Xx xx Pensioenfederatie APF

Vergelijkbare documenten
Algemeen pensioenfonds in vogelvlucht

Pensioenbericht 9 oktober 2015

Wetsvoorstel Algemeen Pensioenfonds

Aangenomen en overgenomen amendementen

Voorbereiding Algemeen Pensioenfonds nu al mogelijk

V & A s n.a.v. Wet versterking bestuur pensioenfondsen d.d. 24 januari 2014

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

1. Algemeen CONCEPT. Memorie van Toelichting

- ondernemingspensioenfonds: een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of een groep;.

MEMORIE VAN TOELICHTING HOOFDSTUK 1. ALGEMENE INLEIDING

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Toekomst Pensioenfonds AZL & De Nationale APF. Elke Op het Veld Judith Kochen Jos Gubbels

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De rol van het algemeen pensioenfonds in het consolidatieproces van ondernemingspensioenfondsen

Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

Datum 16 november 2015 Betreft Kabinetsreactie onderzoek verplichtgestelde bedrijfstakpensioenregelingen en het algemeen pensioenfonds

Vereniging voor Pensioenrecht 17 juni Ringfencing

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Waarom een APF? mr. Marianne M. Zweers Juridische zaken a.s.r.

Voorstel van wet houdende wijzigingen van de Pensioenwet in verband met het uitbreiden van de werkingssfeer voor ondernemingspensioenfondsen

Het APF, nu al de ideale oplossing voor het verplichtgestelde BPF?

Bestuursmodellen Apf. DeNederlandscheBanI-

Het wetsvoorstel APF 2.0

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

APF toekomstbestendige oplossing voor pensioenfondsen 13:30 14:45

De Rol van de Ondernemingsraad bij Pensioen. 1. Wettelijke bevoegdheid

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017

6/22/2015. Definitie bedrijfstakpensioenfonds (art. 1 PW): een pensioenfonds ten behoeve van een of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak

Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

UW PENSIOENBUREAU WHITE PAPER ALGEMENE PENSIOENFONDSEN (APF-EN) IN DE MARKT

Overgang naar een APF

Pensioenfederatie. aanbevelingen Vergoedingen vermogensbeheer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Deelnemerspresentatie

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Seminar voor Pensioenfondsbestuurders

Pensioen Flash 2012 / 1

Pensioenfederatie. Handreiking voor het vergroten van diversiteit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

APF: klinkt goed, maar heb je nu echt een business case?

Nieuwsbericht. Datum: 10 december 2018 Swalef pensioenjuristen en academie. Medezeggenschap en pensioen

Pensioenactualiteiten in vogelvlucht. Monica Swalef

Uitgelicht: consolidatie in pensioenland

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

nr. 17 (Kamerstuk , nr. 35); 28); Brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid n.a.v. amendement

Toelichting op de voorgenomen besluiten liquidatie en collectieve waardeoverdrachten PMA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VITP Toezichtcode 2019

142 De Pensioenwereld in 2015

Help, pensioenregels (weer) op de schop?! Mr. Marin van Esterik CPL

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

- ondernemingspensioenfonds: een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of een groep;.

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016

Jaarverslag Verantwoordingsorgaan 2017

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Update Code Pensioenfondsen

W erkboek PREVIEW. Op weg naar een. nieuw bestuursmodel. P e r s o o n l i j k. en interactief

Consolidatie en transitie door de bril van DNB. 10 maart 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

BREAK-OUT SESSIE BESCHIKBARE PREMIEREGELING EN CDC BINNEN EEN APF Rutger de Wit & Claudette Blankestijn. 20 juni 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

R.H. Maatman 1 & A. Steneker 2. Het Wetsvoorstel algemeen pensioenfonds (APF) 1 Inleiding

Financieel crisisplan

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

API-Consultatiedocument

Wet versterking Bestuur Pensioenfondsen

Deelnemersbijeenkomst

VEP Workshop Pensioenen 10 november Wie, wat en hoe en waar gaan we dan naartoe

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Stichting Pensioenfonds GE Artesia Bank

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beloningsbeleid SPW. 26 Juni 2018 Versie 9.1

PROFIELSCHETS LEDEN VERANTWOORDINGSORGAAN (2014) 1. HET PENSIOENFONDS TNO EN ZIJN BESTUUR

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

Deelnemersbijeenkomst

VERPLICHTSTELLING: REGELING - EN OOK UITVOERDER?

Algemene ledenvergadering BPOA. 23 juni 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NAAR EEN VEILIGE HAVEN VOOR JOUW PENSIOEN. Bijeenkomsten voor oud-werknemers en pensioengerechtigden 4 en 10 december 2018

P O S I T I O N P A P E R

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

Bestuursmodellen WVBP

Artikelen Aandachtspunten bij gunstig te onthalen wetsvoorstel algemeen pensioenfonds

Is het APF dé nieuwe pensioenuitvoerder van de toekomst? PensioenEvent Zwitserleven Bianca van Tilburg 1 oktober 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: In artikel I, onderdeel D, komt artikel 99 te luiden:

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]];

PGB actueel door Arnold Verplancke

Nieuwsbericht 27 maart 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

PF Xx xx 2015 Pensioenfederatie x APF X X

10 x Pensioenfederatie x Pensioenfederatie De Pensioenfederatie is de overkoepelende belangenbehartiger van de Nederlandse pensioenfondsen. Zij vertegen woordigt namens ongeveer 240 Nederlandse pensioenfondsen de belangen van 5,5 miljoen deelnemers, 2,9 miljoen gepensio neerden en 8,3 miljoen gewezen deelnemers. Circa 85% van alle werkenden is aan gesloten bij een collectief pensioenfonds. De pensioenfondsen van de Pensioen federatie beheren samen ca. 1000 miljard euro. Contactinformatie Prinses Margrietplantsoen 90 2595 BR Den Haag Postbus 93158 2509 AD Den Haag T + 31 (0)70 76 20 220 info@pensioenfederatie.nl www.pensioenfederatie.nl Overname van tekst(delen) uit deze uitgave is mogelijk na toestemming van de Pensioenfederatie. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Pensioenfederatie, juli 2015 X X 2 2

PFInhoud APF 1 Inleiding 2 2 Oriëntatie op de problematiek van huidige pensioenfondsen 4 3 Schets van een APF 6 4 Redenen voor overstap naar een APF 17 5 Stappenplan voor overstap naar een APF 21 Bijlage 1: Verschillen tussen APF en multi-opf 26 Bijlage 2: De 5 bestuursmodellen voor een APF 29 1

