er een ongewenste prikkel om alleen nog synchronisatieberichten af te nemen omdat deze veel meer informatie opleveren dan een normale bevraging. Binnen deze optie wordt het tarief vastgesteld op basis van deze diensten in combinatie met de grootte van de populatie van de afnemer. Daarbij wordt op basis van de grootte van de populatie het starttarief bepaald waarbij de afnemer toegang heeft tot alle basisgebruik. Extra diensten als selecties en synchronisatieberichten worden aanvullend berekend. Bij deze optie moet de administratie wel zo ingericht zijn dat kosten aan diensten kunnen worden toegerekend. Tarief = N doelgroep + (W1 N BRP dienst 1 + W2 N BRP dienst 2 +.. ) (W=weging) Voordelen: doet recht aan profijtbeginsel (naar rato baten); kan objectief worden bepaald (tellingen) en is daarmee ook transparant; differentiatie in tarifering van diensten is mogelijk; kwaliteitsverbetering/privacy (naar verwachting zal men enkel personen blijven volgen indien dit strikt noodzakelijk is); Nadelen: lastenverdeling is moeilijk voorspelbaar door differentiatie in diensten; door deze onvoorspelbare factor is kostendekkendheid een aandachtspunt bij de vaststelling van tarieven; het is nog niet bekend of de grootte van de populatie praktisch goed te operationaliseren is; het jaarlijks opgeven van de grootte van betreffende populatie is niet in lijn met het streven administratieve lasten te verlichten. Dit zou dan eenmalig voor langere periode moeten worden vastgesteld. Pagina 8 van 11

6. 16 november 2016 leidt tot verrekening achteraf, dit is niet in lijn met het streven om binnen de overheid geen facturen naar elkaar te sturen; administratiesysteem RvIG moet aangepast worden. Verdeling op basis van de baten Een tarief dat gebaseerd is op de baten voor de afnemer biedt een transparante berekenmethode én creëert geen perverse of remmende prikkels in het gebruik. Op basis van een business case (bijvoorbeeld BC mgba/obrp) wordt een sleutel voor de verdeling van de kosten bepaald. In overleg met afnemers kan een alternatieve sleutel opgesteld worden die bijvoorbeeld gebaseerd is op categorieën met soorten afnemers, of zoals in optie A waarbij de grootte van de populatie en de hoeveelheid raadpleegbare informatie leidt tot een batentoerekening. Tarief = baten of categorie Voordelen: de verdeling kan voor een langere periode worden vastgesteld. Hierdoor zijn er geen jaarlijkse berekeningen op basis van gebruik nodig; de wijze van toerekening biedt de mogelijkheid om tarieven op een transparante wijze toe te rekenen; de afnemers die het meeste baat hebben van de BRP, betalen ook het meeste. Nadelen: discussie over baten, de toerekening en meetbaarheid van die baten. De BC obrp kan als basis dienen, maar deze BC gaat over de technische vernieuwing, niet over de BRP in het algemeen. Als alternatief voor de BC mgba/obrp kan overwogen worden de afnemers een andere sleutel voor te leggen bijvoorbeeld op basis van optie A. Tarifering op basis van populatie en beschikbare informatie verdisconteert de baten in het tarief; voor iedere nieuwe gebruiker moet een business case / categorisering worden opgesteld om de bijdrage in de kosten te berekenen; bij meerjarige vaststellen van het tarief op basis van de baten in jaar 1 wordt flexibiliteit ingeleverd om tarieven aan te passen. Deze flexibiliteit kan ten koste gaan van de kostendekkendheid. Verdeling op basis van de baten in combinatie met verrekening van gebruik van (dure/complexe) BRP-diensten. (optie 4 in combinatie met 2 in de bijlage) Standaardgebruik van de BRP wordt op basis van een batentoerekening verrekend onder de afnemers. Zoals in optie C omschreven kan dit op basis van een verdeelsleutel op basis van bijvoorbeeld een business case of op basis van categorieën afnemers Het bevragen van complexe of dure diensten (zoals synchronisatieberichten) wordt aanvullend daarop verrekend. Hierdoor is er geen remmend effect op (verplicht) gebruik voor algemene bevragingen. Maar dure of Pagina 9 van 11

6. 16 november 2016 complexe bevragingen zoals synchronisatieberichten of selecties worden aanvullend verrekend. Tarief = baten of categorie + (W1 N BRP dienst 1 + W2 N BRP dienst 2 +.. ) Voordelen: doet recht aan profijtbeginsel (naar rato baten); de verdeling kan voor standaardgebruik voor een langere periode worden vastgesteld. Hierdoor is voor een groot deel geen jaarlijkse berekening op basis van gebruik nodig en biedt dit duidelijkheid voor de gebruiker; kan objectief worden bepaald (tellingen) en is daarmee transparant; kwaliteitsverbetering/privacy (naar verwachting zal men enkel personen blijven volgen indien dit strikt noodzakelijk is); door de verrekening in dure/complexe diensten is er in deze optie meer flexibiliteit de tarieven aan te passen met oog op kostendekkendheid ten opzichte van optie C. Nadelen: discussie over tariefstelling van complexe BRP diensten. discussie over baten, de toerekening en meetbaarheid van die baten. De BC obrp kan als basis dienen, maar deze BC gaat over de technische vernieuwing, niet over de BRP in het algemeen. Als alternatief voor de BC mgba/obrp kan overwogen worden de afnemers een andere sleutel voor te leggen bijvoorbeeld op basis van optie A. Tarifering op basis van populatie en beschikbare informatie verdisconteert de baten in het tarief; voor iedere nieuwe gebruiker moet een business case / categorisering worden opgesteld om de bijdrage in de kosten te berekenen; leidt bij gebruik van complexe / dure BRP-diensten tot verrekening achteraf. Dit is niet in lijn met het streven om binnen de overheid geen facturen naar elkaar te sturen; administratiesysteem RvIG moet aangepast worden. Gebaseerd op gebruiksmogelijkheden Hoe wordt het berekend? Er wordt per afnemer bepaald welke gebruiksmogelijkheden de betreffende afnemer heeft. Naast het hierboven ook al genoemde aantal personen uit de doelgroep, kijk je dan bijvoorbeeld ook naar het aantal gegevens die je mag gebruiken (zoals in autorisatiebesluit vastgelegd). Redenatie daarachter is dat sommige afnemers bijna alle gegevens van de PL krijgen, en andere slechts een paar. Voordelen: doet recht aan profijtbeginsel (naar rato baten). Nadelen: kan remmend effect hebben op gebruik; lastenverdeling onvoorspelbaar; Is veel werk/onmogelijk om te berekenen? Waarom valt deze af volgens werkgroep? Niet uitvoerbaar. Geen differentiatie tussen grote en kleine afnemers. Pagina 10 van 11

