Monitor en evaluatie Verslavingsbeleid Katwijk 2000-2007. Maart 2008



Vergelijkbare documenten
: Burgemeester en Wethouders

~atwijl{ Nr"j 26 MEI Overeenko!""",~l"i het voorstel,l-v.~.~.l. Voorstel

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor. alcohol en middelen

Tabak, cannabis en harddrugs

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen

Factsheet alcohol. Think Before You Drink

Alcoholgebruik: omvang in de regio

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

* *

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Leeftijd eerste ervaring met alcohol < 11 jaar

GO Jeugd 2008 Alcohol

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Jongeren en alcohol. Een voorbeeld van een lokale aanpak. Jos Wienen, burgemeester van Katwijk. Fusiegemeente sinds 1 januari 2006;

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland ( )

Tabak, cannabis en harddrugs

Antenne Gooi en Vechtstreek 2017

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Actieplan alcohol en jeugd gemeente Teylingen Definitieve versie: 10 juli 2008

Workshop 9 En morgen gezond weer op

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik

DDe afgelopen jaren zijn de regels voor

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 16 jaar Nalevingsonderzoek gemeente Katwijk 4 e effectmeting. Fieke Franken Ellen Selten

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Jongeren en alcohol. Gemeente s-hertogenbosch

Gemeente Katwijk. Preventie- en Handhavingsplan Verslavingsbeleid

Drinken op school 2011

Informatie Alcoholplan. Platform Kocon Katwijk

V O LW A S S E N E N

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

TABAK, ALCOHOL EN DRUGS

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Samenvatting. Rapportage. Alcohol. Meetkeet

Beantwoording rondvragen 18R.00833

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : MZ Datum :

Uitgaan jarigen in Roosendaal. Een rapportage over het uitgaansgedrag van jarigen en hun wensen m.b.t. uitgaansmogelijkheden.

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

ALCOHOLGEBRUIK VAN JONGEREN IN DE REGIO IJSSEL-VECHT. Gezondheidsmonitor jongeren jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Preventie en voorlichting

Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Gemeente Hillegom. Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Hillegom

Peilstationsonderzoek. Genotmiddelengebruik scholieren Voortgezet

Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016

Evaluatie veilig uitgaan

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Bestuurlijk Overleg Alcoholmisbruik Hollands Midden

Trends in Mantelzorg. November Trends in Mantelzorg

Nuchter opvoeden Alcohol en Drugs in de Opvoeding. Floris Munneke Anita van Stralen

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

R a p p o r t. Draagvlakonderzoek alcohol en jongeren. Digitaal onderzoek onder ouders en jongeren 2016

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

B&W-Aanbiedingsformulier

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Commissienotitie. Onderwerp Alcohol 16 min geen goed begin. Status Informerend

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Projectplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

Actieplan Naar een nuchter Bergen Gemeente Bergen

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Preventie- en handhavingplan alcohol

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Kadernota In Control of Alcohol&Drugs Noord-Holland Noord

Nationale Drug Monitor Jaarbericht Samenvatting

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Volp (PvdA) over het stijgende aantal jonge comazuipers (2016Z05066).

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Onze doelgroep speelt het meest games op op online game websites. Hierna komen de consoles en de PC games.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Inhoud. Alcoholpreventie Jeugd Gemeente Dalfsen

NALE VINGS LEEFTIJDSCONTROLE BIJ ALCOHOLVERKOOP

Rapport nieuwe drank- en horecawet

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Alcohol(voorlichting): een ander verhaal!

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

4. SAMENVATTING. 4.1 Onderzoeksopzet. 4.2 Jongeren

Kadernota In control of Alcohol&Drugs Noord-Holland Noord

Transcriptie:

Monitor en evaluatie Verslavingsbeleid Katwijk 2000-2007 Maart 2008

2

Inhoudsopgave Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 2 Onderzoeksvragen en methoden... 11 2.1 Genotmiddelengebruik en verslavingszorg... 11 2.2 Evaluatie verslavingsbeleid Katwijk 2000-2007... 11 3 Cijfers alcohol... 13 3.1 Jongeren, volwassenen en ouderen... 13 3.2 Uitgaande jongeren en alcohol... 17 4 Cijfers soft- en harddrugs... 18 4.1 Cannabis... 19 4.2 Cocaïne, XTC en amfetamine... 21 4.3 Uitgaande jongeren en drugs... 21 5 Cijfers verslavingszorg... 23 5.1 Stichting De Brug... 23 5.2 Brijder verslavingszorg... 25 5.3 Totaal gebruik verslavingszorg... 26 6 Evaluatie gemeentelijk verslavingsbeleid... 27 6.1 Beleids- en werkplannen Stichting Kocon... 27 6.2 WIZDIZ-vragenlijst... 29 6.3 Interviews... 30 7 Conclusies en beschouwing... 35 7.1 Conclusies... 35 7.2 Beschouwing over effecten van preventiebeleid... 38 8 Aanbevelingen... 41 Bijlage 1 Organogram Stichting Kocon... 43 Bijlage 2 Gegevensbronnen... 45 Bijlage 3 Beleidsdocumenten Platform Kocon... 47 Bijlage 4 Wizdiz-vragenlijst... 49 Bijlage 5 Lijst geïnterviewden 2007... 51 Bijlage 6 Overzicht partijen en betrokkenen... 53 Bijlage 7 Tabellen cijfers alcohol- en drugsgebruik... 55 Bijlage 8 Resultaten in kort bestek... 57 3

Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Katwijk Uitvoerder: GGD Hollands Midden Onderzoekers: Hanneke Tielen Dorien Krab Publicatienummer: 07032 Bestellen: 071-516 33 36 Email: htielen@ggdhm.nl maart 2008 4

Samenvatting De GGD Hollands Midden heeft in opdracht van de gemeente Katwijk de Monitor Alcohol en Drugs uit 2000 geactualiseerd. Alle beschikbare cijfers over alcohol- en drugsgebruik en het gebruik van de verslavingszorg tussen 2000 en 2007 zijn op een rij gezet. Daarnaast is een procesevaluatie uitgevoerd ten aanzien van het verslavingsbeleid van de gemeente Katwijk. Beleids- en werkplannen die tussen 2000 en 2007 zijn verschenen, zijn geanalyseerd en er zijn interviews gehouden met vijftien direct betrokkenen bij de ontwikkeling en uitvoering van het gemeentelijk verslavingsbeleid. Ten slotte is een beperkte literatuurstudie gedaan naar effecten van preventie. Alcoholgebruik De gemiddelde leeftijd waarop kinderen met alcohol kennismaken is in de vijf jaar voorafgaande aan 2003 jonger geworden. Onder 12-14 jarigen zijn meer meisjes alcohol gaan drinken. Het aantal glazen dat door 12-17 jarigen bij één gelegenheid wordt gedronken is in zeven jaar tijd toegenomen van 3,3 in 1996 naar 5,7 in 2003. In Katwijk is de mate van alcoholgebruik door de jeugd gelijk aan dat in de rest van Zuid-Holland Noord. Onder volwassenen vanaf 35 jaar wordt in Katwijk in 2005 door minder mensen alcohol gedronken en zij drinken ook minder glazen per gelegenheid, dan elders in Zuid-Holland Noord. Drugsgebruik Het cannabisgebruik onder 12-17 jarigen is in 2003 gelijk aan vijf jaar ervoor. Ook het gebruik van cocaïne, XTC en/of amfetamine onder 18-26 jarigen is in dezelfde periode gelijk gebleven. Op een willekeurige uitgaansdag in 2002 had 8% van de mannelijke cafébezoekers en 1% van de vrouwen cocaïne gebruikt. In de jongerencentra wordt meer cocaïne gebruikt onder de jongens dan in de cafés en discotheken. Het cannabis- en cocaïnegebruik is in Katwijk gelijk aan elders in Zuid-Holland Noord. Verslavingszorg Het aantal cliënten van De Brug schommelt tussen 1999 en 2007 tussen de 80 en 100. Het aantal cliënten van Brijder Verslavingszorg dat uit Katwijk komt is toegenomen van 149 naar 245. De grootste toename geldt de alcoholverslaafden. De samenstelling van de cliënten van De Brug en Brijder Verslavingszorg is verschoven naar minder heroïneverslaafden, meer alcohol- en cocaïneverslaafden. Deze trends komen overeen met de landelijke ontwikkelingen. Verslavingsbeleid Stichting Kocon is in 2004 opgericht met Platform Kocon als opvolger van Platform Verslavingszorg Katwijk. Het Platform heeft haar prioriteiten verlegd van drugs- naar alcoholbestrijding. Alcohol is als probleem op de gemeentelijke politieke agenda gezet en het collectieve bewustzijn ten aanzien van alcoholproblemen onder jongeren, is vergroot. De geïnterviewden zijn tevreden met de onderlinge samenwerking in het Platform, de open sfeer waarin wordt gediscussieerd en de beleidsruimte die de gemeente het Platform geeft. Taakverdeling en verantwoordelijkheden tussen stichting, Platform en gemeente zijn in 2004 in een convenant vastgelegd. In de praktijk blijkt hierover op de werkvloer niet altijd duidelijkheid te bestaan. 5

