mui i li i ii inn in mi

Vergelijkbare documenten
Ons kenmerk

Beantwoording schriftelijke vragen D66 art. 39 RvO over vervanging bij ziekte Wmo

Hoe staan we ervoor? Transformatie in wording. Inge Bakker Kennispunt Twente

Datum: 13 januari 2015 Kenmerk: /AW/HKT Onderwerp: Reactie op de evaluatie wijkzorg 2014

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein uw kenmerk zaaknummer datum uw brief van blad 1 van 5 behandeld door P. Budding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

b) En wordt dit inclusieve beleid nog ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voordat de inkoopprocedure van start gaat? Zo ja, wanneer?

Advies aan de gemeenteraad

Raadscommissievoorstel

mandaat paraaf paraafj Leidinggevende

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 juni 2014

i(11).. Gemeente ~"t'" Emmen

Burgemeester en wethouders

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Onderwerpen. Wat is kantelen? Waarom kantelen? Kantelen doen we samen Stip aan de horizon

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Keijzer (CDA) over het bericht Blinde paniek door zorgbrief (2014Z08196).

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

De brief aan de de fractie PvdA over Kinderen zijn de toekomst vast te stellen.

Betreft: RIB Albrandswaard. Geachte raadsleden,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

Transformatie Jeugdzorg

Voorlopig advies van Wmo Adviesraad inzake Beleidsplan Wmo

Informatiebijeenkomst Gemeenteraad Utrecht. Buurtteams jeugd en gezin d.d. 22 april 2014 rob c.p. hartings, bestuurder Youké,

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Onderwerp: Beantwoording raadsvragen ex. artikel 38 vragen VVD inzake Kenter en de continuïteit van de jeugdhulp in Haarlem

AH Z Raadpleegbaar via

Artikel 34 vragen van de Partij 50PLUS ten aanzien van de Wmo en de indicatiestellingen met huisbezoek

RAADSINFORMATIEBRIEF VERZONDEN 2 4 DEC 2QU. Onderwerp uitvoeringsbesluit en beleidsregels wmo 2015

betreft: schriftelijke vragen artikel 39 Dreiging faillissement in de Thuiszorg

In deze brief geven wij een antwoord op uw vragen met betrekking tot de ontslagen bij Zorggroep Zuid Gelderland.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beantwoording vragen kamerronde beleidskader Wmo & Jeugd 2015

* *

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

NOTA VOOR DE RAAD. Datum: 20 november 2015

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Raadsvoorstel agendapunt

JAARVERSLAG ozjt/samen 14 TwenTse samenwerking op het gebied van zorg en jeugdhulp. Bijeenkomsten & mijlpalen in 2015

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Verslag bijeenkomst communicatie beweging sociaal domein Amersfoort Donderdag 16 oktober 2014

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De wijkteambenadering. bekeken. Het effect van de inzet van wijkteams op Wmozorggebruik. Remco van Eijkel Sander Gerritsen Wouter Vermeulen

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

: Vaststellen conceptbeleidskader Wet maatschappelijke ondersteuning.

nieuwsbrief samen vormgeven aan begeleiding juli 2014 samen vormgeven aan begeleiding

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/51

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de aanhoudende ellende met de keukentafelgesprekken (2016Z00849).

Bijeenkomst Wmo adviesraden. Welkom. 4 november 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272).

Geachte mevrouw Veldhuijzen van Zanten - Hyllner,

Ketenzorg Dementie Midden-Brabant. Samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars 6 februari 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Raadsnotitie. 1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr. 11a

Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân t.a.v. Het algemeen bestuur Postbus AA Franeker

DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR 22 januari B.J. van Oosten - Bronsgeest

ons kenmerk BB/U Lbr. 13/109

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG): ondertekening samenwerkingsovereenkomst en voortgang

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

iiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO Zienswijze project A27 Houten Hooipolder

DOEN WE HET IN ARNHEM

Geachte heer, mevrouw,

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP Gemeente Wormerland

Verslag. Sub Regionale Samenwerkingsoverleg Zuid West Hervorming Langdurige Zorg Drenthe

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Betreft: advies verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Lingewaal 2015

Haarlem. Gemeente Haarlem. Raadsfractie (SP) T.a.v. de heer F. Garretsen

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Project in het kader van de voorbereiding op de transformatie jeugdzorg

Beantwoording artikel 39 vragen VVD Toename inzet crisisopvang Gelderse jongeren. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

JAARPLAN 2015 WMO ADVIESRAAD BOXTEL

CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen,

Aan de raad van de gemeente Emmen Inkomen. fax

Plan van aanpak om te komen tot een regionaal specialistisch team in de Regio Lekstroom

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Presentatie De nieuwe WMO. Raimond de Prez Wethouder Zorg en Wijken

Transcriptie:

W W w gemeente QoSterllOUt mui i li i ii inn in mi Fractie Groen Links t.a.v. de heer W.J.W.A. van der Zanden Hoogstraat 6 4901 PK OOSTERHOUT NB Datum 15 oktober 2014 Uw kenmerk Ons kenmerk 10.1446867 In behandeling bij a.burger@oosterhout.nl Onderwerp Beantwoording vragen ex art. 41 RvO (werkwijze sociale wijkteams) Geachte heer Van der Zanden, Op 15 september jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de werkwijze van de sociale wijkteams. Wij beantwoorden uw vragen als volgt. Vraag 1. Hoeveel procent van de Oosterhoutse instellen van de sociale wijkteams? bevolking wordt naar verwacht bereikt door het Antwoord 1. Op deze vraag kunnen wij op dit moment geen concreet antwoord geven, niet in de laatste plaats omdat het hier gaat om een geheel nieuwe wijze van ondersteuning. Wij zullen de ontwikkelingen van de sociale wijkteams scherp monitoren, zodat wij kunnen interveniëren als de situatie hierom vraagt. Uitgangspunt van ons beleid is dat mensen met een zorgvraag ondersteuning krijgen in het vinden van een passende oplossing. Instanties als huisartsen, consultatiebureaus en wijkverpleegkundigen blijven daarin een belangrijke rol houden. Aanvullend hierop hebben wij sociale wijkteams in het leven geroepen; zij dragen zorg voor vraagverheldering en toeleiding naar professionele/specialistische voorzieningen. Dat betekent dat de wijkteams gericht zijn op alle Oosterhouters die een zorgvraag hebben en daarvoor op eigen kracht (met hun netwerk) en met behulp van algemene voorzieningen geen passende oplossing kunnen vinden. Vraag 2. Hoe wordt invulling gegeven aan burgerparticipatie bij de instelling en ontwikkeling van de teams? Antwoord 2. Deze wordt in eerste instantie vormgegeven via de adviesrol van het Wmo-platform. Daarnaast is ook de cliëntenraad sociale zekerheid betrokken. Het Wmo-platform wordt door de stichting die de wijkteams gaat aansturen, geïnformeerd en betrokken. Daarnaast organiseert deze stichting netwerkbijeenkomsten waarop professionals en niet-professionals elkaar kunnen ontmoeten. Deze bijeenkomsten hebben tot doel de netwerkorganisatie te verstevigen. Ook bij het postadres Postbus 10150,4900 GB Oosterhout telefoon U0162 e-mail stadhuis@oosterhout.nl bezoekadres Slotjesveld 1 Oosterhout fax (0162)42 3174 internet www.oosterhout.nl