6. 16 november 2016 O.b.v. aantal afgenomen megabytes Hoe wordt berekend? Er wordt gekeken naar hoeveel megabytes een afnemer heeft nodig gehad. Voordelen: men betaalt puur voor gebruik. Nadelen: kan remmend effect hebben op gebruik; lastenverdeling onvoorspelbaar, leidt tot verrekeningen achteraf. Reactie in de werkgroep: obrp zou hiervoor iets moeten bouwen, want dan moet je de omvang van berichten per klant kunnen bepalen. Je weet nu wel het aantal megabytes maar er wordt niet bijgehouden hoeveel megabytes per gebruiker. Grootste probleem hierbij: hoe ga je dit tellen en verrekenen? Totale kosten gelijkmatig verdelen over totaal aantal afnemers Hoe wordt berekend? Het totaal aan kosten wordt gedeeld door het aantal afnemers. Iedere afnemer betaalt dus hetzelfde. Voordelen: dit is de eenvoudigste manier van afrekenen. Nadelen: grote afnemers betalen relatief weinig, kleine zullen waarschijnlijk gaan afhaken. Pagina 11 van 11

6. Notitie Aan Ministeriele Commissie Digitale Overheid Van Digicommissaris Betreft Uitgangspunten Duurzame Financieringafspraken GDI Contactpersoon Daisy Geurts daisy.geurts@digicommissaris.nl 27 juni 2016 Kenmerk 2016-0000367314 Bijlagen - Gevraagde besluiten De Ministeriële Commissie Digitale Overheid (MCDO) wordt gevraagd om in te stemmen met onderstaande uitgangspunten, die de basis vormen voor duurzame financieringsafspraken voor de Generieke Digitale Infrastructuur. Indien de MCDO akkoord gaat met de uitgangspunten, zullen deze de komende maanden worden uitgewerkt tot sluitende duurzame financieringsafspraken, die na de zomer ter besluitvorming worden voorgelegd. Uitgangspunten 1. De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) is generiek, gezamenlijk en overheidsbreed. 1 2. De duurzame, sluitende financiering van de GDI bestaat uit drie elementen: a. gezamenlijke financiering voor die activiteiten van de GDI en die fase(n) van de levenscyclus waar het generieke, gezamenlijke of overheidsbrede belang evident is; b. het doorbelasten van toerekenbare kosten aan gebruikers (profijtbeginsel) op een zodanige manier dat de financiering mee ademt met de kostenontwikkeling; en c. een set afspraken en spelregels die transparantie bieden op het gebied van inhoud, governance en financiering en daarmee ook voorzien in het afdekken van risico s van onderdekking. 3. Voor de gezamenlijke financiering wordt eenmalig voorzien in (bundeling van) middelen ter dekking van kosten die gemaakt worden ten behoeve van de overheid als geheel, voor de GDI- activiteiten met een generieke, gezamenlijk of overheidsbreed belang. 1 Deze uitgangspunten gaan in eerste instantie over de GDI-voorzieningen; in tweede instantie wordt bekeken of de uitgangspunten ook op de basisregistraties kunnen en moeten worden toegepast of dat hier andere uitgangspunten voor uitgewerkt moeten worden. Postbus 20011 2500 EA Den Haag info@digicommissaris.nl www.digicommissaris.nl