De doelgroep waarop het Platform haar activiteiten richt, heeft zich in de loop der jaren uitgebreid: de leeftijd van de jongeren wordt steeds jonger (basisschool), ouders worden actiever betrokken bij de voorlichting en er zijn steeds meer ketenpartners benaderd voor het maken van afspraken, zoals horeca, supermarkten en jongerencentra. De laatste jaren is de nadruk meer op handhaving en juridische mogelijkheden gaan liggen. Hierbij lopen de gemeente en het Platform aan tegen landelijke wet- en regelgeving wat de mogelijkheden voor eigen plannen beperkt. Inhoudelijk verschuift de laatste jaren de aandacht van verslavingspreventie en zorg naar maatschappelijke opvang en reïntegratie. De Brug ontvangt bijvoorbeeld ook niet-verslaafden en begeleidt ex-gedetineerden. Het Platform neemt steeds meer taken op zich waardoor de voorbereiding en evaluatie in de knel komen. Voor sommigen is dit een zorgelijke ontwikkeling. Aanbevelingen 1. Preventie overmatig alcoholgebruik De meest recente wetenschappelijke inzichten geven aan dat preventie van overmatig alcoholgebruik alleen werkt als bewustwording, voorlichting en signalering samen gaan met beperking van de beschikbaarheid van alcohol, controle en handhaving. Bovendien blijkt uit onderzoek dat zelfregulering door de sector niet werkt zonder controle en handhaving door de overheid. Dit leidt tot onderstaande aanbevelingen: - beperken van de omvang en inhoud van alcoholreclame en marketing - handhaven en/of verhogen van leeftijdsgrenzen voor verkoop alcohol, beperken verkooppunten - verlagen van wettelijk toegestane alcoholpromillage in het verkeer en at random uitgevoerde ademanalyses met inbeslagname van het rijbewijs Katwijk start in 2008 een pilot project waarin zij zelf de alcoholverkoop aan jongeren tot en met vijftien jaar gaat controleren. Dit is een veelbelovende weg, mits het gepaard gaat met implementatie in de gehele gemeente zodat maatregelen elkaar op verschillende niveaus versterken: - mobiliseren van het brede publiek (op maatregelen aansluitende voorlichting) - ondersteunen van alcoholaanbieders en verkopers om beleid aan te passen - controle en handhaving (scholen, jongerencentra, horeca, detailhandel, sportclubs, verkeer) - beperking van alcoholverkooppunten - een aantal jaren achtereen volhouden 2. Stichting Kocon en gemeentelijk alcoholpreventiebeleid De tevredenheid over Platform Kocon als openbaar discussieforum en plannenbedenker is groot. De Proeftuinfunctie dient te worden behouden. Er moet meer aandacht en tijd komen voor evaluatie van de uitgedachte en uitgevoerde plannen en bijstellen van het beleid. De gemeente zal de rol van het Platform moeten formuleren bij de ontwikkeling van een integrale visie waarin de samenhang duidelijk wordt tussen de nieuwe nota verslavingsbeleid, de WMO-prestatievelden en het Regionaal Kompas. De capaciteit van de secretariële ondersteuning van het Platform dient hieraan te worden aangepast. 6

3. Meetbare doelen Cijfers over alcoholgebruik in de bevolking zijn niet direct bruikbaar als prestatie-indicatoren voor beleid. Om activiteiten te kunnen evalueren is het nodig van te voren een aantal meetbare doelen te stellen. Beginwaarden moeten bekend zijn. Achteraf kan dan gemakkelijker worden nagegaan in hoeverre de werkelijke resultaten tegemoetkomen aan de gewenste en verwachte. 7

8

1 Inleiding In 2000 heeft de gemeente Katwijk voor het eerst een monitor laten uitvoeren waarin gegevens zijn verzameld over het alcohol- en drugsgebruik in Katwijk. Daarnaast is een aantal jongeren geïnterviewd naar hun motivaties en attituden ten opzichte van het gebruik. Tenslotte zijn de preventieactiviteiten op een rij gezet. Het onderzoeksbureau Eysinck, Smeets en Etman uit Den Haag heeft het onderzoek uitgevoerd. De gegevens waren afkomstig van de GGD Hollands Midden (voorheen GGD Zuid-Holland Noord), Stichting De Brug, Brijder Verslavingszorg (voorheen Parnassia), Politie Hollands Midden en het jongerenwerk. De gemeente Katwijk heeft in de zomer van 2007 de GGD Hollands Midden verzocht de cijfers uit de Monitor 2000 te actualiseren. De gemeente heeft in de afgelopen jaren veel energie gestoken in preventieactiviteiten gericht op jeugd en jongeren ten aanzien van het alcoholgebruik. De vraag is hoe het alcoholgebruik onder jongeren zich in deze periode heeft ontwikkeld. De meest recente beschikbare gegevens over alcohol- en drugsgebruik onder jongeren zijn echter uit 2003. De ontwikkeling tussen 2003 en 2007 is dus niet bekend. In het najaar van 2008 is de volgende peiling door de GGD onder jongeren gepland. Naast de actualisatie van de cijfers is de GGD verzocht het verslavingsbeleid 2000 2007 te evalueren. De gemeente wil weten wat de effecten van haar beleid zijn geweest. Een effectevaluatie is echter niet haalbaar om verschillende redenen. Ten eerste ontbreekt specifieke kennis over de beginsituatie bij een duidelijk omschreven doelgroep. Het is te veelomvattend om interventies van de afgelopen zeven jaar afzonderlijk te evalueren naar wijze van uitvoering, aantal bereikte mensen en dergelijke. Ten slotte zijn effectevaluaties altijd lastig omdat effecten door externe invloeden (die niets met het beleid te maken hebben) niet zijn uit te sluiten. Daarom is gekozen voor beperking tot de uitvoerders van het beleid (gemeente, Platform Kocon en partners) en het analyseren van alle beleidsplannen en verslagen die tussen 2000 en 2007 zijn gepubliceerd. De doelgroepen van het beleid (jongeren, intermediairs) zijn niet bij de evaluatie betrokken. De evaluatie zal zich richten op de inhoud van het beleid, de samenwerking, het draagvlak en randvoorwaarden. 9

