Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Mr A. van Dijk RBA 1
Inleiding Wat zijn obligaties? Kenmerken Rendement Risico Obligatiesoorten 2
Kenmerken van Obligaties Vordering Vaste looptijd Rentevergoeding Verhandelbaarheid 3
Kenmerken van Obligaties D E M A N T E L 4
Kenmerken van Obligaties mantel couponblad 5
Rendement van Obligaties Couponrente hoogte van de rentestand bij de emissie looptijd van de obligatielening Kredietwaardigheid van de uitgevende instelling bij de emissie Koersresultaat het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs 6
Rendement van Obligaties Effectief rendement = Couponrendement + Aflossingsrendement, NB: Het aflosrendement is koersrendement tot het moment, dat de obligatie wordt afgelost 7
Rendement van Obligaties Effectieve rendementen bij benadering : Staatsobligatie met coupon 8,25% 3% Looptijd van de obligatie tot 31/12/16 31/12/16 Koers per 02-01-2014 109,00% 97,00% Couponrendement per 02-01-2014 7,57%. Aflosrendement per 02-01-2014 -/-3,00%. Effectief rendement bij benadering 4,57%. 8
Rendement van Obligaties Met behulp van de cash flow methode kan het effectief rendement nauwkeurig worden bepaald. Het effectief rendement (=I/YR) van een obligatie afhankelijk van de volgende variabelen: Looptijd Tussentijdse cash flows (=coupons) Finale cash flow (=aflossing) Koers n PMT FV PV 9
Rendement van Obligaties Volgens de cash flow methode is de koers van een obligatie gelijk aan de contante waarde van alle kasstromen van de obligatie : n Koers = Cash Flows / ( 1+i ) n t=1 Hierbij is het effectief rendement, de rentevoet waarmee de cash flows contant worden gemaakt 10
Rendement van Obligaties Indien het effectief rendement bekend is, kan met behulp van de cash flow methode de koers nauwkeurig berekend worden: 5% WKL 2011 per 2016 effectief rendement 6% per coupondatum in 2012, dus de resterende looptijd is 4 jaar aankoop uit emissie a pari 1.000,- dus 100% Koers = ( 50,-/1,06)+( 50,-/1,06 2 ) +( 50,-/1,06 3 )+( 1050,-/1,06 4 ) = 47,17 + 44,50 + 41,98 + 831,70 = 965,35 Koers van een obligatie wordt uitgedrukt in procenten: 96,54% 11
Rendement van Obligaties Kapitaalmarktrente = 7% Stijging rente met 1% Kapitaalmarktrente = 8% Uitgifte obligatie: 7% Nederland 2000/2010 Koers = 100% Uitgifte obligatie: 8% Nederland 2001/2010 Koers = 100% Wat is de invloed op koers van de 7% lening? 7% Nederland 2000/2010 Koers na rentestijging één jaar later bedraagt 93,75% Door een rentestijging van 1% is de koers van de 7% obligatielening met 6,25% gedaald 12
Rendement van Obligaties Hoe ontstaat een koersdaling van 6,25%? 7% Nederland 2000/2010 bij uitgifte a pari op 02/01/2000: 2000 2001 2002 2003 2009 2010 1000 70 70 70 70 1000 8% Nederland 2001/2010 bij uitgifte a pari op 02/01/2001: 80 80 80 80 Verschil: 10 10 10 10 1000 Er wordt dus elk jaar 10 minder ontvangen dit veroorzaakt een koersdaling : 10* a 9 8 = 62,50 dit is de waardedaling van de obligatie van nominaal 1000,-- 13
Rendement van Obligaties Nu dezelfde berekening via de calculator met TVM-functie: Intoetsen: 9 jaar N = Looptijd 8 % I/YR = effectief rendement 70,- PMT = payments, hier coupons 1000,- FV = Future Value, eindwaarde De gezochte variabele is de huidige koers oftewel de Present Value Intoetsen: PV= Present Value antwoord volgt dan: 937,50 = 93,75% NB: De calculator op 1 maal per jaar rente bijschrijving zetten in plaats van 12 maal, het betreft hier natuurlijk eindwaarden! 14