verder ontwikkelen van de zorgstructuur in onze gemeente zullen burgers en cliënten worden betrokken. Vraag 3. Is een evaluatie gemaakt van de vorige sociale wijkteams? Zo ja, is deze evaluatie beschikbaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3. De sociale wijkteams zijn na de start op basis van ervaringen in de praktijk bijgesteld en doorontwikkeld. Er is geen formele evaluatie op papier beschikbaar. In 2013 zijn de sociale wijkteams aangemeld als experiment in het project "Regelarme invoering transitie Awbz-Wmo" van de Regio West-Brabant en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een kwalitatieve monitor van alle experimenten in West-Brabant maakt onderdeel uit van het programma. Op korte termijn verwachten wij de resultaten van de derde monitor. Ook hebben wij recent de resultaten ontvangen van onderzoek dat MEE Plusgroep heeft uitgevoerd naar de rol van de sociale wijkteams bij vraagverheldering en toeleiding tot voorzieningen. Deze resultaten zullen wij meenemen bij de verdere vormgeving van de sociale wijkteams vanaf 1 januari 2015. Vraag 4. Is er, zoals verteld op 28 juni, sprake van een stichtingsstructuur? Antwoord 4. Ja, er is sprake van een stichtingsstructuur. Vraag 5. Hoe is het bestuur samengesteld? Antwoord 5. Het bestuur is samengesteld uit een vertegenwoordiging van GGD West-Brabant, MEE Plusgroep en Surplus Welzijn. Vraag 6. Welke resultaten/afspraken zijn er gemaakt met het bestuur? Antwoord 6. Hierover worden momenteel in samenspraak met het stichtingsbestuur afspraken gemaakt. Dit geldt ook voor de wijze van monitoring en verantwoording. Vraag 7. Hoe gaat het bestuur van deze stichting verantwoording afleggen? Antwoord 7. Het bestuur gaat in ieder geval verantwoording afleggen via monitoring- en verantwoordingsrapportages. Daarnaast zullen er frequent gesprekken plaatsvinden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau, over de ervaringen in de praktijk. Indien nodig, kan zo tijdig bijsturing plaatsvinden. Vraag 8. Hoe kan het dat er sociale wijkteams opgericht worden met belanghebbende partijen erin? Horen zij niet onafhankelijk te zijn?

Antwoord 8. De partijen die zitting hebben in het stichtingsbestuur, bieden in Oosterhout collectieve voorzieningen aan. Ze leveren geen (specialistische) individuele of maatwerkvoorzieningen op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Zij kunnen voor deze individuele of maatwerkvoorzieningen dus niet naar zichzelf doorverwijzen. De onafhankelijkheid is zo geborgd. Daarnaast zullen wij als gemeente zicht hebben en houden op het "doorverwijsgedrag" van de sociale wijkteams. Mocht hiertoe aanleiding bestaan, dan zullen wij sociale wijkteams hierop aanspreken. Vraag 9. Als er belanghebbende partijen zijn bij de sociale wijkteams, kan het nooit zo zijn dat door de cliënt bepaald wordt waar ze geholpen worden. Hoe staat dit in verhouding tot de keuzevrijheid van de cliënt? Antwoord 9. Zoals in het antwoord op vraag 8. al aangegeven, verlenen de partijen die betrokken zijn bij de stichting, zelf geen individuele of maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Als het wijkteam een besluit neemt over de inzet van zo'n voorziening, kan een keuze worden gemaakt uit de zorgaanbieders waarmee de gemeente een contractrelatie heeft. Vraag 10. Hoe kunnen deze partijen garanderen dat mensen zo lang mogelijk door het eigen netwerk ondersteund worden als zij een direct belang hebben als dit niet meer gebeurt? Antwoord 10. Zie ons antwoord op vragen 8. en 9. Er is geen sprake van een direct belang. Vraag 11. Stimuleren we op deze manier niet dat grote logge organisaties van dat mensen geholpen worden door kleinere efficiënte organisaties? blijven bestaan in plaats Antwoord 11. Neen. Wij geven organisaties de kansen zichzelf door te ontwikkelen naar passende organisaties die van meerwaarde zijn in het kader van de transities. Vraag 12. In hoeverre worden de partijen die de sociale wijkteams vormen, nog gecontroleerd overhead en efficiëntie? op Antwoord 12. Gemeente en stichting hebben een contractrelatie. Vanuit de rol van regisseur en opdrachtgever stelt, controleert en bewaakt de gemeente de kaders waarbinnen de stichting haar werk doet. Vraag 13. Zijn we straks niet teveel afhankelijk van deze partijen, zodat we ze wel financieel blijven ondersteunen? moeten Antwoord 13. Wij hebben er bewust voor gekozen met de stichting een overeenkomst aan te gaan voor in eerste instantie drie jaar. Dit biedt de stichting de zekerheid om nu investeringen te kunnen