10

2 Onderzoeksvragen en methoden 2.1 Genotmiddelengebruik en verslavingszorg Onderzoeksvragen 1 In welke mate gebruiken Katwijkers alcohol en/of drugs? 2 Hoe verhoudt het alcohol- en drugsgebruik van Katwijkers zich ten opzichte van inwoners in de regio? 3 Wat is de ontwikkeling in het alcohol- en drugsgebruik sinds 2000? 4 Hoeveel Katwijkers maken gebruik van de verslavingszorg? 5 Wat is de ontwikkeling in het gebruik van de verslavingszorg sinds 2000? Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg zijn in 2006 gefuseerd tot de gemeente Katwijk. De actualisatie van de cijfers geldt voor Katwijk van na de fusie. De cijfers van Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg die dateren van voor 2006 zijn samengevoegd. Methoden Om de ontwikkeling van het alcohol- en drugsgebruik in kaart te brengen wordt geput uit de resultaten van onderstaande onderzoeken. De onderzoeken die sinds 2000 in Katwijk zijn uitgevoerd naar het alcohol- en/of drugsgebruik van jongeren, volwassenen en ouderen, staan in chronologische volgorde. Onderzoeken in Katwijk vanaf 2000. - Alcohol- en Drugs Monitor 2000, gemeente Katwijk, februari 2001 - Alcohol Meetkeet 2002, onderzoek in horeca en voetbalkantines, april 2003 807 respondenten - Veilig in Katwijk Stappen, enquête onder 13-15 jarige Katwijkers, 2003 585 respondenten - Gezondheidspeiling 2003 jongeren 12-26 jaar, oktober 2003 3697 respondenten - Scholierenpeiling 2003 genotmiddelen en gokken, oktober 2004 705 respondenten - Stichting Alexander, panelgesprekken met 14-25 jarigen, december 2004 26 jongeren - Gezondheidspeiling 2005 volwassenen en ouderen 19-94 jaar, juni 2006 3486 respondenten Om de ontwikkeling van het gebruik van de verslavingszorg in kaart te brengen worden cliëntgegevens opgevraagd bij Stichting De Brug en Brijder Verslavingszorg (voorheen Parnassia circuit verslavingszorg) van 1999 tot en met 2006. 2.2 Evaluatie verslavingsbeleid Katwijk 2000-2007 Onderzoeksvragen 6 Welke plannen uit de beleids- en werkplannen zijn gerealiseerd? 7 Hoe is het proces rondom het verslavingsbeleid verlopen sinds 2000? 8 Wat zijn de knelpunten en welke aanbevelingen voor toekomstig beleid kunnen worden gedaan? 11

Methoden Voor het beantwoorden van de vragen zijn de beleids- en werkplannen van het Platform Kocon betreffende alcohol- en drugspreventie doorgenomen, verschenen tussen 1 januari 2000 en 1 mei 2007. Uit jaarverslagen en voortgangsrapportages is bekeken in hoeverre plannen zijn gerealiseerd. Om inzicht te krijgen in het beleidsproces sinds 2000, is aan de direct betrokkenen van het verslavingsbeleid een vragenlijst gestuurd, de zogenaamde WIZDIZ 1. De WIZDIZ-vragenlijst (Werkgroep Integrale Zorg, Diagnose-instrument Integrale Zorg) is een instrument om een proces in de openbare gezondheidszorg te meten. De WIZDIZ is ontwikkeld aan de Universiteit Maastricht met behulp van onderzoek naar Hartslag Limburg en de succes- en faalfactoren voor samenwerking in netwerken. De succes- en faalfactoren zijn onderverdeeld in vier clusters, die gezamenlijk de (on)mogelijkheden van samenwerking bepalen: lokale context (de dagelijkse, praktische omstandigheden in het gebied van het netwerk); draagvlak (commitment); management (besturing en beheersing van het netwerk); externe factoren (de bredere context van het netwerk). Per cluster (met respectievelijk 16, 14, 32 en 5 vragen) wordt een gemiddelde score van de respondenten berekend, die worden ingedeeld in vier categorieën: (zeer) ongunstig; niet gunstig, niet ongunstig en (zeer) gunstig. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met vijftien direct betrokkenen bij de ontwikkeling en/ of uitvoering van het verslavingsbeleid in de gemeente Katwijk (Bijlage 5). 1 Procesmanagement in public health; ontwerp, analyse & verandering. Bohlmeijer E, Ruland E, Raak Av, Mur- Veenman I (redactie).trimbos Instituut, Utrecht. 2005. 12

3 Cijfers alcohol 3.1 Jongeren, volwassenen en ouderen Hoeveel mensen drinken alcohol? Het merendeel van de kinderen heeft de eerste ervaring met alcohol als zij op de basisschool zitten. In 2003 heeft 64% van de Katwijkse leerlingen in groep 7 en 8 tenminste één keer alcohol gedronken. De overgang naar het voortgezet onderwijs gaat gepaard met een toename van het aantal leerlingen dat kennis maakt met alcohol. In de eerste twee klassen heeft 85% ooit alcohol gedronken en in de derde klas 94%. De eerste kennismaking met alcohol vindt op steeds jongere leeftijd plaats. In 1996 had nog maar 32% van de basisschoolleerlingen ooit een keer alcohol gedronken. In zeven jaar tijd is het percentage basisschoolleerlingen dat ervaring heeft met alcohol verdubbeld. percentage drinkers 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 12-14 15-17 18-23 24-26 27-34 35-49 50-64 65-74 75-94 leeftijd Figuur 1 Alcoholgebruik de afgelopen vier weken in Katwijk en overig Zuid-Holland Noord peiling 2 : 12-26 jaar 2003; 27-94 jaar 2005 Katwijk peiling 2 overig ZHN peiling 2 Naarmate leerlingen ouder worden wordt het normaler om regelmatig alcohol te drinken. Op 12-14 jarige leeftijd heeft een kwart de afgelopen vier weken alcohol gedronken. Dit percentage loopt op tot bijna 80% op 15-17 jarige leeftijd en bijna 90% boven de achttien jaar. Pas boven de 35 jaar neemt het percentage alcoholdrinkers weer af tot onder de 80%. Van de hoogbejaarden (75-94 jaar) drinkt nog 65%. In Katwijk drinken evenveel jongeren alcohol als in overig Zuid-Holland Noord. Onder Katwijkse inwoners tussen 35 en 94 jaar wordt door minder mensen alcohol gedronken dan in overig Zuid- Holland Noord (zie figuur 1) Is het percentage drinkers toe- of afgenomen? Het percentage drinkers is in Katwijk tussen de eerste en tweede peiling onder jongeren en jongvolwassenen toegenomen en onder 35-plussers afgenomen. Figuur 2 laat de verschillen tussen de eerste en tweede peiling zien naar leeftijd. 13

