MONITOR MOBILITEIT 2010

Vergelijkbare documenten
AFSPRAKEN OVER KINDEROPVANG IN CAO S

Arbeidstijd- en Arbeidsplaatsonafhankelijk werken in cao's van 2013

Inhoud. Voorwoord / 11

WET AANPASSING ARBEIDSDUUR Een onderzoek naar in CAO s vastgelegde afspraken om de arbeidsduur te verminderen of te vermeerderen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG AV/CAM/2005/53511

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG AV/CAM/2005/39180

Onderscheid naar Arbeidsduur in cao s 2008

Bijlage: overzichten van de baten, lasten en reserves

Tussenevaluatie. Cao-seizoen 2011 & Sociaal Manifest. Hans v/d Steen, AWVN. 7 juni 2011 (LHC Utrecht) #478646

LEVENSLOOPBESTENDIGE AFSPRAKEN

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2008

ARBEID EN ZORG IN CAO S

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ARBEID EN ZORG IN CAO S 2004 Een update van de resultaten van het over 2003 uitgevoerde onderzoek

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2006

VOLTIJD DEELTIJD EN CONTRACTEN VOOR BEPAALDE- EN ONBEPAALDE TIJD 2011

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving NAJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2007

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

Statutaire naam Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Arbeidsmarkt, Participatie en Diversiteit Kvk-nummer

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Factsheet normale arbeidsduur

CONTRACTEN VOOR BEPAALDE EN ONBEPAALDE TIJD

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ARBEID EN ZORG IN CAO S 2003 Een update van de resultaten van het over 2000 uitgevoerde onderzoek

ARBEID EN ZORG 2015 Een onderzoek naar cao-bepalingen gerelateerd aan de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Factsheet normale arbeidsduur

Z-score 2010 en P-toets

Factsheet normale arbeidsduur

BOVENWETTELIJKE AANVULLINGEN BIJ ZIEKTE, ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN WERKLOOSHEID

Factsheet normale arbeidsduur

BUITENLANDSE WERKNEMERS EN GECERTIFICEERDE UITZENDBUREAUS 2010

Factsheet normale arbeidsduur

DE WERKKOSTENREGELING

(Bijna) alles over 2019

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Juni 2011 VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2011

Toeslagen bijzondere uren in cao s in 2013

Regeling vervoer Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015

Sociaal plan Mueller ten behoeve van de verhuizing naar de nieuw te bouwen locatie te Groenlo.

MANTELZORG Een onderzoek naar cao-afspraken met betrekking tot mantelzorg faciliteiten. J. de la Croix A.J. Machiels-van Es

CAO-KINDEROPVANG, VOOR KINDERCENTRA EN GASTOUDERBUREAUS CAO-AKKOORD

Onderwerpen. Impact Lente akkoord op mobiliteitsbeleid werkgevers Mei 2012

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

DIVERSITEIT IN CAO S 2010

Gewijzigde voorstellenbrief betreffende de onderhandelingen voor de Grafimedia-cao

CAO-AFSPRAKEN BUITENLANDSE GEDETACHEERDE WERKNEMERS

ARBEID EN (MANTEL)ZORG 2014

Bereik (bijzonderheden; salarissen bruto per maand, excl. vakantietoeslag)

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens

Inzet VHP2 cao-onderhandelingen. Februari 2016

Flexibiliteit en Zekerheid

5 Criteria maatstaven inkomensongelijkheid

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Nieuwsbrief december 2012

Hierbij informeren wij u over een aantal wijzigingen, die in het komende jaar Controleer alle Verklaringen geen privégebruik auto

Incompany 500 Reputatie van uw organisatie in kaart gebracht. juni 2008

1. Looptijd De nieuwe CAO kent een looptijd van twee jaar, van 1 februari 2010 tot 1 februari 2012.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, mei 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017

DE ARBEIDSTIJDENWET. in 2003

Mobiliteitsmaatregelen in de regio Haaglanden

PREVENTIE EN (ZIEKTE)VERZUIMAANPAK Een onderzoek naar cao-afspraken over preventie en ziekteverzuim. P.W. Feenstra A.

PERSPECTIEF OP LANGER DOORWERKEN (2009) Een onderzoek naar cao-afspraken tussen sociale partners met betrekking tot langer doorwerken

Principe akkoord CAO-MHS voor de periode van t/m

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Akkoord. Cao voor postbezorgers. januari Bart van Bolhuis. Akkoord Cao voor postbezorgers. Auteur. Rapport

Employer Branding. Rapport. Perception being reality. Nederland. Resultaten Randstad Award 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2013

Quickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede

Midden- en kleinbedrijf Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland Bezuidenhoutseweg AL Den Haag

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017

Loonheffing -- deel 2

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Stand van zaken Economie en Arbeidsmarkt Oost-Nederland

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2009

CAO-AKKOORD IN DE METAAL EN TECHNIEK 2019 / 2021

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

PROTOCOL METAALBEWERKINGSBEDRIJF LOOPTIJD De overeengekomen cao kennen een looptijd van 1 mei 2017 tot en met 31 mei 2019.