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. a. Uit deze middelen wordt in beginsel, nadat in gezamenlijkheid daartoe is besloten, de realisatie van nieuwe voorzieningen en functionaliteiten gefinancierd. b. Een nieuw kabinet kan de gebundelde middelen op één begrotingsartikel plaatsen, onder verantwoordelijkheid van één politiek verantwoordelijke. c. Zolang er niet één politiek verantwoordelijke is, ligt de verantwoordelijkheid bij de beleidsverantwoordelijke ministers van BZK en EZ. 4. Om onzekerheden over gevraagde structurele financiële bijdragen te minimaliseren, en de voorspelbaarheid van de kostenontwikkeling van de GDI te vergroten, worden de integrale kostenramingen in beeld gebracht en worden, waar nodig per fase van de levenscyclus, concrete en sluitende afspraken gemaakt over wie welke kosten draagt. a. Uitgangspunt daarbij is dat de financieringsafspraken mee ademen met de kostenontwikkeling; b. Uitgangspunt daarbij is het profijtbeginsel, waarbij de kosten worden gedragen naar rato van gebruik 2 ; c. alle toerekenbare kosten worden doorbelast aan de gebruiker/veroorzaker; d. kostenoverschrijdingen worden betaald door de veroorzaker van de overschrijding; e. beïnvloedbare risico's worden neergelegd bij de partijen die op deze risico's kunnen sturen; f. er worden vooraf financieringsafspraken uitgewerkt over opvangen van de effecten van endogene/niet-beïnvloedbare risico's (vangnet). Voorstel voor nadere uitwerking De uitgangspunten zullen in de zomer verder worden uitgewerkt. Deze uitwerking bevat in ieder geval: een concrete invulling van de uitgangspunten en een uitwerking van de afspraken die nodig zijn om ermee te gaan werken, inclusief besluitvorming daarover. een toetsing van de uitgangspunten voor verschillende casussen (SBR, berichtenbox, eid) een nadere uitwerking van de benodigde omvang van de financiële middelen, voor zowel de gezamenlijke financiering (uitgangspunt 2a) als de financiering naar gebruik (uitgangspunt 2b), zowel eenmalig als structureel. Inclusief een indicatie van de financiële betekenis van de uitgangspunten voor de verschillende partijen. 2 De wijze waarop het profijtbeginsel wordt ingevuld en de kosten worden doorbelast, kan verschillen. In de uitwerking zal worden gezocht naar een slimme invulling, waarbij de juiste prikkels worden geïntroduceerd en de administratieve lasten worden geminimaliseerd. de Digicommissaris Pagina 2 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. Aanleiding Met de vorming van de Aanvullende Post GDI in 2015 zijn de tekorten die er op dat moment waren om de continuïteit van voorzieningen van de Generieke Digitale Infrastructuur te waarborgen, opgelost. Sindsdien is er echter een aantal nieuwe inhoudelijke en financiële vraagstukken ontstaan (rondom eid en MijnOverheid, maar ook het vraagstuk rondom het realiseren van de politiek gewenste doorbelasting), waarbij het veel moeite en tijd kost om uiteindelijk tot een (deel)oplossing voor financiering te komen. Twee concrete voorbeelden: - De wet Electronisch Berichtenverkeer is een belangrijke stap op weg naar digitale overheidsdienstverlening aan burgers en heeft geleid tot een sterke groei in het gebruik van MijnOverheid en DigiD. Met die groei nemen ook de beheer- & exploitatiekosten van MijnOverheid en DigiD toe. Deze kostenstijging is niet voorzien en er is geen dekking voor. - Nu de berichtenbox door steeds meer overheidsdienstaanbieders wordt gebruikt waarvoor hij bedoeld is namelijk het sturen van berichten aan burgers, zodat papierstromen kunnen worden afgebouwd- is het noodzakelijk om de onderliggende infrastructuur te vernieuwen. De bestaande infrastructuur is niet berekend op de steeds grotere rol van de digitale berichtenvoorziening en is daarmee niet toekomstvast. De financiële middelen om deze venieuwing te realiseren, staan bij geen enkele partij op de begroting. Naar verwachting zit er nog een aantal vergelijkbare knelpunten aan te komen; dit leidt tot ernstig tempoverlies. Ook het innovatief vermogen van de Digitale Overheid komt, bij gebrek aan afspraken over structurele financiering van initiatieven en experimenten niet van de grond, waardoor het intern functioneren en extern presteren van de overheid in de informatiesamenleving achterop raakt. Afspraken over structurele financiering moeten dat doorbreken: heldere afspraken over hoe en door wie de kosten die samenhangen met de Generieke Digitale Infrastructuur worden bekostigd, om zo (zoveel mogelijk) onzekerheden over gevraagde financiële bijdragen en te dragen risico s weg te nemen. 3 Voorliggende uitgangspunten gaan in eerste instantie over de GDI-voorzieningen; in tweede instantie wordt bekeken of de uitgangspunten ook op de basisregistraties kunnen en moeten worden toegepast of dat hier andere uitgangspunten voor ontwikkeld moeten worden. De uitgangspunten voor structurele financiering zijn meerdere keren besproken in een kerngroep, die de Digicommissaris heeft geadviseerd. Naar structurele financiering: geen one size fits all Zoals de voorbeelden hierboven al aangeven, is de inhoudelijke en financiële problematiek veelvormig en complex. Er zijn verschillende typen voorzieningen (transactiegeorienteerd, standaarden, afsprakenstelsels) met verschillende kostenstructuren. Behalve verschil in type voorzieningen zijn er verschillende kostensoorten (incidenteel, structureel), met diverse kostendrijvers (volumegroei, innovatie, ). De afspraken over sluitende en duurzame financiering kunnen dan ook geen one size fits all oplossing zijn, maar beoogd is desalniettemin om consistente afspraken te maken over structurele financiering van en verantwoordelijkheid voor de hele GDI, voor nu en in de toekomst. 3 Financiële uitgangspunten zijn niet de enige manier om financiële risico s te beperken; ook organisatorische maatregelen, zoals goed opdrachtgeverschap, opknippen in fasen en agile werken dragen hieraan bij. de Digicommissaris Pagina 3 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. De genoemde diversiteit maakt het wenselijk en mogelijk om wat betreft bronnen van financiering, een balans te vinden tussen financiering op basis van solidariteit onder alle overheden aan de ene kant, én financieringsafspraken die mee-ademen met de kostenontwikkeling, als gevolg van het gebruik dat individuele partijen van voorzieningen maken, aan de andere kant Het gaat hier niet om een keuze, maar om én-én : de financiering van GDIvoorzieningen dient een combinatie te zijn van beide bronnen, al dan niet afhankelijk van de fase van de levenscyclus van de voorzieningen. Deze beide bronnen vragen om een solide set afspraken die alle mogelijke afwijkingen in de kosten van dekking voorziet zonder dat er discussie ontstaat. Deze én-én aanpak is hierna uitgewerkt. De basis: de levenscyclus Voor de uitwerking van de financiële uitgangspunten is gebruik gemaakt van een notitie van de Manifestgroep en de VNG, waarin de levenscyclus van voorzieningen centraal staat. Iedere voorziening kent een levenscyclus met verschillende fasen: verkenning of vooronderzoek, realisatie, exploitatie& beheer, doorontwikkeling, vernieuwing en uiteindelijk afbouw. De kostenstructuur kan per fase verschillen, andere onzekerheden in de kostenraming met zich meebrengen en daarmee andere risico s. Het lijkt daarom opportuun om bij het maken van afspraken over de structurele financiering te differentiëren naar verschillende fasen in de levenscyclus van een voorziening. Belangrijk is dat een sluitende en duurzame afspraken worden vastgesteld die waar nodig mee ademen met de(kosten)ontwikkelingen in de GDI en tegelijkertijd voorspelbaarheid realiseren voor wat betreft de mate waarin partijen bijdragen aan de kosten voor voorzieningen in verschillende fasen. Afspraken op basis van inzicht, voorspelbaarheid gedurende de levenscyclus Gelaagdheid in de afspraken, zodat wordt aangesloten bij de verschillende fasen, kan bijdragen aan gepercipeerde rechtvaardigheid of redelijkheid van de afspraken. Er kan hiermee immers een relatie worden gelegd tussen enerzijds de bekostiging en anderzijds de plek waar de kosten worden gemaakt, de plek waar de baten neerslaan of de partij die de kostenstijging initieert. Bovendien maakt differentiatie het gemakkelijker om gewenste prikkels (tot gebruik, tot efficiëntie, ) in te bouwen. Uitgangspunt is dat de afspraken over structurele financiering zo eenvoudig en eenduidig mogelijk zijn: zoveel gelaagdheid als moet, en zo weinig als kan. Belangrijk is dat er meer zicht ontstaat in de integrale kosten en kostenramingen van de GDI. Het hanteren van de levenscyclus helpt daarbij. De in deze notitie voorgestelde afspraken zijn gedifferentieerd naar de verschillende fasen in de levenscyclus, waarbij per fase het bekostigingsregime kan verschillen. Het budgettaire kader moet disciplineren en doen (her)prioriteren; dat is realistisch daar waar keuzes mogelijk zijn en waar kan worden besloten iets niet (meer) te doen. Disciplineren werkt slecht daar waar sprake is van autonome ontwikkelingen. Het bekostigingsmodel moet partijen, individueel en in gezamenlijkheid, helpen om de juiste keuzes te maken in elke fase van de levenscyclus. Voor iedere fase van de levencyclus wordt hieronder uitgewerkt hoe de uitgangspunten uitwerken voor de verdeling van kosten en risico s in die fase. de Digicommissaris Pagina 4 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. 1. Verkenningsfase: initiator betaalt en draagt de risico s In de verkennings- of vooronderzoeksfase worden wenselijkheid, mogelijke opzet, samenhang met andere voorzieningen, afhankelijkheden, haalbaarheid, kosten etc. in beeld gebracht. De kosten van deze fase zijn eenmalig, en niet elke verkenning leidt tot een nieuwe voorziening. Indien dat wel het geval is, eindigt deze fase met een werkende pilot. Initiators kunnen departementen, andere overheden of uitvoeringsorganisaties zijn. Betrokkenheid van beleidsverantwoordelijke departementen BZK en EZ, andere beleidsorganisaties, toekomstige afnemers en beheerorganisatie is essentieel om de genericiteit van de toekomstige voorziening te kunnen bepalen. Financieren op basis van profijtbeginsel betekent in deze fase dat de verantwoordelijkheid voor het (doen) dekken van de kosten voor deze fase bij de initiërende en dus belanghebbende- partij 4 worden gelegd. Indien vanuit het gezamenlijke belang en na gezamenlijke besluitvorming een verkenning wordt opgestart, kan ook worden gefinancierd op basis van solidariteit. De initiërende partij of het beleidsverantwoordelijk departement in geval van gezamenlijkheid- stuurt op de vraagstelling, de scope en het resultaat van deze fase en draagt de verantwoordelijkheid voor (het afdekken van) de risico s van financiële tegenvallers. De start, voortgang en afronding van een verkennings- of onderzoeksfase wordt besproken binnen de governance van de GDI (regieraden). Besluitvorming over de overgang naar de volgende fase geschiedt op politiek/bestuurlijk niveau en op advies van het Nationaal Beraad. Voorbeelden waar dit op van toepassing is: Regie op Gegevens, MijnOverheid voor Ondernemers. 2. Realisatiefase: Na gezamenlijke besluitvorming financiering op basis van solidariteit Nadat de verkenningsfase is afgesloten, kan worden besloten om de voorziening ook daadwerkelijk te gaan realiseren zodat deze ook gebruikt kan worden. Daarbij rekening houdend met toekomstig voorzien gebruik op een schaal die past bij het generieke karakter van de voorziening. De go/no go beslissing die aan het begin van deze fase in samenspraak met het Nationaal Beraad wordt genomen, definieert de gezamenlijkheid. Als door het Nationaal Beraad besloten wordt om een voorziening te gaan realiseren, of een doorontwikkel- of vernieuwingstraject te starten, dan legt het Nationaal Beraad daarmee het gedeelde en gezamenlijke commitment vast om deze voorziening of functionaliteit een plek te geven in de overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven. Dit is dan ook bij uitstek een fase die in gezamenlijkheid moet worden opgepakt, waarbij beleidsdepartementen, potentiële afnemers en de beheerorganisatie medebepalend zijn voor de realisatie. De beleidsverantwoordelijke is vanuit de ministeriële verantwoordelijkheid verantwoordelijk voor de invulling van het opdrachtgeverschap. Dit kan de beleidsverantwoordelijke zelf doen, of neerleggen bij een grote uitvoeringsorganisatie (gedelegeerd opdrachtgeverschap). De opdrachtgever stuurt op de realisatie van een bruikbare, generieke voorziening. Zo kan een balans worden gevonden tussen de noodzaak tot het borgen van genericiteit en de noodzaak tot het realiseren van voorzieningen waar grote uitvoerders mee aan de slag kunnen. 4 Deze initiërende partij kan de kosten delen met co-financiers, maar is verantwoordelijk voor het organiseren van dekking en draagt ook de risico s in deze fase. de Digicommissaris Pagina 5 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. De incidentele kosten van het realiseren van een (nieuwe functionaliteit van een) voorziening worden, na positieve besluitvorming in het Nationaal Beraad, in beginsel gefinancierd op basis van solidariteit. Ter dekking dienen dan de middelen die eenmalig in gezamenlijkheid zijn en worden opgebracht. Het Nationaal Beraad kan besluiten (een deel van) de kosten in deze fase in de beheer- en exploitatiefase te versleutelen. De beleidsverantwoordelijke stuurt op het op orde houden van de begroting, zorgt dat de juiste keuzes worden gemaakt en is verantwoordelijk voor (het afdekken van) de risico s. Bij kostenoverschrijdingen of onvoldoende gezamenlijke middelen worden de ambities aangepast op de aanwezige middelen (prioriteren). De (gedelegeerd) opdrachtgever is verantwoordelijk voor de realisatie binnen de beleidsmatige, inhoudelijke en financiële kaders die de beleidsverantwoordelijke meegeeft. Waar nodig worden verdere afspraken gemaakt om de risico s van onderdekking af te dekken. Om deze gezamenlijke financiering mogelijk te maken, wordt eenmalig een bedrag bijeen gebracht. Dat kan door: - de funding voor dit gemeenschappelijke deel mee te nemen bij een nieuw regeerakkoord, of - door de bij de GDI betrokken overheden een bedrag bijeen te laten brengen 5. Voorbeelden waar dit op van toepassing is: realisatie multimiddelenstrategie, realisatie generieke apps. 3. Beheer- en exploitatiefase: bijdragen op basis van gebruik Na een goed afgeronde realisatiefase kan de voorziening in gebruik en beheer worden genomen. De kosten in deze exploitatiefase zijn divers van aard en structureel, maar kunnen fluctueren als gevolg van meergebruik, wijzigingen aan de voorziening of andere oorzaken. Kosten voor de technische infrastructuur en de releasematige aanpassingen en kosten voor het ontwikkelen van nieuwe generieke functionaliteit vallen hieronder. In deze fase is het van belang dat er prikkels worden ingebouwd die doelmatig gebruik bevorderen. De wet GDI, die gebruik van generieke voorzieningen verplicht stelt, is zo n prikkel. De kosten 6 in deze fase worden doorbelast aan afnemers/gebruikers en veroorzakers. Op die manier wordt gezorgd dat de dekkingsafspraken volledig mee ademen met de kosten. Op zo kort mogelijke termijn wordt er door zoveel mogelijk publieke en private afnemers betaald voor het gebruik van GDI voorzieningen. Meerkosten (bijvoorbeeld door toerekenbare volumegroei) worden doorberekend aan de veroorzaker. Kostenoverschrijdingen (bijvoorbeeld als gevolg van hogere beveiligingseisen) worden doorbelast aan de gebruikers. Waar mogelijk/opportuun wordt ook ingezet op het doorbelasten van direct toerekenbare kosten aan burgers of bedrijven. 5 Middelen hoeven niet aanvullend te zijn op het totale reeds beschikbare kader voor de GDI, daar er op de begrotingen van de beleidsverantwoordelijke departementen en de aanvullende post ook vrijval ontstaat zodra we bepaalde voorzieningen gaan doorbelasten/gaan betalen naar gebruik. 6 De beheer- en exploitatiekosten van niet-transactiegeoriënteerde voorzieningen (zoals overheid.nl, ondernemersplein.nl of webrichtlijnen) worden ook doorbelast aan de afnemers. De wijze waarop moet nog worden uitgewerkt. de Digicommissaris Pagina 6 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. Beoogd is dat deze betalingen meerjarig geraamd worden op basis van belangrijke kostendrijvers en alle beheer&exploitatiekosten voor alle voorzieningen op jaarbasis dekken. Dit vraagt om goede ramingen van de voorziene afname, waarvoor uitvoeringsorganisaties, maar ook beleidsdepartementen aan de lat staan. Voor de allocatie van deze middelen zijn er verschillende opties. Op basis van het gesprek in de kerngroep, lijkt een decentraal model het meest aangewezen, waarbij de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het ophalen van de middelen bij de (potentiële) gebruikers en het wegzetten van de middelen bij de beheerorganisatie. Hiervoor kan een systeem van tarifering aan de orde zijn, waarmee gebruikers vooraf instemmen. Om de administratieve lasten voor de gebruikers te beperken, kan hierbij ook gedacht worden aan facturatie per gebruiker voor alle voorzieningen ineens. [Nog uit te werken: compensatie early adopters, potentiële afnemers] 4. Doorontwikkeling: een combinatie van 1, 2 en 3. Vaak zullen er gaandeweg aanvullende wensen zijn bij een voorziening, die niet kunnen worden geaccommodeerd in nieuwe releases. Deze kunnen afkomstig zijn van afnemers, maar ook van de beleidsdepartementen of de beheerder. Zo kan innovatie (van een voorziening) wenselijk zijn, al dan niet gedreven door nieuwe technische mogelijkheden of technologische ontwikkelingen. Feitelijk start in deze doorontwikkelfase weer een verkenning of vooronderzoek naar de gewenste aanpassingen en herhaalt zich het bovenbeschreven patroon van realisatie en beheer&exploitatie. Cruciaal voor de financiering is daarbij de vraag of de nieuwe functionaliteit generiek is of een wens van een beperkt aantal partijen. In de doorontwikkelfase komt de verkenning of het vooronderzoek naar de gewenste aanpassingen voor rekening van de initiërende partij. Als een generieke aanpassing of doorontwikkeling wordt voorgesteld en dat wordt bevestigd in de gezamenlijke sturing, dan komt realisatie voor rekening van de gezamenlijk opgebrachte middelen en beheer&exploitatie voor rekening van afnemers. Concreet: bij beleidsmatige (wets)wijzigingen die leiden tot meergebruik of grote wijzigingen van een voorziening, brengt het departement waar het beleid wordt gemaakt door middel van een impactanalyse op de GDI de kosten die gemaakt moeten worden om de voorzieningen aan te passen in kaart en zorgt voor dekking ervan; meerkosten in beheer&exploitatie worden betaald door de afnemers. Dit soort beleidsmatige wijzigingen dienen ook met een inschatting van impact op voorzieningen en kosten- vooraf binnen de governance van de GDI besproken te worden. Voorbeelden: een wet zoals EBV zou vanuit deze uitgangspunten op deze wijze tot financiering moeten hebben geleid; vernieuwing berichtenvoorziening. 5. Afbouwfase Elke voorziening is op een gegeven moment aan het einde van zijn levensduur. Via een hernieuwd doorlopen van de bovenstaande fasering kan een vernieuwingstraject plaatsvinden. Indien een voorziening echt aan het einde van de cyclus is beland kunnen er kosten zijn verbonden aan het uitfaseren van de voorziening. Deze kosten zijn eenmalig en te voorzien. De kosten van de afbouw komen voor rekening van het departement dat beleidsverantwoordelijk is voor de voorziening. De afsluitkosten bij afnemers worden gedragen door de afnemers zelf. de Digicommissaris Pagina 7 van 8

