Bepaling toezichtvorm gemeente Roermond Financieel verdiepingsonderzoek

Vergelijkbare documenten
Bepaling toezichtvorm Gemeente Roermond Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Echt-Susteren Financieel verdiepingsonderzoek

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld.

Bepaling toezichtvorm Gemeente Mook en Middelaar Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Nederweert Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Horst aan de Maas Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Echt-Susteren Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bepaling toezichtvorm gemeente Venray Financieel verdiepingsonderzoek

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bepaling toezichtvorm Gemeente Bergen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bepaling toezichtvorm Gemeente Sittard-Geleen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Stein Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Peel en Maas Financieel verdiepingsonderzoek

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus AA SPIJKENISSE

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

Bepaling toezichtvorm gemeente Heerlen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Eijsden-Margraten Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Financieel toezicht in Gelderland

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bepaling toezichtvorm gemeente Weert Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Landgraaf Financieel verdiepingsonderzoek

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

Bepaling toezichtvorm Gemeente Gennep Financieel verdiepingsonderzoek

12DEC. 2(M. Gedeputeerde Staten. Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur. De raad van de gemeente RIDDERKERK Postbus AG RIDDERKERK

Raadsvoorstel agendapunt

Bepaling toezichtvorm gemeente Kerkrade Financieel verdiepingsonderzoek

provincie limburg

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

a _ctj. \ \ 9 OIC VOORBLAD AAN DE RAAD GERICHTE BRIEVEN: (per ommegaande invullen en sturen naar Griffie)

zaaknummer

Inhoudsopgave. 1 Inleiding... 5

Bepaling toezichtvorm Gemeente Sittard-Geleen

Bepaling toezichtvorm Gemeente Heerlen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Simpelveld Financieel verdiepingsonderzoek

Bestuur en beleid. tweede ronde volgens het provinciebestuur,

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Provincie Noord-Holland

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel.

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2015 over financieel toezicht: vorm en bevindingen 2016

Jaap Maas raad juni 2013

III /04/2014

Financieel toezicht De crisis voorbij?

1 4 JUL Kopie aan: 9

Voorstel raad en raadsbesluit

Bepaling toezichtvorm Gemeente Gennep Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Valkenburg aan de Geul Financieel verdiepingsonderzoek

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Kaders Financieel gezond Brummen

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Nieuwegein. Gemeenteraad. Raadsvoorstel Afdeling Financiën. 1 Onderwerp. Programmabegroting Gevraagd besluit

Bepaling toezichtvorm gemeente Venlo Financieel verdiepingsonderzoek

Provincie Noord-Holland

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, UUR*

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: Houten, 29 september 2015

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Bepaling toezichtvorm Gemeente Kerkrade Financieel verdiepingsonderzoek

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Bepaling toezichtvorm Gemeente Meerssen Financieel verdiepingsonderzoek

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Voorstel raad en raadsbesluit

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Begrotingscirculaire gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Bepaling toezichtvorm Gemeente Vaals Financieel verdiepingsonderzoek

Raadsinformatiebrief IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH

Geme. Naar aanleiding van de begroting plaatst de provincie een aantal opmerkingen, te, weten: ^ ^J, j>

MEMORIE VAN TOELICHTING. (Meerjaren)begroting

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Algemene uitkering

Visiedocument Financieel Beleid

z s sep zn'3 provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 30 SEPTEMBER 2013 Gemeente Molenwaard

provincie GELDERLAND ï 5 DEC 2017 INGEKOMEN Gemeente Beuningen T.a.v. de raad Postbus AA BEUNINGEN GLD z"* IN

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Presentatie aan de raad 16 mei 2013

Financiële begroting 2015 samengevat

Cursus Financiën voor raadsleden

Gemeente Lelystad Ingekomen 18 DEC 20U

Transcriptie:

Bepaling toezichtvorm 2014-2017 gemeente Roermond Financieel verdiepingsonderzoek Provincie Limburg, juni 2014

Verdiepingsonderzoek Roermond 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Conclusie, aandachtspunten en samenvatting 7 2.1. Conclusie van het onderzoek... 7 2.2. Aandachtspunten... 8 2.3. Samenvatting... 10 3. Aandachtsgebieden 15 3.1. Analyse begroting en meerjarenraming... 16 3.2. Analyse vermogen... 27 3.3. Analyse stuurinformatie... 31 3.4. Analyse wet- en regelgeving... 34 4. Financieel beleid en beheer 39 4.1. Lokale heffingen... 40 4.2. Weerstandsvermogen... 43 4.3. Onderhoud van kapitaalgoederen... 48 4.4. Financiering... 56 4.5. Bedrijfsvoering... 60 4.6. Verbonden partijen... 64 4.7. Grondbeleid... 67 5. Het onderzoek 71 5.1. Inleiding... 71 5.2. Doel en kaders financieel toezicht... 73 5.3. Werkwijze... 75 5.4. Reikwijdte van het onderzoek... 77 5.5. Onderzoek naar het financieel verdiepingsonderzoek... 78 6. Begrippen 79 7. Bronnen 85 Verdiepingsonderzoek Roermond 3

Verdiepingsonderzoek Roermond 4

1. Inleiding Het financieel verdiepingsonderzoek Voor u ligt het rapport van het financiële verdiepingsonderzoek van de gemeente Roermond. Wij maken als het ware een foto van de financiële positie en financiële functie. Op basis van dit rapport doen Gedeputeerde Staten (GS) van Limburg een uitspraak over de toezichtvorm voor vier jaar. Het financieel verdiepingsonderzoek is een belangrijk onderdeel van de modernisering toezicht, waartoe GS in 2004 hebben besloten. Dit onderzoek gaat verder dan het traditionele begrotingsonderzoek. Het vernieuwende is, dat wij het verdiepingsonderzoek gebruiken om de toezichtvorm voor in principe vier jaar te bepalen. Het rapport geeft aan, wat de belangrijkste aandachtspunten voor de financiële positie en financiële functie zijn. En waar wij de gemeente op monitoren. Daarbij staan vier aandachtsgebieden centraal. Deze vier aandachtsgebieden én de onderwerpen uit de zeven verplichte paragrafen bij de begroting en de jaarstukken zijn de punten die in het financiële verdiepingsonderzoek aan de orde komen. Een nadere toelichting op de door ons gehanteerde werkwijze is opgenomen in paragraaf 5.3. Tot en met 2009 heeft er gelijktijdig met de verdiepingsonderzoeken een bestuurskrachtmeting plaatsgevonden door de Visitatiecommissie Bestuurskracht Gemeenten. Vanaf 2010 heeft er geen bestuurskrachtmeting meer plaatsgevonden bij de verdiepingsonderzoeken waardoor verwijzingen naar de bestuurskrachtmeting ook in dit rapport achterwege zijn gelaten. Uitgangspunt bij onze besluitvorming over de begroting 2014 zijn de kaders en criteria genoemd in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, ons Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Zichtbaar Toezicht en de begrotingsbrief 2014. In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Zichtbaar Toezicht wordt uitgegaan van duurzaam financieel evenwicht. Er is sprake van duurzaam financieel evenwicht als, met inachtneming van het risicoprofiel van de gemeente, aannemelijk is dat in beginsel binnen de termijn van de meerjarenraming een situatie van materieel evenwicht ontstaat voor zowel het bestaande als het nieuwe beleid die zich daarna, blijkens een volgende meerjarenraming, bestendigt. Deze regels worden ook toegepast bij dit financieel verdiepingsonderzoek. Met ingang van de begroting 2015 is het nieuwe Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Kwestie van evenwicht van kracht. Daar is de term duurzaam financieel evenwicht vervallen. Sinds 1995 is het toezichtcriterium sluitende begroting geweest. Tot en met 2014 betekende dat, dat de toezichthouder toetste of de begroting (materieel) in evenwicht was. Vanwege het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht is de Gemeentewet gewijzigd. Het bestaande begrip evenwicht is nader gepreciseerd in die zin dat het een structureel en reëel evenwicht dient te zijn. Met het begrip structureel evenwicht wordt nadrukkelijk bedoeld dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Het reëel evenwicht houdt in dat onderzoek wordt gedaan naar de realiteit van de ramingen. Daarbij dienen de begrotingen / meerjarenramingen uiteraard volledig te zijn. Verdiepingsonderzoek Roermond 5