Statistisch Bulletin. Jaargang

Cafetaria-en salderingsregeling

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en tegemoetkoming kosten van verhuizing Universiteit Leiden

Belonen op de Weg Dynamisch Mobiliteits Management

Doorkijk naar de toekomst

Releasenotes Visma.net Payroll Update

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

DE WET FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID

DE WET FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Transcriptie:

MONITOR MOBILITEIT 2010 augustus 2010 A. Houtkoop J. de la Croix

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING BLZ I 1 INLEIDING 1 1.1 Doelstellingen van het onderzoek 1 1.2 Onderzoeksopzet 1 1.3 Methodiek van het onderzoek 1 2 AFSPRAKEN OVER MOBILITEITSMANAGEMENT 3 2.1 Flexibele werktijden 3 2.2 Thuiswerken 4 2.3 Reiskostenvergoedingen 7 2.4 Verhuiskostenvergoedingen 9 2.5 Mobiliteitsbudgetten 10 2.6 Ontwikkeling 2009-2010 10 BIJLAGEN 1 Onderzochte cao s i

SAMENVATTING In deze monitor wordt verslag gedaan van het in januari en februari 2010 uitgevoerde cao-onderzoek naar afspraken over mobiliteit. Het onderzoek vindt plaats ten behoeve van de taskforce Mobiliteitsmanagement om na te gaan welke afspraken in cao s worden gemaakt die van invloed kunnen zijn op mobiliteit. In het bijzonder is onderzoek gedaan naar cao-afspraken over flexibele werktijden, thuiswerken, reiskostenvergoedingen, verhuiskostenvergoedingen en mobiliteitsbudgetten. Doelstelling van het onderzoek is het actualiseren van de resultaten van eerder onderzoek in 2009 en om ontwikkelingen weer te geven. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een steekproef bestaande uit 115 cao s. Bij de cao s die voor maart 2010 zijn geëxpireerd, maar nog niet zijn vernieuwd, wordt verondersteld dat de afspraken ongewijzigd zijn voortgezet. De steekproef geeft naar werknemersaantallen een representatief beeld van afspraken van toepassing op werknemers onder cao. Gezamenlijk zijn deze steekproef cao s van toepassing op ongeveer vijf miljoen werknemers. Zij vertegenwoordigen 85% van het door caopartijen opgegeven totale aantal werknemers onder cao in de markt-, overheid- en zorgsector. Sinds het vorige onderzoek zijn er 34 cao s opnieuw aangemeld. Het onderzoek laat voor elk thema zien dat er nagenoeg geen wijzigingen zijn opgetreden in het aantal afspraken. Gezien de korte periode tussen de twee peildata zijn ook alle principeakkoorden die sinds 1 maart 2009 zijn afgesloten en waarvoor nog geen nieuwe cao is aangemeld inhoudelijk bekeken. Er is voor deze datum gekozen omdat dit de peildatum was voor het vorige onderzoek. Van de negenentwintig afgesloten principeakkoorden staan in zestien akkoorden afspraken die betrekking hebben op een van de thema s uit dit onderzoek. Deze afspraken gaan bijvoorbeeld over mobiliteitsbeleid in het algemeen, fiscaalvriendelijke reiskostenvergoedingen, een pilot in het kader van zelfroosteren of sociale innovatie. In tien principeakkoorden zijn nieuwe afspraken gemaakt zoals onderzoek naar zelfroosteren, een meeromvattend mobiliteitsplan of onderzoek in het kader van een breder mobiliteitsbeleid. In acht principe akkoorden gaat het om een wijziging in een bestaande afspraak zoals verhoging reiskostenvergoeding, verlaging eigen bijdrage in de reiskosten, onderzoek naar fiscale mogelijkheden in relatie tot reiskosten of voortzetting van een project telewerken. I

1 INLEIDING 1.1 Doelstellingen van het onderzoek De Taskforce Mobiliteitsmanagement heeft in september 2008 diverse aanbevelingen gepresenteerd die de eerstkomende jaren moeten leiden tot 5 procent minder autokilometers en de bijhorende uitstoot in de spits. Een van de drie sporen van de Taskforce is het arbeidsvoorwaardenspoor. Concrete arbeidsvoorwaarden die bij kunnen dragen aan de doelstelling van de Taskforce zijn afspraken over thuiswerken en flexibele werktijden. Een mobiliteitsbudget kan een werknemer stimuleren een bewuste keuze te maken in zijn mobiliteit. Met een mobiliteitsbudget krijgt elke werknemer een vast bedrag voor zijn woon-werkverkeer, waarvan hij het restant mag houden aan het eind van het jaar. Daarnaast kan een werkgever een werknemer stimuleren dichter bij het werk te gaan wonen met een verhuiskostenregeling. De centrale doelstelling van deze monitor is het onderzoek Mobiliteitsmanagement 2009 te actualiseren en de ontwikkelingen in het afgelopen jaar weer te geven. 1.2 Onderzoeksopzet In het kader van mobiliteitsmanagement zijn een aantal arbeidsvoorwaardelijke afspraken, die van invloed kunnen zijn op de mobiliteitskeuze van werknemers, onderzocht. Afspraken over flexibele werktijden, thuiswerken, reiskostenvergoedingen, verhuiskostenvergoedingen en mobiliteitsbudgetten zijn in kaart gebracht. Verder zijn de resultaten van het onderzoek in 2009 vergeleken met de huidige resultaten. Ten opzichte van het vorig onderzoek zijn er 34 cao s opnieuw aangemeld. Om de meest actuele afspraken weer te geven zijn ook alle principeakkoorden die na 1 maart 2009 (peildatum vorig onderzoek) zijn afgesloten en waarvan nog geen cao is aangemeld, geraadpleegd. Het gaat om negenentwintig principeakkoorden. Hierin is gezocht naar alle afspraken over de thema s, dus niet alleen de afspraken die gemaakt zijn in het licht van mobiliteitsmanagement. 1.3 Methodiek van het onderzoek Het cao-onderzoek is uitgevoerd op basis van de standaardsteekproef 2010 van 115 cao s in de marktsector, de zorgsector en de overheidssector. Deze steekproef omvat alle bedrijfstak-cao s die van toepassing zijn op 10.000 of meer werknemers en alle ondernemingscao s die van toepassing zijn op 3.000 of meer werknemers. Het peilmoment van het onderzoek is 1 januari 2010. Dit betekent dat uitgegaan wordt van die cao s, waarvan de expiratiedatum op of na 1 januari 2010 valt. Bij de cao s die vóór 1 januari 2010 zijn geëxpireerd, maar nog niet vernieuwd zijn, wordt verondersteld dat de afspraken ongewijzigd zijn voortgezet. De cao s zijn geclusterd in zeven economische sectoren: landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel & horeca, vervoer & communicatie, zakelijke dienstverlening, en overige dienstverlening (waaronder de overheidssectoren). Bij de overheidssectoren gaat het strikt genomen niet om cao-afspraken, maar om akkoorden. Deze akkoorden geven niet altijd een volledig beeld van hetgeen in de betreffende sector is afgesproken. Vaak moet worden teruggegrepen op achterliggende afspraken en regelingen waarin in meer detail de afspraken zijn uitgewerkt. 1