De toename onder jongeren geldt voor de meisjes van 12-14 jaar en vrouwen van 18-23 jaar. In overig Zuid-Holland Noord zijn ook meer jonge meisjes en vrouwen gaan drinken. Meisjes hebben hun achterstand ten opzichte van jongens ingelopen. Het percentage drinkers onder 35-64 jarigen is in Katwijk juist afgenomen. De ouderen zijn pas bij de tweede peiling bij het onderzoek betrokken. De daling van het percentage drinkers onder 35-plussers heeft in de rest van Zuid-Holland Noord niet plaatsgevonden. percentage drinkers 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 12-14 15-17 18-23 24-26 27-34 35-49 50-64 65-74 75-94 leeftijd peiling 1: 12-26 jaar 1998, 27-64 jaar 2000 peiling 2: 12-26 jaar 2003, 27-94 jaar 2005 Figuur 2 Alcoholgebruik de afgelopen vier weken in Katwijk; eerste en tweede peiling Katwijk peiling 2 Katwijk peiling 1 Vergelijking met landelijke cijfers: het aandeel scholieren dat op jonge leeftijd alcohol drinkt is tussen 1999 en 2003 toegenomen. Onder twaalfjarigen nam het percentage drinkers tussen 2003 en 2005 weer wat af. Het percentage drinkers onder volwassenen bleef tussen 2001 en 2005 stabiel. Hoeveel jongeren drinken vijf of meer glazen bij één gelegenheid? Bij de tweede peiling in 2003 (figuur 3) drinkt in Katwijk 7% van de 12-14 jarigen en ruim 30% van de 15-17 jarigen vijf of meer glazen alcohol bij één gelegenheid in de afgelopen twee weken. De helft van de 18-23 jarigen drinkt deze hoeveelheid en eenderde van de 24-26 jarigen. De 18-23 jarigen zijn hiermee de grootste drinkers. Van de drinkers is een kwart van de 12-14 jarigen een veeldrinker (vijf of meer glazen bij één gelegenheid), vier van de tien 15-17 jarigen drinken veel, 60% van de 18-23 jarigen en 40% van de 24-26 jarigen. Volgens het Trimbos-instituut is veel drinken onder jongeren meer regel dan uitzondering. In 2003 hoorde tweederde van de drinkende 12-16 jarigen tot de veeldrinkers. Bij het Trimbosinstituut is naar de afgelopen zes maanden gevraagd. In Katwijk is gevraagd naar de afgelopen twee weken. Daardoor is het landelijk percentage veel hoger dan het Katwijkse. veel drinken: 5 of meer glazen bij één gelegenheid in afgelopen twee weken 60 50 40 Katwijk 2003 percentage Katwijk 1998 30 veeldrinkers overig ZHN 2003 20 overig ZHN 1998 10 0 12-14 15-17 18-23 24-26 leeftijd Figuur 3 Percentage veeldrinkers onder jongeren 14

Zijn jongeren meer of minder glazen per gelegenheid gaan drinken? De resultaten van de gezondheidspeiling onder jongeren tussen 12-26 jaar van de GGD en de scholierenpeiling onder 10-18 jarigen van het Trimbos-instituut spreken elkaar tegen. Volgens de gezondheidspeiling is het percentage veeldrinkers (vijf of meer glazen bij één gelegenheid) tussen 1998 en 2003 in Katwijk gelijk gebleven en in de rest van Zuid-Holland Noord iets gedaald (figuur 3). Uit de scholierenpeiling van het Trimbos-instituut blijkt dat leerlingen in het voortgezet onderwijs tussen 1996 en 2003 gemiddeld meer glazen alcohol bij één gelegenheid zijn gaan drinken (tabel 1). Deze trend is voor Katwijk en Zuid-Holland Noord hetzelfde. Tabel 1 Gemiddeld aantal glazen alcohol bij één gelegenheid (leerlingen voortgezet onderwijs) Katwijk Overig ZHN 2003 1996 2003 1996 n = 236 n = 299 n = 1375 n = 2411 leeftijd 12-14 jaar 5,1 1,8 3,4 1,6 15-17 jaar 6,6 5,1 6,0 4,5 geslacht jongen 6,1 3,8 5,7 3,7 meisje 5,2 2,9 4,2 2,5 totaal 5,7 3,3 5,0 3,1 Recentere landelijke cijfers van het Trimbos-instituut duiden op een verdere toename van het percentage veeldrinkers onder leerlingen in het voortgezet onderwijs tussen 2003 en 2005. Uit de gezondheidspeiling komt bovendien naar voren dat het percentage veeldrinkers in Katwijk in 1998 onder dat van de rest van Zuid-Holland Noord lag. In 2003 zijn de twee percentages gelijk, met uitzondering van de 24-26 jarigen. In deze groep is het percentage veeldrinkers in Katwijk onder dat van Zuid-Holland Noord gebleven. Hoeveel jongeren onder de 16 jaar kopen wel eens alcohol? Het is wettelijk verboden aan jongeren onder de 16 jaar alcohol te verkopen. Toch gebeurt het regelmatig. Een kwart van de 12-15 jarige Katwijkers zegt wel eens alcohol te kopen. Dat doen ze vooral in de supermarkt (13%) en in café of discotheek (14%). Tien procent koopt wel eens bij de slijter en een veel kleiner percentage koopt wel eens alcohol in de sportkantine of jongerencentrum (beide 2%) of ergens anders (3%). Het valt op dat Katwijkse jongeren onder de 16 jaar vaker alcohol kopen dan leeftijdgenoten elders in Zuid-Holland Noord. In overig Zuid-Holland Noord koopt één van de tien 12-15 jarigen wel eens alcohol. Vergelijking met landelijke cijfers: in 2004 gaf een kwart van de 12-16 jarigen aan wel eens alcohol te kopen. Dit percentage komt overeen met het Katwijkse percentage. 15

Hoeveel volwassenen zijn excessieve drinkers? Excessieve drinkers zijn mensen die 20 glazen alcohol of meer drinken per week. Dit komt neer op drie glazen of meer per dag. De doorgetrokken blauwe lijn in figuur 4 toont het percentage excessieve drinkers in Katwijk naar leeftijd in 2005. In dit jaar behoort 18% van de 18-34 jarigen tot de excessieve drinkers. Dit percentage is een stuk lager voor 35-49 jarigen (7%). Het percentage excessieve drinkers onder 50-64 jarigen neemt weer toe tot 12%. Op hogere leeftijd neemt het percentage excessieve drinkers sterk af tot 8% van de 65-74 jarigen. Van de Katwijkse 75-plussers heeft niemand gerapporteerd meer dan 20 glazen per week te drinken. percentage excessieve drinkers 25 20 15 10 5 0 excessief drinken: 20 glazen alcohol of meer per week 18-34 35-49 50-64 65-74 75-94 leeftijd Figuur 4 Percentage excessieve drinkers Katwijk 2005 Katwijk 2000 overig ZHN 2005 overig ZHN 2000 Onder jongvolwassenen tot 34 jaar zijn in Katwijk ongeveer evenveel excessieve drinkers als onder leeftijdgenoten in overig Zuid-Holland Noord. De leeftijdsgroepen vanaf 35 jaar tellen in Katwijk minder excessieve drinkers dan in overig Zuid-Holland Noord. Ook onder ouderen in Katwijk zijn minder excessieve drinkers dan in overig Zuid-Holland Noord. Bij de ouderen zijn het vooral de vrouwen die minder drinken. Is het percentage excessieve drinkers toe- of afgenomen? De 18-34 jarige Katwijkers zijn meer gaan drinken. Figuur 4 toont dat in 2000 slechts 12% tot de excessieve drinkers behoorde en in 2005 is dit gestegen naar 18%. Het percentage excessieve drinkers onder oudere volwassenen is gelijk gebleven. In overig Zuid-Holland Noord is men in alle leeftijdsgroepen tot 65 jaar meer gaan drinken. De grootste toename heeft plaats gevonden bij de jongere groep van 18-34 jaar. Vergelijking met landelijke cijfers is lastig vanwege definitieproblemen. Volgens het CBS is sprake van zwaar drinken zodra op één of meer dagen per week minstens zes glazen alcohol wordt gedronken. Volgens deze definitie was in 2005 elf procent van de bevolking van twaalf jaar en ouder een zware drinker. Dit is ongeveer evenveel als tien jaar geleden. Probleemdrinkers zijn mensen die niet alleen boven een bepaalde drempelwaarde drinken, maar daarnaast door hun alcoholgebruik problemen ondervinden. Volgens deze definitie is 17% van de mannen en 4% van de vrouwen een probleemdrinker. Probleemdrinken komt het meest voor in de leeftijd van 16-24 jaar: 34% van de mannen en 9% van de vrouwen in deze leeftijdsgroep is een probleemdrinker. 16