1 Inleiding Dit document richt zich op de introductie van een Algemeen Pensioenfonds (APF). Het APF is vanaf 1 januari 2016 mogelijk. Het wetsvoorstel om te komen tot een APF komt voort uit de wens van werkgevers, werknemers en de politiek om een nieuwe pensioenuitvoerder mogelijk te maken. Met het APF kan een evenwicht worden gevonden tussen enerzijds het (zo veel mogelijk) in stand houden van de eigen identiteit van de aangesloten bedrijfstak(ken), onderneming(en) of beroepsgenoten bij de pensioenuitvoering (met solidariteit binnen de collectiviteitkring en invloed op de besluitvorming) en anderzijds het realiseren van meer schaalvoordelen. Die schaalvoordelen helpen de bestuurlijke lasten en uitvoeringskosten te beperken. Schaalvoordelen kunnen o.a. worden bereikt door gemeenschappelijkheid met betrekking tot vermogensbeheer, administratie, communicatie, externe adviesverlening en bestuursbureau. Meer schaalvoordelen kunnen verder worden bereikt als de dekkingsgraden van collectiviteitkringen niet meer verschillen en besloten wordt om eenzelfde (basis)pensioenregeling af te spreken. Dit document is bestemd voor partijen die overwegen over te stappen naar een APF of het eigen fonds beogen om te vormen tot een APF. Bij deze oriëntatie is het belangrijk om te weten wat op basis van de wetgeving mogelijk is. Daarnaast is het goed om te weten welke situaties zich bij een APF kunnen voordoen. In dit document gaan we daar op in. Het is afhankelijk van het type pensioenfonds wat, naast het fondsbestuur en andere fondsorganen, onder partijen wordt verstaan. Bij een ondernemingspensioenfonds is het de werkgever in overleg met de werknemers, vertegenwoordigd door vakorganisaties of een ondernemingsraad 1. Bij (niet verplichte) bedrijfstakpensioenfondsen zijn het werkgevers- en 1 Het is de werkgever die voor het uitvoeren van de pensioenregeling een uitvoeringsovereenkomst met het APF aangaat en ervoor zorgt dat de vakorganisaties (in geval van een ondernemings-cao) of ondernemingsraad zowel bij de inhoud van de pensioenregeling als (het aangaan van) de uitvoeringsovereenkomst betrokken worden/wordt. 2

werknemersorganisaties. Bij beroepspensioenfondsen is het de beroepspensioenvereniging 2. Voor de leesbaarheid van dit document is gekozen voor het begrip sociale partners om bovengenoemde personen/organisaties kort aan te duiden. Leeswijzer voor dit document De volgende onderwerpen komen aan bod: oriëntatie op de problematiek van huidige pensioenfondsen; schets van een APF; redenen voor overstap naar een APF; stappenplan voor overstap naar een APF. In twee bijlagen wordt ingegaan op de vijf bestuursmodellen die bij een APF mogelijk zijn en op de verschillen tussen een APF en een multi-opf. Dit document is niet bedoeld als een aanbeveling van de Pensioenfederatie om te komen tot een APF; het is een service aan de partijen die zich oriënteren op een APF. 2 De beroepspensioenvereniging spreekt de inhoud van de pensioenregeling af en gaat de uitvoeringsovereenkomst aan met het APF. 3

2 Oriëntatie op de problematiek van huidige pensioenfondsen De Pensioenfederatie heeft in 2014 een aantal bijeenkomsten voor kleinere pensioenfondsen (tot ca. 1 miljard belegd vermogen ultimo 2013) georganiseerd. Het doel van die bijeenkomsten was om de toekomst van pensioenfondsen te verkennen en de alternatieven voor een pensioenfonds te bespreken. Het APF werd door veel pensioenfondsen gezien als een interessante optie. Op basis van deze bijeenkomsten is het volgende beeld ontstaan. Zowel bij sociale partners als bij fondsbesturen is het besef dat een pensioenfonds een middel is - en geen doel op zich - om een kwalitatief goede pensioenregeling voor een collectief uit te voeren. Daarbij blijft van belang dat de betrokken werkgevers, werknemers, beroepsgenoten en pensioengerechtigden invloed (kunnen) uitoefenen op de uitvoering van de pensioenregeling. Het is een gezonde houding om periodiek af te wegen of de huidige wijze van uitvoering en de keuzes die daarbij zijn gemaakt ook voor de nabije toekomst nog steeds passend zijn. Daarbij is de kernvraag of het pensioenfonds de uitvoerder blijft van de pensioenregeling. In de afweging om al dan niet door te gaan met het pensioenfonds is het van groot belang om in te zien wat afscheid nemen van het pensioenfonds concreet betekent en hoe de alternatieven er uit zien. In de bijeenkomsten zijn vier belangrijke redenen genoemd waarom kan worden getwijfeld aan het voortbestaan van het pensioenfonds: Afnemend draagvlak: het draagvlak onder de aangesloten werkgever(s), sociale partners of de individuele deelnemers voor het bestaan van een (eigen) pensioenfonds neemt af. Het belang van behoud van de eigen identiteit bij de uitvoering van de pensioenregeling verliest terrein. De onderliggende redenen zijn divers. Zo kan er minder draagvlak zijn omdat een pensioenfonds (alsmaar) krimpt (dus dat het aantal deelnemers bij het fonds 4

afneemt) of dat het fonds slapend/gesloten is (er zijn alleen gewezen deelnemers, er vindt geen pensioenopbouw meer plaats). Meer complexiteit, deskundigheid en tijdsbeslag: de toegenomen wet- en regelgeving hebben tot gevolg dat de complexiteit toeneemt, waardoor de eisen die aan een pensioenfonds en haar bestuurders (deskundigheden en vaardigheden) worden gesteld steeds strenger worden. Daarnaast neemt het tijdsbeslag van bestuurders als gevolg van de toenemende complexiteit toe. Weinig kandidaten voor fondsorganen: het wordt steeds lastiger om geschikte kandidaten te vinden voor de fondsorganen (met name het bestuur en het verantwoordingsorgaan/belanghebbendenorgaan). Voor het voortbestaan van het fonds moeten er voldoende geschikte kandidaten zijn. Stijgende uitvoeringskosten: er is steeds meer aandacht voor kostenefficiëntie en de hoogte van de kosten per deelnemer. De vraag is steeds hoe de stijging van de uitvoeringskosten bij een pensioenfonds gerechtvaardigd/geaccepteerd kan worden. Het behalen van efficiencywinst, schaalvoordelen en schaalvergroting neemt toe aan belang. Elk van deze redenen kan uiteindelijk een bedreiging vormen voor het pensioenfonds. Met de introductie van een APF worden de mogelijkheden voor het onderbrengen van een pensioenregeling uitgebreid. De overstap naar een APF kan uitkomst bieden om de bovengenoemde bedreigingen het hoofd te bieden. 5