Notitie financiering Generieke Digitale Infrastructuur 2016-0000329036 6. Van toepassing op: Ondernemingsdossier. Tot slot De GDI is van ons allemaal. Vanwege dit gemeenschappelijk element is het wenselijk dat er ook op basis van gezamenlijkheid en solidariteit wordt gefinancierd. Om de kosten te dekken die worden gemaakt vanuit het gezamenlijke belang of gezamenlijk profijt, moet een bedrag beschikbaar worden gemaakt. Dit gaat bijvoorbeeld om kosten voor de realisatie en doorontwikkeling van de generieke voorzieningen, waarmee bepaald wordt hoe de overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven er uit komt te zien. Dit vraagt om een gemeenschappelijke of overheidsbrede afweging. Om deze gemeenschappelijkheid te benadrukken wordt aanbevolen om in bij een volgend kabinet los van eventuele extra noodzakelijke middelen- in elk geval de bestaande middelen voor de verkenningen- en realisatiefase neer te zetten op één begrotingsartikel, met (op termijn) één verantwoordelijk bewindspersoon. Afspraken over sturing en verdeling van risico s kunnen worden gebaseerd op vergelijkbare overheidsbrede programma s als het MIRT. De voeding voor dit gemeenschappelijke deel komt (deels) uit de bestaande Aanvullende Post, eventueel aangevuld met afspraken bij nieuw regeerakkoord. Tegelijkertijd zijn er kosten die worden veroorzaakt door en fluctueren met het gebruik van de voorzieningen door beleid- en uitvoeringsorganisaties die profijt hebben van het gebruik van de GDI. Wat direct aan gebruik van de GDI is te relateren, wordt in beginsel via het profijtbeginsel doorbelast. Ook daar worden heldere, bindende afspraken voor uitgewerkt zodat de financiële risico s worden afgedekt. de Digicommissaris Pagina 8 van 8