Het rapport Het rapport heeft steeds dezelfde opbouw. We beginnen met de hoofdlijnen en werken die vervolgens verder uit. De lezer kan op die manier gemakkelijk kiezen of hij volstaat met de hoofdlijnen. Of dat hij ook de nadere detaillering van dit onderwerp wilt lezen. De naam van hoofdstuk 2, Conclusie, aandachtspunten en samenvatting, geeft aan dat hier de kern van het financiële verdiepingsonderzoek is te vinden. Wij adviseren in elk geval hoofdstuk 2 (Conclusie, aandachtspunten en samenvatting) te lezen. Hoofdstuk 3, Aandachtsgebieden, en hoofdstuk 4, Financieel beleid en beheer, bevatten de verslagen van het onderzoek. Ook deze hoofdstukken kennen een opbouw, waarbij eerst de hoofdlijnen worden geschetst, waarna de detaillering volgt. Hoofdstuk 5, Het onderzoek, gaat dieper in op kaders rondom toezicht en het financieel verdiepingsonderzoek. De twee laatste hoofdstukken, Begrippen en Bronnen, geven nadere toelichtingen. Verdiepingsonderzoek Roermond 6

2. Conclusie, aandachtspunten en samenvatting 2.1. Conclusie van het onderzoek Op 11 december 2013 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg besloten om de gemeente Roermond op basis van de begroting 2014 repressief toezicht 1 toe te kennen. Dit betekent dat de Provincie (college van Gedeputeerde Staten) de begroting en begrotingswijzigingen niet hoeft goed te keuren. Op basis van ons onderzoek van de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 concluderen wij dat de gemeente voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van meerjarig repressief toezicht. Dit betekent, dat, zodra Gedeputeerde Staten de onderzoeksconclusie overnemen, de periode vanaf de bekendmaking van het besluit van Gedeputeerde Staten tot en met het begrotingsjaar 2017 toezichtarm zal zijn. Het begrotingsjaar 2014 is wel sluitend evenals het jaar 2016 maar de jaren 2015 en 2017 zijn niet sluitend. Bij de besluitvorming door ons over de toezichtvorm voor de begroting 2014 is er rekening mee gehouden dat er veel vragen zijn over de inhoudelijke en financiële ontwikkelingen in de periode 2014-2017, die niet hun vertaling hebben gekregen in de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017. Eind 2013 heeft een aantal gemeenten aangegeven dat de oude raden geen besluiten zouden nemen om eventuele tekorten in de jaren 2015-2017 met nieuwe ombuigingen af te dekken. De nieuwe raden en colleges zouden deze besluiten moeten nemen. Wij hebben eind 2013 aangegeven dat deze keuze geen gevolgen hoeft te hebben voor het meerjarig repressief toezicht met betrekking tot één of meer jaren in de periode 2015-2017. Voorwaarde is wel dat de gemeente uiterlijk bij vaststelling van de begroting 2015 de tekorten dekt. Roermond heeft bij de vaststelling van het raadsvoorstel Plan van aanpak herstel structureel begrotingsevenwicht 2014-2017 (vaststelling door de raad in februari 2014) geen structurele dekking gezocht voor de jaren 2015-2017. Alle jaren laten nog tekorten zien. De nieuwe raad en college moeten hierover aanvullende besluiten nemen. Toch geven wij de gemeente Roermond op basis van dit financieel verdiepingsonderzoek meerjarig repressief toezicht met een voorwaarde: zorg bij de vaststelling van de begroting 2015 dat er voor de jaren 2015, 2016 en 2017 structureel en reëel begrotingsevenwicht is. 1 De tegenhanger van repressief toezicht, is preventief toezicht. Hierbij dient Gedeputeerde Staten wel goedkeuring te geven aan zowel begroting als begrotingswijzigingen. Verdiepingsonderzoek Roermond 7

2.2. Aandachtspunten Roermond komt in aanmerking voor meerjarig repressief toezicht voor de jaren 2014 tot en met 2017 met één voorwaarde. Deze voorwaarde houdt in dat de gemeente bij de vaststelling van de begroting 2015 zorgt dat er voor de jaren 2015, 2016 en 2017 structureel en reëel begrotingsevenwicht is. Bij de beoordeling van de begroting 2015 toetsen wij of de gemeente aan deze voorwaarde heeft voldaan. De aandachtspunten en aanbevelingen die we hebben, zijn in hoofdstuk 3 en 4 per onderwerp geformuleerd. Wij adviseren de gemeente deze punten op te pakken, omdat het een verdere verbetering van de financiële positie en financiële functie kan betekenen. De uitvoering van deze punten is geen voorwaarde voor het behoud van het meerjarig repressief toezicht. Wij hebben tijdens ons onderzoek wel een aantal risico s geconstateerd. Deze risico s willen wij hier benoemen en er kort op ingaan. Deze zijn ook benoemd in hoofdstuk 3.1 Begroting en meerjarenraming. Kerntakenboek / bezuinigingen / ombuigingstaakstellingen In 2011 heeft Roermond het kerntakenboek vastgesteld. Een van de belangrijkste conclusies uit het kerntakenboek is dat de gemeente zich nadrukkelijker wil en moet gaan opstellen als regisseur binnen de gemeenschap. De gemeente kan en wil niet meer de oplosser zijn van alle problemen. De gemeente zal veel meer een beroep doen op de actieve, participerende en zelfredzame burger. Dit vergt veranderingsvermogen van de organisatie en de bereidheid tot veranderen van de burgers en medewerkers van de gemeente Roermond. Verder zijn in het kerntakenboek ombuigingsmaatregelen opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de Strategische Visie Roermond 2020 en de financiële randvoorwaarden. Het beoogde financiële resultaat van de kerntakendiscussie is het meerjarig sluitend maken van de begroting. Hierbij is het kerntakenboek leidend en leidraad bij de bezuinigingsoperatie vanaf de begroting 2011. De financiële ombuigingen zoals opgenomen in het kerntakenboek zijn allemaal verwerkt in de begroting en meerjarenraming. Dit kan zijn in de vorm van een verlaging van lasten, het budget dan wel in de vorm van een taakstelling. Vanaf 2011 hebben al veel van de voorgenomen ombuigingen nader invulling gekregen. In de begroting 2014 is ruim 8,5 miljoen aan ombuigingen opgenomen. Daarvan moet op dit moment (12 maart 2014) nog een bedrag van 1,6 miljoen door middel van voorstellen worden ingevuld. De gemeente rapporteert vier keer per jaar de voortgang van het kerntakenboek. Roermond heeft bij de vaststelling van de begroting 2011 besloten dat er met betrekking tot de bedrijfsvoering een vermindering van de uitgaven gerealiseerd moet worden van 3,2 miljoen. Deze bezuiniging is door de vertrekregeling voor ouder personeel vanaf 2017 structureel gerealiseerd. Daarnaast heeft de kerntakendiscussie een verdergaande bezuiniging op de bedrijfsvoering met zich meegebracht van 2,7 miljoen. Deze bezuiniging dient gerealiseerd te worden door slimmere inkoop, regionale samenwerking en een heroriëntatie op de inrichting van de organisatie. Verder zal het anders uitvoeren van taken een besparing van 0,5 miljoen op de personele kosten moeten opleveren. Deze bezuiniging is taakstellend ingevuld en daarbij zijn ook de functies aangegeven die deze bezuiniging moeten opleveren. Verdiepingsonderzoek Roermond 8