3 Schets van een APF Karakteristieken: Een APF wordt een nieuw type pensioenfonds. Het heeft altijd de stichting als rechtsvorm (en heeft geen winstdoelstelling). Het kan ondernemingen, bedrijfstakken en beroepsgroepen bedienen; verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen mogen echter niet aansluiten bij - of zich omvormen tot - een APF. Het heeft één of meer collectiviteitkringen; voor elke collectiviteitkring is het vermogen (activa en passiva) afgescheiden van het overige vermogen binnen het APF (dit wordt ringfencing genoemd). In een collectiviteitkring zijn één of meer pensioenregelingen ondergebracht. Een verplichtgestelde beroepspensioenregeling vormt altijd een aparte collectiviteitkring. Een APF kan door iedereen worden opgericht, zoals door een bestaand pensioenfonds, een pensioenuitvoeringsorganisatie of een verzekeraar; bestaande pensioenfondsen kunnen zich dus omvormen tot een APF of zich aansluiten bij een bestaand APF. Alle wettelijke bestuursmodellen voor een pensioenfonds zijn toegestaan. Het moet naast de collectiviteitkringen een afgezonderd weerstandvermogen hebben voor de algemene bedrijfsvoering. Een vergunning van DNB is verplicht om operationeel te kunnen zijn. Toelichting op de karakteristieken: APF is een nieuw type pensioenfonds Het APF wordt volgens de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling een pensioenfonds dat één of meer pensioenregelingen uitvoert en daarvoor een afgescheiden vermogen aanhoudt per collectiviteitkring. 6

Bestaande multi-opf en kunnen nog vijf jaar blijven bestaan na het inwerkingtreden van de Wet APF. Daarna vervalt de rechtsbasis voor een multiopf. Het ligt voor de hand dat een multi-opf zich aansluit bij - of omvormt tot - een APF. Wat het APF anders maakt, wordt meteen duidelijk als de definities naast elkaar worden gezet: bedrijfstakpensioenfonds: een pensioenfonds ten behoeve van één of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak; ondernemingspensioenfonds: a een pensioenfonds verbonden aan een onderneming of een groep (concern); of b een pensioenfonds verbonden aan meerdere ondernemingen of groepen door samenvoeging van de aan de afzonderlijke ondernemingen of groepen verbonden pensioenfondsen (dit is het multi-opf); beroepspensioenfonds: een voor een bepaalde beroepsgroep werkend pensioenfonds dat is opgericht ter uitvoering van een beroepspensioenregeling; algemeen pensioenfonds: een pensioenfonds dat één of meer pensioenregelingen uitvoert en daarvoor een afgescheiden vermogen aanhoudt per collectiviteitkring. Hieruit blijkt dat een APF niet gedwongen gekoppeld is aan één of meer specifieke doelgroepen. Het APF kan daardoor een open pensioenfonds zijn; de doelgroep van een APF bestaat uit een verzameling van groepen (collectiviteiten) die zich door het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst aansluit bij een APF. De doelgroep is dynamisch, wat wil zeggen dat partijen op enig moment kunnen toetreden of uittreden. Een APF kan voor verschillende groepen/collectiviteiten één of meer pensioenregelingen uitvoeren: voor ondernemingen, voor bedrijfstakken en voor beroepsgenoten. De verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen mogen zich niet aansluiten bij of omvormen tot een APF. Een APF kan dus 7

niet de pensioenregeling uitvoeren voor groepen die nu verplicht zijn tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (op grond van een verplichtstelling zoals bedoeld in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000). Het kabinet komt in het najaar van 2015 met de uitkomsten van het onderzoek om te bezien welke mogelijkheden er zijn voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen in relatie tot het APF. Wel wordt het voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen gemakkelijker gemaakt om onderling te fuseren. In de wet is opgenomen dat bedrijfstakpensioenfondsen bij fusie 3 hun vermogen mogen afscheiden van het andere vermogen in het pensioenfonds (ringfencen). Door fusie is er per collectiviteit van het fuserende bedrijfstakpensioenfonds een collectiviteitkring. Door fusie ontstaat er een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds met twee of meer collectiviteitkringen (afhankelijk van hoeveel fondsen fuseren). Op deze manier is een verschil in dekkingsgraad tussen de bedrijfstakpensioenfondsen geen belemmering meer om samen door te gaan in één verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds (dit is dus geen APF). APF voert alleen pensioenregelingen uit Het APF mag alle soorten pensioenregelingen uitvoeren (zoals DB- en DC-regelingen), maar moet zich aan de zogenaamde productafbakening houden. Dat wil zeggen dat het APF net als andere pensioenfondsen geen individuele aanvullende verzekeringen in de derde pijler, zoals een lijfrente of banksparen, mag aanbieden. Een vrijwillige pensioenregeling in aanvulling op de basispensioenregeling mag wel. De vrijwillige pensioenregeling mag in een aparte collectiviteitkring worden uitgevoerd. 3 Dit is een juridische fusie als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 7. 8

Collectiviteitkring Een APF heeft één of meer collectiviteitkringen. Het is een kring: voor een groep/collectiviteit die door sociale partners is vastgesteld; waarin één of meer pensioenregelingen is/zijn ondergebracht; waarbinnen de daarin ondergebrachte pensioenregelingen één financieel geheel vormen; met een (van de andere kringen) afgescheiden vermogen (activa en passiva). Het FTK is per kring van toepassing; de kring heeft derhalve zijn eigen dekkingsgraad. Open of gesloten kring In een collectiviteitkring kunnen meerdere ondernemingen of bedrijfstakken meedoen. Het is mogelijk om de collectiviteitkring te sluiten voor anderen. Dit betekent dat een pensioenregeling van een pensioenfonds bij een collectiviteitkring van een APF wordt ondergebracht en de betrokken sociale partners met het APF afspreken dat alleen deelnemers die behoren tot dezelfde collectiviteit worden toegelaten tot die kring. Daarmee blijft de collectiviteit van het oorspronkelijke pensioenfonds volledig intact. Een gesloten kring moet in de statuten van een APF geregeld worden. Zoals gezegd krijgen verplichte beroepspensioenregelingen een eigen collectiviteitkring en die kring is dus per definitie gesloten. De collectiviteitkring kan ook open (dynamisch) zijn. Sociale partners zullen de omvang van hun collectiviteitkring bepalen waarvoor een kring bij een APF wordt ingericht. Dit kan betekenen dat met het APF afgesproken wordt dat de kring onder bepaalde voorwaarden opengesteld wordt ter vergroting van het collectief. Dit houdt in dat andere werkgevers zich (onder voorwaarden) kunnen aansluiten bij de betreffende collectiviteitkring. 9