In tabel 1 staan de zogenaamde dekkingspercentages. Het is een overzicht per sector van het totaal aantal cao s, de steekproef cao s en het percentage werknemers in de steekproefcao s ten opzichte van alle werknemers in Nederland voor wie een cao geldt. Tabel 1 Dekkingspercentages per sector 2010 Totaal aantal cao s Steekproef cao s Percentage werknemers in steekproef cao s t.o.v. alle werknemers in Nederland onder cao 92% 79% 95% 97% 58% 83% 87% landbouw en visserij 12 4 industrie 289 21 bouwnijverheid 13 4 handel en horeca 100 27 vervoer en communicatie 90 14 zakelijke dienstverlening 101 21 overige dienstverlening 104 24 totaal 709 115 85% Onder de steekproef-cao s vallen ongeveer vijf miljoen werknemers. De in de steekproef opgenomen cao s zijn representatief voor het totale aantal werknemers werkend onder een cao. De werknemers vallend onder de steekproef-cao s vormen ongeveer 85% van het totale aantal werknemers vallend onder een cao. 2

2. AFSPRAKEN OVER MOBILITEITSMANAGEMENT In dit hoofdstuk komen de onderwerpen aan de orde waarnaar onderzoek is gedaan: flexibele werktijden, thuiswerken, reiskostenvergoedingen, verhuiskostenvergoedingen en mobiliteitsbudgetten. 2.1 Flexibele werktijden In cao s worden afspraken gemaakt over de tijden waartussen werknemers (in overleg) hun dagelijkse arbeidsduur kunnen plannen of de werknemers door de werkgevers kunnen worden ingeroosterd. In 72 cao s (63% van de steekproef-cao s) wordt een dagvenster 1 vastgesteld bestaande uit tijden waarop binnen een onderneming op z n vroegst begonnen en op z n laatst geëindigd kan worden. Hierbinnen dienen de individuele werktijden gepland te worden. Deze regelingen gelden voor 57% van de werknemers onder de steekproef-cao s. Het gaat om 23 ondernemingscao s en 49 bedrijfstakcao s. Tabel 2.1 Aantal cao s, percentage cao s en percentage werknemers met afspraken over flexibele werktijden (2010) Aantal cao s Percentage cao s Percentage werknemers Duur dagvenster bekend 72 63% 57% Mogelijkheid flexibele werktijden individuele 19 17% 13% werknemer Enkel duur dagvenster bekend 53 46% 44% Mogelijk flexibele werktijden individuele 5 4% 3% werknemer Totaal¹ 77 67% 60% In 37% van de onderzochte cao s (42 cao s) wordt 07.00 uur als minimale begintijd genoemd. In 19% van de cao s (22 cao s) kan gewerkt worden tot 18.00 uur. Een dagvenster van ruim 8 uur kan de mogelijkheid bieden om op individueel niveau flexibele werktijden af te spreken. Alle cao s met afspraken over een dagvenster kennen een dagvenster van 8 uur of langer. De gemiddelde duur van de gevonden dagvensters is 12,6 uur. Alleen het dagvenster in de cao voor TNT Postbezorgers is 8 uur. In de overige cao s is het dagvenster langer dan 8 uur. In 19 van de 72 cao s (17% van de onderzochte cao s, 13% van de werknemers) met afspraken over een dagvenster wordt tevens gesproken over de mogelijkheid van flexibele werktijden voor de individuele werknemer. Al deze afspraken beperken zich tot het benoemen van de mogelijkheid, zonder verdere invulling. In de overige 53 cao s (46% van de onderzochte cao s, 44% van de werknemers) wordt enkel de duur van het dagvenster gespecificeerd en is dus niet bekend in hoeverre werknemers hun arbeidsduur binnen het dagvenster flexibel kunnen invullen. Uit tabel 2.2 blijkt dat in alle cao s uit de sectoren landbouw en visserij en bouwnijverheid een afspraak staat over de duur van het dagvenster. In de sector handel en horeca en vervoer en communicatie komt een dergelijke afspraak het minst voor (respectievelijk 52 en 50% van de cao s in de sector). 1 Het gaat om de dagvensters van de vroege- of dagdiensten van doordeweekse dagen. 3