7. Aan: Werkgroep Financien Gebruikersoverleg BRP RvIG Contactpersoon Frans Rijkers T 06 54766421 12-11-2016 Bijlagen Stand van Zaken RNI Inleiding In de Werkgroep Financiën van het Gebruikersoverleg BRP is de vraag gesteld waarom de kosten van de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) hoger uitvallen dan verwacht. In dit memo wordt op hoofdlijnen een beeld gegeven van de verschillen tussen de oorspronkelijke opzet van de RNI in de planfase versus de uiteindelijke implementatie en stand van zaken eind 2016. Hiermee wordt beoogd aan te tonen dat in de loop der jaren door voortschrijdend inzicht de omvang en kwaliteit van de RNI telkens verhoogd zijn. Dit heeft geleid tot een kwalitatief betere, veiligere en bredere registratie met bijbehorend hoger kostenniveau dan oorspronkelijk ingeschat. Oorspronkelijke opzet RNI in de planfase De uitgangspunten voor de RNI in de planfase waren kort samengevat: Het Programma RNI zorgt voor een initiële vulling van alle persoonslijsten van geëmigreerden van de gemeenten, aangevuld met een selecte keuze uit de gegevens aangeleverd door de ABO's. De gegevens van de ABO s worden ontdubbeld zonder de opbouw van historie (het golden record); Bij de ontwikkeling van de RNI wordt maximaal hergebruik gemaakt van de centrale voorzieningen van de Modernisering GBA; De RNI-loketten doen vrijwel uitsluitend eerste inschrijvingen van arbeidsmigranten op basis van reisdocumenten; ABO's sturen voornamelijk wijzigingen op gegevens van reeds geregistreerde niet-ingezetenen en slechts beperkt eerste inschrijvingen van 'nieuwe klanten', veelal via gegevens aangeleverd door zusterorganisaties Brondocumenten met vanwege opschorting van de persoonslijst nietverwerkte wijzigingen zijn binnen de RNI digitaal raadpleegbaar en te versturen. Het RNI-systeem hoeft alleen gegevens te kunnen wijzigen (en in uitzonderingssituaties te corrigeren) op de beperkte RNI-gegevensset; RvIG controleert steekproefsgewijs eerste inschrijvingen door gemeenten en handelt uitval af van de geautomatiseerde verwerking van ABO-berichten. In het eerste jaar na de start van RNI is beperkte extra capaciteit noodzakelijk voor de invoering. Gekozen implementatie en stand van zaken eind 2016 Als implementatiestrategie is gekozen voor een gefaseerde invoering, waarbij op 6 januari 2014 gestart is met de opening van de RNI-loketten en de aansluiting van de Belastingdienst als ABO. De geplande initiële vulling is opgesplitst in meerdere deelvullingen. De aansluiting van de overige ABO s en Pagina 1 van 2

7. de bijbehorende vullingen hebben bijna twee jaar in beslag genomen. De impact van de RNI-aansluiting op de systemen van de ABO s is veel groter gebleken dan oorspronkelijk ingeschat door sommige ABO s. Deze onderschatting, gecombineerd met de keuze voor deelvullingen heeft ervoor gezorgd dat op dit moment (na 34 maanden RNI) er nog steeds sprake is van achterstand in de aanlevering van alle gegevens die reeds bij ABO's bekend zijn. Door de opbouw van historie op de persoonslijsten a.g.v. de deelvullingen is de verwerking van die achterstanden uiterst complex. De benodigde capaciteit voor de begeleiding door RvIG van de verwerking van deze achterstanden en de benodigde systeemaanpassingen waren niet voorzien. De RNI-loketten doen naast eerste inschrijvingen veel meer wijzigingen en correcties dan voorzien. Onder andere omdat personen ingeschreven op verzoek van ABO's hun gegevens wensen aan te vullen (voornamen, geboorteplaats). De trigger hiervoor is dat de ingeschrevene na afhandeling van een inschrijfverzoek door een ABO een afschrift van zijn gegevens ontvangt. Daarnaast blijkt veel vaker dan verwacht (de verwachting was enkele gevallen per jaar) wijziging van gegevens vóór emigratie noodzakelijk te zijn. Dit soort wijzigingen valt onder de verantwoordelijkheid van de laatste gemeenten van inschrijving, maar vanwege het ontbreken van de Centrale Voorzieningen van Operatie BRP moet de feitelijke verwerking op de persoonslijst door de RNI gedaan worden. Sommige ABO's sturen veel meer eerste inschrijvingen dan voorzien en de kwaliteit van die aanleveringen blijft achter bij de verwachtingen. De RNI ontvangt regelmatig inschrijfverzoeken voor reeds ingeschreven personen en verzoeken waarin de gegevens niet voldoen aan het Logisch Ontwerp. Hierdoor is veel handmatige afhandeling nodig. Het brondocumentenarchief is niet gedigitaliseerd en mede omdat het uitfaseren van de bijhouding van reisdocumentgegevens in de BRP op zich laat wachten moeten er massaal C3-formulieren handmatig worden verwerkt in de RNI-dossiers. De extra kosten voor handmatige afhandeling van brondocumenten (o.a. het verzenden naar de vestigingsgemeente na remigratie) zijn nooit voorzien. Voortschrijdend inzicht (gecombineerd met druk vanuit de media en Tweede Kamer) over beveiliging, antifraudemaatregelen en het voorkomen van dubbelinschrijvingen hebben geleid tot een keuze voor een modern gecentraliseerd beveiligingsconcept. Aan de RNI-loketten werken 300 medewerkers met persoonsgebonden PKIO-passen, ultra-thin clients en IDscanners op 1 centraal systeem dat gehost wordt op een nieuwe hoogbeveiligde omgeving. 12-11-2016 Pagina 2 van 2