Wij adviseren de gemeente de huidige en toekomstige bezuinigingen goed te monitoren en als de bezuinigingen niet gerealiseerd kunnen worden met vervangende besluiten te komen. Decentralisatie Op het gebied van de jeugdzorg, de Participatiewet en zorg aan langdurig zieken en ouderen kiest het kabinet voor decentralisatie van deze taken naar de gemeenten. Volgens het rijk zijn gemeenten de bestuurslaag die dit dichtbij de burgers het beste kan organiseren. Op 1 januari 2015 gaan de bovengenoemde decentralisaties in. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren. Daarom kiest het rijk bij de te decentraliseren taken voor samenwerking tussen verschillende gemeenten in de vorm van gemeenschappelijke regelingen. Verder zullen bij deze decentralisaties kortingen plaatsvinden zodat de gemeente de taken met minder middelen moet uitvoeren. Hierdoor zal de gemeente gedwongen worden om het beleid aan te passen ten aanzien van deze gedecentraliseerde taken. Voordat de uitvoering van de decentralisaties van start kan gaan moet er nog veel werk door de gemeenten uitgevoerd worden. Onderhoud kapitaalgoederen Zoals in de paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen, aangegeven wordt, is in de paragraaf onderhoud in de begroting 2014 niet ingegaan op achterstallig onderhoud bij de (verplichte) kapitaalgoederen. Om een goed oordeel te kunnen geven is het van wezenlijk belang dat de gemeente ingaat op achterstallig onderhoud. Is er wel / geen achterstallig onderhoud? Hoe groot is het achterstallig onderhoud en binnen welke termijn is het achterstallig onderhoud weggewerkt? Nu heeft de raad en wij als toezichthouder geen totaalbeeld van de kapitaalgoederen. Wij hebben in de paragraaf 4.3. daarover gerapporteerd en aanbevelingen opgenomen. Die onduidelijkheid levert een risico op. Ambtelijk is aangegeven dat in 2015 nieuwe beheerplannen worden opgesteld. Verbonden partijen De gemeente laat een groot deel van haar taken uitvoeren door samen te werken met andere organisaties: andere medeoverheden, non-profitorganisaties of private partijen. De gemeente verbindt zich bestuurlijk en financieel aan deze organisaties. Het kan hierbij gaan om tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Er kunnen veel voordelen behaald worden door deze samenwerkingsverbanden maar er kunnen ook risico s kleven aan deelnemen. Nu vanuit het rijk de decentralisatietaken overkomen naar de gemeenten is het voor alle gemeenten belangrijk om de risico s in beeld te hebben. Roermond is in de paragraaf 4.6 Verbonden partijen, zowel tekstueel als cijfermatig, niet ingegaan op de risico s die verbonden partijen met zich mee (kunnen) brengen. Wij adviseren de gemeente beter in beeld te brengen welk financieel risico de gemeente loopt bij verbonden partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Wij hebben hierover gerapporteerd in paragraaf 4.6 Verbonden partijen. Verdiepingsonderzoek Roermond 9

2.3. Samenvatting In paragraaf 5.3 Werkwijze zijn de belangrijkste aandachtsgebieden van ons onderzoek benoemd. Wij hebben dit verder geconcretiseerd door aan deze aandachtsgebieden kritische indicatoren te koppelen. Dit heeft geleid tot de volgende scorecard van de gemeente Roermond. Toelichting op deze scorecard Het midden vak is oranje: het zichtbare resultaat van een afweging tussen de vier aandachtsgebieden, waarbij het zwaartepunt op de financiële positie ligt. Met deze kleur, wordt net als bij een stoplicht, een duidelijk signaal afgegeven. Roermond heeft de jaren 2015 en 2017 niet sluitend. Daarom zou de gemeente normaal geen meerjarig repressief toezicht krijgen. Bij de besluitvorming door ons over de toezichtvorm voor de begroting 2014 is rekening gehouden dat er veel vragen zijn over de inhoudelijke en financiële ontwikkelingen in de periode 2014-2017, die niet hun vertaling hebben gekregen in de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017. Eind 2013 had een aantal gemeenten aangegeven dat de oude raden geen besluiten zouden nemen om eventuele tekorten in de jaren 2015-2017 met nieuwe ombuigingen af te dekken. De nieuwe raden en colleges zouden deze besluiten moeten nemen. Wij hebben eind 2013 aangegeven dat deze keuze geen gevolgen hoeft te hebben voor het meerjarig repressief toezicht met betrekking tot één of meer jaren in de periode 2015-2017. Voorwaarde is wel dat de gemeente uiterlijk bij vaststelling van de begroting 2015 de tekorten dekt. Verdiepingsonderzoek Roermond 10

