Blauwe Diensten in Vlaanderen 1
Blauwe Diensten in Vlaanderen 1. Integraal waterbeleid Met de komst van de Kaderrichtlijn Water, die van kracht werd in december 2000, gaf Europa het startsein voor het streven naar een uniform waterbeleid in de ganse Europese Unie. Deze kaderrichtlijn heeft als hoofddoelstelling het bereiken van een goede watertoestand van alle Europese waterlichamen tegen 2015. De kaderrichtlijn werd in Vlaanderen omgezet in het Decreet Integraal Waterbeleid, dat in 2003 van kracht werd. Integraal waterbeleid is het beleid gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen met het oog op het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig, en met het oog op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en komende generaties in rekening wordt gebracht. Ook de landbouwsector dient voor de realisatie van dit beleid zijn steentje bij te dragen. Enerzijds dienen zij, als vervuiler, bepaalde verplichtingen na te leven en de codes van goede landbouwpraktijken te volgen. Anderzijds zijn er bepaalde problemen waarvoor niet zozeer de landbouwsector alleen, maar de maatschappij in zijn geheel, kan verantwoordelijk gesteld worden. Denken we hierbij maar aan waterconservering en waterberging en de talrijke natte voeten die vele Vlamingen jaarlijks overhouden door het gebrek hieraan en de toenemende verstedelijking. De oplossing wordt vaak gevonden in het aanleggen van overstromingsgebieden in landbouwgebied, waardoor conflicten met de sector nooit ver weg zijn. De vraag die hier telkens opnieuw kan gesteld worden is: hoe kan de landbouwsector op een positieve manier bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen van het waterbeleid in Vlaanderen? En dan komt het concept blauw(groen)e diensten altijd opduiken Blauwe diensten worden gedefinieerd als watergerelateerde diensten of beheerrollen met een positieve impact op het watersysteem, die een meerwaarde voor de maatschappij leveren en door (groepen van) land- of tuinbouwers worden verleend op vrijwillige basis en waar diezelfde land- of tuinbouwers een marktconforme vergoeding voor krijgen. 2
Maar wat betekent dit nu in de praktijk in Vlaanderen? In eerste instantie dienen we daarvoor te gaan kijken naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid. 2. Integratie in het Europees en Vlaams landbouwbeleid? De grondslagen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn te vinden in het verdrag van de Europese Economische Gemeenschap, met name het verdrag van Rome dat werd ondertekend in 1957. De algemene doelstelling ervan was het tot stand brengen van een gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten binnen Europa. Meer specifiek was het de bedoeling om de landbouwproductiviteit binnen Europa te vergroten en op die manier zelfvoorzienend te worden, de voedselschaarste van de tweede wereldoorlog nog in gedachten. Daarnaast wilde men de landbouwers een redelijke levensstandaard bieden, de markten stabiliseren (landbouwmarkten hebben immers de neiging sterke fluctuaties te ondergaan), voedselzekerheid garanderen en aan de consument toch redelijke, betaalbare prijzen vragen. Doorheen de jaren begon dit beleid echter een paar schoonheidsfoutjes te vertonen - zo herinnert iedereen zich waarschijnlijk nog wel de voedseloverschotten uit de jaren 80 - en werd er uiteindelijk beslist het landbouwbeleid aan een hervorming te onderwerpen. Deze begon in 1992 (met de MacSharry-hervorming) en is momenteel nog steeds lopende. Ondertussen had de landbouw een heel andere plaats gekregen in de Europese samenleving die ook andere behoeften en wensen begon na te streven (zoals natuur). Hierdoor werd bij deze hervormingen meer en meer aandacht geschonken aan de consument en het milieu. Bij wijze van illustratie kan hier gewezen worden op de verschuiving van het EU-landbouwbeleid naar plattelandsbeleid, met meer aandacht voor gebiedsgebonden benaderingen en een aan het landschap en de omgeving aangepaste landbouw. Het Europees landbouwbeleid is momenteel opgebouwd uit twee grote pijlers, zijnde pijler 1, het markt- en prijsbeleid en het daarvan afgeleide inkomensbeleid pijler 2, het plattelandsbeleid 3
2.1. Pijler 1, het markt- en prijsbeleid Deze pijler tracht de doelstellingen van het GLB met betrekking tot voedselvoorziening en landbouwproductiviteit te realiseren. Om steun uit pijler 1 te ontvangen dienen land- en tuinbouwers te voldoen aan een aantal verplichtingen, de randvoorwaarden (ook wel cross compliance geheten). Deze zijn: beheerseisen voortvloeiend uit 18 verordeningen en richtlijnen, waaronder o vogelrichtlijn en habitatrichtlijn o grondwaterrichtlijn o slibrichtlijn o nitraatrichtlijn o gewasbeschermingsmiddelen minimumeisen inzake de goede landbouw- en milieuconditie, waaronder o bodemerosie o organische stof in de bodem en bodemstructuur o minimaal onderhoud behoud van blijvend grasland Meer informatie omtrent deze randvoorwaarden is te vinden in de brochure De randvoorwaarden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid op http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/brochure_randvoorwaarden.pdf (en bijhorende wijzigingen voor 2010 op http://lv.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/randvoorwaarden-wijzigingen- 2010.pdf). 2.2. Pijler 2 - Plattelandsbeleid Het Vlaamse platteland wordt getypeerd door een goede leefbaarheid voor alle actoren in een sterk verstedelijkte omgeving met een multifunctioneel ruimtegebruik waarin de landbouw een belangrijke open ruimtegebruiker en een belangrijke kracht is. Het behoud en de verdere ontwikkeling van dit platteland wordt ondersteund door het Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO II, 2007-2013). Binnen dit programma kan men vier assen onderscheiden: As 1: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en tuinbouwsector: 4
