General information of the questionnaire Name questionnaire: Schaal voor Ouderlijk Gedrag Original author: Van Leeuwen, 2002 Translated by: / Date version: / Language: Dutch
Schaal voor Ouderlijk Gedrag Ouderversie NAAM VAN OUDER : NAAM VAN KIND : INGEVULD DOOR : moeder / vader / andere : DATUM : Op de volgende bladzijden leest u een aantal uitspraken over het omgaan met kinderen. Geef bij elke uitspraak aan in welke mate u dit doet. U kan hierbij kiezen uit de volgende antwoordmogelijkheden: nooit weinig soms vaak altijd Zet een kruisje in het hokje van uw keuze achter iedere uitspraak. U kan slechts één hokje per uitspraak aankruisen. Bijvoorbeeld: weinig vaak Ik vraag mijn kind welke boeken het graag leest Vergeet niet dat uw antwoord steeds betrekking heeft op één en hetzelfde kind. Misschien zijn er uitspraken waarvan u denkt: 'Ik zou het liever anders doen'. Vul dan toch in wat u in werkelijkheid doet. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Gelieve geen uitspraken over te slaan. 1 Ik leer mijn kind om zijn/haar problemen zelf op te lossen 2 Als mijn kind zich niet aan een afspraak gehouden heeft (bijvoorbeeld: te laat thuis komen zonder geldige reden, een taak niet uitvoeren), dan geef ik hem/haar een straf 3 Als mijn kind mij iets wil vertellen, maak ik tijd om er naar te luisteren 4 Ik geef mijn kind een klap als het iets gedaan heeft dat niet mag 5 Ik ga na met welke vrienden en/of vriendinnen mijn kind omgaat 6 Ik leer mijn kind om beleefd te zijn op school 7 Als mijn kind iets doet dat niet mag, negeer ik hem/haar, ook al ben ik boos 8 Ik geef mijn kind geld of een cadeautje als hij/zij iets gedaan heeft waarover ik tevreden ben 9 Als mijn kind iets gedaan heeft dat niet mag, gebeurt het dat ik daar geen straf laat op volgen SOG (K. Van Leeuwen - versie 2002) - p.1
10 Ik laat mijn kind alleen thuis, zonder toezicht van een volwassene 11 Wanneer mijn kind zich misdraagt, geef ik meestal een lange preek of uitleg waarom dit niet mag 12 Ik maak met mijn kind afspraken over opruimen 13 Als mijn kind een probleem lijkt te hebben, bespreek ik samen met hem/haar wat er juist aan de hand is 14 Ik leer mijn kind om zelf beslissingen te nemen 15 Als mijn kind tegenspreekt, liegt of ruzie maakt, laat ik daar een straf op volgen 16 Ik praat 's avonds met mijn kind over de voorbije en de komende dag 17 Ik geef mijn kind een pak rammel als het ongehoorzaam is 18 Ik ga na in welke buurten mijn kind komt 19 Ik leer mijn kind om zich aan afspraken te houden 20 Als mijn kind iets doet wat niet mag, praat ik pas weer met hem/haar wanneer hij/zij zich beter gedraagt 21 Als mijn kind goed zijn/haar best gedaan heeft, laat ik iets extra toe 22 Het gebeurt dat ik dreig met straf maar dat ik die uiteindelijk toch niet geef 23 Als mijn kind een probleem heeft, bekijk ik samen met hem/haar welke verschillende oplossingen er mogelijk zijn 24 Ik laat mijn kind optrekken met vrienden die ik niet ken 25 Ik maak met mijn kind afspraken over op tijd zijn 26 Ik leer mijn kind dat het zelf verantwoordelijk is voor wat er met hem/haar gebeurt 27 Als mijn kind iets gedaan heeft wat niet mag, straf ik het door het iets leuks te ontnemen (bijvoorbeeld: geen TV kijken, huisarrest) 28 Ik vraag naar de hobby's en interesses van mijn kind 29 Ik schud mijn kind eens goed door elkaar als we een ruzie hebben SOG (K. Van Leeuwen - versie 2002) - p.2
30 Ik vraag na wat mijn kind met zijn/haar zakgeld doet 31 Ik vraag mijn kind om zich aan te passen aan de gewoonten in ons gezin 32 Als mijn kind iets doet wat niet mag, reageer ik daar niet op 33 Ik laat mijn kind iets kopen als het iets goed gedaan heeft 34 Als ik mijn kind gestraft heb, gebeurt het dat ik vlugger een einde maak aan die straf dan afgesproken 35 Als ik mijn kind terugzie na zijn/haar schooldag maak ik tijd om even met hem/haar bezig te zijn 36 Ik laat mijn kind vrij op straat spelen/rondlopen zonder toezicht van volwassenen 37 Als mijn kind zich niet gedraagt zoals het hoort, maak ik daar met hem/haar ruzie over 38 Ik geef mijn kind voor goed gedrag als beloning een complimentje, een knuffel of een schouderklopje 39 Als mijn kind ongehoorzaam is geweest, laat ik het als straf een taak uitvoeren 40 Ik doe uitstapjes samen met mijn kind 41 Ik verwijt mijn kind of ik scheld mijn kind uit als het iets gedaan heeft dat ik niet goed vind 42 Als mijn kind ergens alleen naar toe gegaan is, vraag ik na of het daar daadwerkelijk geweest is 43 Ik leer mijn kind om zich aan te passen aan de regels op school 44 Als mijn kind iets doet wat niet mag, praat ik niet meer met hem/haar totdat hij/zij zegt dat het hem/haar spijt 45 Ik geef mijn kind een pluim (een compliment) als hij/zij spontaan een karweitje doet of meehelpt 46 Vooraleer ik uiteindelijk een straf geef, heb ik die straf al vele keren aangekondigd 47 Als mijn kind en ik een meningsverschil hebben, praat ik dat uit en zoek ik een oplossing, samen met mijn kind 48 Ik laat mijn kind buitenshuis gaan of uitgaan zonder te weten waar het naar toe gaat SOG (K. Van Leeuwen - versie 2002) - p.3
49 Ik geef mijn kind snoep als beloning bij goed gedrag 50 Wanneer mijn kind zich misdraagt, verhef ik mijn stem/begin ik te roepen 51 Als mijn kind iets doet dat niet mag, geef ik hem/haar straf 52 Ik doe activiteiten samen met mijn kind, omdat ik weet dat mijn kind die activiteit graag samen met mij doet (bijvoorbeeld: een gezelschapspel spelen, samen winkelen,...) 53 Ik geef mijn kind een pak slaag als hij/zij zich niet aan een afspraak heeft gehouden 54 Als mijn kind voor mij om boodschappen is geweest, kijk ik na of alles klopt (door bijvoorbeeld de boodschappen te controleren, het wisselgeld of het kasticket) 55 Ik spreek met mijn kind af fatsoenlijk om te gaan met zijn/haar spullen 56 Het gebeurt dat ik zo druk bezig ben, dat ik er niet op let waar mijn kind is en wat het doet 57 Wanneer mijn kind zich misdraagt, smeek ik mijn kind om er mee te stoppen en naar mij te luisteren 58 Ik maak met mijn kind afspraken over hoe hij/zij zich moet gedragen 59 Ik geef mijn kind een slag in het gezicht als het zich misdraagt 60 Ik laat mijn kind ergens naar toe gaan, zonder te weten hoe het daar geraakt SOG (K. Van Leeuwen - versie 2002) - p.4