3.2 Uitgaande jongeren en alcohol Het alcoholgebruik is voor veel jongeren gekoppeld aan het uitgaan. Jongeren die uitgaan drinken vaker alcohol en ook meer glazen dan jongeren die niet uitgaan. Van de 13-15 jarigen die niet uitgaan, drinkt 40% wel eens alcohol tegenover tweederde van de leeftijdgenoten die wel uitgaan. Hoeveel jongeren gaan regelmatig uit? In tabel 2 staat het percentage jongeren dat regelmatig (een paar keer per maand) uitgaat naar café of discotheek. De helft van de Katwijkse 12-13 jarigen en zes van de tien 14-15 jarigen gaan regelmatig uit. Van de 16-17 en 18-23 jarigen gaat ruim 80% regelmatig uit. Ruim de helft van de 24-26 jarigen gaat regelmatig uit. Het valt op dat minderjarigen in Katwijk vaker uitgaan dan leeftijdgenoten uit overig Zuid-Holland Noord. De 18-23 jarigen gaan even vaak uit en de 24-26 jarigen uit Katwijk gaan minder vaak uit dan leeftijdgenoten in overig Zuid-Holland Noord. Tabel 2 Percentage jongeren dat meerdere keren per maand uitgaat 2003 rest van Zuid-Holland Katwijk Noord Leeftijd % % 12-13 jaar 14-15 jaar 16-17 jaar 18-23 jaar 24-26 jaar 52 62 83 82 55 32 49 75 85 73 Onderzoek onder 13-15 jarigen (VIKS, 2003) levert hogere percentages op. Hieruit zou blijken dat 80% van de 13-15 jarigen regelmatig in Katwijk uitgaat. Hoeveel jongeren drinken alcohol als zij uitgaan? Een kwart van de uitgaande jongeren onder de zestien jaar drinkt alcohol als zij uitgaan (gezondheidspeiling 2003). Ander onderzoek onder 13-15 jarigen (VIKS, 2003) levert een hoger percentage op: 70% zegt op een uitgaansdag alcohol te drinken. Zeven van de tien 16-17 jarigen drinken alcohol tijdens het uitgaan en acht van de tien 18-26 jarigen. Hoeveel glazen alcohol drinken jongeren op een uitgaansdag? In 2002 is in Katwijk onderzoek gedaan naar het alcohol- en druggebruik onder cafébezoekers, bezoekers van twee voetbalkantines en twee jongerensociëteiten. In 2004 is hetzelfde onderzoek uitgevoerd in Noordwijk. In tabel 3 staan cijfers over het alcoholgebruik Tabel 3 Alcoholgebruik bij het uitgaan 16-30 jarigen Ruim de helft van de cafébezoekers heeft Alcohol gedronken voor het uitgaan (indrinken) alcohol gedronken voordat zij uitgaan. Onder Alcohol gedronken in locatie op mannen moment invullen vragenlijst vrouwen jongeren onder de twintig Gemiddeld aantal glazen gedronken mannen jaar is dit percentage veel op een uitgaansdag in het weekend vrouwen hoger (ongeveer 70%). Het percentage dat op een uitgaansdag alcohol drinkt ligt boven de 90%. Katwijk 2002 56% 81% 65% 13,6 6,4 Noordwijk 2004 54% 87% 75% 12,7 6,7 17

Mannen drinken gemiddeld 13,6 glazen op een uitgaansdag. Bijna drie glazen hebben zij al op voordat zij uitgaan. Dit is het zogenaamde indrinken. Vrouwen drinken gemiddeld 6,4 glazen op een uitgaansdag, waarvan 1,4 glazen voor het uitgaan. Driekwart van de cafébezoekers in Katwijk en Noordwijk zijn vaste stappers (gaan elke week uit). In de Katwijkse cafés komen vooral Katwijkse jongeren. In Noordwijk komt de meerderheid van de bezoekers uit de regio. De verschillen tussen Katwijkse en Noordwijkse cafébezoekers zijn klein. Dezelfde vragenlijst in voetbalkantines leverde gelijke cijfers op. Hier wordt dus evenveel gedronken als in cafés. Uit onderzoek onder 13-15 jarigen (VIKS 2003) blijkt dat bijna de helft van de uitgaanders indrinkt. Bij het indrinken drinken zij evenveel glazen als later op de avond in het café. Zij drinken gemiddeld zes glazen voordat zij uitgaan en later op de avond in het café ook zes glazen. Ruim 80% zegt dat het ook gezellig kan zijn zonder alcohol. Echter, uit panelgesprekken met jongeren blijkt dat zij verlangen naar een plek voor 16-minners waar ongestoord alcohol kan worden gedronken (St. Alexander 2004). 18

4 Cijfers soft- en harddrugs 4.1 Cannabis De meest gebruikte illegale drug is cannabis. Cannabis wordt vooral thuis, bij vrienden of in de buitenlucht gebruikt. Een minderheid (16% van de gebruikers) gebruikt cannabis tijdens het uitgaan. Hoeveel mensen gebruiken cannabis? De kennismaking met cannabis vindt voor veel jongeren plaats als zij op de middelbare school zitten. Op de basisschool heeft 0,3% van de leerlingen in groep zeven en acht ooit cannabis geprobeerd. In het voortgezet onderwijs 21% en in het middelbaar beroepsonderwijs 46%. In 2003 heeft 6% van de Katwijkse 12-17 jarigen in de afgelopen vier weken cannabis gebruikt. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes. Dit is evenveel als leeftijdgenoten in overig Zuid-Holland Noord. Onder jongvolwassenen van 18-26 jaar gebruikt 7% cannabis. Dit is duidelijk minder dan leeftijdgenoten in overig Zuid-Holland Noord (11%). Vergelijking met landelijke cijfers: in 2003 had 19% van de middelbare scholieren ooit cannabis gebruikt. Dit is evenveel als in Zuid-Holland Noord. Het cannabisgebruik de afgelopen vier weken lag op 8%. Ook dit percentage ligt op hetzelfde niveau als in Katwijk en overig Zuid-Holland Noord. De cijfers over cannabisgebruik onder Katwijkse volwassenen zijn verouderd, De eerste en enige meting stamt uit 2000. In dat jaar had 14% van de 18-64 jarigen ooit cannabis gebruikt, 4% het afgelopen jaar en 1,2% de afgelopen vier weken. Het percentage dat ooit cannabis had gebruikt was in Katwijk lager dan in overig Zuid-Holland Noord (18%). Het actuele gebruik was in Katwijk gelijk aan overig Zuid-Holland Noord. Vergelijking met landelijke cijfers: in 2001 had bijna 19% van de Nederlandse bevolking tussen 15 en 64 jaar ooit cannabis gebruikt. Dit percentage is hoger dan het Katwijkse percentage, maar gelijk aan het percentage in overig Zuid-Holland Noord. Het gebruik het afgelopen jaar was 5% en het gebruik de afgelopen vier weken 4%. Het actuele gebruik in Katwijk was in 2000 dus lager dan in Nederland. Is cannabisgebruik toe- of afgenomen? In figuur 5 staan de percentages voor 1998 en 2003 voor Katwijk en overig Zuid-Holland Noord. Het lijkt alsof in Katwijk tussen 1998 en 2003 het percentage cannabisgebruikende 12-17 jarigen is toegenomen. Deze toename is statistisch niet significant (kan toevallige uitschieter zijn). Ook het verschil tussen Katwijk en overig Zuid-Holland Noord in 2003 kan toevallig zijn. De conclusie is dan ook dat onder jongeren het cannabisgebruik in Katwijk gelijk is gebleven. In de rest van Zuid-Holland Noord is het cannabisgebruik onder jongeren van 12-17 jaar afgenomen. In 1998 gebruikten minder Katwijkse jongeren cannabis dan jongeren in overig Zuid-Holland Noord. 19