Van fondscollectief naar collectiviteitkring Als een pensioenfonds overstapt naar (of omvormt tot) een APF, kan één van de drie volgende situaties ontstaan: 1 voortzetting huidige collectiviteit van het fonds: het pensioenfonds wordt door de overstap één gesloten kring, ter continuering van de huidige doelgroep; Fonds A met Pensioenregeling 1 Kring 1 Betreft een gesloten collectiviteitkring. Er kunnen geen deelnemers van buiten het pensioenfonds worden toegevoegd. 2 splitsing huidige collectiviteit van het fonds: het pensioenfonds wordt door de overstap gesplitst in twee of meer kringen; het is bijvoorbeeld mogelijk om de basisregeling in één kring en de aanvullende vrijwillige regeling in een andere kring onder te brengen 4 ; Fonds A met Pensioenregeling 1 Basisregeling in kring 1 Vrijwillige (excedent) regeling in kring 2 Betreft twee keer een gesloten collectiviteitkring. 4 Zo kan een (vrijwillige) netto pensioenregeling voor deelnemers met een pensioengevend inkomen boven G 100.000 per jaar worden ondergebracht in een eigen kring; de basispensioenregeling voor deelnemers met een pensioengevend inkomen onder G 100.000 per jaar bevindt zich in een andere kring. Dit vereenvoudigt de uitvoering van een netto pensioenregeling. 10

3 vergroten huidige collectiviteit van het fonds: het pensioenfonds wordt door de overstap onderdeel van een open kring; die kring heeft de intentie om de doelgroep van de kring uit te breiden door het (op termijn) samenvoegen van de huidige groep met één of meer andere groepen. Fonds A met Pensioenregeling A Fonds B met Pensioenregeling B Samengevoegde kring met Pensioenregeling C Betreft een open collectiviteitkring. In de toekomst kunnen deelnemers van een ander pensioen fonds worden toegevoegd. Voorbeeld Algemeen Pensioenfonds RVT* *Tenzij one tier board BESTUUR APF Kring 1 met BO* Kring 2 met GBO** Kring 3 met GBO** Kring 4 met BO* *BO is belanghebbendenorgaan **GBO is gemeenschappelijk belanghebbendenorgaan 11

De werkingssfeer van de collectiviteitkring wordt vastgelegd in de statuten van het APF. Er wordt een omschrijving opgenomen van alle kringen door per kring de doelgroep te omschrijven met de daarin ondergebrachte pensioenregelingen. Vinden daarna in de collectiviteitkringen wijzigingen plaats of wijzigt het aantal kringen door toetreding, uittreding, splitsing of samenvoeging, dan moeten de statuten daarop aangepast worden. Keuze uit de bestuursmodellen Op basis van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (wijziging van de Pensioenwet per 1 juli 2014) kunnen de pensioenfondsen uit vijf bestuursmodellen kiezen, te weten: paritair, paritair omgekeerd gemengd, paritair gemengd, onafhankelijk en onafhankelijk gemengd 5. Voor het APF kan worden gekozen uit deze bestuursmodellen. Het bestuursmodel geldt voor het gehele APF (voor alle kringen). De wijze van invloed van belanghebbenden (werkgevers, werknemers, beroepsgenoten en pensioengerechtigden) in het APF is afhankelijk van het gekozen bestuursmodel. Bij de drie paritaire bestuursmodellen hebben de belanghebbenden invloed via deelname aan het bestuur en het verantwoordingsorgaan. Bij de twee onafhankelijke bestuursmodellen hebben de belanghebbenden invloed via het belanghebbendenorgaan. Daarbij wijzen we op de volgende punten: In het APF moet, afhankelijk van het bestuursmodel, voor iedere collectiviteitkring een verantwoordingsorgaan of een belanghebbendenorgaan worden ingesteld. Als er twee of meer kringen zijn zal een APF twee of meer verantwoordingsorganen of (in principe) belanghebbendenorganen hebben. De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan en het belanghebbendenorgaan betreffen uitsluitend hun eigen kring en niet de bedrijfsvoering van het APF zelf. Het bestaan van meerdere verantwoordings- of belanghebbendenorganen binnen een APF vergroot evenwel het risico dat de governance binnen het APF complex wordt. Het is van belang de consequenties hiervan in beeld te brengen. 5 De vijf bestuursmodellen zijn in bijlage 2 opgenomen. 12

De effectiviteit van het bestuursmodel is van groot belang. Voor de drie paritaire bestuursmodellen bestaat er geen verplichting dat elke kring (in gelijke mate) vertegenwoordigd is in het bestuur. De betrokken partijen kunnen hierover afspraken maken. Het ligt evenwel voor de hand te zorgen voor bestuurlijk draagvlak binnen een kring. Een of meer vertegenwoordigers vanuit de kring in het bestuur is dan ook aan te raden. Bij de twee onafhankelijke bestuursmodellen kan worden afgesproken om voor twee of meer kringen één gemeenschappelijk belanghebbendenorgaan in te stellen 6. Het intern toezicht moet worden belegd bij een raad van toezicht, tenzij voor een gemengd bestuur (one tier board) wordt gekozen. Bij een gemengd bestuur is het intern toezicht belegd bij de niet uitvoerende bestuursleden. Een visitatiecommissie is dus niet mogelijk bij een APF. Om de schaalvoordelen van een APF te optimaliseren kan gekozen worden voor een onafhankelijk bestuur van beperkte omvang (minimaal twee leden) met daarnaast een belanghebbendenorgaan van beperkte omvang. De betrokken partijen kunnen afspreken dat voor de aanwezige kringen één belanghebbendenorgaan wordt ingesteld. Dan zal er dus door betrokken partijen een afspraak worden gemaakt over de vertegenwoordiging in het belanghebbendenorgaan. Dit gemeenschappelijke belanghebbendenorgaan heeft alle bevoegdheden die een belanghebbendenorgaan per kring zou hebben gehad. Bij de twee onafhankelijke bestuursmodellen is zoals gezegd voor elke kring een belanghebbendenorgaan verplicht. Als een slapend/ gesloten pensioenfonds (dit is een fonds met alleen gewezen deelnemers/geen voortzetting van pensioenopbouw meer) overstapt 6 De wet geeft niet expliciet de mogelijkheid om in de paritaire bestuursmodellen te werken met een gemeenschappelijk verantwoordingsorgaan. Wellicht kan in overleg met DNB, analoog aan het belanghebbendenorgaan, een gemeenschappelijk verantwoordingsorgaan voor twee of meer kringen worden afgesproken. 13