doen, maar het geeft tegelijkertijd ons de flexibiliteit om, op basis van de ervaringen in de komende periode, waar nodig bij te stellen. Vraag 14. Waarom is er geen partij jeugdzorg in dit team opgenomen? Antwoord 14. Alle drie partijen werken in het voorliggende veld met jeugdigen. Gezien de waarborg van onafhankelijkheid zijn in de stichting geen partijen betrokken die aanbieder zijn van individueleof maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Vraag 15. Hoe sluiten de sociale wijkteams aan bij bestaande structuren zoals H.A.,, wijkagent etc? Antwoord 15. Een onderdeel van de opdracht aan de stichting is het faciliteren van de netwerkorganisatie. Op dit moment organiseert de stichting hier vooral bijeenkomsten voor partijen uit het veld, zoals bijvoorbeeld huisartsen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in een aantal divers samengestelde werkgroepen die samenwerkingsthema's verder gaan uitwerken. Vraag 16. In hoeverre gaan de sociale wijkteams bestaande structuren in de weg lopen? Bijvoorbeeld als het gaat om doorverwijzing van dyslexie op scholen. Antwoord 16. De stichting ondersteunt de netwerkorganisatie en heeft niet de opdracht bestaande structuren over te nemen of te wijzigen. Wėl wordt gekeken hoe de praktijk van de sociale wijkteams kan aansluiten bij bestaande procedures en hoe deze verstevigd kunnen worden. Voor de verwijsprocedures gelden allereerst de wettelijke verplichtingen en bestuurlijke afspraken. In afstemming met betrokken organisaties - in het geval van dyslexie het onderwijs - wordt de verwijsprocedure verder uitgewerkt. Vraag 17. Kunt u aangeven waarop u gebaseerd heeft dat gemiddeld 80 o Zo van de hulpvraag wordt afgevangen door het sociaal wijkteam? Antwoord 17. Deze aanname is gebaseerd op een combinatie van uitkomsten van en aanbevelingen uit verschillende onderzoeken (onder andere door het Sociaal Cultureel Planbureau) over het huidige zorggebruik. Het is nadrukkelijk een aanname, de praktijk zal moeten uitwijzen hoe een en ander in de werkelijkheid van alledag uitpakt. Kort samengevat is deze aanname als volgt tot stand gekomen. Grofweg kan worden gesteld dat circa 20Vo van onze inwoners enige mate van zorgondersteuning nodig heeft, van wie ongeveer 5 0 Zo zwaardere vormen van hulpverlening. Een deel van deze laatste groep kan door generalistische zorg en de werkwijze met "één gezin, één plan, één regisseur" goed ondersteund worden en een deel zal specialistische zorg nodig hebben.

Ten slotte Ten slotte willen wij u nog het volgende in overweging geven. Wij constateren op basis van uw vragen dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de exacte werkwijze van de sociale wijkteams. Wij hebben met onze antwoord die onduidelijkheid zoveel mogelijk willen wegnemen. Maar tegelijkertijd is er ook het besef dat niet alle vragen rondom het toekomstig functioneren van de sociale wijkteams nu al kunnen worden weggenomen. Veel van wat wij in theorie veronderstellen, zal zich namelijk in de praktijk moeten bewijzen. De instelling van de sociale wijkteams is voor ons ook geen project, maar een proces. Een proces waarin ongetwijfeld ook af en toe zaken niet lopen zoals wij ze van tevoren gepland of bedacht hadden. In die gevallen moeten en zullen wij "werkende weg" bijsturen en aanpassen. Juist de ruimte tot bijsturing die deze aanpak biedt, sterkt ons vertrouwen in een zo adequaat mogelijke uitvoering. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Oosterhout OP burgemeester, f I L gecreta cretaris.

W gemeente W w Oosterhout min MI i ii inn in mi Fractie SP t.a.v. mevr. A.M. Beekers De Burcht 28 4901 JB OOSTERHOUT Datum 15 oktober 2014 Uw kenmerk Ons kenmerk 10.1446867 In behandeling bij a.burger@oosterhout.nl Onderwerp Beantwoording vragen ex art. 41 RvO (werkwijze sociale wijkteams) Geachte mevrouw Beekers, Op 15 september jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de werkwijze van de sociale wijkteams. Wij beantwoorden uw vragen als volgt. Vraag 1. Hoeveel procent van de Oosterhoutse bevolking wordt naar verwacht bereikt door het instellen van de sociale wijkteams? Antwoord 1. Op deze vraag kunnen wij op dit moment geen concreet antwoord geven, niet in de laatste plaats omdat het hier gaat om een geheel nieuwe wijze van ondersteuning. Wij zullen de ontwikkelingen van de sociale wijkteams scherp monitoren, zodat wij kunnen interveniëren als de situatie hierom vraagt. Uitgangspunt van ons beleid is dat mensen met een zorgvraag ondersteuning krijgen in het vinden van een passende oplossing. Instanties als huisartsen, consultatiebureaus en wijkverpleegkundigen blijven daarin een belangrijke rol houden. Aanvullend hierop hebben wij sociale wijkteams in het leven geroepen; zij dragen zorg voor vraagverheldering en toeleiding naar professionele/specialistische voorzieningen. Dat betekent dat de wijkteams gericht zijn op alle Oosterhouters die een zorgvraag hebben en daarvoor op eigen kracht (met hun netwerk) en met behulp van algemene voorzieningen geen passende oplossing kunnen vinden. Vraag 2. Hoe wordt invulling gegeven aan burgerparticipatie bij de instelling en ontwikkeling van de teams? Antwoord 2. Deze wordt in eerste instantie vormgegeven via de adviesrol van het Wmo-platform. Daarnaast is ook de cliëntenraad sociale zekerheid betrokken. Het Wmo-platform wordt door de stichting die de wijkteams gaat aansturen, geïnformeerd en betrokken. Daarnaast organiseert deze stichting netwerkbijeenkomsten waarop professionals en niet-professionals elkaar kunnen ontmoeten. Deze bijeenkomsten hebben tot doel de netwerkorganisatie te verstevigen. Ook bij het postadres Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout telefoon 14 0162 e-mail stadhuis@oosterhout.nl bezoekadres Slotjesveld 1 Oosterhout fax 10162)42 31 74 internet www.oosterhout.nl