Roermond heeft bij de vaststelling van het raadsvoorstel Plan van aanpak herstel structureel begrotingsevenwicht 2014-2017 (vaststelling door de raad in februari 2014) geen structurele dekking gezocht voor de jaren 2015-2017. Alle jaren laten nog tekorten zien. De nieuwe raad en college moeten hierover aanvullende besluiten nemen. Toch geven wij de gemeente Roermond op basis van dit financieel verdiepingsonderzoek meerjarig repressief toezicht met een voorwaarde. Deze voorwaarde luidt: zorg bij de vaststelling van de begroting 2015 dat de jaren 2015, 2016 en 2017 structureel en reëel begrotingsevenwicht hebben. Voor het begrip (materieel) evenwicht verwijzen we naar hoofdstuk 1. Hier vindt de nadere uitwerking plaats van het begrip structureel en reëel evenwicht. Vanaf de begroting 2015 is het nieuwe Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Kwestie van evenwicht van kracht. De term duurzaam financieel evenwicht komt dan ook te vervallen. Belangrijkste resultaten en aandachtspunten bij de vier aandachtsgebieden Begroting en meerjarenraming Er is sprake van materieel begrotingsevenwicht. Ook het jaar 2016 heeft de gemeente sluitend gepresenteerd maar de jaren 2015 en 2017 zijn niet sluitend. Bij de behandeling van de begroting 2014 is door het college aan de raad toegezegd dat er een plan van aanpak wordt voorgelegd hoe de meerjarenraming (weer) in evenwicht kan worden gebracht. Hiertoe zijn voorstellen gedaan. Ook de consequenties van de september- en decembercirculaire 2013 inclusief het herfstakkoord zijn in deze voorstellen verwerkt. In de vergadering van februari 2014 heeft de raad besluiten genomen om het begrotingsevenwicht weer te herstellen. Dit plan voorziet in vijf onderdelen: stringenter begroten, herijken financiële beleidsuitgangspunten, aanvullende efficiencymaatregelen, beleidsmatige keuzes maken en inkomstenverhogende maatregelen. Het stringenter begroten heeft geleid tot een bezuiniging zonder dat daar een beleidsmatige aanpassing voor nodig was van respectievelijk 992.000, 795.000, 868.000 en 939.000 voor de jaren 2014-2017. De overige onderdelen moeten verder worden uitgewerkt en zullen later aan de raad worden voorgelegd ter besluitvorming. Na de besluitvorming over het stringenter begroten resteren er voor de jaren 2015-2017 nog tekorten van 687.000, 192.000 en 764.000. De begroting van de gemeente kan onder normale omstandigheden tegen een stootje. De gemeente heeft een goed inzicht in de financiële positie. Roermond is een middelgrote gemeente met alle kenmerken van dien: grote ambities met bijbehorende risico s. Maar, naast de bovengenoemde tekorten waar de gemeente nog dekking voor moet zien te vinden loopt de gemeente nog een aantal risico s die de begroting zouden kunnen gaan beïnvloeden. Het gaat hierbij om de uitvoering van het kerntakenboek / bezuinigingen / ombuigingentaakstellingen, het (eventueel) achterstallig onderhoud bij kapitaalgoederen, de risico s bij verbonden partijen en de decentralisaties. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragrafen in hoofdstuk 4 (Financieel beleid en beheer), naar informatie in paragraaf 3.1 Begroting en meerjarenraming en naar paragraaf 3.2 Analyse vermogen. Verdiepingsonderzoek Roermond 11

Ondanks de negatieve teneur zijn wij van mening dat Roermond een goed inzicht heeft en geeft in haar financiële positie en instrumenten tot haar beschikking heeft om de raad op de juiste momenten te laten (bij)sturen. Wij komen tot deze conclusie omdat de gemeente in ruime mate voldoet aan de eisen uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Verder gaan wij er van uit dat Roermond ervoor zorgt dat de begroting 2015 en de jaren 2016 en 2017 van de meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht zijn. Dit is overigens ook de voorwaarde die wij voor behoud van het meerjarig repressief toezicht hebben geformuleerd en tegelijk ons belangrijkste advies aan de gemeente. Vermogen Het beleid van Roermond met betrekking tot reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen. De Gemeentewet, de Financiële verordening van december 2013, maar met name het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten bepalen in sterke mate de grenzen van dit beleid. Roermond heeft in de nota een relatie gelegd met de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen en heeft ook de minimale hoogte van de algemene reserve in de nota reserves en voorzieningen bepaald. De informatievoorziening rondom het vermogen is ruim voldoende. Wij achten de vermogenspositie en de ontwikkeling daarvan op basis van de nu bekende risico s voldoende robuust. Als we naar de standen van de algemene reserves, bestemmingsreserves en voorzieningen kijken zien we dat over de jaren 2014-2017 de bedragen nagenoeg gelijk blijven behalve bij de bestemmingsreserves. Dit heeft te maken met onttrekkingen aan de reserve maatschappelijk nut van 3,6 miljoen, reserve bereikbaarheid NS station Oost 2,0 miljoen, claimreserve GOML 2,1 miljoen, wijkontwikkelingsplan Donderberg 0,6 miljoen, verplaatsing Witte Koeweg 0,6 miljoen, Roerdelta 0,4 miljoen en diverse kleine onttrekkingen ter grootte van 3,1 miljoen. Het inzicht op strategisch niveau kan vergroot worden door in te gaan op de algemene ontwikkeling van de vermogenspositie. Het concreet benoemen van programma s waar reserves en voorzieningen een duidelijke rol spelen of welke ontwikkelingen in de vermogensfeer een rol (kunnen) spelen op het beleid zijn hier voorbeelden van. Wet- en regelgeving De gemeente voldoet in ruime mate aan belangrijke voorschriften zoals termijnen voor de begroting 2014 en jaarrekening 2012. Daarnaast past de gemeente het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in het algemeen goed toe. De informatiewaarde kan op een aantal plaatsen worden vergroot. In hoofdstuk 4 zijn aanbevelingen gedaan voor die onderdelen van de paragrafen waar de verordening 212 en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten niet worden gevolgd. De gemeente geeft in ruime mate invulling aan wet- en regelgeving. De raad heeft genoeg instrumenten om zijn kaderstellende en controlerende taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Verdiepingsonderzoek Roermond 12

Stuurinformatie De stuurinformatie op strategisch niveau, waarover de raad beschikt, is gemiddeld voldoende en op tactisch en operationeel niveau gemiddeld goed. In een aantal gevallen hebben we nog wel opmerkingen. Voor deze opmerkingen verwijzen we naar de paragrafen 3.1 en 3.2 en de zeven paragrafen van hoofdstuk 4. Met de huidige stuurinformatie beschikt Roermond over belangrijke instrumenten om financieel in control te kunnen zijn. Verdiepingsonderzoek Roermond 13

Verdiepingsonderzoek Roermond 14

3. Aandachtsgebieden Zoals wij in de inleiding van deze rapportage al hebben aangegeven, zijn de belangrijkste aandachtsgebieden om te komen tot een meerjarige uitspraak over de vorm van toezicht: - Begroting en meerjarenraming (paragraaf 3.1); - Vermogen (paragraaf 3.2); - Stuurinformatie (paragraaf 3.3); - Wet- en regelgeving (paragraaf 3.4). Leeswijzer tabellen: In hoofdstuk 3 en 4 (met uitzondering van de paragrafen 3.3 en 3.4) vatten we de onderzoeksresultaten ook samen in tabellen aan het begin van de paragraaf. Deze resultaten hebben betrekking op: Financiële aspecten Hierbij ligt met name de nadruk op de kwaliteit van de ramingen van begroting en meerjarenraming. Betekenis symbolen en afkortingen in dit veld (tevens ook in het veld algemeen oordeel): = positief; = neutraal; = negatief. Stuurinformatie Hierbij kijken we naar de kwaliteit van stuurinformatie. Die maken we op strategisch, tactisch en operationeel niveau inzichtelijk. De scores die de gemeente kan behalen zijn: goed, voldoende, onvoldoende en slecht. Algemeen oordeel In dit veld bekijken we de financiële scores en de scores op stuurinformatie integraal. Ontwikkeling Met dit veld geven wij aan, of sprake is van ontwikkelingen die het beeld binnen de meerjarenraming kunnen beïnvloeden. Deze ontwikkelingen moeten wel concreet zijn. Bijvoorbeeld op basis van een besluit door college en/of de raad. Betekenis van de symbolen in dit veld: = ontwikkelingen laten een duidelijke verbetering zien; = er zijn geen ontwikkelingen die het beeld bijstellen; = ontwikkelingen laten duidelijke verslechtering zien. Verdiepingsonderzoek Roermond 15