naar een APF (op basis van een uitvoeringsreglement), is het niet verplicht dat er een werkgeversgeleding in het belanghebbendenorgaan wordt opgenomen. Hierover kunnen afspraken worden gemaakt. Het is namelijk goed voor te stellen dat in geval van een slapend/gesloten pensioenfonds, waarin de werkgever geen financiële betrokkenheid meer hoeft te hebben, de werkgever geen zitting zal nemen in het belanghebbendenorgaan. Vergunning is verplicht voor een APF Er geldt een vergunningplicht voor een APF. De reden ervoor is dat het doel van een APF is om diverse geringfencete pensioenregelingen uit te voeren waardoor de uitvoering meer complex wordt dan bij de andere typen pensioenfondsen. Die vergunning moet al vóór het starten van een APF bij DNB verkregen worden. Voor het verkrijgen van een vergunning moet voldaan zijn aan de eisen die de wet stelt aan de bestuursstructuur, de geschiktheid en het tijdsbeslag van de bestuurders en de intern toezichthouders, de bedrijfsvoering, de uitbesteding van werkzaamheden en de aanwezigheid van voldoende weerstandsvermogen van het APF. De statuten van het APF, de pensioenreglementen en de uitvoeringsovereenkomsten zullen (al dan niet in concept) aan DNB moeten worden overgelegd. Weerstandsvermogen van het APF Een APF moet over een eigen vermogen beschikken; dit wordt het weerstandsvermogen genoemd 7. Het is bedoeld om de bedrijfsrisico s op het niveau van het APF als geheel op te vangen en daarmee de continuïteit van het APF te waarborgen. Het bestuur van het APF is verantwoordelijk voor de beheersing van deze risico s. De hoogte van het vereiste weerstandsvermogen is afhankelijk van de specifieke bedrijfsrisico s die een APF loopt. Er gelden nadere regels met betrekking tot het weerstandsvermogen 8. 7 De hoogte van het weerstandsvermogen is gerelateerd aan de waarde van het beheerd pensioenvermogen van het APF en varieert tussen minimaal G 500.000 en maximaal G 20 miljoen. 8 De eisen die worden gesteld aan het weerstandsvermogen zijn opgenomen in het Besluit uitvoering Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. 14

Het weerstandsvermogen draagt geen biometrisch risico en beleggingsrisico, want die risico s zijn ondergebracht in (en komen voor rekening van) de collectiviteitkringen. De pensioenen en pensioenaanspraken komen dus altijd ten laste van het afgescheiden vermogen van de collectiviteitkring waar de betreffende pensioenregeling is ondergebracht. Ook alle kosten die worden gemaakt om de pensioenregeling uit te voeren én die in de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement met het APF zijn opgenomen, komen ten laste van het afgescheiden vermogen van de collectiviteitkring waar de betrokken pensioenregeling is ondergebracht. De partijen die een APF willen oprichten en - als dat is afgesproken - de partijen die zich aansluiten bij een APF, gaan bijdragen aan het weerstandsvermogen. Geen afwijkende fiscale positie APF Uitgangspunt is dat de fiscale positie van een APF niet verschilt van een ander pensioenfonds. Het APF is immers een pensioenfonds. Zo is een APF voor de vennootschapsbelasting subjectief vrijgesteld. Ook met betrekking tot de btw is de positie van een APF gelijk aan een pensioenfonds. Over de diensten die het APF zelf verricht aan de kringen wordt geen btw afgedragen. Over de diensten die het APF inkoopt (zoals vermogensbeheer en pensioenadministratie) moet in het algemeen wel btw worden afgedragen door de externe dienstverlener. Als die worden verleend aan één of meer collectiviteitkringen met een DB-regeling (en waarschijnlijk ook een CDC-regeling) komt de btw ten laste van de betrokken kringen en wordt de btw afgedragen door de externe dienstverlener. Alleen als het APF louter DC-regelingen uitvoert, zou dat betekenen dat er een btw-vrijstelling geldt voor alle in te kopen diensten door het APF. Als een APF zowel DB- als DC-regelingen uitvoert (voor diverse kringen) is er sprake van een gecompliceerde btw-situatie. Dan zullen de in te kopen diensten ten behoeve van de btw moeten worden uitgesplitst per kring. Een APF wordt voor de btw niet beschouwd als een gemeenschappelijk beleggingsfonds. De btw-positie van pensioenfondsen, waaronder een APF, is evenwel nog onderwerp van discussie in de politiek en de rechtspraak. 15

4 Redenen voor overstap naar een APF Sociale partners kunnen verschillende redenen hebben om naar een APF over te stappen. De vraag is of het APF uitkomst biedt voor de bedreigingen die er zijn voor het pensioenfonds. Reden 1 - afnemend draagvlak: het is de vraag of met een overstap naar een APF het draagvlak onder de werkgever(s), sociale partners of de deelnemers voor het hebben van een eigen pensioenuitvoerder toeneemt. Hierop is in algemene zin geen antwoord te geven omdat de redenen van draagvlakvermindering voor een pensioenfonds divers zijn. Zo kan een forse vermindering van het aantal deelnemers in het pensioenfonds het draagvlak voor een fonds doen verminderen. Als bij een krimpend fonds (aantal deelnemers neemt verder af) of bij een slapend/gesloten fonds (er zijn alleen gewezen deelnemers) de hoogte van de uitvoeringskosten zodanig is dat het niet meer gerechtvaardigd is om door te gaan met het pensioenfonds, kan een APF een oplossing zijn. Als een dergelijk fonds overstapt naar een APF kunnen de betrokken partijen kiezen uit een open of gesloten collectiviteitkring. Voordeel van een open kring is dat (op termijn) één of meer andere collectiviteiten in de kring kunnen deelnemen. Daarbij is het ook mogelijk dat verschillende slapende/gesloten fondsen samen één APF oprichten (met optioneel voor elk fonds een eigen gesloten kring). Reden 2 - meer complexiteit, deskundigheid en tijdsbeslag: ook een APF heeft te maken met complexe wet- en regelgeving, waardoor strenge eisen aan bestuurders met betrekking tot geschiktheid (deskundigheden en vaardigheden) worden gesteld. Het voordeel van een APF is dat fondsen samen in één APF stappen en één bestuur vormen. De bestuurslasten zullen daarmee naar verwachting worden verlaagd (er zal minder tijd aan besturen worden besteed door de betrokken belanghebbenden). Dit is zeker het 16

geval als gekozen wordt voor een onafhankelijk bestuursmodel. De specifieke belangen worden in dat model door het belanghebbendenorgaan per kring behartigd. Het is daarbij mogelijk om voor twee of meer kringen één belanghebbendenorgaan in te stellen. Dit gemeenschappelijke belanghebbendenorgaan heeft alle bevoegdheden die een belanghebbendenorgaan per kring zou hebben gehad. De zwaarte van de werkzaamheden van het belanghebbendenorgaan is gerelateerd aan de complexiteit van de pensioenregelingen in de collectiviteitkring. Vanwege de aan het belanghebbendenorgaan toegekende wettelijke goedkeuringsrechten, worden de leden van dat orgaan als medebeleidsbepalers gekwalificeerd en getoetst door DNB. Reden 3 - weinig kandidaten fondsorganen: door via een APF te zorgen voor één bestuur, is de kans groter dat er voor het bestuur voldoende geschikte kandidaten voor het bestuur worden gevonden. Voor een paritair bestuur kunnen de partijen van de betrokken kringen afspraken maken over de vertegenwoordiging van werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden in het bestuur. Er kan voor gekozen worden om het verantwoordingsorgaan beperkt van omvang te houden. In een onafhankelijk bestuursmodel kunnen de betrokken partijen afspraken maken over de vertegenwoordiging van werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden in het belanghebbendenorgaan. Ook dan valt een klein belanghebbendenorgaan vanuit efficiëntie te overwegen. Daarbij kan de afspraak worden gemaakt om voor twee of meer kringen één belanghebbendenorgaan in te stellen. Als de betrokken partijen dit wensen is het mogelijk om samen in één collectiviteitkring te stappen. Dit maakt het eenvoudiger om geschikte kandidaten te vinden voor een verantwoordingsorgaan of een belanghebbendenorgaan. Reden 4 - stijgende uitvoeringskosten: door de overstap naar een APF kunnen op diverse gebieden de uitvoeringskosten worden gedeeld (per saldo verlaagd). Het APF geeft de mogelijkheid tot kostenverlaging direct en op termijn. Directe kostendeling is 17