verder ontwikkelen van de zorgstructuur in onze gemeente zullen burgers en cliënten worden betrokken. Vraag 3. Is een evaluatie gemaakt van de vorige sociale wijkteams? Zo ja, is deze evaluatie beschikbaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3. De sociale wijkteams zijn na de start op basis van ervaringen in de praktijk bijgesteld en doorontwikkeld. Er is geen formele evaluatie op papier beschikbaar. In 2013 zijn de sociale wijkteams aangemeld als experiment in het project "Regelarme invoering transitie Awbz-Wmo" van de Regio West-Brabant en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een kwalitatieve monitor van alle experimenten in West-Brabant maakt onderdeel uit van het programma. Op korte termijn verwachten wij de resultaten van de derde monitor. Ook hebben wij recent de resultaten ontvangen van onderzoek dat MEE Plusgroep heeft uitgevoerd naar de rol van de sociale wijkteams bij vraagverheldering en toeleiding tot voorzieningen. Deze resultaten zullen wij meenemen bij de verdere vormgeving van de sociale wijkteams vanaf 1 januari 2015. Vraag 4. Is er, zoals verteld op 28 juni, sprake van een stichtingsstructuur? Antwoord 4. Ja, er is sprake van een stichtingsstructuur. Vraag 5. Hoe is het bestuur samengesteld? Antwoord 5. Het bestuur is samengesteld uit een vertegenwoordiging van GGD West-Brabant, MEE Plusgroep en Surplus Welzijn. Vraag 6. Welke resultaten/afspraken zijn er gemaakt met het bestuur? Antwoord 6. Hierover worden momenteel in samenspraak met het stichtingsbestuur afspraken gemaakt. Dit geldt ook voor de wijze van monitoring en verantwoording. Vraag 7. Hoe gaat het bestuur van deze stichting verantwoording afleggen? Antwoord 7. Het bestuur gaat in ieder geval verantwoording afleggen via monitoring- en verantwoordingsrapportages. Daarnaast zullen er frequent gesprekken plaatsvinden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau, over de ervaringen in de praktijk. Indien nodig, kan zo tijdig bijsturing plaatsvinden. Vraag 8. Hoe kan het dat er sociale wijkteams opgericht worden met belanghebbende partijen erin? Horen zij niet onafhankelijk te zijn?

Antwoord 8. De partijen die zitting hebben in het stichtingsbestuur, bieden in Oosterhout collectieve voorzieningen aan. Ze leveren geen (specialistische) individuele of maatwerkvoorzieningen op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Zij kunnen voor deze individuele of maatwerkvoorzieningen dus niet naar zichzelf doorverwijzen. De onafhankelijkheid is zo geborgd. Daarnaast zullen wij als gemeente zicht hebben en houden op het "doorverwijsgedrag" van de sociale wijkteams. Mocht hiertoe aanleiding bestaan, dan zullen wij sociale wijkteams hierop aanspreken. Vraag 9. Als er belanghebbende partijen zijn bij de sociale wijkteams, kan het nooit zo zijn dat door de cliënt bepaald wordt waar ze geholpen worden. Hoe staat dit in verhouding tot de keuzevrijheid van de cliënt? Antwoord 9. Zoals in het antwoord op vraag 8. al aangegeven, verlenen de partijen die betrokken zijn bij de stichting, zelf geen individuele of maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Als het wijkteam een besluit neemt over de inzet van zo'n voorziening, kan een keuze worden gemaakt uit de zorgaanbieders waarmee de gemeente een contractrelatie heeft. Vraag 10. Hoe kunnen deze partijen garanderen dat mensen zo lang mogelijk door het eigen netwerk ondersteund worden als zij een direct belang hebben als dit niet meer gebeurt? Antwoord 10. Zie ons antwoord op vragen 8. en 9. Er is geen sprake van een direct belang. Vraag 11. Stimuleren we op deze manier niet dat grote logge organisaties van dat mensen geholpen worden door kleinere efficiënte organisaties? blijven bestaan in plaats Antwoord 11. Neen. Wij geven organisaties de kansen zichzelf door te ontwikkelen naar passende organisaties die van meerwaarde zijn in het kader van de transities. Vraag 12. In hoeverre worden de partijen die de sociale wijkteams vormen, nog gecontroleerd overhead en efficiëntie? op Antwoord 12. Gemeente en stichting hebben een contractrelatie. Vanuit de rol van regisseur en opdrachtgever stelt, controleert en bewaakt de gemeente de kaders waarbinnen de stichting haar werk doet. Vraag 13. Zijn we straks niet teveel afhankelijk van deze partijen, zodat we ze wel financieel blijven ondersteunen? moeten Antwoord 13. Wij hebben er bewust voor gekozen met de stichting een overeenkomst aan te gaan voor in eerste instantie drie jaar. Dit biedt de stichting de zekerheid om nu investeringen te kunnen

doen, maar het geeft tegelijkertijd ons de flexibiliteit om, op basis van de ervaringen in de komende periode, waar nodig bij te stellen. Vraag 14. Waarom is er geen partij jeugdzorg in dit team opgenomen? Antwoord 14. Alle drie partijen werken in het voorliggende veld met jeugdigen. Gezien de waarborg van onafhankelijkheid zijn in de stichting geen partijen betrokken die aanbieder zijn van individueleof maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Vraag 15. Hoe sluiten de sociale wijkteams aan bij bestaande structuren zoals H.A.,, wijkagent etc? Antwoord 15. Een onderdeel van de opdracht aan de stichting is het faciliteren van de netwerkorganisatie. Op dit moment organiseert de stichting hier vooral bijeenkomsten voor partijen uit het veld, zoals bijvoorbeeld huisartsen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in een aantal divers samengestelde werkgroepen die samenwerkingsthema's verder gaan uitwerken. Vraag 16. In hoeverre gaan de sociale wijkteams bestaande structuren in de weg lopen? Bijvoorbeeld als het gaat om doorverwijzing van dyslexie op scholen. Antwoord 16. De stichting ondersteunt de netwerkorganisatie en heeft niet de opdracht bestaande structuren over te nemen of te wijzigen. Wèl wordt gekeken hoe de praktijk van de sociale wijkteams kan aansluiten bij bestaande procedures en hoe deze verstevigd kunnen worden. Voor de verwįjsprocedures gelden allereerst de wettelijke verplichtingen en bestuurlijke afspraken. In afstemming met betrokken organisaties - in het geval van dyslexie het onderwijs - wordt de verwijsprocedure verder uitgewerkt. Vraag 17. Kunt u aangeven waarop u gebaseerd heeft dat gemiddeld 80 o Zo van de hulpvraag wordt afgevangen door het sociaal wijkteam? Antwoord 17. Deze aanname is gebaseerd op een combinatie van uitkomsten van en aanbevelingen uit verschillende onderzoeken (onder andere door het Sociaal Cultureel Planbureau) over het huidige zorggebruik. Het is nadrukkelijk een aanname, de praktijk zal moeten uitwijzen hoe een en ander in de werkelijkheid van alledag uitpakt. Kort samengevat is deze aanname als volgt tot stand gekomen. Grofweg kan worden gesteld dat circa 20X van onze inwoners enige mate van zorgondersteuning nodig heeft, van wie ongeveer 5 0 Zo zwaardere vormen van hulpverlening. Een deel van deze laatste groep kan door generalistische zorg en de werkwijze met "één gezin, één plan, één regisseur" goed ondersteund worden en een deel zal specialistische zorg nodig hebben.