Tabel 2.2 Aantal cao s met een vastgesteld dagvenster naar sector Economische sector Aantal cao s % cao's %werknemers Landbouw en visserij 4 100 100 Industrie 14 67 72 Bouwnijverheid 4 100 100 Handel en horeca 14 52 28 Vervoer en communicatie 7 50 61 Zakelijke dienstverlening 15 71 53 Overige dienstverlening 14 58 58 Totaal 72 63 57 In vijf cao s (4% van de onderzochte cao s) wordt gesproken over flexibele werktijden, zonder daar tijden bij te noemen of dit nader te specificeren in de mogelijkheden waar werknemers gebruik van kunnen maken. Deze afspraken gelden voor 3% van de werknemers. 2.2 Thuiswerken De mogelijkheid om thuis te werken maakt het werknemers mogelijk minder te reizen. In vijfentwintig cao s (22% van de steekproef-cao s) zijn regelingen gevonden over de mogelijkheid om thuis te werken. De gevonden afspraken gelden voor 15% van de werknemers onder de steekproef. Het gaat om tien ondernemingscao s en vijftien bedrijfstakcao s. De regelingen waaruit de mogelijkheid om thuis te werken blijkt zijn over het algemeen niet uitgewerkt in specifieke voorwaarden. In een aantal gevallen wordt verwezen naar een, in overeenstemming met de OR/PV, vast te leggen regeling. In zes cao s wordt de mogelijkheid om thuis te werken verbonden met de voorwaarde om minimaal één dag in de week thuis te werken. In één cao wordt een maximum gesteld aan thuiswerken, namelijk 50% van de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur. In vier cao s wordt gesproken over een vergoeding met betrekking tot thuiswerken. De cao ING bevat de volgende afspraak over e-werken: Partijen bij de cao zijn van mening dat e-werken (plaats- en tijdonafhankelijk werken) het werken volgens flexibele werktijden (onder andere variabele begin- en eindtijden, wisselingen in werkpatronen en in werkroosters) ondersteunt. ING stimuleert initiatieven op het gebied van e-werken zodat meer kennis en ervaring wordt opgebouwd over: voor welke soorten processen en functies e-werken toegevoegde waarde heeft, welke vormen van e-werken geschikt zijn (bijvoorbeeld thuiswerken, werken vanuit satellietkantoor); veranderingen als gevolg van managen op afstand en resultaatsturing; de randvoorwaarden die gelden op het gebied van beveiliging, informatietechnologie en behouden van betrokkenheid bij de afdeling en ING. ING realiseert zich dat implementatie van e-werken en flexibele werktijden processen zijn die in stappen moeten worden ingevoerd. ING stelt daarom faciliteiten en instrumenten ter beschikking voor een gefaseerde invoering van e-werken. Daarnaast biedt ING faciliteiten en instrumenten aan afdelingen om te ondersteunen bij het bepalen van de benodigde flexibiliteit en het op basis hiervan organiseren van werk, werktijden, verantwoordelijkheden en zeggenschap van leidinggevende en medewerker. 4

Partijen bij de cao zijn overeengekomen de ontwikkelingen op het gebied van flexibiliteit en e-werken binnen ING te monitoren. Invoering en ontwikkelingen worden regelmatig met medezeggenschap en cao partijen besproken. De resultaten hiervan geven kaders voor bredere implementatie van flexibiliteit in werken én van e-werken binnen ING én voor afspraken in een volgende cao In de volgende drie cao s wordt thuiswerken in verband gebracht met het verminderen van de filedruk: De ANWB: Met ingang van 1 januari 2009 ontvangt de medewerker een onbelaste internetvergoeding van 20 per maand ten behoeve van zakelijk gebruik van zijn privé-internetaansluiting. De vergoeding is bedoeld om het de medewerker mogelijk te maken zijn privéinternetaansluiting tevens te gebruiken voor het raadplegen en gebruik maken van werkgerelateerde informatie en -voorzieningen van de onderneming alsmede het raadplegen van informatie over arbeidsvoorwaarden waarvan een deel uitsluitend thuis kan worden ingezien. De vergoeding is verder bedoeld als voorziening om thuiswerken van de medewerker mogelijk te maken mede bedoeld ter vermindering van de filedruk De onderneming continueert het huidige traject thuiswerkbeleid (zoals op het gebied van e-learning, activiteiten in kader van fileloze dag, kilometerreductieplan, pilot thuiswerken) en houdt de vakorganisaties hiervan op de hoogte. Vervolgens worden in een paritaire werkgroep de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden bij thuiswerken voorbereid. De resultaten van deze werkgroep zijn vóór april 2009 gereed en zullen dienen als input voor het maken van afspraken tussen partijen in de cao op het gebied van thuiswerken Philips: Enerzijds doet zich vanuit het bedrijf een toenemende behoefte voor aan flexibiliteit als gevolg van zaken als internationalisering, marktschommelingen en bedrijfsorganisatorische reden zoals bezettingsgraad van equipement en bereikbaarheid. Anderzijds hebben medewerkers behoefte aan keuze-mogelijkheden in werktijden onder invloed van onder andere de werk-privé balans, zorgtaken en toenemende verkeersdrukte. Pilots: Gedurende de looptijd van de CAO zullen een drietal pilots worden opgestart met betrekking tot modernisering van werktijdpatronen en thuis- en telewerken. Vakorganisaties zullen worden betrokken bij de opzet en evaluatie van deze pilots en tot slot de technische groothandel: Werkgevers en werknemers hechten steeds meer waarde aan het thuiswerken. Hierbij spelen praktische, bedrijfsmatige en arbeidsmarktgerelateerde redenen een rol. Zo biedt het thuiswerken werknemers de gelegenheid om een meer flexibelere invulling te geven aan werktijden, om bijvoorbeeld een betere balans tussen werk en privé te realiseren. Door (gedeeltelijk) thuis te werken kunnen files vermeden worden. Uit tabel 2.3 blijkt dat in cao s uit de sectoren zakelijke en overige dienstverlening een afspraak over thuiswerken het meest voorkomt (in 33% van de cao s). In de sectoren Landbouw en Visserij en Bouwnijverheid komt een dergelijke afspraak niet voor. 5