9.1. Aanbiedingsformulier Gebruikersoverleg BRP vergadering 1 december 2016 In te vullen door indiener van het stuk: document 24 november 2016 Naam document Registratie levenloos geboren kinderen Indiener van het document Korte samenvatting van het document BZK/Directie Democratie en Burgerschap De nu bestaande akte van levenloos geboren kind wordt door V&J vervangen door een geboorteakte met vermelding dat het kind levenloos ter wereld is gekomen. Er komt een vorm van registratie in de BRP, namelijk het registreren van het levenloos geboren kind op de persoonslijst van de ouder die dat verzoekt. Het kind krijgt geen zelfstandige persoonslijst en dus geen BSN. Voor deze maatregelen is wel een wijziging van het Besluit Burgerlijke Stand (V&J) en een wetswijziging nodig en kunnen daarom niet direct ingaan; V&J verwacht binnen enkele maanden het Besluit burgerlijke stand 1994 aan te kunnen passen. Wat betreft de registratie in de BRP moet de Wet BRP aangepast worden. De impactanalyse voor Operatie BRP is in december 2016 klaar. De TK wordt over de impact geïnformeerd en afhankelijk van hoe de Kamer hier op reageert kan er een keuze gemaakt worden over het vervolgtraject en aanpassing van de wet. Registratie is met terugwerkende kracht van de ouder die dit verzoekt aan de hand van de akte levenloos geboren kind c.q. geboorteakte met vermelding dat het kind levenloos is geboren. Als ouders nu geen akte van een levenloos geboren kind hebben (na wijziging Besluit BS een geboorteakte met vermelding), kunnen zij dat alsnog bij de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen. Pas daarna kan registratie in de BRP plaatsvinden. Apart agendapunt? Ja Nee Doel document ter informatie voor advies/ter bespreking voor akkoord gevolg van eerder besluit actualiteit

9.1. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk 2016-0000591310 Uw kenmerk 19 september 2016 Betreft Uitkomst onderzoek registreren levenloos geboren kinderen Op 7 juli jl. is uw Kamer geïnformeerd 1 dat het gesprek met de initiatiefneemsters van de petitie ik wil ook in het BRP na het zomerreces zou plaatsvinden en dat ik u na dit gesprek zou informeren over de uitkomst van het onderzoek naar de mogelijkheden van registratie van levenloos geboren kinderen, zowel binnen als buiten de BRP (basisregistratie personen) inclusief de financiële, technische en juridische aspecten. Het gesprek met de initiatiefneemsters heeft inmiddels plaatsgevonden en ik kan u mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie - het volgende melden. Om aan de behoefte van de ouders aan erkenning van het feitelijk bestaan van hun kind tegemoet te komen, zal de akte van levenloos geboren kind vervangen worden door een geboorteakte met vermelding dat het kind levenloos ter wereld is gekomen. De Minister van Veiligheid en Justitie zal hiertoe tot aanpassing van het Besluit burgerlijke stand 1994 overgaan. Er komt een vorm van registratie in de BRP, namelijk het registeren van het levenloos geboren kind op de persoonslijst van de ouder die dat verzoekt. Dit vereist aanpassingen in wet- en regelgeving en in de ICT-voorzieningen van de BRP. Met deze registratie worden de kinderen zichtbaar via MijnOverheid en op uittreksels van de BRP. Ook wordt het mogelijk om met terugwerkende kracht op verzoek van de ouder deze kinderen te laten registreren in de BRP aan de hand van de akte levenloos geboren kind c.q. de geboorteakte met vermelding dat het kind levenloos is geboren. Voor wat betreft de ICT-voorzieningen is een impactanalyse nodig op Operatie BRP. Operatie BRP bouwt namelijk nieuwe voorzieningen voor de BRP en een nieuwe vorm van registratie betekent een wijziging in dat reeds lopende bouwproces. De impact op het programma zal in december 2016 in de 1 Kamerstuk 27 859, nr. 94 Pagina 1 van 2

9.1. 19 september 2016 Kenmerk 2016-0000591310 interbestuurlijke stuurgroep van Operatie BRP worden besproken. Pas daarna kunnen keuzes worden gemaakt over of en op welk moment de benodigde aanpassingen in de BRP zouden kunnen worden doorgevoerd. Dit vergt een afweging ten aanzien van tijd en geld. Ik zal uw Kamer daarbij betrekken. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dr. R.H.A. Plasterk Pagina 2 van 2

Aanbiedingsformulier Gebruikersoverleg BRP vergadering 1 december 2016 document 28 november 2016 Naam document Indiener van het document Korte samenvatting van het document Tussenevaluatie wet BRP/ Registreren gerelateerdengegevens bij nietingezetenen. BZK/directie Democratie en Burgerschap/Sandra Lentjes Op verzoek van de werkgroep Beleidsaspecten heeft DenB een memo geschreven over het proces rond de tussenevaluatie van de Wet Brp, in het bijzonder voor wat betreft de toezegging van BZK om het punt van het registreren van gerelateerdengegevens van niet-ingezeten daarin mee te nemen. Verder wordt er ingegaan op hoe in de toekomst met dit punt wordt omgegaan. Apart agendapunt? Ja Nee Doel document ter informatie/ ter bespreking voor advies/ter bespreking voor akkoord gevolg van eerder besluit actualiteit