Ten slotte Ten slotte willen wij u nog het volgende in overweging geven. Wij constateren op basis van uw vragen dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de exacte werkwijze van de sociale wijkteams. Wij hebben met onze antwoord die onduidelijkheid zoveel mogelijk willen wegnemen. Maar tegelijkertijd is er ook het besef dat niet alle vragen rondom het toekomstig functioneren van de sociale wijkteams nu al kunnen worden weggenomen. Veel van wat wij in theorie veronderstellen, zal zich namelijk in de praktijk moeten bewijzen. De instelling van de sociale wijkteams is voor ons ook geen project, maar een proces. Een proces waarin ongetwijfeld ook af en toe zaken niet lopen zoals wij ze van tevoren gepland of bedacht hadden. In die gevallen moeten en zullen wij "werkende weg" bijsturen en aanpassen. Juist de ruimte tot bijsturing die deze aanpak biedt, sterkt ons vertrouwen in een zo adequaat mogelijke uitvoering. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Oosterhout burgemeester, secretaris t

W gemeente W w Oosterhout i imiti mín iimui urnmu urn urn nui1111111111111 Fractie PvdA t.a.v. de heer A. van Opzeeland Vrachelsestraat 42 4911 BJ DEN HOUT Datum 15 oktober 2014 Uw kenmerk Ons kenmerk 10.1446867 In behandeling bij a.burger@oosterhout.nl Onderwerp Beantwoording vragen ex art. 41 RvO (werkwijze sociale wijkteams) Geachte heer Van Opzeeland,, Op 15 september jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de werkwijze van de sociale wijkteams. Wij beantwoorden uw vragen als volgt. Vraag 1. Hoeveel procent van de Oosterhoutse bevolking wordt naar verwacht bereikt door het instellen van de sociale wijkteams? Antwoord 1. Op deze vraag kunnen wij op dit moment geen concreet antwoord geven, niet in de laatste plaats omdat het hier gaat om een geheel nieuwe wijze van ondersteuning. Wij zullen de ontwikkelingen van de sociale wijkteams scherp monitoren, zodat wij kunnen interveniëren als de situatie hierom vraagt. Uitgangspunt van ons beleid is dat mensen met een zorgvraag ondersteuning krijgen in het vinden van een passende oplossing. Instanties als huisartsen, consultatiebureaus en wijkverpleegkundigen blijven daarin een belangrijke rol houden. Aanvullend hierop hebben wij sociale wijkteams in het leven geroepen; zij dragen zorg voor vraagverheldering en toeleiding naar professionele/specialistische voorzieningen. Dat betekent dat de wijkteams gericht zijn op alle Oosterhouters die een zorgvraag hebben en daarvoor op eigen kracht (met hun netwerk) en met behulp van algemene voorzieningen geen passende oplossing kunnen vinden. Vraag 2. Hoe wordt invulling gegeven aan burgerparticipatie bij de instelling en ontwikkeling van de teams? Antwoord 2. Deze wordt in eerste instantie vormgegeven via de adviesrol van het Wmo-platform. Daarnaast is ook de cliëntenraad sociale zekerheid betrokken. Het Wmo-platform wordt door de stichting die de wijkteams gaat aansturen, geïnformeerd en betrokken. Daarnaast organiseert deze stichting netwerkbijeenkomsten waarop professionals en niet-professionals elkaar kunnen ontmoeten. Deze bijeenkomsten hebben tot doel de netwerkorganisatie te verstevigen. Ook bij het postadres Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout telefoon K0162 e-mail stadhuis@oosterhout.nl bezoekadres Slotjesveld 1 Oosterhout fax (0162)42 3174 internet www.oosterhout.nl

verder ontwikkelen van de zorgstructuur in onze gemeente zullen burgers en cliënten worden betrokken. Vraag 3. Is een evaluatie gemaakt van de vorige sociale wijkteams? Zo ja, is deze evaluatie beschikbaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3. De sociale wijkteams zijn na de start op basis van ervaringen in de praktijk bijgesteld en doorontwikkeld. Er is geen formele evaluatie op papier beschikbaar. In 2013 zijn de sociale wijkteams aangemeld als experiment in het project "Regelarme invoering transitie Awbz-Wmo" van de Regio West-Brabant en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een kwalitatieve monitor van alle experimenten in West-Brabant maakt onderdeel uit van het programma. Op korte termijn verwachten wij de resultaten van de derde monitor. Ook hebben wij recent de resultaten ontvangen van onderzoek dat MEE Plusgroep heeft uitgevoerd naar de rol van de sociale wijkteams bij vraagverheldering en toeleiding tot voorzieningen. Deze resultaten zullen wij meenemen bij de verdere vormgeving van de sociale wijkteams vanaf 1 januari 2015. Vraag 4. Is er, zoals verteld op 28 juni, sprake van een stichtingsstructuur? Antwoord 4. Ja, er is sprake van een stichtingsstructuur. Vraag 5. Hoe is het bestuur samengesteld? Antwoord 5. Het bestuur is samengesteld uit een vertegenwoordiging van GGD West-Brabant, MEE Plusgroep en Surplus Welzijn. Vraag 6. Welke resultaten/afspraken zijn er gemaakt met het bestuur? Antwoord 6. Hierover worden momenteel in samenspraak met het stichtingsbestuur afspraken gemaakt. Dit geldt ook voor de wijze van monitoring en verantwoording. Vraag 7. Hoe gaat het bestuur van deze stichting verantwoording afleggen? Antwoord 7. Het bestuur gaat in ieder geval verantwoording afleggen via monitoring- en verantwoordingsrapportages. Daarnaast zullen er frequent gesprekken plaatsvinden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau, over de ervaringen in de praktijk. Indien nodig, kan zo tijdig bijsturing plaatsvinden. Vraag 8. Hoe kan het dat er sociale wijkteams opgericht worden met belanghebbende partijen erin? Horen zij niet onafhankelijk te zijn?