Tabel 2.3 Aantal cao s met afspraak over thuiswerken naar sector Economische sector Aantal cao s % cao's %werknemers Landbouw en visserij 0 0 0 Industrie 5 24 13 Bouwnijverheid 0 0 0 Handel en horeca 2 7 7 Vervoer en communicatie 3 21 12 Zakelijke dienstverlening 7 33 12 Overige dienstverlening 8 33 25 Totaal 25 22 15 2.3 Reiskostenvergoedingen Reiskostenvergoedingen kunnen werknemers stimuleren een bewuste mobiliteitskeuze te maken. Het kan bijvoorbeeld financieel aantrekkelijk zijn om met het openbaarvervoer te reizen. 63 cao s (55% van de onderzochte cao s) kennen een regeling voor een reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer. Deze regelingen gelden voor 56% van de werknemers onder de steekproef-cao s. In de overige 52 onderzochte cao s zijn geen afspraken gevonden over een reiskostenvergoeding, en is dus niet bekend of er een vergoeding bestaat. Een reiskostenvergoeding kan op ondernemingsniveau en/of individueel niveau worden afgesproken. De volgende tabel biedt een overzicht van verschillende afspraken die binnen de reiskostenvergoedingen zijn gevonden Tabel 2.4 Aantal cao s, percentage cao s en percentage werknemers met afspraken over reiskostenvergoeding Aantal cao s Percentage cao s Percentage werknemers Volledige OV-vergoeding 35 30% 24% Vergoeding vanaf aantal km 8 7% 6% Vergoeding tot aantal km 3 3% 1% Vergoeding eigen vervoer 46 40% 44% Vergoeding ongeacht vervoerswijze 39 34% 37% Vergoeding gebaseerd op kosten OV 9 8% 17% Vergoeding afhankelijk van vervoer 7 6% 8% Eigen bijdrage uitgedrukt in km waarover geen 22 19% 16% vergoeding geldt Eigen bijdrage uitgedrukt in geld 9 8 19% Maximum vergoeding in km 27 24% 13% Maximum vergoeding in geld 7 6% 17% Als de werknemer verder gaat wonen, past de 11 10% 6% vergoeding zich niet aan Totaal¹ 63 55% 56% ¹ In sommige cao s worden verschillende vergoedingen naast elkaar genoemd, waardoor het totaal niet gelijk is aan de som van de te onderscheiden soorten afspraken. In 35 cao s (30% van de onderzochte cao s, 24% van de werknemers) bestaat de reiskostenvergoeding uit een volledige vergoeding voor het reizen met openbaar vervoer. In acht cao s (7% van de onderzochte cao s) geldt dat een eerste aantal kilometer vrij van vergoeding zijn, variërend van 5,1 km t/m 60 km. In drie cao s beslaat de vergoeding een maximaal aantal kilometers (35 km, 64 km en 10 zones). 6

In 46 cao s (40% van de onderzochte cao s, 44% van de werknemers) staat een afspraak over een vergoeding voor het reizen met eigen vervoer. In 39 cao s (34% van de onderzochte cao s, 37% van de werknemers) is de vergoeding ongeacht de wijze van vervoer, in 9 van deze cao s is de vergoeding gebaseerd op de kosten voor van het openbaar vervoer. De vergoeding voor het eigenvervoer kan afhankelijk zijn van het vervoermiddel dat de werknemer kiest en de af te leggen afstand (al dan niet gestaffeld). Zeven cao s kennen een reiskostenvergoeding die afhankelijk van de het type vervoer. Zo kent de cao voor de afbouw een vergoeding die als volgt is opgebouwd: a. voor het gebruik van een rijwiel 1,07 per dag; b. voor het gebruik van een bromfiets 1,29 per dag voor de eerste 20 km en 0,11 voor elke meerdere kilometer; c. voor het gebruik van een motorrijwiel 0,29 per km; d. voor het gebruik van een auto 0,13 per kilometer per inzittende, met een minimum van 0,33 tot een maximum van 0,39 per kilometer Tweeëntwintig cao s (19% van de onderzochte cao s, 16% van de werknemers) kennen een eigen bijdrage uitgedrukt in aantal kilometers waarover geen vergoeding geldt. In elf van deze cao s geldt geen reiskostenvergoeding voor de eerste 10 kilometer. In de overige elf cao s varieert de afstand waarvoor een bijdrage is verschuldigd tussen de 5 en de 60 kilometer. In negen cao s (8% van de onderzochte cao s, 19% van de werknemers) kent de reiskostenvergoeding een eigen bijdrage uitgedrukt in geld. Deze bijdrage varieert van 19,35 euro tot 61 euro. In zevenentwintig cao s (24% van de onderzochte cao s, 13% van de werknemers) is de tegemoetkoming in de reiskosten gemaximeerd tot een aantal reiskilometers. Dit maximum varieert tussen 9 km en 100 km. Zo staat er in de cao voor Getronics een maximumvergoeding van 130 voor reisafstanden vanaf 20 km. In zeven cao s (6% van de onderzochte cao s, 17% van de werknemers) is het maximum van de reiskostenvergoeding uitgedrukt in geld, variërend van 40,97 tot 134,10 per maand. In elf cao s (10% van de onderzochte cao s, 6% van de werknemers) is afgesproken dat een werknemer die op eigen initiatief verder gaat wonen van zijn werkplaats geen hogere reiskosten vergoeding krijgt dan is vastgesteld op grond van zijn oorspronkelijke woonplaats. Hieronder volgt een tabel waarin per sector is opgenomen om hoeveel cao s het gaat. Uit deze tabel blijkt dat in alle cao s in de sector landbouw en visserij een afspraak over reiskosten voorkomt. In de sector industrie zijn de minste afspraken gevonden (19% van de cao s, 20% van de werknemers). Tabel 2.5 Aantal cao s met minstens één afspraak reiskostenvergoeding naar sector Economische sector Aantal cao s % cao's %werknemers Landbouw en visserij 4 100 100 Industrie 4 19 20 Bouwnijverheid 3 75 60 Handel en horeca 8 30 8 Vervoer en communicatie 12 86 85 Zakelijke dienstverlening 11 52 42 Overige dienstverlening 21 88 90 Totaal 63 55 55 7