Omdat het gebruik in overig Zuid-Holland Noord is verminderd en in Katwijk gelijk is gebleven, zijn de percentages in 2003 voor Katwijk en overig Zuid-Holland Noord gelijk. Het gebruik van cannabis door 18-26 jarigen is in Katwijk en in overig Zuid-Holland Noord stabiel gebleven. Hierbij valt op dat het percentage cannabisgebruikers in Katwijk onveranderd lager is dan in overig Zuid-Holland Noord. Omdat in de gezondheidspeiling van 2005 onder volwassenen het drugsgebruik niet meer is nagevraagd, zijn geen trendcijfers over drugsgebruik onder volwassenen in Katwijk beschikbaar. 12 10 8 percentage 6 4 2 Katwijk overig ZHN Vergelijking met landelijke cijfers: na een toename van het cannabisgebruik onder jongeren tussen 1992 en 1996 is het gebruik tussen 1996 en 2003 0 1998 2003 1998 2003 12-17 jaar 18-26 jaar Figuur 5 Percentage cannabisgebruikers afgelopen vier weken weer iets gedaald. Deze daling heeft in de regio Zuid-Holland Noord alleen plaatsgevonden in de Rijnstreek. In Katwijk is het cannabisgebruik gestabiliseerd. Onder volwassenen in Nederland is het percentage dat ooit cannabis heeft gebruikt tussen 1997 en 2003 iets gestegen (van 19% naar 22%). Het gebruik de afgelopen vier weken is gestabiliseerd van 4% naar 3%. Hoe komen jongeren aan cannabis? Omdat cannabis wettelijk alleen in coffeeshops te krijgen is en jongeren onder de achttien jaar hier niet mogen kopen, is in 2003 aan jongeren gevraagd hoe zij aan hun cannabis komen. Alle 12-14 jarige gebruikers hebben de cannabis van vrienden gekregen. Van de 15-17 jarigen heeft bijna de helft de cannabis wel eens in een coffeeshop gekocht. Driekwart betrekt de cannabis van vrienden, 20% koopt bij een koerier en 5% koopt cannabis wel eens op school. Driekwart van de Katwijkse gebruikers tot 26 jaar, koopt cannabis wel eens in een coffeeshop (in Lisse, Leiden of elders). In overig Zuid-Holland Noord koopt 80% van de gebruikers in een coffeeshop. Katwijkse jongeren maken vaker gebruik van een koerier (62% versus 20% in overig Zuid- Holland Noord) of vrienden (70% versus 20% in overig Zuid-Holland Noord), waarschijnlijk omdat Katwijk geen coffeeshop heeft. De cannabismarkt in Katwijk trekt overigens alleen Katwijkers (inclusief Rijnsburgers en Valkenburgers) aan. Jongeren uit de regio komen niet naar Katwijk om cannabis te kopen. 20

4.2 Cocaïne, XTC en amfetamine Cocaïne, XTC en amfetamine zijn opwekkende middelen die bij een bepaalde groep uitgaanders populair zijn. Omdat ze vooral tijdens het uitgaan worden gebruikt, worden ze partydrugs genoemd. Hoeveel mensen gebruiken partydrugs? Het gebruik van partydrugs is onder een kleine groep populair en is sterk geassocieerd met uitgaan. De percentages actuele gebruikers in de algemene bevolking zijn te klein om harde uitspraken te kunnen doen over mannen en vrouwen, trends in de tijd of vergelijkingen tussen Katwijk en de rest van Zuid-Holland Noord. Het actuele partydruggebruik is onder 12-17 jarigen in Katwijk bij de laatste peiling in 2003 ongeveer 3%, onder 18-26 jarigen 2%. In de rest van Zuid-Holland Noord gebruikt ongeveer 1% van de 12-17 jarigen partydrugs en 5% van de 18-26 jarigen. De verschillen met Katwijk lijken groot maar kunnen op toeval berusten. In 2000 bleek 7% van de 18-34 jarige Katwijkers ooit partydrugs te hebben gebruikt, 3% had het afgelopen jaar nog partydrugs gebruikt en 1,3% de afgelopen maand. Vergeleken met overig Zuid- Holland Noord (10% ooit gebruikt) hadden minder jongvolwassen Katwijkers ervaring met partydrugs. Boven de 35 jaar zijn er bijna geen gebruikers meer. Is het gebruik van partydrugs toe- of afgenomen? Tussen 1998 en 2003 is het partydruggebruik onder Katwijkse jongeren en jongvolwassenen waarschijnlijk gelijk gebleven. In overig Zuid-Holland Noord is alleen onder 18-26 jarige mannen een toename van het actuele gebruik gemeten (van 4% naar 8%). Vergelijking met landelijke cijfers: tussen 1992 en 1996 steeg het percentage actuele cocaïnegebruikers onder 12-18 jarigen van 1,6% naar 3%. Daarna is tot 2003 het percentage gebruikers weer iets gedaald. Jongens hadden vaker ervaring met cocaïne dan meisjes. Tussen 2001 en 2005 is het percentage 15-64 jarigen dat ooit cocaïne heeft gebruikt toegenomen van 2,1% naar 3,4%. Het actuele gebruik is gelijk gebleven op 0,3%. 4.3 Uitgaande jongeren en drugs De meeste gebruikers van partydrugs hebben met deze middelen kennis gemaakt tijdens het uitgaan. Onder een deel van uitgaande jongeren is het gebruik van partydrugs populair. Daarbij is XTC de laatste jaren gedeeltelijk verdrongen door cocaïne. Bij onderzoek in Katwijkse cafés in 2002 en Noordwijkse cafés in 2004 bleek dat zowel in Katwijk als Noordwijk 8% van de mannelijke bezoekers en 1% van de vrouwen cocaïne had gebruikt op de uitgaansdag. In Katwijk werd in twee jongerensociëteiten door 16% van de mannen cocaïne gebruikt. Dit is tweemaal zoveel als de mannen in de cafés. 21

22

5 Cijfers verslavingszorg Inwoners van Katwijk met een verslavingsprobleem kunnen zich melden bij stichting De Brug of bij Brijder Verslavingszorg (voorheen Parnassia circuit verslavingszorg). Stichting De Brug is in 1995 in Katwijk begonnen als een vrijwilligersorganisatie. In 2006 heeft zij een AWBZ-erkenning gekregen met zes professionals voor hulpverlening in dienst. Vanaf 2007 biedt De Brug ook deeltijdbehandeling. Het verzorgingsgebied van Brijder Verslavingszorg is Noord- en Zuid-Holland. In Zuid-Holland Noord heeft zij vestigingen in Katwijk, Lisse, Leiden en Alphen aan den Rijn. 5.1 Stichting De Brug Het aantal verslaafde cliënten van De Brug nam tussen 1999 en 2001 toe van 82 naar 101 personen. Daarna daalde het weer naar 74. Vanaf 2003 ligt het aantal cliënten tussen de 80 en 90. Door problemen met het registratiesysteem is het aantal cliënten in 2004 onbekend. In 2006 zijn 89 cliënten bij De Brug ingeschreven (figuur 6). Een toename van 8% sinds 1999. In 1999 hebben 70 personen het inloophuis bezocht. In 2006 is dit aantal toegenomen tot 94. Voor een groot deel zijn het cliënten. De laatste jaren wordt het inloophuis ook door daklozen en expsychiatrische patiënten bezocht. Een groot deel van hen is ook verslaafd, vaak aan alcohol. De Brug begeleidt steeds meer partners en andere familieleden van haar cliënten. In 1999 zijn 29 familieleden begeleid. In 2006 is dit aantal bijna verdubbeld en zijn 55 familieleden van cliënten begeleid. 120 100 80 aantal personen 60 40 20 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 aantal verslaafde clienten 82 98 101 74 86 82 89 aantal bezoekers inloophuis 70 72 81 74 80 91 93 94 aantal familieleden 29 33 38 26 30 22 45 55 Figuur 6 Aantal verslaafde cliënten, aantal bezoekers inloophuis en aantal familieleden 1999-2006 23