Antwoord 8. De partijen die zitting hebben in het stichtingsbestuur, bieden in Oosterhout collectieve voorzieningen aan. Ze leveren geen (specialistische) individuele of maatwerkvoorzieningen op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Zij kunnen voor deze individuele of maatwerkvoorzieningen dus niet naar zichzelf doorverwijzen. De onafhankelijkheid is zo geborgd. Daarnaast zullen wij als gemeente zicht hebben en houden op het "doorverwijsgedrag" van de sociale wijkteams. Mocht hiertoe aanleiding bestaan, dan zullen wij sociale wijkteams hierop aanspreken. Vraag 9. Als er belanghebbende partijen zijn bij de sociale wijkteams, kan het nooit zo zijn dat door de cliënt bepaald wordt waar ze geholpen worden. Hoe staat dit in verhouding tot de keuzevrijheid van de cliënt? Antwoord 9. Zoals in het antwoord op vraag 8. al aangegeven, verlenen de partijen die betrokken zijn bij de stichting, zelf geen individuele of maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Als het wijkteam een besluit neemt over de inzet van zo'n voorziening, kan een keuze worden gemaakt uit de zorgaanbieders waarmee de gemeente een contractrelatie heeft. Vraag 10. Hoe kunnen deze partijen garanderen dat mensen zo lang mogelijk door het eigen netwerk ondersteund worden als zij een direct belang hebben als dit niet meer gebeurt? Antwoord 10. Zie ons antwoord op vragen 8. en 9. Er is geen sprake van een direct belang. Vraag 11. Stimuleren we op deze manier niet dat grote logge organisaties van dat mensen geholpen worden door kleinere efficiënte organisaties? blijven bestaan in plaats Antwoord 11. Neen. Wij geven organisaties de kansen zichzelf door te ontwikkelen naar passende organisaties die van meerwaarde zijn in het kader van de transities. Vraag 12. In hoeverre worden de partijen die de sociale wijkteams vormen, nog gecontroleerd overhead en efficiëntie? op Antwoord 12. Gemeente en stichting hebben een contractrelatie. Vanuit de rol van regisseur en opdrachtgever stelt, controleert en bewaakt de gemeente de kaders waarbinnen de stichting haar werk doet. Vraag 13. Zijn we straks niet teveel afhankelijk van deze partijen, zodat we ze wel financieel blijven ondersteunen? moeten Antwoord 13. Wij hebben er bewust voor gekozen met de stichting een overeenkomst aan te gaan voor in eerste instantie drie jaar. Dit biedt de stichting de zekerheid om nu investeringen te kunnen

doen, maar het geeft tegelijkertijd ons de flexibiliteit om, op basis van de ervaringen in de komende periode, waar nodig bij te stellen. Vraag 14. Waarom is er geen partij jeugdzorg in dit team opgenomen? Antwoord 14. Alle drie partijen werken in het voorliggende veld met jeugdigen. Gezien de waarborg van onafhankelijkheid zijn in de stichting geen partijen betrokken die aanbieder zijn van individueleof maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Vraag 15. Hoe sluiten de sociale wijkteams aan bij bestaande structuren zoals H.A.,, wijkagent etc.? Antwoord 15. Een onderdeel van de opdracht aan de stichting is het faciliteren van de netwerkorganisatie. Op dit moment organiseert de stichting hier vooral bijeenkomsten voor partijen uit het veld, zoals bijvoorbeeld huisartsen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in een aantal divers samengestelde werkgroepen die samenwerkingsthema's verder gaan uitwerken. Vraag 16. In hoeverre gaan de sociale wijkteams bestaande structuren in de weg lopen? Bijvoorbeeld als het gaat om doorverwijzing van dyslexie op scholen. Antwoord 16. De stichting ondersteunt de netwerkorganisatie en heeft niet de opdracht bestaande structuren over te nemen of te wijzigen. Wėl wordt gekeken hoe de praktijk van de sociale wijkteams kan aansluiten bij bestaande procedures en hoe deze verstevigd kunnen worden. Voor de verwijsprocedures gelden allereerst de wettelijke verplichtingen en bestuurlijke afspraken. In afstemming met betrokken organisaties - in het geval van dyslexie het onderwijs - wordt de verwijsprocedure verder uitgewerkt. Vraag 17. Kunt u aangeven waarop u gebaseerd heeft dat gemiddeld 80X van de hulpvraag wordt afgevangen door het sociaal wijkteam? Antwoord 17. Deze aanname is gebaseerd op een combinatie van uitkomsten van en aanbevelingen uit verschillende onderzoeken (onder andere door het Sociaal Cultureel Planbureau) over het huidige zorggebruik. Het is nadrukkelijk een aanname, de praktijk zal moeten uitwijzen hoe een en ander in de werkelijkheid van alledag uitpakt. Kort samengevat is deze aanname als volgt tot stand gekomen. Grofweg kan worden gesteld dat circa 20Vo van onze inwoners enige mate van zorgondersteuning nodig heeft, van wie ongeveer 5 0 Zo zwaardere vormen van hulpverlening. Een deel van deze laatste groep kan door generalistische zorg en de werkwijze met "één gezin, één plan, één regisseur" goed ondersteund worden en een deel zal specialistische zorg nodig hebben.