3.1. Analyse begroting en meerjarenraming Onderzoek Begroting Meerjaren- raming Strategisch Tactisch Operationeel Algemeen oordeel Ontwikkeling Begroting en meerjarenraming Voldoende Goed Goed Conclusie Er is sprake van materieel begrotingsevenwicht. Ook het jaar 2016 heeft de gemeente sluitend gepresenteerd maar de jaren 2015 en 2017 zijn niet sluitend. Bij de behandeling van de begroting 2014 is door het college aan de raad toegezegd dat er een plan van aanpak wordt voorgelegd hoe de meerjarenraming (weer) in evenwicht kan worden gebracht. Hiertoe zijn voorstellen gedaan. In de vergadering van februari 2014 heeft de raad besluiten genomen om het begrotingsevenwicht weer te herstellen. Ook de consequenties van de september- en decembercirculaire 2013 inclusief het herfstakkoord zijn in deze voorstellen verwerkt. Dit plan voorziet in vijf onderdelen: stringenter begroten, herijken financiële beleidsuitgangspunten, aanvullende efficiencymaatregelen, beleidsmatige keuzes maken en inkomstenverhogende maatregelen. Het stringenter begroten heeft geleid tot een bezuiniging zonder dat daar een beleidsmatige aanpassing voor nodig was, van respectievelijk 992.000, 795.000, 868.000 en 939.000 voor de jaren 2014-2017. De overige onderdelen moeten verder worden uitgewerkt en zullen later aan de raad worden voorgelegd ter besluitvorming. Na deze besluitvorming zijn er voor de jaren 2015-2017 nog tekorten van 687.000, 192.000 en 764.000. De begroting van de gemeente kan onder normale omstandigheden tegen een stootje. De gemeente heeft een goed inzicht in de financiële positie. Roermond is een middelgrote gemeente met alle kenmerken van dien: grote ambities met bijbehorende risico s. Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragrafen in hoofdstuk 4 (Financieel beleid en beheer), naar informatie in deze paragraaf en naar paragraaf 3.2 Analyse vermogen. Wij zijn van mening dat Roermond een goed inzicht heeft en geeft in haar financiële positie en voldoende instrumenten tot haar beschikking heeft om de raad op de juiste momenten te laten (bij)sturen. Wij komen tot deze conclusie omdat de gemeente in ruime mate voldoet aan de eisen uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Verder is de informatie duidelijk, inzichtelijk en transparant. Op basis van onze analyse de volgende aanbevelingen herstel zo spoedig mogelijk het evenwicht in de meerjarenraming; complementeer de paragrafen conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (zie hiervoor de aanbevelingen in hoofdstuk 4). Verdiepingsonderzoek Roermond 16

Waarom onderzoek naar de begroting en meerjarenraming? Wij onderzoeken de gemeentelijke financiële positie, omdat dit essentieel is voor een meerjarige uitspraak over de toezichtvorm. In de Gemeentewet (art. 203) en Gemeenschappelijk Toezichtkader (GTK) staan een aantal toetsingskaders die van belang zijn om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. Kwaliteit van de ramingen, zowel in de begroting als meerjarenraming, is belangrijk in onze beoordeling. Speciale aandacht hebben wij daarbij ook voor ontwikkelingen en risico s die de financiële positie sterk kunnen beïnvloeden, zoals grondexploitaties en risico s van verbonden partijen. Daarom beoordelen wij de budgettaire positie van de gemeente, oftewel het evenwicht tussen de jaarlijkse uitgaven en inkomsten, inclusief meerjarenraming. Hoofdzaak is, dat de begroting reëel sluitend moet zijn. Is dit niet het geval dan moet er een reëel perspectief op evenwicht zijn. Daarnaast kijken wij naar behaalde resultaten, zoals deze zijn vastgesteld in de jaarrekeningen. Wanneer er sprake is van structurele jaarrekeningtekorten, kan dat een reden zijn om de gemeente onder preventief toezicht te stellen. Onderzoek en bevindingen Het financieel verdiepingsonderzoek 2014 vindt op een bijzonder moment plaats. Gedurende het onderzoek, op 19 maart 2014, hebben de inwoners een nieuwe raad gekozen. Op basis van de verkiezingsuitslag is een nieuwe coalitie gevormd en zijn er afspraken gemaakt tussen de coalitiepartijen over het beleid en de prioriteiten voor de komende vier jaren. Met ons onderzoek willen we nagaan of het mogelijk is Gedeputeerde Staten een uitspraak te laten doen over de toezichtvorm voor de jaren 2014-2017. Daarvoor gebruiken we de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 die in november 2013 in de raad zijn behandeld. In die stukken staat echter niets over de nieuwe afspraken uit het coalitieakkoord. Tegelijkertijd is de gemeente al dik een jaar hard aan het werk om vanaf 1 januari 2015 drie nieuwe, omvangrijke taken uit te kunnen gaan voeren. Met deze drie decentralisaties nemen de risico s voor de gemeente sterk toe. Dat komt doordat: er veel nieuwe verantwoordelijkheden bij de gemeente terechtkomen; veel van deze taken in samenwerking met bekende, maar soms ook nog relatief onbekende partners moeten worden uitgevoerd; de gemeente de eerste jaren nog weinig ervaring met deze taken heeft, terwijl de aard van de taken en degenen die er gebruik van maken, weinig ruimte laat voor een aanpak van vallen en opstaan; er vanaf dag één fors bezuinigd moet worden op de taken; er veel vragen en onzekerheden blijven bestaan over de taken, de randvoorwaarden en de financiën. Kortom, er zijn veel vragen over de inhoudelijke en financiële ontwikkelingen in de periode 2014-2017 die nog niet hun vertaling hebben gekregen in de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017. Bij de voorbereiding van de besluitvorming door Gedeputeerde Staten over de toezichtvorm voor de begroting 2014 is al met deze ontwikkelingen rekening gehouden. Eind 2013 had een aantal gemeenten aangegeven dat de toenmalige raad geen besluiten meer zou nemen om eventuele tekorten in de jaren 2015-2017 met nieuwe ombuigingen af te dekken. De nieuwe raad en het nieuwe college zouden deze besluiten moeten nemen. De Provincie heeft toen aangegeven dat een dergelijke keuze geen gevolgen hoeft te hebben voor uitspraken van Gedeputeerde Staten over meerjarig repressief toezicht met Verdiepingsonderzoek Roermond 17