2.4 Verhuiskostenvergoedingen Door een verhuiskostenvergoeding kan een werknemer gestimuleerd worden om dichter bij het werk te gaan wonen. Zoals in tabel 2.6 te zien is, bevatten tweeëntwintig cao s (19% van de onderzochte cao s) een regeling waaruit blijkt dat de werkgever een vergoeding biedt als een werknemer verhuist. Deze regelingen gelden voor 20% van de werknemers onder de steekproef-cao s. In de helft van deze cao s gaat het om het toekennen van een verhuiskostenvergoeding bij verhuizing op uitdrukkelijk verzoek van of in het belang van de werkgever (dit geldt voor 6% van de werknemers). In andere afspraken is een verzoek van de werkgever of het belang van de werkgever niet opgenomen. Tabel 2.6 Aantal cao s, percentage cao s en percentage werknemers met afspraken over verhuiskostenvergoeding Aantal cao s Percentage cao s Percentage werknemers Verhuizing op verzoek/in belang van werkgever 11 10% 6% Overige 11 10% 14% Totaal¹ 22 19% 20% Een voorbeeld van een afspraak over verhuizing in het belang van de werkgever staat in de cao voor de Hema: De medewerker die voor een optimale uitoefening van de functie op verzoek van werkgever naar een door werkgever aangegeven woongebied verhuist, heeft recht op een verhuiskostenvergoeding. Op de vergoeding worden eventuele tegemoetkomingen in verhuiskosten door derden in mindering gebracht En een voorbeeld van een afspraak waarin geen belang van de werkgever is genoemd in de cao voor het Voortgezet Onderwijs: Om in aanmerking te komen voor een vergoeding moet de verhuizing verband houden met de dienstbetrekking In de volgende twee situaties mag dat zonder meer worden aangenomen: a. De werknemer gaat wonen binnen een afstand van 10 kilometer van zijn arbeidsplaats, terwijl hij eerst op een afstand van meer dan 10 kilometer van zijn arbeidsplaats woonde; of b. Door de verhuizing bekort de werknemer de reisafstand tussen zijn woning en de arbeidsplaats (gemeten langs de meest gebruikelijke weg) met ten minste 50% en ook met ten minste 10 kilometer In zeven cao s (6% van de onderzochte cao s, % van de werknemers) is de vergoeding maximaal 5.445,-. Dit is gelijk aan het bedrag dat tot 1 januari 2009 belastingvrij vergoed mocht worden. Hieronder volgt nog een tabel waarin per sector is opgenomen om hoeveel cao s het gaat. Uit deze tabel blijkt dat in de sector overige dienstverlening een afspraak over verhuiskosten het meest voorkomt (42% van de cao s van toepassing op 44% van de werknemers). In de sector Bouwnijverheid is geen afspraak gevonden. 8

Tabel 2.6 Aantal cao s met minstens één afspraak verhuiskostenvergoeding naar sector Economische sector Aantal cao s Aantal % cao's %werknemers in de steekproef cao s Landbouw en visserij 4 1 25 43 Industrie 21 1 5 4 Bouwnijverheid 4 0 0 0 Handel en horeca 27 3 11 2 Vervoer en communicatie 14 5 36 20 Zakelijke dienstverlening 21 2 10 4 Overige dienstverlening 24 10 42 44 Totaal 115 22 19 20 2.5 Mobiliteitsbudgetten Een mobiliteitsbudget kan een werknemer stimuleren een bewuste keuze te maken in zijn mobiliteit. Met een mobiliteitsbudget krijgt elke werknemer een vast bedrag voor zijn woon-werkverkeer, waarvan hij het restant mag houden aan het eind van het jaar. Gebleken is dat er, evenals vorig jaar, nagenoeg geen cao-afspraken over dergelijke budgetten zijn gemaakt. Alleen de cao voor ABN AMRO kent een afspraak over een mobiliteitsbudget die voor een deel van het personeel geldt. 2.6 Ontwikkeling 2009-2010 In het onderzoek zijn vijf thema s aan bod gekomen te weten: flexibele werktijden, thuiswerken, reiskostenvergoedingen, verhuiskostenvergoedingen en mobiliteitsbudgetten. Voor elk thema geldt dat er nagenoeg geen wijzigingen zijn in het aantal caoafspraken. 2 Gezien de korte periode tussen de peildata van de twee onderzoeken is voor een actueel beeld nagegaan wat er in principeakkoorden is afgesproken over mobiliteit. Het gaat om de principeakkoorden die sinds 1 maart 2009 (peildatum vorig onderzoek) zijn afgesloten en waarvoor nog geen nieuwe cao is aangemeld. Niet alleen afspraken die betrekking hebben op mobiliteitsmanagement zijn meegenomen. Ook andere afspraken over één van de onderzochte thema s zijn hieronder opgenomen. Het gaat om negenentwintig akkoorden. In zestien principeakkoorden staan relevante afspraken. Veelal gaat het om onderzoek. Als eerste een overzicht van afspraken die te maken hebben met mobiliteit en reiskostenvergoeding. Onderzoek wenselijkheid meeromvattend mobiliteitsplan (ihkv sociale innovatie); in 2010 worden alternatieven onderzocht in het kader van een breder mobiliteitsbeleid; onderzoek op welke wijze de regelingen voor reiskosten en reisuren eenvoudiger, doelmatiger en efficiënter kunnen worden; uitvoerbaarheid bekijken fiscale vrijstelling reiskosten; gezamenlijk onderzoek doen naar fiscaal vriendelijke mogelijkheden; per 1 april 2010 werknemers in staat gebruik fiscale voordelen vergoeding woonwerk verkeer; eigen bijdrage woon-werk wordt per 1 januari 2010 met 10 per maand verlaagd; 2 Wijzigingen ten opzichte van de rapportage in 2009 in het onderwerp reiskosten zijn ontstaan doordat bepalingen waarin impliciet een volledige ov vergoeding aan de orde is, nu ook hebben gescoord. Verder is deze categorie beoordeeld op consistentie. Voor verhuiskosten zijn nu ook alle bepalingen waarin sprake is van verhuizing in het belang van/op verzoek van de werkgever, hebben gescoord. 9