Ten slotte Ten slotte willen wij u nog het volgende in overweging geven. Wij constateren op basis van uw vragen dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de exacte werkwijze van de sociale wijkteams. Wij hebben met onze antwoord die onduidelijkheid zoveel mogelijk willen wegnemen. Maar tegelijkertijd is er ook het besef dat niet alle vragen rondom het toekomstig functioneren van de sociale wijkteams nu al kunnen worden weggenomen. Veel van wat wij in theorie veronderstellen, zal zich namelijk in de praktijk moeten bewijzen. De instelling van de sociale wijkteams is voor ons ook geen project, maar een proces. Een proces waarin ongetwijfeld ook af en toe zaken niet lopen zoals wij ze van tevoren gepland of bedacht hadden. In die gevallen moeten en zullen wij "werkende weg" bijsturen en aanpassen. Juist de ruimte tot bijsturing die deze aanpak biedt, sterkt ons vertrouwen in een zo adequaat mogelijke uitvoering. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Oosterhout burgemeester, secretaris.

W gemeente W w Oosterhout llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Fractie D66 ta.v. mevr. M E. Hemmer Sint-Vincentiusstraat 97 4901 GJ OOSTERHOUT Datum 15 oktober 2014 Uw kenmerk Ons kenmerk 10.1446867 In behandeling bij a.burger@oosterhout.nl Onderwerp Beantwoording vragen ex art. 41 RvO (werkwijze sociale wijkteams) Geachte mevrouw Hemmer,, Op 15 september jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de werkwijze van de sociale wijkteams. Wij beantwoorden uw vragen als volgt. Vraag 1. Hoeveel procent van de Oosterhoutse bevolking wordt naar verwacht bereikt door het instellen van de sociale wijkteams? Antwoord 1. Op deze vraag kunnen wij op dit moment geen concreet antwoord geven, niet in de laatste plaats omdat het hier gaat om een geheel nieuwe wijze van ondersteuning. Wij zullen de ontwikkelingen van de sociale wijkteams scherp monitoren, zodat wij kunnen interveniëren als de situatie hierom vraagt. Uitgangspunt van ons beleid is dat mensen met een zorgvraag ondersteuning krijgen in het vinden van een passende oplossing. Instanties als huisartsen, consultatiebureaus en wijkverpleegkundigen blijven daarin een belangrijke rol houden. Aanvullend hierop hebben wij sociale wijkteams in het leven geroepen; zij dragen zorg voor vraagverheldering en toeleiding naar professionele/specialistische voorzieningen. Dat betekent dat de wijkteams gericht zijn op alle Oosterhouters die een zorgvraag hebben en daarvoor op eigen kracht (met hun netwerk) en met behulp van algemene voorzieningen geen passende oplossing kunnen vinden. Vraag 2. Hoe wordt invulling gegeven aan burgerparticipatie bij de instelling en ontwikkeling van de teams? Antwoord 2. Deze wordt in eerste instantie vormgegeven via de adviesrol van het Wmo-platform. Daarnaast is ook de cliëntenraad sociale zekerheid betrokken. Het Wmo-platform wordt door de stichting die de wijkteams gaat aansturen, geïnformeerd en betrokken. Daarnaast organiseert deze stichting netwerkbijeenkomsten waarop professionals en niet-professionals elkaar kunnen ontmoeten. Deze bijeenkomsten hebben tot doel de netwerkorganisatie te verstevigen. Ook bij het postadres Postbus 10150. 4900 GB Oosterhout telefoon U0162 e-mail stadhuis@oosterhout.nl bezoekadres Slotjesveld 1 Oosterhout fax 10162)42 3174 internet www.oosterhout.nl

verder ontwikkelen van de zorgstructuur in onze gemeente zullen burgers en cliënten worden betrokken. Vraag 3. Is een evaluatie gemaakt van de vorige sociale wijkteams? Zo ja, is deze evaluatie beschikbaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3. De sociale wijkteams zijn na de start op basis van ervaringen in de praktijk bijgesteld en doorontwikkeld. Er is geen formele evaluatie op papier beschikbaar. In 2013 zijn de sociale wijkteams aangemeld als experiment in het project "Regelarme invoering transitie Awbz-Wmo" van de Regio West-Brabant en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een kwalitatieve monitor van alle experimenten in West-Brabant maakt onderdeel uit van het programma. Op korte termijn verwachten wij de resultaten van de derde monitor. Ook hebben wij recent de resultaten ontvangen van onderzoek dat MEE Plusgroep heeft uitgevoerd naar de rol van de sociale wijkteams bij vraagverheldering en toeleiding tot voorzieningen. Deze resultaten zullen wij meenemen bij de verdere vormgeving van de sociale wijkteams vanaf 1 januari 2015. Vraag 4. Is er, zoals verteld op 28 juni, sprake van een stichtingsstructuur? Antwoord 4. Ja, er is sprake van een stichtingsstructuur. Vraag 5. Hoe is het bestuur samengesteld? Antwoord 5. Het bestuur is samengesteld uit een vertegenwoordiging van GGD West-Brabant, MEE Plusgroep en Surplus Welzijn. Vraag 6. Welke resultaten/afspraken zijn er gemaakt met het bestuur? Antwoord 6. Hierover worden momenteel in samenspraak met het stichtingsbestuur afspraken gemaakt. Dit geldt ook voor de wijze van monitoring en verantwoording. Vraag 7. Hoe gaat het bestuur van deze stichting verantwoording afleggen? Antwoord 7. Het bestuur gaat in ieder geval verantwoording afleggen via monitoring- en verantwoordingsrapportages. Daarnaast zullen er frequent gesprekken plaatsvinden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau, over de ervaringen in de praktijk. Indien nodig, kan zo tijdig bijsturing plaatsvinden. Vraag 8. Hoe kan het dat er sociale wijkteams opgericht worden met belanghebbende Horen zij niet onafhankelijk te zijn? partijen erin?