betrekking tot één of meer jaren in de periode 2015-2017. Voorwaarde is wel dat de gemeente uiterlijk bij vaststelling van de begroting 2015 de tekorten dekt. Dat betekent dat we bij het verdiepingsonderzoek 2014 de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 op de normale manier onderzoeken. We kijken of er sinds de vaststelling van de begroting 2014 relevante ontwikkelingen zijn opgetreden die we in ons onderzoek moeten meenemen. Als er dergelijke ontwikkelingen zijn, vermelden we dat expliciet en we nemen die dan mee in ons oordeel. Aan het einde van het verdiepingsonderzoek bekijken we of een uitspraak over meerjarig repressief toezicht mogelijk is. Als dat zonder meer mogelijk is - in onze terminologie heeft de gemeente groen licht - stellen we Gedeputeerde Staten voor meerjarig repressief toezicht te verlenen. In de jaren van dit toezicht volgen we de gemeente op afstand en zal er alleen worden ingegrepen als de gemeente toch financieel ernstig uit balans raakt. Als er na het verdiepingsonderzoek 2014 onzekerheden, twijfels of risico s zijn, stellen we Gedeputeerde Staten voor de gemeente voor meerjarig repressief toezicht in aanmerking te laten komen, maar daar wel (een) voorwaarde(n) aan te verbinden. In onze termen krijgt de gemeente oranje licht. Als de gemeente tijdig aan de voorwaarde(n) voldoet, behoudt ze haar meerjarig repressief toezicht. Tot zover wijkt de aanpak niet af van de aanpak in andere jaren. Die wordt wel anders als we bij het verdiepingsonderzoek 2014 vaststellen dat er in de periode 2014-2017 één of meer jaren met relevante tekorten zijn of als we concluderen dat er zeer aanzienlijke onzekerheden en risico s zijn. Normaal gesproken stellen we Gedeputeerde Staten dan voor de gemeente geen meerjarig repressief toezicht te geven. De gemeente heeft rood licht. Bij het verdiepingsonderzoek 2014 gebeurt dat niet. Het voorstel aan Gedeputeerde Staten zal zijn om ook in deze gevallen de gemeente meerjarig repressief toezicht te geven met (een) voorwaarde(n). De gemeente heeft dus oranje licht. De voorwaarde(n) houd(t)(en) in ieder geval in dat de gemeente bij vaststelling van de begroting 2015 de tekorten in de periode 2015-2017 dekt of de gesignaleerde zeer aanzienlijke onzekerheden en risico s heeft weggenomen. De gemeente heeft in de begroting 2014 aangegeven dat de opeenvolgende crises niet onopgemerkt aan Roermond voorbij zijn gegaan. De economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren en het rijksbeleid maken het voor gemeenten niet makkelijker. De rijksbezuinigingen en de hierboven genoemde overheveling van rijkstaken hebben grote invloed op de middelen van de gemeenten en dus ook van Roermond. Desondanks heeft Roermond kans gezien om middelen vrij te maken voor investeringen in het economisch alsook in het sociale domein. Het financiële beeld sinds 2010 Het gaat in deze paragraaf vooral om de financiële cijfers en uitkomsten. En om de betrouwbaarheid en de volledigheid van de cijfers. Daarom kijken we nu nog wat uitgebreider naar de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 en naar de afgelopen vier jaren, 2010-2013. 2010 De gemeenten zaten met het maken van de begroting 2010 en de meerjarenraming 2011-2013 in een bijzondere situatie. De meicirculaire 2009 had ten opzichte van de septembercirculaire 2008 voor veel gemeenten een negatieve impact op de begroting 2010 en dat had een structureel negatief begrotingssaldo tot gevolg. Dit had ook gevolgen voor het komen tot een meerjarig sluitende begroting. Bij de gemeente Roermond speelde bovengenoemde onderdelen bij het maken van de begroting 2010 Verdiepingsonderzoek Roermond 18

ook. De meicirculaire 2009 had een negatief effect op de saldi voor het begrotingsjaar 2010 en meerjarenraming 2011-2013. Voor Roermond betekende dit een oplopend tekort van 0,00 in 2010 tot 6,1 miljoen in 2013. Roermond heeft de begroting 2010 materieel sluitend gepresenteerd en voor de overige jaren heeft de gemeente Roermond bij de voorbereiding van de meerjarenraming 2011-2013 geen inspanning gedaan om de tekorten weg te werken. Dat had ook te maken met het feit dat de periode tussen het verschijnen van de meicirculaire 2009 en de aanbieding van de kadernota 2010 aan de raad (minder dan één week) te kort was om maatregelen te kunnen voorstellen voor dergelijke tekorten. De gemeente Roermond heeft in de begroting 2010 aangegeven, toen de vooruitzichten voor het Gemeentefonds niet rooskleurig waren, terughoudend om te gaan met nieuw beleid. Een andere reden om geen actie uit te zetten om de tekorten weg te werken was dat in 2010 een nieuwe gemeenteraad aantrad. In de bestuursrapportage 2010 wordt een positief saldo over 2010 verwacht van 681.000. De jaarrekening 2010 sluit met een positief saldo van 2,6 miljoen. In april 2010 heeft de raad bij de behandeling van het coalitieakkoord een motie aangenomen om een kerntakendiscussie te voeren met het college. Ten behoeve van de uitvoering van de motie is er een startnotitie kerntakendiscussie opgesteld. In juli 2010 heeft de raad ingestemd met de voorgestelde aanpak. De kerntakendiscussie is gestart in september 2010 en in juni 2011 heeft de raad het kerntakenboek vastgesteld als richtinggevend kader. 2011 De opzet van de begroting 2011 is gewijzigd ten opzichte van de jaren daarvoor. De begroting 2011 bestaat uit zeven programma s ten opzichte van 23 programma s in 2010. Met de gewijzigde opzet wordt aangesloten bij de Strategische Visie Roermond 2010 en het coalitieakkoord Slagvaardig en Spaarzaam. Het meerjarig begrotingssaldo 2011-2014 is met uitzondering van het begrotingsjaar 2011 niet sluitend. De jaren 2012-2014 toonden tekorten van respectievelijk 3,0 miljoen, 5,6 miljoen en 6,1 miljoen. In de saldi was nog geen rekening gehouden met de door het rijk aangekondigde bezuinigingen. Roermond ging uit van een korting van ca. 6,0 miljoen op het gemeentefonds. Bij de bestuursrapportage 2011 werd uitgegaan van een verwacht voordelig resultaat over heel 2011 van 1,1 miljoen. Het verwacht positief resultaat was voornamelijk incidenteel. Als er alleen gekeken was naar de structurele posten was de prognose over heel 2011 340.000 nadelig. In de jaarrekening 2011 bedraagt het resultaat 6,8 miljoen positief. Het positieve jaarrekeningsaldo 2011 bestaat met name uit incidentele mee- en tegenvallers en heeft dus geen structureel karakter. Het eigen vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) bedraagt 73,5 miljoen (inclusief het positieve jaarrekeningresultaat ad 6,8 miljoen). Ten opzichte van de jaarrekening 2010 is dit een daling van 5,3 miljoen. De algemene reserve bedraagt 21,1 miljoen, dit is een stijging van 5,4 miljoen ten opzichte van de jaarrekening 2010. 2012 De raad heeft in juni 2011 de financiële kaders begroting 2012 vastgesteld. Verder heeft de raad in juni 2011 het kerntakenboek als richtinggevend kader vastgesteld. Beide documenten vormen de basis voor de begroting 2012 en de meerjarenraming 2013-2015. Het begrotingsjaar 2012 wordt incidenteel afgedekt met 673.000 omdat een afbouw van subsidies, waarvoor volgens de Algemene wet bestuursrecht termijnen gelden, niet in 2012 ingeboekt kan worden. 2013 laat een tekort zien van 1,0 miljoen en de jaren 2014 en 2015 laten positieve saldi zien van 0,9 en 0,8 miljoen. Verdiepingsonderzoek Roermond 19