Aanleiding memo In juli 2017 heeft de minister van BZK het rapport van Berenschot met de resultaten van de tussenevaluatie van de wet Brp naar de Tweede Kamer gestuurd. In de werkgroep Beleidsaspecten BRP heeft de vertegenwoordiger namens abo s (Belastingdienst) gemeld het te betreuren dat de toegezegde evaluatie van het opnemen van relatiegegevens van niet-ingezetenen niet heeft plaatsgevonden. Ook betreurt hij dat er in de begeleidende brief aan de Tweede Kamer niet is gemeld dat afnemers/abo s problemen hebben door het niet registreren/bijhouden van deze gegevens voor niet-ingezetenen. Dit memo beschrijft conform afspraak in de werkgroep voor het GO BRP het proces van totstandkoming van de tussenevaluatie en de wijze waarop zal worden omgegaan met dit aspect (door afnemers gemelde problematiek). Proces totstandkoming tussenevaluatie - Afspraak in stuurgroep RNI en vermeld in MvT van de wet Brp: binnen een jaar na invoering van de wet brp volgt evaluatie. - Bij de voorbereiding van de tussenevaluatie, twijfelde de beleidsdirectie aan de toegevoegde waarde hiervan, zo kort na de invoering van de nieuwe wet. - Voor RNI gold daarbij dat de implementatie van de RNI in 2015 nog volop bezig was (onder andere aansluiting van de abo s SVB, ZIN, UWV). - Er is toen door BZK besloten een tussentijdse thermometer in de uitvoeringspraktijk uit te voeren, vooruitlopend op de evaluatie van de wet. - Het bleef dus bij een beperkte, uitvoeringstechnische tussenevaluatie van de wet Brp waarbij gekeken is naar het effect van een aantal wijzigingen in de wet Brp ten opzichte van de wet Gba. - Dit is onder andere in het GO gemeld, en terecht werd erop gewezen dat er een toezegging was gedaan om ook voor het onderwerp gerelateerdengegevens in de RNI binnen een jaar te evalueren. - Daarom zijn vragen over de RNI alsnog opgenomen in de opdracht aan Berenschot. - Het is dus wel degelijk meegenomen in het onderzoek van Berenschot. Ongelukkigerwijs ging dat niet helemaal soepel en de beleidsafdeling had daar scherper op moeten zijn. - Echter, de door afnemers aangekaarte punten over RNI ( (terug)melden en gerelateerdengegevens ) zijn uiteindelijk wel opgenomen in het rapport van Berenschot. - Het rapport is aan de Tweede Kamer gestuurd. - In de begeleidende brief is niets opgenomen over de RNI, omdat naar aanleiding van de evaluatie geen besluiten zijn genomen over al dan niet aanpassen van wet- en regelgeving. BZK was en is namelijk van mening dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken en dat aan de Kamer te melden. - Dat er in de brief geen melding is gedaan over de door abo s/afnemers aangekaarte problematiek betekent echter niet dat dit niet erkend wordt door BZK of dat er definitief is besloten er geen actie op te ondernemen. - Punt van gerelateerdengegevens staat op het netvlies, het is goed dat de problematiek op papier staat in het rapport Berenschot. Hoe verder? Hoe wordt met de RNI-onderdelen van de evaluatie omgegaan en wat is de tijdsplanning? - De reguliere, complete wetsevaluatie zal (waarschijnlijk) pas plaatsvinden als alle nieuwe ICT-voorzieningen zijn opgeleverd (na afronding operatie BRP). - Dat betekent niet dat er in de tussentijd geen actie op de punten die de afnemers/ abo s hebben ingebracht zal plaatsvinden.

- RvIG en de beleidsdirectie zijn voortdurend in overleg over de ervaringen die opgedaan worden met de registratie van niet-ingezetenen, en de problemen die burgers, de (loket)gemeenten, abo s en andere afnemers daarbij ondervinden. En ook RvIG als beheerder loopt tegen zaken aan. - Daarbij komt de problematiek die ontstaat omdat er voor ingezetenen meer gegevens worden geregistreerd en bijgehouden (bijvoorbeeld gerelateerdengegevens) dan voor ingezetenen ook regelmatig aan de orde. - De inwerkingtreding van de wet BRP begin 2014, waardoor het gaan bijhouden van gegevens van niet-ingezetenen mogelijk werd en de RNI van start ging, betekende een grote wijziging in de registratie. - DenB is van mening dat het nog geen twee jaar na start van de RNI te vroeg is om conclusies te trekken die leiden tot aanpassingen in het principe van de wet waar het gaat om de niet-ingezetenen. Daarbij komt dat er op verzoek van een aantal gemeenten - ook een traject loopt waar gekeken worden naar mogelijkheden voor verruiming van het ingezetenschap. - Stapsgewijs wordt gewerkt aan het verduidelijken en verbeteren van de processen rond RNI. - Daarbij wordt de huidige wet- en regelgeving kritisch bezien. Dat is een on-going proces. - Op dit moment wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de problemen rond terugmeldingen. Dit is onderwerp van gesprek in de werkgroep Beleidsaspecten en wordt ook meegenomen in de besprekingen over de nieuwe Terugmeldvoorziening voor de BRP die er zal komen (voor de nieuwe BRP).

Bijlage: tekst brief minister dd 7 juli 2016, bij het sturen van rapport Berenschot aan de TK. In deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst van een uitvoeringstechnische tussenevaluatie van de wet BRP. De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) heeft op 6 januari 2014 de Wet gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens (Wet GBA) vervangen. Naar aanleiding van vragen over de effectiviteit van een aantal nieuwe onderdelen van de wet heb ik een tussentijdse evaluatie toegezegd op aandringen van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Zij hebben aandacht gevraagd voor enkele zaken waar gemeenten in de praktijk tegenaan lopen. Deze tussentijdse thermometer in de uitvoeringspraktijk is uitgevoerd vooruitlopend op de evaluatie van de wet die over enkele jaren zal plaatsvinden. Deze tussenevaluatie is uitvoeringstechnisch ingestoken. Het geeft antwoord op een negental onderzoeksvragen die samen met de NVVB/VNG zijn opgesteld, die allemaal betrekking hebben op onderdelen van de wet die nieuw zijn ten opzichte van de Wet GBA. De vraag daarbij was of gemeenten uitvoeringstechnisch goed om kunnen gaan met deze nieuwe onderdelen van de wet zoals de bestuurlijke boete, het aanstellen van een toezichthouder en de bijhouding van de gegevens van niet-ingezetenen in de BRP. Het betreft constateringen met betrekking tot wat is gewijzigd en wat daarvan de gevolgen zijn voor de uitvoeringspraktijk. De vragen zijn gesteld door: - een enquête te houden onder burgerzaken medewerkers. Er was sprake van een respons van 199 gemeenten - vier groepsgesprekken te houden, 2 x met medewerkers burgerzaken, 1 x met medewerkers van gemeenten in hun rol als afnemer van de BRP en 1 x met afnemers van de BRP De resultaten bevestigen dat er reden is tot één aanpassing van de wet BRP: aanpassing van de procedure bij vertrek naar het buitenland als niet alle personen van het betreffende adres vertrekken. De gewijzigde procedure zoals die nu in de wet BRP staat, houdt in dat personen anderen niet meer kunnen machtigen tot het doen van aangifte. Als niet alle ingeschrevenen van een bepaald adres naar het buitenland vertrekken moet iedereen van dat adres in persoon aan de balie verschijnen. Deze gewijzigde procedure is destijds opgenomen op verzoek van uw Kamer (motie Oosenbrug) met goede intentie en als doel gedwongen achterlating en uithuwelijking tegen te gaan. Gemeenten hebben in de uitvoering geprobeerd met deze nieuwe procedure te werken maar gebleken is dat het gewenste effect niet bereikt wordt doordat mensen bij vertrek helemaal niet meer aan de balie komen of zich pas uitschrijven als ze al weg zijn. Gemeenten hebben dan ook gevraagd de gewijzigde procedure terug te draaien. Dit verzoek wil ik inwilligen bij de eerstvolgende wijziging van de Wet BRP. Tegelijkertijd wil ik graag in overleg met uw Kamer bezien hoe de problematiek die de Kamer met het aannemen van de motie van mevrouw Oosenbrug terecht agendeert, in samenspraak met gemeenten, wel opgelost kan worden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i. drs. S.A. Blok