extra vervoersvergoeding voor het niet hebben van een parkeerkaart en een verhoging vergoeding verhuis- en herinrichtingskosten; werkgever verstrekt op verzoek van werknemer vanaf 1 juli 2009 voor de duur van 1 jaar een jaarabonnement OV fiets. In dit abonnement is tevens 1 gratis fietsrit inbegrepen; verhoging van reiskostenvergoeding; verhoging verhuiskostenvergoeding. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over flexibele werktijden. Hieronder volgt een overzicht van deze afspraken: Pilot zelfroosteren (in drie akkoorden) nader onderzoek naar moderne roostertechnieken, deeltijdfactor verhogen, balans arbeid privé; onderzoek naar aanpassing arbeidstijdenkader en de invloed van het nieuwe werken hierop; voortzetting project telewerken; instellen van een werkgroep sociale innovatie; pilot modernisering arbeidstijdparargrafen; verruiming van het dagvenster met één uur; In tien principeakkoorden zijn nieuwe afspraken gemaakt, zoals onderzoek naar zelfroosteren, een meeromvattend mobiliteitsplan of onderzoek in het kader van een breder mobiliteitsbeleid. In acht principeakkoorden 3 is sprake van een wijziging in een bestaande afspraak zoals verhoging reiskostenvergoeding, verlaging eigen bijdrage in de reiskosten, onderzoek naar fiscale mogelijkheden in relatie tot reiskostenvergoeding of voortzetting van project telewerken. 3 In sommige akkoorden zijn zowel nieuwe afspraken als wijzigingen van bestaande afspraken opgenomen. 10

Bijlagen

Bijlage I De steekproef-cao s 2010 cao-naam SBI werknemers ingangs expiratie Landbouw -code -datum -datum glastuinbouw 11 49500 1-jul-07 1-jul-10 open teelten 11 44500 1-jul-06 1-jan-09 dierhouderij 14 2900 1-jul-07 1-jan-10 landbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen 16 19100 1-apr-09 1-apr-10 Industrie unilever 104 2500 1-mei-07 1-mrt-09 bakkersbedrijf 107 40400 1-jun-08 1-aug-09 zoetwarenindustrie 108 12100 1-jul-07 1-jul-09 heineken nederlands beheer 110 3100 1-jul-08 1-okt-09 mode- interieur- tapijt- en textielindustrie 131 15000 1-mei-08 1-jul-10 timmerindustrie 162 12900 1-jul-07 1-jan-09 grafimedia 181 35100 1-feb-07 1-feb-10 dsm limburg 201 4600 1-jun-08 1-jun-09 organon biosciences nederland 212 4300 1-apr-07 1-apr-09 betonproduktenindustrie 236 9800 1-mrt-07 1-mrt-09 metalektro 240 134300 1-nov-07 1-feb-10 metalektro voor het hoger personeel (hp) 240 33800 1-nov-07 1-feb-10 corus staal bv 241 9500 1-okt-06 1-apr-09 metaalbewerkingsbedrijf (metaal) 250 154100 1-dec-09 1-apr-11 philips cao-a 260 5800 1-jan-08 1-jan-10 philips cao-b 260 9800 1-jan-08 1-jan-10 oce technologies bv 282 3700 1-apr-08 1-jul-09 carrosseriebedrijf (metaal) 292 19400 1-dec-09 1-apr-11 meubelindustrie en meubileringsbedrijven 310 19500 1-jul-08 1-jul-10 sociale werkvoorziening 329 98000 1-nov-07 1-mrt-10 energie 351 27000 1-jul-09 1-mei-10 Bouwnijverheid bouwnijverheid 411 172700 1-jul-09 1-jan-11 technische installatiebedrijven (metaal) 432 136500 1-dec-09 1-apr-11 afbouw 433 10800 1-jan-08 1-jan-10 schilders-, afwerkings en glaszetbedrijf 433 23300 1-mrt-06 1-mrt-09 Handel en Horeca motorvoertuigenbedrijf en tweewielerbedrijf (metaal) 452 93500 1-feb-08 1-dec-09 bloemen en planten groothandel 462 14200 1-jan-08 1-jul-09 aardappelen, groenten en fruit, groothandel 463 12600 1-apr-08 1-apr-09 albert heijn distributie-organisatie 463 3400 15-okt-07 15-okt-08 levensmiddelen en/of zoetwaren, groothandel 463 27000 1-jul-07 1-jul-09 vleessector 463 9900 1-apr-09 1-apr-11 technische groothandel 464 44300 1-jan-08 1-apr-10 informatie-, communicatie- en kantoortechnologiebranche (ick) 466 31600 1-jan-08 1-jan-10 hema 471 8200 1-feb-07 1-feb-09 vroom & dreesmann food 471 5100 1-feb-08 1-feb-10 vroom & dreesmann non food 471 6500 1-feb-08 1-feb-10 levensmiddelen, grootwinkelbedrijven vgl 472 110000 1-apr-08 1-apr-10 i