In de eerste bestuursrapportage 2012 is het verwacht geprognosticeerde saldo voor 2012 231.000 positief. Bij de tweede bestuursrapportage 2012 wordt er over 2012 een nadelig saldo verwacht van 5.000. Dit is inclusief de nadelige bijstelling van het gemeentefonds in 2012 vanuit de junicirculaire. De jaarverantwoording 2012 sluit met een positief saldo van 1,6 miljoen. Het positief saldo bestaat met name uit incidentele mee- en tegenvallers en heeft dus geen structureel karakter. Het eigen vermogen bedraagt 67,7 miljoen en dit is een daling ten opzichte van 2011 van 5,8 miljoen. De algemene reserve bedraagt 17,2 miljoen. 2013 De kadernota 2013 is door de raad in juni 2012 vastgesteld. In het begrotingssaldo 2013-2016 zijn alleen autonome ontwikkelingen en vervangingsinvesteringen opgenomen. Het begrotingsjaar laat een tekort zien van 2,3 miljoen. De jaren 2014-2016 laten overschotten zien van respectievelijk 0,2, 0,7 en 1,2 miljoen. In de kadernota wordt verder aangegeven dat de ruimte voor het initiëren van nieuw beleid de komende jaren, zeker in structurele zin, marginaal tot niet aanwezig zal zijn. Met de begroting 2013 volgt de gemeente de koers die is ingezet met het coalitieakkoord 2010-2014 Slagvaardig en Spaarzaam. En er wordt uitvoering gegeven aan de besluiten die voortvloeien uit de kerntakendiscussie. Het begrotingsjaar 2013 sluit met een negatief saldo van 3,1 miljoen. De jaren 2014 en 2015 uit de meerjarenraming is sprake van een begrotingsevenwicht en het laatste jaar van de meerjarenraming (2016) sluit met een positief saldo van 1,8 miljoen. Het tekort 2013 komt ten laste van de algemene reserve. Bij de eerste bestuursrapportage 2013 wordt een nadelig resultaat over 2013 verwacht van 2,6 miljoen. Dit is 0,6 miljoen minder nadelig dan bij het opstellen van de begroting 2013. De prognose voor het hele jaar 2013 levert bij de tweede bestuursrapportage 2013 een nadelig resultaat op van 3,1 miljoen. Dit is 0,5 miljoen nadeliger dan bij het opstellen van de eerste bestuursrapportage. Dit nadeel is het gevolg van de meicirculaire 2013. Op ambtelijk niveau is aangegeven dat het jaarrekeningsaldo 2013 0,6 miljoen positief bedraagt. Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 De begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 vormen de basis voor ons verdiepingsonderzoek 2014. We staan daarom veel uitgebreider stil bij dit document en wat daaraan vooraf ging, de kadernota 2014. Kadernota 2014 De gemeente geeft in de kadernota aan dat er grote onzekerheden zijn over de financiële gevolgen van het regeerakkoord en van de implicaties van de decentralisaties binnen het sociale domein. Mede door de rijksbezuinigingen heeft dit grote invloed op de financiële positie van gemeenten. In de kadernota wordt verder aangegeven dat de focus blijft op de realisatie van de taakstellingen uit het kerntakenboek. Daarnaast wordt benadrukt dat een blijvende evenwichtige maatschappelijke ontwikkeling nadrukkelijk vraagt om het plaatsen van sociale accenten. Uitgangspunten voor de begroting 2014 zijn: financieel degelijk, onder meer door verdere uitvoering van het kerntakenboek en het vormen van een reserve van algemene aard; economisch stimulerend, onder meer door het vrijmaken van middelen die ingezet kunnen worden om initiatieven te faciliteren, modernisering te stimuleren, startende / kleinschalige / innovatieve bedrijven te ondersteunen en een extra impuls te geven aan citybranding; Verdiepingsonderzoek Roermond 20

sociaal verbindend, onder meer door het vrijmaken van middelen die enerzijds ingezet kunnen worden om een meer gelijkmatige overgang te creëren naar de door hogere overheden afgedwongen verschraling van sociale voorzieningen en anderzijds een vangnet te kunnen blijven vormen voor acute en / of schrijnende armoede; financieel evenwicht, door het inbouwen van een mechanisme dat er op toeziet dat bij economisch herstel de financiële buffers naar een hoger niveau worden (terug)gebracht. Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 Zoals al eerder aangegeven is de crisis niet aan Roermond voorbij gegaan. De economische ontwikkelingen en het rijksbeleid maken het voor gemeenten niet makkelijker. De rijksbezuinigingen en de overheveling van de decentralisaties hebben grote invloed op de middelen van de gemeente. Toch investeert Roermond in economie en het sociale domein voor in totaal 9,0 miljoen. Hiervoor zijn middelen vrijgemaakt. Daarnaast heeft de gemeente haar algemene reserve versterkt met 2,5 miljoen om mogelijke tegenvallers beter op te kunnen vangen. Deze middelen zijn gevonden door herbestemming van de bestemmingsreserves en vanuit de oorspronkelijk gereserveerde investeringsruimte voor de Stationsomgeving. Tabel 3.1.1 Gezuiverde saldi begroting en meerjarenraming 2014-2017 (bedragen * 1) Saldo B2014 B2015 B2016 B2017 Gemeente (formeel saldo) Structureel gezuiverd saldo inclusief nieuw beleid en dekkingsplan Structureel gezuiverd saldo exclusief nieuw beleid en dekkingsplan in de meerjarenraming 647.000-559.000 454.000-813.000 971.000-384.000 407.000-443.000 n.v.t. -384.000 407.000-443.000 Uit de tabel blijkt, dat er voor het begrotingsjaar 2014 en 2016 een materieel evenwicht is. Voor de jaren 2015 en 2017 zijn er tekorten. De in regel 2 en 3 aangebrachte correcties hebben alleen betrekking op de incidentele lasten en baten. Het materieel en reëel gezuiverde saldo wijkt niet fundamenteel af van het saldo van de gemeente. Op basis hiervan hebben Gedeputeerde Staten in december 2013 besloten de begroting 2014 van Roermond voor repressief toezicht in aanmerking te laten komen. Hieronder kijken we nog naar een aantal onderwerpen die de begroting zouden kunnen gaan beïnvloeden. Kerntakenboek / bezuinigingen / ombuigingstaakstellingen In 2011 heeft Roermond het kerntakenboek vastgesteld. Een van de belangrijkste conclusies uit het kerntakenboek is dat de gemeente zich nadrukkelijker wil en moet gaan opstellen als regisseur binnen de gemeenschap. De gemeente kan en wil niet meer de oplosser zijn van alle problemen. De gemeente zal veel meer een beroep doen op de actieve, participerende en zelfredzame burger. Dit vergt veranderingsvermogen van de organisatie en de bereidheid tot veranderen van de burgers en medewerkers van de gemeente Roermond. Verder zijn in het kerntakenboek ombuigingsmaatregelen opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de Strategische Visie Roermond 2020 en de financiële randvoorwaarden. Het beoogde financiële resultaat van de kerntakendiscussie is het meerjarig sluitend Verdiepingsonderzoek Roermond 21