mogelijk door het hebben van één APF-bestuursbureau, dat voor alle kringen werkt en zorgt voor gemeenschappelijke inkoop van externe dienstverlening. De kostenefficiëntie neemt verder toe als binnen een kring oude pensioenregelingen (met alle opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen) worden ingebracht bij de geldende pensioenregeling in die kring en/of als meerdere fondsen direct overstappen naar één kring. Op termijn kunnen de kosten verder omlaag als alle bij het APF betrokken partijen afspreken dat er één kring komt voor de basispensioenregeling van het APF en eventueel één kring voor de vrijwillige aanvullende regeling. In dat geval zal gemeenschappelijk beleid worden gevoerd binnen het APF. Denk met name aan één gemeenschappelijk beleggingsbeleid. Hoe meer eenheid in beleid binnen het APF, hoe lager de kosten. Eigen identiteit Doordat een APF collectiviteitkringen kent, is het mogelijk om de eigen identiteit van de onderneming, bedrijfstak of beroepsgroep bij de uitvoering van de pensioenregeling te behouden. Want door een eigen kring te hebben, is het mogelijk de pensioenregeling (afgescheiden van de anderen) uit te voeren, met behoud van solidariteit binnen de al bestaande collectiviteit en invloed via het bestuur en het verantwoordingsorgaan dan wel het belanghebbendenorgaan. Hoewel het behoud van eigen identiteit bij een aantal partijen aan waarde heeft verloren, kan het voor partijen die er wel waarde aan hechten een krachtig argument zijn voor de overstap naar een APF met een gesloten collectiviteitkring. Wijze van onderbrenging Er zijn drie mogelijkheden voor sociale partners om het pensioenfonds volledig bij een APF onder te brengen: aansluiting bij een al bestaand APF; omvorming van het huidige pensioenfonds tot een APF en opengesteld voor andere collectiviteiten/pensioenfondsen; fusie 9 van het huidige pensioenfonds met één of meer andere pensioenfondsen tot een APF. 9 Dit is een juridische fusie als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 7. Er geldt een wettelijke procedure om te komen tot een fusie. 18

Aandachtspunten Het APF kent een aantal aandachtspunten dat bij de keuze voor een APF zal meewegen. Een deel van de huidige zeggenschap kan bij een APF uit handen worden gegeven aan het bestuur van het pensioenfonds. Dit geldt met name bij een onafhankelijk (gemengd) bestuursmodel, waarin het bestuur van een APF voor verschillende kringen beleid zal maken. Daarbij geldt wel dat voor elke kring het belanghebbendenorgaan op belangrijke (in de wet opgenoemde) bestuursbesluiten goedkeuringsrecht heeft. Het is dus van belang eerst goed af te wegen naar welk bestuursmodel de voorkeur uitgaat. Bij de keuze voor een bepaald APF is het vervolgens goed om te letten op de verdere vormgeving en inrichting van het APF, of andere collectiviteitkringen aan het APF (kunnen gaan) deelnemen en hoe het toetredings- en uittredingsbeleid van het APF luidt of gaat luiden. Naast de voordelen op korte termijn kan op de langere termijn meer voordeel behaald worden door kringen samen te voegen en pensioenregelingen te uniformeren. Bij een overstap naar een APF is van belang te weten of dit langere termijndoel aan de orde is. 19

5 Stappenplan voor overstap naar een APF Dit stappenplan geeft aan welke stappen in het algemeen doorlopen worden bij een overstap naar een APF. Voor de betrokken partijen is het van belang om vooraf goed inzicht te krijgen in welke acties concreet genomen moeten worden. Stap 1: Onderzoek naar noodzaak en gevolgen van overstap Eerste stap is een onderzoek naar de voor- en nadelen van de overstap naar een APF. Biedt de overstap naar een APF uitkomst voor de problemen of bedreigingen die er nu zijn voor het pensioenfonds? Hoe percipiëren de belanghebbenden (aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden) het afscheid nemen van het eigen pensioenfonds? Het is van belang om hen te vragen naar hun mening over de toekomst van het pensioenfonds. De meningen worden meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek kan leiden tot een voornemen om over te stappen naar een APF en tot concretisering van de vorm van een APF. Naar verwachting zijn het de sociale partners die zo n onderzoek verrichten dan wel een opdracht daartoe verstrekken. Het pensioenfondsbestuur zal bij het onderzoek worden betrokken. In geval van een slapend/gesloten pensioenfonds ligt het voor de hand dat het pensioenfondsbestuur het onderzoek verricht of een opdracht daartoe verstrekt. De volgende onderzoeksvragen kunnen aan de orde komen: welk doel wordt met de overstap gediend? Zie hierboven de redenen/bedreigingen om eventueel de overstap naar een APF te maken; in hoeverre is de huidige situatie van het pensioenfonds nog houdbaar voor de komende periode van 3 tot 5 jaar?; welke uitvoeringsmogelijkheden zijn er? (Naast de mogelijkheid van het APF kan ook het aansluiten bij een (groter) bedrijfstak- 20

pensioenfonds en het overstappen naar een verzekeraar of een premiepensioeninstelling (PPI) worden onderzocht. Wat zijn daarvan de voor- en nadelen?; is er een kwantitatieve inschatting van de beoogde kostenbesparing (met betrekking tot vermogensbeheer, pensioenadministratie, communicatie, externe adviesverlening en bestuursbureau)?; is er een inschatting van de (initiële) transitiekosten van de overstap naar een APF?; op welke termijn is een overstap naar een APF wenselijk en realiseerbaar?; wat zijn de wensen met betrekking tot de governance van een APF (voor- en nadelen per bestuursmodel wat betreft zeggenschap voor belanghebbenden, het aantal geschikte kandidaten in de organen van het APF, tijdsbeslag van die kandidaten en bestuurskosten)?; gaat het alleen om ringfencing van de bestaande pensioenregeling(en) of is ringfencing met name gewenst in verband met een voorgenomen transitie naar een nieuwe pensioenregeling?; zijn de voor- en nadelen van ringfencing in kaart gebracht? Stap 1 eindigt doordat sociale partners weloverwogen gekozen hebben voor al dan niet de overstap naar een APF (naar verwachting in samenspraak met het fondsbestuur). In geval van een slapend/gesloten pensioenfonds zal het fondsbestuur een keuze hebben gemaakt. Stap 2: Verkenning van de opties voor een APF en opstellen van actieplan Als sociale partners gekozen hebben voor een APF, wordt vervolgens gekeken naar de praktische uitvoering van de overstap. Het is mogelijk dat dit ook al in stap 1 aan de orde is gekomen. In deze fase wordt een definitieve keuze gemaakt tussen: a aansluiten bij een bestaand APF met opheffing/liquidatie van het pensioenfonds; b omvormen van het pensioenfonds tot een APF door het wijzigen van de statuten van het pensioenfonds; 21

