Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS_SI_RE Toewijzen planschadeverzoek ex artikel 49 WRO, de heer Ten Dam, Stationsweg 19 te Colmschate 1- Notagegevens Notanummer 2009,211699 Datum 14-8-2009 Programma: 06. Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder Weth. Swart 2- Bestuursorgaan gfedcb B & W gfedc Raad 1-9-2009 gfedc OR College van B & W - Burgemeester - Weth. Ahne - Weth. Hiemstra - Weth. Berkelder - Weth. Swart - Weth. De Jager Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Agenda 1-9-2009 gfedc Akkoordstukken gfedc Vertrouwelijk Routing Programmamanager RO Clustermanager SI Wethouder Swart d.d. par. gfedcb adj.secr. gfedcb gem.secr. BIS nmlkji openbaar nmlkj besloten nmlkj Vertrouwelijk Bijlagen (paraaf adjunct-secretaris) Aanvraag planschade Advies SAOZ Fotobijlage Procedureregeling Planschadevergoeding B & W d.d.: 1-9-2009 Besloten wordt: 1 Onder overneming van het advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) de heer G.H. ten Dam een planschadevergoeding van 5000,- toe te kennen, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf de datum van indiening van het verzoek; 2 dit besluit openbaar te maken nadat de aanvrager van dit besluit op de hoogte is gesteld.
Financiële aspecten: In te vullen door de initiërende dienst Financiële gevolgen voor de gemeente? nmlkji Ja nmlkj Nee Begrotingswijziging nmlkj Ja nmlkji Nee Financiële gevolgen opvangen binnen betreffende productbudget eenheid Vermindering regeldruk: In te vullen door de initiërende eenheid Is de checklist vermindering regeldruk ingevuld? nmlkj Ja nmlkj Nee nmlkji N.v.t. Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) gfedc De nota en het besluit openbaar te maken gfedc De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht gfedcb De nota en het besluit openbaar te maken nadat de aanvrager van dit besluit op de hoogte is gesteld. gfedc De nota en het besluit openbaar te maken, behalve gfedc Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: gfedc De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel: Kennisgeving (publicatie) conform AWB Bekendmaking conform AWB gfedc Huis-aan-huisbladen (Deventer Post) gfedc Huis-aan-huisbladen (Deventer Post) gfedc Staatscourant gfedc Staatscourant gfedc Website gemeente Deventer gfedc Website gemeente Deventer gfedc Overig, namelijk gfedc Overig, namelijk Communicatie over vervolg nmlkji Er is overleg geweest met het team Communicatie en de communicatie verloopt als volgt. De aanvrager wordt per brief van dit besluit op de hoogte gesteld. nmlkj Zie bijgaand(e) communicatieplan/ -paragraaf nmlkj Communicatie is niet van toepassing, omdat ADVIESRADEN: In te vullen door de initiërende dienst Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? nmlkj Ja nmlkji Nee
Toelichting en overwegingen Inleiding Op 19 juni 2008 is door de heer Ten Dam, Stationsweg 19 te Colmschate, een verzoek tot vergoeding van planschade ingediend. Samengevat houdt dit verzoek in dat door het verlenen van een bouwvergunning voor de bouw van het appartementengebouw, gelegen op de hoek Holterweg/Oostriklaan, waardevermindering van de woning van de aanvrager is opgetreden. In deze zaak is advies gevraagd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). In het kader van de bouw van het genoemde complex aan de Oostriklaan zijn in totaal 4 verzoeken om planschade binnengekomen, Het betreft hier de percelen aan de Stationsweg 13, 15, 17a en 19. Deze verzoeken zijn gelijktijdig behandeld door het SAOZ. De afwegingen per perceel zijn vastgelegd in individuele rapportages waarna per perceel een advies is opgesteld. Het SAOZ heeft bij advies van 10 juni 2009 geadviseerd het planschadeverzoek van de heer Ten Dam toe te wijzen. Beoogd resultaat Het verzoek tot planschade van de heer Ten Dam af te handelen. Kader Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oude WRO) kan een belanghebbende een verzoek om planschadevergoeding indienen. Dit artikel bepaalt dat, indien en voor zover blijkt, dat een belanghebbende ten gevolge van de bepalingen van bijvoorbeeld een bestemmingsplan of een vrijstelling daarvan schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet geheel te zijnen laste dient te blijven en waarvan vergoeding niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins verzekerd is, het college van burgemeester en wethouders hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toekent. Per 1 september 2005 is als gevolg van een wetswijziging de 'Procedureregeling Planschadevergoeding' aangepast. Deze procedureregeling houdt onder