maken van de begroting. Hierbij is het kerntakenboek leidend en leidraad bij de bezuinigingsoperatie vanaf de begroting 2011. De financiële ombuigingen zoals opgenomen in het kerntakenboek zijn allemaal verwerkt in de begroting en meerjarenraming. Dit kan zijn in de vorm van een verlaging van lasten, het budget dan wel in de vorm van een taakstelling. Vanaf 2011 hebben al veel van de voorgenomen ombuigingen nader invulling gekregen. In de begroting 2014 is ruim 8,5 miljoen aan ombuigingen opgenomen. Daarvan moet op dit moment (12 maart 2014) nog een bedrag van 1,6 miljoen door middel van voorstellen worden ingevuld. De gemeente rapporteert vier keer per jaar de voortgang van het kerntakenboek. Roermond heeft bij de vaststelling van de begroting 2011 besloten dat er met betrekking tot de bedrijfsvoering een vermindering van de uitgaven gerealiseerd moet worden van 3,2 miljoen. Deze bezuiniging is door de vertrekregeling voor ouder personeel vanaf 2017 structureel gerealiseerd. Daarnaast heeft de kerntakendiscussie een verdergaande bezuiniging op de bedrijfsvoering met zich meegebracht van 2,7 miljoen. Deze bezuiniging dient gerealiseerd te worden door slimmere inkoop, regionale samenwerking en een heroriëntatie op de inrichting van de organisatie. Verder zal het anders uitvoeren van taken een besparing van 0,5 miljoen op de personele kosten moeten opleveren. Deze bezuiniging is taakstellend ingevuld en daarbij zijn ook de functies aangegeven die deze bezuiniging moeten opleveren. Wij adviseren de gemeente de huidige en toekomstige bezuinigingen goed te monitoren en als de bezuinigingen niet gerealiseerd kunnen worden met vervangende besluiten te komen. Decentralisatie Op het gebied van de jeugdzorg, de Participatiewet en zorg aan langdurig zieken en ouderen kiest het kabinet voor decentralisatie van deze taken naar de gemeenten. Volgens het rijk zijn gemeenten de bestuurslaag die dit dichtbij de burgers het beste kan organiseren. Op 1 januari 2015 gaan de bovengenoemde decentralisaties in. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren. Daarom kiest het rijk bij de te decentraliseren taken voor samenwerking tussen verschillende gemeenten in de vorm van gemeenschappelijke regelingen. Verder zullen bij deze decentralisaties kortingen plaatsvinden zodat de gemeente de taken met minder middelen moet uitvoeren. Hierdoor zal de gemeente gedwongen worden om het beleid aan te passen ten aanzien van deze gedecentraliseerde taken. Voordat de uitvoering van de decentralisaties van start kan gaan moet er nog veel werk door de gemeenten uitgevoerd worden. Onderhoud kapitaalgoederen Zoals in de paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen, aangegeven wordt, is in de paragraaf onderhoud in de begroting 2014 niet ingegaan op achterstallig onderhoud bij de (verplichte) kapitaalgoederen. Om een goed oordeel te kunnen geven is het van wezenlijk belang dat de gemeente ingaat op achterstallig onderhoud. Is er wel / geen achterstallig onderhoud? Hoe groot is het achterstallig onderhoud en binnen welke termijn is het achterstallig onderhoud weggewerkt? Nu heeft de raad en wij als toezichthouder geen totaalbeeld van de kapitaalgoederen. Die onduidelijkheid levert een risico op. Ambtelijk is aangegeven dat in 2015 nieuwe beheerplannen worden opgesteld. Wij hebben in de paragraaf 4.3. daarover gerapporteerd en aanbevelingen opgenomen. Verdiepingsonderzoek Roermond 22

Verbonden partijen De gemeente laat een groot deel van haar taken uitvoeren door samen te werken met andere organisaties: andere medeoverheden, non-profitorganisaties of private partijen. De gemeente verbindt zich bestuurlijk en financieel aan deze organisaties. Het kan hierbij gaan om tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Er kunnen veel voordelen behaald worden door deze samenwerkingsverbanden maar er kunnen ook risico s kleven aan deelnemen. Nu vanuit het rijk de decentralisatietaken overkomen naar de gemeenten is het voor alle gemeenten belangrijk om de risico s in beeld te hebben. Roermond is in de paragraaf 4.6 Verbonden partijen, zowel tekstueel als cijfermatig, niet ingegaan op de risico s die verbonden partijen met zich mee (kunnen) brengen. Wij adviseren de gemeente beter in beeld te brengen welk financieel risico de gemeente loopt bij verbonden partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Wij hebben hierover gerapporteerd in paragraaf 4.6 Verbonden partijen. Overige aspecten Naast bovengenoemde punten kijken wij ook of er andere beleids- en beheersaspecten zijn die de begroting en meerjarenraming positief of negatief kunnen beïnvloeden. In de zeven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten opgenomen paragrafen die we in hoofdstuk 4 bespreken, komen onderwerpen aan de orde die ook een financieel effect hebben voor de begroting en meerjarenraming. In tabel 3.1.2 hebben we die bevindingen samengevat. Tabel 3.1.2 Financiële effecten uit de paragrafen Paragraaf Begroting Meerjarenraming Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud van kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Betekenis symbolen en afkortingen: = positief, = neutraal; = negatief. Uit de tabel blijkt dat er in de paragrafen geen opvallende bijzonderheden zijn die het beeld van de financiële positie sterk kunnen beïnvloeden. Indien er sprake was van een probleem of risico dat financieel niet goed is opgenomen in de begroting en / of meerjarenraming, was dit aangegeven met een somber kijkend gezichtje. Er wordt neutraal en positief gescoord. In de meerjarenraming wordt over het algemeen neutraal gescoord. Dit komt omdat de gemeente bij die onderdelen geen meerjarige cijfers heeft opgenomen. Indicatoren voor evenwicht Al eerder hebben wij het structurele evenwicht als een belangrijke factor in onze analyses genoemd. Wij gaan hier nog verder op in. Ons toezicht kent een drietal belangrijke indicatoren voor evenwicht: - Materieel begrotingsevenwicht; Verdiepingsonderzoek Roermond 23