c fusie met één of meer andere fondsen om te komen tot een APF; dit betreft een juridische fusie tussen twee of meer fondsen. In deze fase wordt onderhandeld over de toetredings- en uittredingsvoorwaarden bij het APF, op te nemen in de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement. Dit leidt tot een keuze voor een bepaald APF. De belanghebbenden worden geïnformeerd over de keuze. Het verdient aanbeveling om in deze fase een actieplan op te stellen. Welke acties moeten concreet allemaal worden genomen bij a t/m c? Daarbij geeft het plan aan wie wat moet doen en wanneer dit gerealiseerd moet zijn. Stap 3: Voorbereiding formele besluitvorming Vervolgens wordt de formele besluitvorming voor de overstap voorbereid. Onderdeel van het actieplan is om de benodigde besluiten in kaart te brengen en voor te bereiden. Sociale partners gaan besluiten om de pensioenregeling onder te brengen bij het APF; dit gebeurt door een uitvoeringsovereenkomst aan te gaan met het APF. In dit stadium wordt er gewerkt aan een conceptuitvoeringsovereenkomst. De betrokken partijen werken toe naar een definitieve overeenkomst. Als er ook sprake is van wijziging van de pensioenregeling, al dan niet samen met het onderbrengen van oude pensioenregelingen in de pensioenregeling, bespreken de sociale partners deze wijziging in het arbeidsvoorwaardenoverleg. In dit stadium wordt er gewerkt aan een conceptwijziging van de pensioenregeling/het pensioenreglement (uit te voeren door het APF). In geval van een slapend/gesloten pensioenfonds zal het fondsbestuur een conceptuitvoeringsreglement opstellen. Daarnaast dient het fondsbestuur te besluiten om de reeds opgebouwde aanspraken via collectieve waardeoverdracht (artikelen 84 PW of 92 Wvb) onder te brengen bij het APF dan wel - als er sprake is van omvorming van het pensioenfonds tot het APF of juridische fusie van het fonds om te komen tot het APF - tot een statutenwijziging van het pensioenfonds. In dit stadium wordt er gewerkt aan een conceptbesluit voor collectieve waardeoverdracht aan het APF respectievelijk conceptstatuten van het APF. 22

Stap 4: Formele besluitvormingsproces Vervolgens is het van belang dat de formele besluitvorming correct plaatsvindt. Daarbij moet het fondsbestuur voldoen aan bestaande (wettelijke en/of statutaire) verplichtingen om andere fondsorganen bij de besluitvorming te betrekken. Zo moet het bestuursbesluit tot collectieve waardeoverdracht ter goedkeuring aan de raad van toezicht van het fonds en ter advies aan het verantwoordingsorgaan van het fonds worden voorgelegd. Het bestuursbesluit tot opheffing/liquidatie van het fonds of tot fusie van het fonds moet ter goedkeuring aan de raad van toezicht van het fonds en ter advies aan het verantwoordingsorgaan van het fonds worden voorgelegd. Stap 5: Implementatie/realisatie Na het doorlopen van het formele besluitvormingsproces vindt de implementatie plaats. Afhankelijk van de gekozen route kan worden gedacht aan de volgende acties: a Aansluiten bij een bestaand APF definitief bestuursbesluit tot liquidatie en dit besluit publiceren aansluiten bij een APF via wijziging van de statuten van het APF en het overeenkomen van de uitvoeringsovereenkomst met het APF (of uitvoeringsreglement bij het APF) verzoek tot collectieve waardeoverdracht indienen bij DNB via artikel 84 PW of artikel 92 Wvb informatie verstrekken aan belanghebbenden (aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden) afstemming met betrokken pensioenuitvoeringsorganisatie over administratieve consequenties administratieve verwerking (systeemaanpassingen en overdracht gegevens) overdracht van vermogen/beleggingen afstemmen en realiseren overeenkomsten met alle externe partijen/dienstverleners aanpassen bijdragen aan weerstandsvermogen van het APF als dat is afgesproken zorgdragen voor bemensing/vertegenwoordiging in het bestuur van het APF en van het belanghebbendenorgaan of het verantwoordingsorgaan per collectiviteitkring 23

b Omvormen van het pensioenfonds tot een APF definitief besluit tot statutenwijziging van het fondsbestuur indienen (en verkrijgen) van de vergunningaanvraag bij DNB met daarbij de benodigde stukken 10 zorgen voor een aangepaste uitvoeringsovereenkomst met het APF informatie verstrekken aan belanghebbenden (aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden) overeenkomsten met alle externe partijen/dienstverleners aanpassen zorgdragen voor het vereiste weerstandsvermogen van het APF zorgdragen voor bemensing/vertegenwoordiging in het bestuur van het APF en van het belanghebbendenorgaan of verantwoordingsorgaan per collectiviteitkring c Fusie met één of meer andere fondsen om te komen tot een APF definitief fusiebesluit, fusiebesluit publiceren en het notarieel laten verlijden van de akte van fusie indienen (en verkrijgen) van de vergunningaanvraag bij DNB met daarbij de benodigde stukken zorgdragen voor aangepaste uitvoeringsovereenkomsten met het APF (of uitvoeringsreglementen bij het APF) informatie verstrekken aan belanghebbenden (aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden) afstemming met betrokken pensioenuitvoeringsorganisaties over administratieve consequenties administratieve verwerking (systeemaanpassingen en overdracht gegevens) overeenkomsten met externe partijen/dienstverleners aanpassen bijdragen aan weerstandsvermogen van het APF zorgdragen voor bemensing/vertegenwoordiging in het bestuur van het APF en van het belanghebbendenorgaan of het verantwoordingsorgaan per collectiviteitkring 10 De vergunningvereisten zijn opgenomen in het Besluit uitvoering Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. 24