cao-naam SBI werknemers ingangs expiratie -code -datum -datum levensmiddelenbedrijf 472 88700 1-apr-08 1-apr-10 slagersbedrijf 472 18000 1-apr-07 1-apr-09 doe het zelf branche 475 16000 1-apr-04 1-jan-07 elektrotechnische detailhandel 475 19800 1-jul-07 1-jan-09 gemengde branche en speelgoedbranche 475 25400 1-jan-09 1-jan-11 ikea nederland b.v. 475 6000 1-okt-09 1-okt-10 praxis groep 475 3800 1-feb-07 1-feb-09 wonen v/h woninginrichting 475 31800 1-jan-08 1-jan-10 apotheken 475 23700 1-apr-08 1-apr-10 bloemen en planten, gespecialiseerde detailhandel 475 11100 1-jan-09 1-apr-11 drogisterijbranche 477 20500 1-apr-07 1-apr-08 mode- en sportdetailhandel 477 85400 1-jan-08 1-jul-10 horeca- en aanverwante bedrijf 477 319500 1-apr-08 1-apr-10 recreatie 477 27200 1-jul-09 1-feb-10 contractcateringbranche 551 18600 1-apr-08 1-apr-10 Vervoer en Commnunicatie ns / nederlandse spoorwegen regulier 491 15300 1-apr-07 1-mei-09 openbaar vervoer 493 12000 1-jan-08 1-jul-09 taxivervoer 493 39600 1-jan-09 31-dec-13 beroepsgoederenvervoer over de weg 494 119200 1-okt-08 1-jan-10 goederenvervoer nederland 494 25000 1-okt-08 1-jan-10 selektvracht 494 3000 1-jan-07 1-apr-09 klm-grondpersoneel 522 15200 1-jan-05 1-apr-07 postkantoren bv 531 1500 1-apr-09 1-jan-10 tnt cao 531 34000 1-apr-08 1-apr-09 tnt cao postbezorgers 531 7100 1-apr-08 1-apr-09 tnt cao zaterdagbestellers 531 12300 1-apr-08 1-apr-09 koninklijke kpn n.v. 611 15000 1-jan-08 1-jan-10 atos- origin in nederland 620 9000 1-jan-07 1-jan-08 getronics pinkroccade nederland bv 620 9000 1-jan-09 1-jan-10 Zakelijke dienstverlening abn-amro 641 20000 1-jan-09 1-mrt-10 fortis bank nederland 641 7900 1-jan-09 1-mrt-10 ing cao 641 29000 1-jan-07 1-jul-08 rabobank 641 42900 1-mei-09 1-feb-10 sns reaal 641 6900 1-jun-08 1-jun-09 achmea 643 12400 1-jan-08 1-jun-09 delta lloyd nv 651 5000 1-jun-07 1-jun-09 verzekeringsbedrijf binnendienst 651 19900 1-jun-07 1-dec-09 zorgverzekeraars 651 12100 1-jun-07 1-jun-09 woondiensten 682 28600 1-jan-07 1-jan-09 architectenbureaus 711 14000 1-apr-07 1-apr-09 uitzendkrachten nbbu 782 23000 1-apr-09 31-dec-13 uitzendkrachten abu 782 242300 29-mrt-09 30-mrt-14 uitzendondernemingen vaste medewerkers 782 23000 1-jan-09 1-apr-11 reisbranche 791 20500 1-apr-08 1-apr-09 anwb 799 3700 1-apr-08 1-apr-10 ii

cao-naam SBI werknemers ingangs expiratie -code -datum -datum beveiligingsorganisaties, particuliere 801 24800 1-aug-08 1-jul-10 schoonmaak- en glazenwassersbedrijf 812 155900 1-apr-08 1-jan-10 hoveniersbedrijf in nederland 813 16200 1-mrt-09 1-mrt-10 kpn contact 822 4500 1-jul-08 1-jan-10 callcenters, facilitaire 822 15200 1-mei-08 1-mei-10 Overige dienstverlening gemeente-ambtenaren 841 171400 1-jun-07 1-jun-09 provinciepersoneel 841 13200 1-jun-07 1-jun-09 rijkspersoneel 841 123200 1-jan-07 31-dec-10 defensie-personeel 842 68200 1-mrt-09 28-feb-10 politie-personeel 842 61500 1-jan-08 31-dec-10 sociale verzekeringsbank 843 3300 1-apr-08 1-apr-10 uwv werkbedrijf 843 20000 1-mei-07 1-mei-10 primair onderwijs 852 184800 1-jan-09 1-jan-10 beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) 853 53000 1-feb-07 1-feb-09 ons middelbaar onderwijs 853 6700 1-jul-08 1-aug-10 voortgezet onderwijs 853 106400 1-jul-09 1-jul-10 hoger beroepsonderwijs 854 38600 1-aug-07 1-aug-10 nederlandse universiteiten 854 49400 1-sep-07 1-mrt-10 universitair medische centra 861 60400 1-jan-08 1-mrt-11 ziekenhuizen 861 192000 1-feb-08 1-mrt-09 geestelijke gezondheidszorg (ggz) 862 69600 1-mrt-08 1-apr-09 huisartsenzorg 862 19900 1-jan-09 1-apr-10 arbo unie nederland 869 3500 1-jan-05 1-nov-07 verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (vvt) 871 395000 1-jan-08 1-mrt-10 gehandicaptenzorg 872 134800 1-apr-07 1-jan-09 jeugdzorg 879 31400 1-mei-08 1-mei-10 kinderopvang 889 72000 1-mei-09 1-mei-10 welzijn en maatschappelijke dienstverlening 889 66500 1-mei-08 1-mei-11 holland casino 920 4800 1-apr-08 1-apr-09 5190400 N=115 iii