Picknick met taart (Thé Tjong-Khing) Door Kim Wagemans

Vergelijkbare documenten
Waar is de taart? (Thé Tjong-Khing) Door Kim Wagemans

De boom staat op de berg Door Kim Wagemans

Driekoningen Door Kim Wagemans. Deze lessuggesties zijn geschreven voor laaggeschoolde anderstaligen, richtgraad 1.1. (vanaf module 2).

Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Onder moeders paraplu Door Helga Gehre

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Lesleidraad. Beste docent

Zonnige zomer (Rotraut Susanne Berner) Door Tania Polak

ZEG ROODKAPJE, WAAR GA JIJ HENEN? Door Bie Valgaeren

LESSUGGESTIES BIJ PRENTENBOEK

De zomer van Atlas 2018

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Lang zal hij leven Door Tania Polak

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 1 en 2

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

Je eigen nieuwjaarsbrief

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Wereldschool zomerdeal Kikker en vriendjes (groep 1 t/m 3)

LESMATERIAAL BOVENBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 5-

WERKBLAD mijn landschap

De Drakendokter: Gideon

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Bijlage 6: Schetsbordverhaal Zacheüs

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Liefde, voor iedereen gelijk?

Handleiding basiswoordenschat.

Activiteit 8. Taal Kringgesprek Ik ben bang... Doelen. Materiaal. Voortaak

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

In dit boekje onderzoek je jouw eigen relatie met de natuur. Je kunt er gedachtes, ideeën en dingen die je belangrijk vindt, in verzamelen.

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

DEEL 1: LESSUGGESTIES

Thema 5 Gedachten. Kernwoorden. De toekomst (morgen)

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Door de bomen het pretpark zien

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

IK BEN EEN MUZIKANTJE Door Kim Wagemans

SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN? Door Kim Wagemans

Doei! œ œ œ. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & # # # # # ## # Œ œ œ œ œ œ œ # # & b œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ Œ

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

Het mysterie van ons bord

Winkelen in het bos?

de kinderen hier om elkaar te gebruiken als de massa mensen, ze kunnen door elkaar heen lopen en elkaar begroeten etc.).

Mirjams mama en moekie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Rechtvaardige Rechters in actie

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

ALTIJD IS KORTJAKJE ZIEK Door Tania Polak

Feestpark (Tom Schoonooghe) Door Goedele Krekels

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood Ideeën verzameld door Demy van der Ham

Werkblad: Gedrag van honden

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

Clown durft. Luk Depondt Guido Van Genechten GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,95. Uitgeverij: Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

China. Landschapsschildering. Vakgebied: Beeldende Vorming. Lesduur: 60 minuten

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

hema: Natuur en cultuur

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Volgorde in goede de (In de goede volgorde)

Methodieken en werkvormen Module 11: Evalueren van activiteiten - Diverse werkvormen om te evalueren

Lesopdracht. Benodigdheden (ochtend) Leerdoelen voor de kinderen. Lesinhoud. Verteltafel rondom het prentenboek Rupsje nooit genoeg

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

gaan de kinderen op ontdekkingstocht langs de verschillende dieren van de boerderij en beantwoorden hun eigen vragen.

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument. 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt? één personage.

Auditieve oefeningen bij het thema: Tijgers Boek van de week: 1; Ssst! De tijger slaapt 2; Tijgers; informatieboekje

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken

Auditieve oefeningen thema het bos

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Transcriptie:

Picknick met taart (Thé Tjong-Khing) Door Kim Wagemans Doelgroep Deze lessuggesties zijn geschreven voor laaggeschoolde anderstaligen, richtgraad 1.1. (vanaf module 2). Doelstellingen Een cursist begrijpt alle relevante gegevens in een eenvoudige instructie op beschrijvende wijze (BE 058). Een cursist kan relevante gegevens selecteren uit herkenbare vragen op beschrijvende wijze (BE 055). Een cursist kan informatie geven door te reageren op herkenbare vragen (BE 059). Een cursist kan een beleving formuleren (BE 058). Een cursist kan een korte informatieve tekst schrijven zoals een berichtje (BE 62). Materiaal ongeveer 5 exemplaren van Picknick met taart (Thé Tjong-Khing, uitgegeven bij Lannoo) witte papiertjes, 4 A3-bladen, carrousselkaartjes kleurpotloden, scharen, lijm voor de uitbreiding: een bewolkte dag, het werkblad met de stokken en de stenen, een chiro-of scoutsleidster in uniform, een bibliotheek, een opname van het berenjachtlied? Lesduur Voor deze les kan je zeker anderhalf uittrekken. Heb je nog tijd over, dan vind je nog een lijst aanvullende oefeningen. Lesverloop 1. Introductie: doe en luisteropdracht dorp, rivier, bos, berg Geef elke cursist 4 papiertjes, kleurpotloden en een schaar. Geef de opdracht: teken een huis. Laat de huizen uitknippen en plak ze allemaal samen op een A3-blad. De huizen samen noemen we een DORP. Geef de opdracht: teken een boom. Laat de bomen uitknippen en plak ze allemaal samen op een A3-blad. De bomen samen noemen we een BOS. Geef de opdracht: teken water. 1

Laat het water uitknippen en plak al het water samen op een A3-blad. Dit noemen we een RIVIER Geef de opdracht: teken een berg. Laat alle bergen uitknippen en plak ze samen op een A3-blad. Dit is het gemakkelijkst. Dit noemen we BERGEN. 2. Groepsgesprek over de landschappen Je hebt nu de 4 A3-flappen met elk een landschap of kenmerk. Voer met je klas over elk landschap een kort gesprekje. Als je cursisten uit verschillende landen komen, hebben zij meestal ook een verschillend beeld van een bos, rivier, enz. Waar ben je bang? Waarom? Is het daar koud/warm? Wat denk je? Waar loop je zonder schoenen? Hoe is het in jouw land? Kan je drinken van de rivier? Kan je zwemmen in de rivier? Zijn er bergen? Kan je naar de top van de berg? Kan je daar rustig zitten? Kan je daar picknicken? Zijn de dorpen zoals in België? Zijn de huizen van steen? 3. Het boek een eerste keer bekijken Kijkopdracht 1 Laat de kaft van het boek zien. Leg uit dat de dieren gaan picknicken. Zij wonen in een land met een dorp, met bergen, met een rivier en met bossen. Kijk in het boek en zoek: waar willen de dieren picknicken? In het dorp, in de bergen, bij de rivier, in het bos? (het antwoord staat op de zesde plaat) Kijkopdracht 2 Kijk naar de zesde plaat. De dieren zijn verbaasd. (Verbaasd is waarschijnlijk een nieuw woord. Kijk daarom verbaasd of toon de verbaasde dieren.) Waarom? Kijkopdracht 3 Wie heeft de taarten gestolen? 4. Voorlezen van het boek Toon de verschillende platen. Vertel er het volgend verhaal bij (zie bijlage) Zeg telkens één zin. Hou het ritmisch, riedelachtig. Probeer zo expressief mogelijk te spreken en te bewegen. Laat de cursisten de zin herhalen. Loop met je vinger over de bladzijden, tot op de top van de berg. Ga dan in versneld tempo terug. 2