Bijlage 1 Verschillen tussen APF en multi-opf In 2010 is de optie voor het oprichten van een multi-opf in de wet opgenomen. Er is maar een zeer beperkt aantal multi-opf en opgericht, omdat het in de praktijk lastig bleek om te komen tot een multi-opf. Bij de totstandkoming van wetgeving voor een APF is hiermee zoveel mogelijk rekening gehouden. Met de introductie van APF komt het multi-opf te vervallen. Na inwerkingtreding van de Wet APF mag er geen multi-opf meer worden opgericht. Bestaande multi-opf en moeten in maximaal vijf jaar worden omgevormd tot een APF of kunnen zich aansluiten bij een APF. Deze bijlage is bedoeld om aan te geven dat een APF een veel bredere reikwijdte heeft, gemakkelijker te realiseren is en efficiënter in te richten is dan een multi-opf. Reikwijdte Een multi-opf was beperkt tot het samenvoegen van ondernemingspensioenfondsen. In een APF kunnen verschillende soorten pensioenfondsen samengaan, met uitzondering van de verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Zelfs werkgevers die momenteel hun collectieve pensioenregeling bij een verzekeraar hebben ondergebracht, kunnen hun pensioenregeling bij een APF onderbrengen. Oprichting Een multi-opf kon alleen door en uit de betrokken pensioenfondsen tot stand komen. Bovendien moesten de betrokken pensioenfondsen ieder afzonderlijk al vijf jaar vóór de samenvoeging aan hun betreffende onderneming of groep zijn verbonden. Mede door deze eisen hebben veel liquiderende pensioenfondsen het vinden van een geschikte fusiepartner als een grote drempel ervaren. Een APF daarentegen kan door iedereen worden opgericht (zoals sociale partners, pensioenuitvoeringsorganisatie of een verzekeraar). Zo kan een leeg APF worden opgericht, waar pensioenfondsen kunnen instappen. 25

Daarbij speelt nog een verschil met betrekking tot collectieve waardeoverdracht. Als een pensioenfonds zich aansluit bij een APF zal er sprake zijn van een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 84 Pw en artikel 92 Wvb (nieuw wetsartikel). Dat betekent dat alle opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen worden omgezet in de pensioenregeling bij het APF, zonder dat betrokkenen ertegen bezwaar kunnen maken. Er zullen dus geen rechten bij het oude fonds achterblijven. In geval van aansluiting (fusie) bij een multi-opf moest een ondernemingspensioenfonds de procedure van artikel 83 PW en 91 Wvb volgen. Dit hield in dat collectieve waardeoverdracht plaatsvond nadat betrokkene geen bezwaar had gemaakt tegen zijn of haar waardeoverdracht naar het multi-opf. Collectieve waardeoverdracht naar een APF is derhalve eenvoudiger te realiseren dan naar een multi-opf. Ringfencing Bij een multi-opf was er sprake van verplichte ringfencing. Elk fonds had na samenvoeging een eigen gesloten kring. Als meerdere pensioenfondsen vanuit het oogpunt van kostenbeheersing zouden besluiten om hun pensioenregelingen in één collectiviteitkring onder te brengen, was dat bij een multi-opf niet mogelijk. Bij een APF is ringfencing niet verplicht. Bestuur Het paritair bestuur van een multi-opf had beslissingsbevoegdheden ten aanzien van alle ondergebrachte pensioenregelingen. Dat vormde voor de betrokken bestuursleden een grote belasting. Dat vereiste een zorgvuldige selectie van de bestuurders omdat het totale aandachtsgebied in het bestuur de specifieke pensioenregeling (van de eigen collectiviteitkring) overstijgt. Daarnaast moesten in het bestuur vertegenwoordigers van de verschillende geledingen/kringen zitten. Dit leidde tot een groot aantal bestuursleden. Pas vanaf 1 juli 2014 werd een onafhankelijk bestuursmodel mogelijk voor een multi-opf. Bij het APF hoeven deze problemen niet te bestaan. Bij een APF kan worden gekozen uit één van de vijf bestuursmodellen, waaronder een onafhankelijk bestuursmodel. Daardoor is het mogelijk dat het APF bestuurd wordt door enkele onafhankelijke bestuurders met daarnaast 26

belanghebbendenorganen voor elke collectiviteitkring. Daarbij kan worden afgesproken dat voor twee of meer kringen er één gemeenschappelijk belanghebbendenorgaan komt. Het voordeel van een onafhankelijk bestuursmodel is dat de belanghebbenden niet meer deelnemen in het bestuur en dus minder bestuurlijke last/druk ervaren. Weerstandsvermogen Om financiële risico s alleen terecht te laten komen in de collectiviteitkringen waar die hun oorsprong vinden, geldt voor het APF een stevigere juridische techniek van ringfencing dan bij het multi-opf. Door een goederenrechtelijke afscheiding van pensioenvermogens in een APF, ontstaat er een weerstandsvermogen voor de bedrijfsvoering van het APF en zijn er verschillende collectiviteitkringen met eigen pensioenvermogens. Een multi-opf kende geen eigen weerstandsvermogen. De scherpe scheiding van de vermogens van de diverse collectiviteitkringen en de verhaalsmogelijkheden op de afgescheiden vermogens maken het noodzakelijk om in de uitvoeringsovereenkomsten en de overeenkomsten met externe partijen/dienstverleners goed te regelen welke vorderingen op de afzonderlijke pensioenvermogens worden verhaald. 27

Bijlage 2 De 5 bestuursmodellen voor een APF Model 1: Paritair model Intern toezicht Raad van toezicht BESTUUR APF Max. 2 externen Werkgevers Werknemers Pensioengerechtigden Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan per kring Optioneel: Werkgever(s) Verantwoording en medezeggenschap 28

Model 2: Paritair omgekeerd gemengd model BESTUUR APF Uitvoerende bestuursleden: externen Niet uitvoerende bestuursleden met toezichttaak: belanghebbenden én onafhankelijke voorzitter Intern toezicht Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan per kring Optioneel: Werkgever(s) Verantwoording en medezeggenschap 29

Model 3: Paritair gemengd model BESTUUR APF Max. 2 externen Uitvoerende bestuursleden: belanghebbenden Niet uitvoerende bestuursleden met toezichttaak: min. 3 externen Intern toezicht Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan per kring Optioneel: Werkgever(s) Verantwoording en medezeggenschap 30

Model 4: Onafhankelijk model Intern toezicht Raad van toezicht BESTUUR APF Minimaal 2 externen Werknemers Niet verplicht bij pensioenregeling zonder voortzetting opbouw Pensioengerechtigden Werkgever(s) Belanghebbendenorgaan per kring (of meerdere: GBO*) Verantwoording en medezeggenschap *GBO is gemeenschappelijk belanghebbendenorgaan 31

Model 5: Onafhankelijk gemengd model BESTUUR APF Uitvoerende bestuursleden: minimaal 2 externen Niet uitvoerende bestuursleden met toezichttaak: minimaal 3 externen Intern toezicht Werknemers Niet verplicht bij pensioenregeling zonder voortzetting opbouw Pensioengerechtigden Werkgever(s) Belanghebbendenorgaan per kring (of meerdere: GBO*) Verantwoording en medezeggenschap *GBO is gemeenschappelijk belanghebbendenorgaan 32

Xx xx 2015 x COLOFON X Eindredactie Mirjam Lammerts X Ontwerp PutGootink

Xx xx 2015 xpfapf