Antwoord 8. De partijen die zitting hebben in het stichtingsbestuur, bieden in Oosterhout collectieve voorzieningen aan. Ze leveren geen (specialistische) individuele of maatwerkvoorzieningen op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Zij kunnen voor deze individuele of maatwerkvoorzieningen dus niet naar zichzelf doorverwijzen. De onafhankelijkheid is zo geborgd. Daarnaast zullen wij als gemeente zicht hebben en houden op het "doorverwijsgedrag" van de sociale wijkteams. Mocht hiertoe aanleiding bestaan, dan zullen wij sociale wijkteams hierop aanspreken. Vraag 9. Als er belanghebbende partijen zijn bij de sociale wijkteams, kan het nooit zo zijn dat door de cliënt bepaald wordt waar ze geholpen worden. Hoe staat dit in verhouding tot de keuzevrijheid van de cliënt? Antwoord 9. Zoals in het antwoord op vraag 8. al aangegeven, verlenen de partijen die betrokken zijn bij de stichting, zelf geen individuele of maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Als het wijkteam een besluit neemt over de inzet van zo'n voorziening, kan een keuze worden gemaakt uit de zorgaanbieders waarmee de gemeente een contractrelatie heeft. Vraag 10. Hoe kunnen deze partijen garanderen dat mensen zo lang mogelijk door het eigen netwerk ondersteund worden als zij een direct belang hebben als dit niet meer gebeurt? Antwoord 10. Zie ons antwoord op vragen 8. en 9. Er is geen sprake van een direct belang. Vraag 11. Stimuleren we op deze manier niet dat grote logge organisaties van dat mensen geholpen worden door kleinere efficiënte organisaties? blijven bestaan in plaats Antwoord 11. Neen. Wij geven organisaties de kansen zichzelf door te ontwikkelen naar passende organisaties die van meerwaarde zijn in het kader van de transities. Vraag 12. In hoeverre worden de partijen die de sociale wijkteams vormen, nog gecontroleerd overhead en efficiëntie? op Antwoord 12. Gemeente en stichting hebben een contractrelatie. Vanuit de rol van regisseur en opdrachtgever stelt, controleert en bewaakt de gemeente de kaders waarbinnen de stichting haar werk doet. Vraag 13. Zijn we straks niet teveel afhankelijk van deze partijen, zodat we ze wel financieel blijven ondersteunen? moeten Antwoord 13. Wij hebben er bewust voor gekozen met de stichting een overeenkomst aan te gaan voor in eerste instantie drie jaar. Dit biedt de stichting de zekerheid om nu investeringen te kunnen

doen, maar het geeft tegelijkertijd ons de flexibiliteit om, op basis van de ervaringen in de komende periode, waar nodig bij te stellen. Vraag 14. Waarom is er geen partij jeugdzorg in dit team opgenomen? Antwoord 14. Alle drie partijen werken in het voorliggende veld met jeugdigen. Gezien de waarborg van onafhankelijkheid zijn in de stichting geen partijen betrokken die aanbieder zijn van individueleof maatwerkzorg op het gebied van Wmo en jeugdzorg. Vraag 15. Hoe sluiten de sociale wijkteams aan bij bestaande structuren zoals H.A.,, wijkagent etc.? Antwoord 15. Een onderdeel van de opdracht aan de stichting is het faciliteren van de netwerkorganisatie. Op dit moment organiseert de stichting hier vooral bijeenkomsten voor partijen uit het veld, zoals bijvoorbeeld huisartsen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in een aantal divers samengestelde werkgroepen die samenwerkingsthema's verder gaan uitwerken. Vraag 16. In hoeverre gaan de sociale wijkteams bestaande structuren in de weg lopen? Bijvoorbeeld als het gaat om doorverwijzing van dyslexie op scholen. Antwoord 16. De stichting ondersteunt de netwerkorganisatie en heeft niet de opdracht bestaande structuren over te nemen of te wijzigen. Wèl wordt gekeken hoe de praktijk van de sociale wijkteams kan aansluiten bij bestaande procedures en hoe deze verstevigd kunnen worden. Voor de verwijsprocedures gelden allereerst de wettelijke verplichtingen en bestuurlijke afspraken. In afstemming met betrokken organisaties - in het geval van dyslexie het onderwijs - wordt de verwijsprocedure verder uitgewerkt. Vraag 17. Kunt u aangeven waarop u gebaseerd heeft dat gemiddeld 80 o Zo van de hulpvraag wordt afgevangen door het sociaal wijkteam? Antwoord 17. Deze aanname is gebaseerd op een combinatie van uitkomsten van en aanbevelingen uit verschillende onderzoeken (onder andere door het Sociaal Cultureel Planbureau) over het huidige zorggebruik. Het is nadrukkelijk een aanname, de praktijk zal moeten uitwijzen hoe een en ander in de werkelijkheid van alledag uitpakt. Kort samengevat is deze aanname als volgt tot stand gekomen. Grofweg kan worden gesteld dat circa 2ũ 0 fo van onze inwoners enige mate van zorgondersteuning nodig heeft, van wie ongeveer 5 0 Zo zwaardere vormen van hulpverlening. Een deel van deze laatste groep kan door generalistische zorg en de werkwijze met "één gezin, één plan, één regisseur" goed ondersteund worden en een deel zal specialistische zorg nodig hebben.

Ten slotte Ten slotte willen wij u nog het volgende in overweging geven. Wij constateren op basis van uw vragen dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de exacte werkwijze van de sociale wijkteams. Wij hebben met onze antwoord die onduidelijkheid zoveel mogelijk willen wegnemen. Maar tegelijkertijd is er ook het besef dat niet alle vragen rondom het toekomstig functioneren van de sociale wijkteams nu al kunnen worden weggenomen. Veel van wat wij in theorie veronderstellen, zal zich namelijk in de praktijk moeten bewijzen. De instelling van de sociale wijkteams is voor ons ook geen project, maar een proces. Een proces waarin ongetwijfeld ook af en toe zaken niet lopen zoals wij ze van tevoren gepland of bedacht hadden. In die gevallen moeten en zullen wij "werkende weg" bijsturen en aanpassen. Juist de ruimte tot bijsturing die deze aanpak biedt, sterkt ons vertrouwen in een zo adequaat mogelijke uitvoering. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Oosterhout, burgemeester, secretaris