Figuur 7 laat zien dat er bij de cliënten een verschuiving heeft plaatsgevonden in verslavende middelen. Veel cliënten gebruiken meer dan één middel. De combinatie cocaïne met alcohol komt het meeste voor. Omdat het niet altijd duidelijk is welk middel als hoofdverslaving is aangemerkt, zijn in figuur 7 alle middelen die door de cliënten worden gebruikt weergegeven. Het aantal cliënten dat heroïne gebruikt is sterk afgenomen van 55 in 1999 naar 18 in 2006. Cannabis 70 60 aantal clienten 50 40 30 20 heroine cannabis alcohol cocaine overige drugs andere verslaving 10 0 1999 2000 2001 2006 jaar Figuur 7 Aantal verslaafde cliënten bij stichting De Brug naar middel van verslaving 1999-2006 was in 1999 het tweede meest gebruikte middel met 30 gebruikers. Dit aantal is in 2006 licht gedaald naar 26. Het aantal alcoholverslaafden is bijna verdriedubbeld van 15 in 1999 naar 41 in 2006. Het aantal alcoholverslaafden is in 2006 de grootste groep en heeft heroïne ruimschoots van de eerste plaats verdrongen. Het aantal cocaïnegebruikers is evenals alcohol meer dan verdubbeld van 15 in 1999 naar 39 in 2006. Cocaïne staat in 2006 vlak onder alcohol op de tweede plaats. Ook het gebruik van overige drugs (XTC, speed, medicijnen, psychofarmaca) is toegenomen. Van de 82 cliënten in 2006 gebruiken 58 cliënten (70%) meer dan één verslavend middel. De Brug behandelt steeds meer cliënten met andere verslavingen zoals gok-, eet- en seksverslaving. Niet alle cliënten van De Brug komen uit Katwijk. In 2006 komen 56 cliënten uit Katwijk, 24 cliënten komen uit de regio Zuid-Holland Noord en 9 cliënten komen van buiten de regio. 24

Project Reïntegratie ex-gedetineerden In 2002 is door het Platform Kocon in samenwerking met De Brug het project Reïntegratie Exgedetineerde Verslaafden gestart. Het doel is de opvang en begeleiding van ex-gedetineerden zodat ze niet terugvallen in hun verslaving en hun maatschappelijk herstel wordt bevorderd. In de loop der jaren worden ook ex-gedetineerden begeleid die niet verslaafd zijn. In 2005 zijn zogenaamde Koconwoningen beschikbaar gesteld waarin vier ex-gedetineerde verslaafden wonen in 2006. Ze volgen een strak behandelprogramma. Tabel 4 toont de ontwikkeling van de aanmeldingen en resultaten vanaf 2002 tot en met 2006. Het aantal deelnemers groeit elk jaar, evenals het aantal dat het traject met succes afrondt. Het aantal niet-succesvolle uitvallers is vanaf 2004 gedaald. Tabel 4 Overzicht deelnemers project Reïntegratie Ex-gedetineerden jaar Aanmeldingen Afgewezen Afvallers (elders opvang, vernieuwd doel) Uitvallers (beëindigd, geen doel) 2002 2003 2004 2005 2006 totaal 13 19 19 29 19 99 - - - - 8 8 6 5 1 6 3 21 5 3 8 6 5 27 Deelnemers (doel behalend) - 2 7 16 23 48 Succes (positief afgerond) - 1 3 5 6 15 5.2 Brijder verslavingszorg In figuur 8 staan de aantallen cliënten uit Katwijk die zijn ingeschreven bij Brijder verslavingszorg tussen 1999 en 2006. Bij de uitsplitsing naar verslavend middel gaat het om het middel dat als hoofdverslaving is aangemerkt. Onder overig valt overige drugs, gokken en onbekend. aantal clienten 275 250 225 200 175 150 125 100 75 50 25 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Totaal Katwijk 149 139 152 189 211 239 239 245 alcohol 54 48 33 61 97 118 116 120 heroïne en overige opiaten 60 63 73 75 65 66 63 66 cocaïne 6 3 3 6 12 17 13 17 cannabis 2 3 3 3 9 8 9 11 overig 27 22 40 44 28 30 38 31 jaren Totaal Katwijk alcohol heroïne en overige opiaten cocaïne cannabis overig Figuur 8 Aantal cliënten Brijder verslavingszorg totaal en naar verslavend middel 1999-2006 25

Tussen 1999 en 2001 schommelt het aantal cliënten tussen de 139 en 152. Vanaf 2002 neemt het aantal cliënten sterk toe tot 245 in 2006. Een toename van 63% sinds 1999. Deze toename wordt verklaard doordat de verslavingszorg in 2002 een financiële impuls kreeg met de opdracht meer aandacht te besteden aan alcoholverslaving. Het aantal cliënten met een alcoholverslaving is na 2001 sterk toegenomen van 33 naar 120. Het aantal heroïnecliënten is sinds 1999 redelijk stabiel gebleven met 66 cliënten in 2006 De toename van het aantal cliënten met een cocaïne- of cannabisverslaving heeft ook bijgedragen aan de groei na 2002. Het totale aantal is echter veel kleiner dan de alcoholverslaafden. Het aantal cocaïneverslaafden is verdriedubbeld van 6 in 1999 naar 17 in 2006. Het aantal cannabisverslaafden is zelfs vijf keer zo groot geworden van 2 in 1999 naar 11 in 2006. 5.3 Totaal gebruik verslavingszorg In 2006 zijn 56 inwoners uit Katwijk ingeschreven bij De Brug en 33 cliënten die niet in Katwijk wonen. Bij Brijder Verslavingszorg zijn 245 Katwijkers ingeschreven. De overlap tussen cliënten van De Brug en Brijder is niet bekend. Het totale gebruik van verslavingszorg in Katwijk in 2006 ligt tussen de 245 en 334 personen. 26