Maak de cursisten duidelijk dat zij het verhaal zo kunnen vertellen aan hun kinderen. Je kan ook de vertelkast gebruiken. Laat op het einde enkele cursisten het verhaal vertellen in hun moedertaal. De andere cursisten herhalen enkele zinnen. 5. Carrousseloefening Verdeel de klas in drie groepjes van drie of meer cursisten. De cursisten binnen eenzelfde groepje krijgen dezelfde kleur (of een prent van het personage dat ze moeten volgen.) Elk groepje krijgt de opdracht een personage uit het boek van dichterbij te bekijken. Overal waar ze het personage zien, moeten ze er iets over vertellen. De docent gaat langs bij de groepjes en kijkt of iedereen iets kan zeggen. Elke cursist moet minstens het personage kunnen aanwijzen op de verschillende bladzijden. Na een tijdje worden nieuwe groepen gevormd. In elke groep moeten de drie kleuren/personages vertegenwoordigd zijn. Binnen elke groep vertellen de cursisten over hun personage. Opmerking: De eerste keer moet je dit goed begeleiden. Spoor de cursisten aan grondig te kijken: naar de personages, naar hun attributen en wat ermee gebeurt. Vestig ook hun aandacht op wat er tussen de bladzijden gebeurt. Als voorbeeld volg je de das, het konijn met de vlieger of het varken. Herhaal deze carrousel drie keer. Bij de derde keer hebben de cursisten de werkvorm meestal door en gaan ze er actiever mee om. eerste keer: het konijn met de waterrugzak, de kattin, de ratten tweede keer: de muis, de geit, de grote rosse kater derde keer: het konijntje met de paraplu, het konijntje met de kralen, de pestende haas 6. Aanvullende mondelinge oefeningen Los met de cursisten de opdrachten op de achterflap op. Volg de andere personages doorheen het boek. Bespreek de verschillende gevoelens en uitdrukkingen die aan bod komen in het boek (trots, gecharmeerd, verrast, blij, vrolijk, bang, beschaamd, ijdel,enz.). Zoek alle gevallen, gewonde en zieke dieren. 3

Kijk op een bewolkte dag met de cursisten naar de wolken en fantaseer over wat je er in ziet. Ga dan terug naar het boek en praat over het konijntje met het zwaard. Kijk naar de prent waar de dieren op de berg klimmen. Wie duwt, wie trekt? Ga rond in de school. Moet je duwen of trekken aan de deuren? Dit kan je ook doen in een winkelstraat in de buurt. Ga met de groep naar de bibliotheek en ontleen samen Picknick met taart en We gaan op berenjacht (Helen Oxenbury en Michael Rosen). Nodig een scouts- of chiroleidster (in uniform) uit en laat ze het lied Wij gaan op berenjacht zingen met je groep. Rond de periode van Driekoningen kan je naadloos overgaan naar de les over het Driekoningenlied. 7. Aanvullende oefeningen voor gealfabetiseerde groepen Geef de cursisten een blad waarop je de verschillende vormen van de stokken en de stenen van de ratten hebt overgetekend. Geef de cursisten de opdracht zoveel mogelijk letters te vormen met de stokken. Voorbeeld: m (1rechte stok en 2 gebogen stokken), ij, v, w, n,... De cursisten schrijven een briefje voor de muis. Waarom komt hij niet naar de picknick? Sorry,ik kom niet naar de picknick. Ik ben ziek. Oefeningen met de letterdoos: Stoel-rolstoel Bak-vuilbak Taart-staart Kat-rat Lang-bang Clusterwoorden: Kraan Prik Brei Trek Fles Bloem Kraal Stok draag bord vork verf 4

Bijlage: verhaal bij het boek (naar het lied Wij gaan op berenjacht) We zijn in het dorp. We hebben twee taarten. We gaan naar de top. De top van de berg. We lopen uit het dorp. Loop loop loop loop loop. We komen aan een bos. Moeder vangt bessen. Haas plukt bloemen. Pluk pluk pluk pluk pluk We komen aan een rivier. We lopen op de stenen. Stap spring stap spring stap spring. We komen aan een berg. We moeten omhoog. Omhoog omhoog omhoog omhoog We komen aan de top. Hé hé Even rusten. We zijn verbaasd. Er is geen taart. Wie heeft de taarten? Zoek zoek zoek zoek zoek. Jij hebt de taarten. Nee, jij hebt de taarten. Waar zijn de taarten? Wie heeft de taarten? De taarten de taarten de taarten de taarten De ratten hebben de taarten Vang ze vang ze vang ze vang ze Omlaag omlaag omlaag omlaag Daar vallen de ratten. Daar gaat de pad. Stap spring stap spring stap spring Door het bos. Stap stap stap stap stap stap Daar valt de pad. De pad heeft de taart. We komen aan het dorp. Hé hé. Even rusten. Smakelijk. 5

6

7

8