andere in dat het college van burgemeester en wethouders vanaf 1 september 2005 het bevoegd gezag is inzake aanvragen om planschade. In het kader van de per 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening (nieuwe Wro) is een nieuwe 'Procedureverordening voor tegemoetkoming in planschade' opgesteld. Het planschadeverzoek van de heer Ten Dam is ingediend na 1 september 2005 en voor 1 juli 2008. Daarom is op dit verzoek de 'Procedureregeling Planschadevergoeding' van toepassing. Argumenten voor en tegen Voor een volledige afweging wordt verwezen naar het bijgevoegde SAOZ-rapport. Hieronder volgt een korte samenvatting. Beschrijving situatie Het perceel van de aanvrager maakt deel uit van met woningen bebouwde percelen aan de westzijde van de Stationsweg. In westelijke richting loopt, op een afstand van ongeveer 80 meter vanaf het perceel van de aanvrager, de Oostriklaan, ongeveer evenwijdig aan de Stationsweg. Langs de achterzijde van het perceel loopt een ontsluitingsweg naar een zuidwestelijk gelegen perceel met daarop een KPN-centrale (trafo). De ontsluitingsweg loopt vanaf de Stationsweg langs het spoor en vervolgens achter de langs de Stationsweg gelegen met woningen bebouwde percelen. Op het tussenliggende gebied (Stationsweg- Oostriklaan) was in de oude situatie enige bebouwing in de diensverlenende sector aanwezig. In de nieuwe situatie is op het gebied een nieuw complex opgericht, bestaande uit appartementen met op de begane grond ruimtes voor centrumfuncties. De bouw hiervan is mogelijk gemaakt door het verlenen van een bouwvergunning met toepassing van een vrijstelling ex artikel 19 WRO. Het complex bestaat uit een zijde gericht naar de Oostriklaan en een zijde gericht naar de spoorlijn Deventer-Arnhem.
Planologische vergelijking Bij de beoordeling of dit complex nadelige gevolgen heeft voor het perceel van de aanvragers, dient als uitgangspunt te worden genomen datgene wat planologisch bezien maximaal op dit terrein aanwezig kon zijn. De feitelijke, bestaande situatie speelt in deze afweging geen rol. Het vigerende bestemmingsplan geeft aan dat op gronden met de bestemming 'centrumdoeleinden', aansluitend aan de achtergrens van het perceel van de aanvragers, bebouwing mogelijk is, waaronder woningen en bijzondere woongebouwen. Vanaf een afstand van ongeveer 35 meter uit de achtergrens van het perceel van de aanvragers kunnen deze een goothoogte en hoogte van maximaal respectievelijk 12,1 en 18,7 meter (inclusief algemene vrijstelling) bedragen. Betreffende de zijde van het complex gericht naar de Oostriklaan is in de nieuwe situatie, die mogelijk is gemaakt door de toepassing van een artikel 19 vrijstelling, op een afstand van ongeveer 52 meter uit deze perceelsgrens het nieuwe complex gerealiseerd met een hoogte van 18,9 meter. Dit betekent geen wezenlijke verslechtering ten opzichte van de planologische mogelijkheden. De situatie is anders met betrekking tot het recht achter het perceel van de aanvrager gelegen noordelijke deel van het nieuwe complex, welke gericht is naar de spoorlijn Deventer-Arnhem. Dit deel bevindt zich op ongeveer 5 à 6 meter uit de achtergrens van het perceel van de aanvrager en heeft een hoogte van ongeveer 13 meter (plat dak). Planologisch was hier eveneens bebouwing mogelijk maar met een maximale goothoogte van 9,35 meter en een maximale hoogte van 12,1 meter (inclusief algemene vrijstelling). De thans ontstane grotere hoogte heeft enige nadelige uitwerking op de belevingswaarde van het perceel van de aanvrager, alhoewel door de betrekkelijk geringe afwijking van beperkte omvang. Gesteld wordt dat de waarde van het perceel met een bedrag van 5000,- is gedaald. Conclusie De planologische maatregel heeft voor de aanvrager geleid tot een nadeliger positie waaruit op de voet van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgevloeid. Draagvlak Aangezien er aan de aanvrager een bedrag voor planschadevergoeding wordt toegekend, kan verwacht worden dat er draagvlak is voor dit besluit. Financiële consequenties Het uit te keren planschadebedrag van 5000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, dient ten laste te komen van de WBS-code E6.013.002 (planschade). De advieskosten betreffen de kosten voor het behandelen van de vier ingediende planschadeverzoeken gezamenlijk. De advieskosten bedragen 4388,63 (ex BTW) en dienen ten laste te komen van de WBS-code E6.013.002 (planschade). Aanpak/uitvoering Het collegebesluit zal worden toegezonden aan de aanvrager, die de mogelijkheid heeft tegen het besluit bezwaar te maken.