9.3. Aanbiedingsformulier Gebruikersoverleg BRP vergadering 1 december 2016 In te vullen door indiener van het stuk: document 15 november 2016 Naam document Indiener document Korte samenvatting van het document Wijziging Besluit BRP bijna in consultatie (via het GO) DenB/Esther t Hoen Het Besluit BRP wordt om verschillende redenen gewijzigd: 1. Het niet meer verstrekken van persoonsgegevens uit de BRP aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (SILA); verstrekking moet uiterlijk 1 maart 2018 zijn stopgezet, ter uitvoering van de door de Tweede Kamer aangenomen motie (TK 2015-2016, 25764, nr. 95) 2. De wens van V&J en BZK om asielzoekers die wel rechtmatig verblijf hebben, maar nog geen verblijfsvergunning hebben, eerder in te kunnen schrijven in de BRP (mag in huidige Besluit pas na 6 maanden). Dit om de doorstroom van deze asielzoekers uit de opvang naar een reguliere woning te bevorderen en de kwaliteit te verhogen van de persoonsgegevens van vreemdelingen in zowel de BRP als in de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) 3. Wat betreft historische gegevens: alleen de historische burgerlijke staat gegevens van ingezetenen aanwijzen als authentiek 4. Aanpassingen in de aanwijzing van het bestuursorgaan (CVZ wordt ZiN) 5. Wijziging in de gegevensuitwisseling met de Caribische delen van het Koninkrijk (de minister BZK gaat de gegevens van niet-ingezetenen verstrekken omdat de college s van B&W dat niet kunnen) Apart agendapunt? Ja Nee We wachten bij het tweede punt nog op de definitieve PIA (Privacy Impact Assesment) op de wijze van gegevensverstrekking door de IND aan de BRPambtenaar ten behoeve van de inschrijving van de vreemdeling in de BRP en daarna op het akkoord van de minister BZK om het gewijzigde Besluit in consultatie te doen. De verwachting is dat de consultatie begin december start. De leden van het Gebruikersoverleg ontvangen dan per mail een verzoek tot reactie en natuurlijk de teksten van de wijziging. Het Besluit gaat dan tegelijkertijd voor advies naar de Autoriteit Persoonsgegevens. Voor de reactie en advies staat 8 weken. Verdere stappen: - Besluit langs voorportaal, onderraad en ministerraad; duurt ca. 7 weken - Daarna moet het Besluit naar de Raad van State voor advies, daarvoor staat een termijn van 3 maanden. We mikken op inwerkingtreding op 1 juli 2017, maar het gaat er om spannen of we dat gaan halen (waarbij er overigens niets bijzonders aan de hand is als het wat later wordt). Doel document ter informatie voor akkoord voor advies/ter bespreking gevolg van eerder besluit actualiteit

9.4. Opleg Werkgroep Kwaliteit BRP vergadering In te vullen door indiener van het stuk: document 15 november 2016 Naam document Verruiming ingezetenschap Indiener van het document Korte samenvatting van het document en of toelichting op agendapunt Steven Moesant Kern voorstel van gemeenten voor verruiming ingezetenschap: Het beschikbaar krijgen van informatie over het actuele verblijfsadres van alle in Nederland verblijvende personen (hoe kort ze ook in Nederland verblijven), met name van arbeidsmigranten. Deze informatie is noodzakelijk voor het uitvoeren van diverse gemeentelijke taken, zoals de handhaving bij ongewenste woonsituaties. Niet-ingezetenen (met woonadres in het buitenland) hoeven dan alleen nog maar geregistreerd te worden zolang ze ook daadwerkelijk in het buitenland verblijven; zodra ze in Nederland komen, worden ze als ingezetenen geregistreerd. Stand van zaken per 15 november 2016 Conform gemaakte afspraken tijdens de bijeenkomst op 13 september jl. met afnemers en gemeenten is op 3 november jl. de werkgroep bijeengekomen in een bredere setting; BZK, Belastingdienst, CBS, RvIG, CAK-Zorginstituut, gemeenten Westland en Rotterdam. Doel van de bijeenkomst was om de concept one-pager te bespreken. De deelnemers hebben input geleverd en BZK gaat deze verwerken in de concept onepager. Het actiepunt van Fin/Belastingdienst om na te gaan of in het kader van de bijhouding van de RNI terugmeldingen plaatsvinden aan BZK, wordt in de werkgroep Kwaliteit BRP door de Belastingdienst ingebracht. Concreet: Een werkbezoek voor afnemers wordt gearrangeerd door de gemeente Westland i.s.m. BZK in voorjaar 2017; Op 24 november a.s. is een overleg gepland van BZK en FIN met SZW inzake voortgang van de pilot Signaal economisch actieven. Apart agendapunt? Ja Nee Doel document ter informatie voor advies/ter bespreking voor akkoord gevolg van eerder besluit actualiteit

9.8. DGBW Directie Democratie en Burgerschap Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Contactpersoon Karen Harth T 0621303919 karen.harth@minbzk.nl Werkgroep beleidsaspecten BRP 12 september 2016 16 september 2016 Kenmerk 2016-0000591177 Vergaderdatum 12 september 2016 Deelnemers Afwezig Remco Siegerist (UWV), Anny Brouwers (V&J), Michel van Meteren (Belastingdienst), Ursila Jaddoe (Rotterdam), Ton van der Burg (VNG), Ronald Zijlstra (NVVB), Ank Jongman (BZK/oBRP), Annemarie van der Krabben (BZK/RvIG), Frans Rijkers (BZK/RvIG), Karen Harth (BZK/DenB en secretaris), Aart Koenhein (BZK/DenB), Ramazan Atalikyayi (BZK/DenB), Esther t Hoen (BZK/DenB en voorzitter) Mariska Devilee (CAK), Kees Prins (CBS), Sandra Lentjes (BZK/DenB) 1. Opening en mededelingen De vergadering wordt geopend met een voorstelronde. 2. Verslag van 18 april 2016 Het verslag van 18 april 2016 wordt vastgesteld. Actiepunten: 1. Op navraag wordt uitgelegd dat dit ondermeer de verkiezingsselecties betreft. DenB is hiermee bezig. Ronald vraagt hoe de spontane verstrekkingen uit de nieuwe BRP straks op basis van de verordening geregeld zullen worden. 3.1 Annemarie geeft aan hier niet op de hoogte van te zijn maar dit wel op te pakken. 3.2 De HUP is aangepast. 4. DenB is nog in overleg met V&J/IND over de wijziging van het Besluit BRP als het gaat om de 6 maanden termijn voor inschrijven asielzoekers die wel rechtmatig verblijf hebben, maar nog geen verblijfsvergunning. Deze maand wordt een besluit genomen over welke wijzigingen meegenomen worden. Besluit gaat in consultatie naar de leden van het gebruikersoverleg. Pagina 1 van 5