6 Evaluatie gemeentelijk verslavingsbeleid In 1992 is het Platform Verslavingszorg opgericht vanuit particulier initiatief vanwege zorgen die men had over de ervaren drugsproblematiek in Katwijk. Vanaf het begin bestond er een breed draagvlak in de gemeente en overeenstemming dat zorg voorrang had boven overlastbestrijding. Deelname aan het Platform was en is nog steeds op vrijwillige basis. In de loop der tijd is de organisatie geprofessionaliseerd. Vergaderingen zijn structureel elke maand met agenda en notulen, beleids- en werkplannen worden opgesteld, de gemeente Katwijk betaalt de secretarisfunctie en koopt capaciteit gezondheidsbevordering in van de GGD ten behoeve van activiteiten van het Platform. In 2004 is de Stichting Kocon opgericht en valt het Platform hieronder met de naam Platform Kocon. De financiële en beleidsontwikkelingstaken zijn hiermee uit elkaar getrokken. Lidmaatschap van het bestuur van de Stichting, inclusief de voorzitter, is onbezoldigd. Het bestuur van de Stichting beheert de financiën en ondersteunt projecten, die door het Platform worden ontwikkeld. Het gemeentelijk budget voor verslavingsbeleid wordt aan de Stichting uitbesteed. Het Platform ontwikkelt beleid en draagt zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten. Met de oprichting van Stichting Kocon zijn de activiteiten van het Platform uitgebreid naar Rijnsburg en Valkenburg (samen met Katwijk de KRVgemeenten ). Activiteiten van het Platform Kocon concentreren zich rond de drie peilers preventie, zorg en maatschappelijk herstel. Het Platform Kocon is uitgegroeid tot het lokale samenwerkingsverband van instellingen en vrijwilligers op het gebied van alcohol en drugs. Een overzicht van alle partijen en betrokkenen staat in Bijlage 6. Een vereenvoudigd organogram van de Stichting Kocon is weergegeven in Bijlage 1. 6.1 Beleids- en werkplannen Stichting Kocon Rond 2000 is in de beleidsplannen de nadruk verschoven van het drugsgebruik naar het overmatig alcoholgebruik, omdat de omvang hiervan zowel lokaal als landelijk veel groter bleek dan aanvankelijk werd aangenomen. Doelstellingen in 2000 voor wat betreft alcoholmisbruik waren in het bijzonder gericht op het ontmoedigen van startend gebruik, het wijzen op de risico s van overmatig gebruik en het terugdringen van structureel overmatig gebruik. In 2000 is al aangegeven dat dit een ingewikkeld en langdurig proces zou zijn. Men stelde in 2000 in het Platform vast dat de houding van de samenleving tegenover (overmatig) alcoholgebruik vooral één was van acceptatie: er werd eerder positief dan negatief over gesproken. De afgelopen jaren is met de vele voorlichtingsactiviteiten gericht op jongeren, maar ook volwassenen en ouders, aandacht gevraagd voor de risico s van overmatig alcoholgebruik. Via (ludieke) acties heeft vrijwel iedereen in Katwijk kennis kunnen maken met kritische geluiden ten aanzien van overmatig gebruik van alcohol. In Bijlage 3 staat de lijst beleids- en werkdocumenten die zijn geraadpleegd. Het gaat hier om een selectie van de meest relevante stukken van het Platform Kocon. Er zijn veel activiteiten gepland en uitgevoerd, aanvankelijk vooral voor preventie, vanaf 2002 ook voor maatschappelijke re-integratie. Vanaf 2006 is men zich meer gaan bezighouden met kwetsbare groepen, onder andere mensen met een minimum inkomen en dak- en thuislozen. De verslavingszorg komt minder in de werkplannen van het Platform voor, mede omdat dit wordt gezien als een taak van de reguliere hulpverlening. 27

De doelgroep waarop het Platform haar activiteiten richt, heeft zich in de loop der jaren uitgebreid: de leeftijd van de jongeren wordt steeds jonger (basisschool), ouders worden actiever betrokken bij de voorlichting en er zijn steeds meer ketenpartners benaderd voor het maken van afspraken, zoals horeca, supermarkten en jongerencentra. Op dit moment is men ook (weer) in overleg met sportverenigingen. De laatste jaren is de nadruk meer op handhaving en juridische mogelijkheden gaan liggen. Hierbij loopt het Platform aan tegen landelijke wet- en regelgeving wat de mogelijkheden voor eigen plannen beperkt. Uit rapportages en evaluaties van het Platform wordt een beeld geschetst van de plannen die tussen 2000 en 2007 zijn gerealiseerd. De lijst hieronder is niet uitputtend maar geeft de belangrijkste resultaten weer. 1. Het maatschappelijk debat over de aanpak van overmatig alcoholgebruik wordt open en breed gevoerd. Vergeleken met 2000 is in 2007 bij veel partijen het gevoel van urgentie gegroeid om het overmatig gebruik van alcohol terug te dringen. Veel partijen zijn door het Platform Kocon bereikt, bij elkaar gebracht en gemobiliseerd rondom het thema alcohol. 2. Voorlichtingsactiviteiten over de schadelijkheid van overmatig alcoholgebruik zijn geïntensiveerd in het onderwijs bij jongeren en hun ouders, binnen de eerstelijn-organisaties en in de openbare ruimte. Een aantal succesvolle voorbeelden: Themabijeenkomsten voor opvoeders waarbij handvatten worden aangereikt om op een effectieve wijze met kinderen te praten over genotmiddelengebruik. Tevens wordt aan de hand van kennistestjes, discussieonderwerpen en oefeningen ingegaan op de verschillende thema s rond genotmiddelengebruik en de risico s hiervan. Informatie, consult en advies in de bibliotheken waarvoor via kranten en lokale televisie de aandacht wordt gevraagd. De educatieve maatregel voor minderjarigen waarbij alcoholmisbruik op straat kan worden aangepakt. De burgemeester stuurt ouders van minderjarigen een brief bij een proces-verbaal, voor alcoholmisbruik. In deze brief wordt verwezen naar een voorlichtingsspreekuur. In dit spreekuur wordt zowel ingegaan op de kant van openbare orde en veiligheid als de kant van de volksgezondheid. 28 3. Het aanbod aan deskundigheidsbevordering ten aanzien van houding en aanpak van overmatig alcoholgebruik is uitgebreid in verschillende sectoren zoals het jongerenwerk, de horeca en in sportvoorzieningen. Een aantal succesvolle voorbeelden: In het jongerenwerk worden vrijwilligers met regelmaat geschoold in het hanteren van grenzen. Vrijwilligers worden ook geschoold in het verlenen van EHBO bij drank- en drugsincidenten. Deskundigheidsbevordering voor docenten in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, waarin leerkrachten alcoholproblematiek zowel bij leerlingen als bij ouders/opvoeders leren signaleren, bespreekbaar maken en bekend raken met mogelijkheden voor verwijzen.

Het aanbod voor thema-avonden voor ouders van leerlingen is voortdurend in ontwikkeling en wordt binnenkort (opnieuw) onder de aandacht gebracht. 4. Een convenant is gesloten tussen gemeente en horeca. In het convenant zijn afspraken gemaakt over bijvoorbeeld certificering van de portiers, een veilige omgeving na sluitingstijd, het bellen van de politie bij onrust, de inzet van taxi s en het plaatsen van urinoirs. Het convenant met jongerencentra is gebaseerd op maatregelen om de beschikbaarheid van alcohol te beperken, handhaving en prijsbeleid. Een convenant voor sportverenigingen is in de maak. Dit convenant richt zich op beperken van de beschikbaarheid van alcohol en handhaving. 5. De ontwikkeling van voorzieningen voor opvang, begeleiding en reïntegratie van exgedetineerde verslaafden is gestart en breidt zich uit. In 2006 hebben in vier jaar tijd in totaal 15 van de 48 deelnemers het reïntegratietraject met succes afgerond. Zevenentwintig personen zijn voortijdig gestopt. Sinds 2004 neemt het aantal niet-succesvolle uitstromers iets af en het aantal succesvolle uitstromers toe. 6. Een methadonprogramma met begeleiding voor heroïneverslaafden is door Brijder Verslavingszorg gerealiseerd. 7. In de nota Communicerende Vaten is aan de landelijke politiek (i.c. de Tweede Kamer) aangegeven welke problemen er lokaal zijn wat betreft de mogelijkheden tot handhaving. In samenwerking tussen gemeente en Platform worden alle mogelijkheden waarmee een lokale overheid door middel van handhaving alcoholmatiging kan bereiken in kaart gebracht en ingezet. Als blijkt dat de maatregelen niet voldoende krachtig zijn, zal dit zeker opnieuw bij de rijksoverheid onder de aandacht worden gebracht. 6.2 WIZDIZ-vragenlijst Acht van de vijftien personen die zijn geïnterviewd, hebben de WIZDIZ-vragenlijst ingevuld over het beleidsproces en de samenwerking binnen het Platform Kocon: de voorzitter en secretaris van het Platform Kocon, twee preventiefunctionarissen van de GGD Hollands Midden, de beleidsmedewerker zorg van de gemeente Katwijk, een politieagent, een jongerenwerker en de manager van Stichting De Brug. De gemiddelde scores voor de vier in de vragenlijst onderscheiden clusters (lokale context, draagvlak, management en externe factoren) worden weergegeven in tabel 5. Het management is in de vragenlijst niet gespecificeerd. Iedereen kon voor zichzelf invullen wie hij of zij als manager ziet. Hierdoor is de waardering over het management niet terug te voeren tot één persoon of één directie. 29