o VLIF-investeringssteun bv. voor investeringen met betrekking tot een grotere waterefficiëntie (beregeningsinstallaties in de tuinbouw), mestopslag (sleufsilo s met recuperatiesysteem voor silosappen), installaties voor compostering, installaties voor waterzuivering op bedrijfsniveau, machines voor mechanische onkruidbestrijding of geavanceerde spuitmachines met driftreductie. o opleiding bv. Sensibiliseringsprojecten duurzame landbouw (ADLOdemonstratieprojecten) As 2: verbetering van het milieu en het landschap, door de realisatie van o.a. groene en blauwe diensten onder de vorm van agromilieuverbintenissen (agromilieumaatregelen/beheersovereenkomsten) o Groenbedekking o Mechanische onkruidbestrijding o Vermindering meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt o BO water o Weidevogelbeheer o Perceelsrandenbeheer o Herstel, ontwikkeling en onderhoud van KLE o Botanisch beheer o Erosiebestrijding o Bedrijfseigen teelt van plantaardige eiwitbronnen / vlinderbloemigen o Beheersovereenkomst natuur o Hectaresteun biologische productiemethode As 3: de leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie As 4: de LEADER-benadering (bottom-up aanpak van de plattelandsproblematiek) In Vlaanderen worden blauwe (en groene) diensten dus in hoofdzaak publiekelijk gefinancierd, dit om de multifunctionele rol van de landbouw te ondersteunen. Private diensten worden vooralsnog in mindere mate geleverd. 5
3. Stimuleren van blauwe diensten in het Vlaams beleid Het concept blauwe diensten, in vele gevallen in één zin samen uitgesproken met groene diensten, komt in het Vlaams beleid steeds uitdrukkelijker naar voor. Enkele voorbeelden: 3.1. Waterbeleid - maatregel 9_004 in het ontwerp-maatregelenprogramma horende bij de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas (CIW) Deze aanvullende maatregel zal trachten een draagvlak te creëren voor het faciliteren en stimuleren van blauwe diensten in het integraal waterbeleid. Trekker is het departement landbouw en visserij, partner in de Coördinatiecommissie Integraal waterbeleid. 3.2. Plattelandsbeleid - Naar een Vlaams plattelandsbeleidsplan - Visie & aanzet tot actie (VLM/IPO) Dit beleidsdocument kwam tot stand in mei 2009. In het document worden een bloeiende plattelandseconomie, goede woonomstandigheden en een levendige sociale structuur samengebracht met een gezond functionerend ecosysteem en een aantrekkelijk en toegankelijk landschap. Dit plan heeft een richtinggevende en ondersteunende rol. In die rol kan het worden beschouwd als een insteek voor de komende regeringsonderhandelingen. Het concept blauwe diensten komt hierin een aantal maal naar voor: Thematische doelstelling De open ruimte vrijwaren, herstellen en versterken Actie 5: Vlaanderen past de basisprincipes van de procesaanpak voor agrarische architectuur ook toe op andere kwaliteitsthema s. Vlaanderen ondersteunt en stimuleert initiatieven voor de toepassing, uitwerking en optimalisatie van groene, blauwe, rode en gele diensten (onder andere met beheerovereenkomsten, agrobeheersgroepen...). Thematische doelstelling De landbouwsector ondersteunen in een geïntegreerde context Actie 1: Vlaanderen neemt initiatieven in het kader van een goed nabuurschap tussen landbouw, natuurorganisaties en bewoners, ondernemers en bezoekers op het platteland. Dat doet ze in samenwerking met provincies, gemeenten, middenveldorganisaties en andere betrokken doelgroepen. De partners zoeken naar win-win strategieën en ontwikkelen actieplannen. Vlaanderen ondersteunt en stimuleert initiatieven voor de toepassing, uitwerking en optimalisatie van groene, blauwe, rode en gele diensten. 3.3. Beleidsvoorbereidende studies departement LV (afdeling Monitoring en Studie, AMS) 6
Danckaert S. & Carels K. (2009) Blauwe diensten door de Vlaamse land- en tuinbouw, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. Een vervolgstudie Groene en Blauwe diensten in Vlaanderen is lopende en wordt verwacht tegen eind 2010. 3.4. Discussienota Departement Landbouw en Visserij Een competitieve en duurzame landbouw een visie op het GLB vanaf 2013 Deze nota probeert een antwoord te formuleren op de vraag hoe het GLB concreter invulling kan geven aan het principe public money for public services. 4. Stimuleren van blauwe diensten op het Vlaams platteland IWT-project alternatieve financiering van publieke diensten (ILVO/UGent) ADLO-demoproject Boeren beheren samen sloten tegen verdroging (Proclam) INTERREG-project Beekrandenbeheer in het stroomgebied van de Dommel en de Warmbeek (watering De Dommelvallei, Europa, provincie Limburg en gemeenten Bocholt, Hamont-Achel, Hechtel-Eksel, Lommel, Neerpelt, Overpelt en Peer) Project Waterconservering in de gemeente Wuustwezel (Boerenbond, VLM, gemeente Wuustwezel) Het project ECO² (Rurale ondernemers realiseren ECOnomische X ECOlogische meerwaarde op het platteland door samenwerking & innovatie) (Boerenbond, Agentschap Natuur en Bos, Agrobedrijfshulp, VLM): oprichting van agrobeheersgroepen INTERREG-project SOLABIO Oever- en randenbeheer in samenwerking met de landbouw (www.solabio.org) 7