Risico van Obligaties Renterisico Debiteurenrisico Koopkrachtrisico Valutarisico 15
Risico van Obligaties Renterisico van obligaties: Hoofdsomrisico : Het risico dat de koers van een obligatie daalt, of stijgt als gevolg het stijgen respectievelijk dalen van de kapitaalmarktrente Herbeleggingsrisico : Het risico dat de tussentijds vrijvallende cash flows van de coupons niet kunnen worden herbelegd tegen een even hoog rendement, als het effectieve rendement bij aanschaf van de obligatie 16
Risico van Obligaties Renterisico van obligaties: Hoofdsomrisico : Hoe langer de looptijd van de obligatie, hoe groter het hoofdsomrisico Herbeleggingsrisico : Hoe groter de coupon, hoe groter het herbeleggingsrisico Duration : Modified duration : Beide bovenstaande risico s worden samen uitgedrukt in duration, dit is de maatstaf van het renterisico van een obligatie Dit is de rentegevoeligheid van een obligatie 17
Risico van Obligaties Renterisico van obligaties: Duration : Modified duration : De duration is de gewogen gemiddelde looptijd van de cash flows, waarbij de omvang van de cash flows de wegingsfactoren zijn. De duration is een nauwkeuriger parameter voor het renterisico dan de looptijd van de obligatie. De duration is eenvoudig te berekenen met Excel Dit is de rentegevoeligheid van een obligatie Modified duration = Duration/1+i i=effectief rendement 18
Risico van Obligaties Renterisico van obligaties: Wat is nu het verband tussen de functies waarmee de koers van een obligatie en Modified Duration? n Koers Σ Cash Flows/(1+i) n t=1 n Modified duration Σ -n*cash Flows/(1+i) n+1 t=1 19
Risico van Obligaties n Duration= 1/k Σn*[CF/(1+i) n ] t=1 Waarbij: D K CF n i = duration = koers van de obligatie = cash flows hier dus de vrijvallende coupons = aantal betaalperiodes = aantal coupons = effectief rendement 20
Risico van Obligaties Duration: Voorbeeld Een obligatie kent een couponrente van 8% en een looptijd van 5 jaar. Het effectieve rendement is gelijk aan 8%. Dit betekent dus dat de obligatieprijs 100% is. De duration is dan : D 1 1000 80 1x 1,08 80 2x 1,08 80 3x 1,08 80 4x 1,08 1080 5x 5 1,08 1 2 3 4 4,312 21
Risico van Obligaties Debiteurenrisico: Dit risico speelt bij zogenaamde credit bonds, dit zijn obligaties die niet door de Nederlandse Staat zijn uitgegeven, maar door bedrijven. De omvang van het debiteurenrisico wordt vastgesteld door een rating bureau zoals Standard & Poor s, Moody s of Fitch. AAA AA A BBB BB B CCC Investment Grade Vanaf het niveau BB spreekt men van Junk bonds, vanwege de mindere kwaliteit van de debiteur 22
Risico van Obligaties Debiteurenrisico: Hoe hoger het debiteurenrisico, hoe hoger het rendement van de obligatie, want ter compensatie van dit risico wordt dan ook een hoge rente vergoed. Vandaar dat Junk bonds ook wel High Yielders worden genoemd Veel institutionele beleggers wensen zich te ontdoen van het toenemende debiteurenrisico bij conjuncturele neergang door middel van verkoop van de obligatie of een credit default (risk) swap Een belangrijk criterium tussen Investment Grade en Junk Bonds is de intrest coverage ratio. 23
Obligatiesoorten Bedrijfsobligaties zijn er in twee hoofdvormen voor wat betreft de kredietwaardigheid, Investment grade en Junk bonds. Een aantal relevante soorten zijn: Bank- en pandbrieven Covered bonds Zero-bonds Perpetuals 24
Obligatiesoorten Kenmerken van Bedrijfsobligaties: Financiering privaatrechtelijke instellingen In het algemeen vaste periodieke rentecoupon Vaak een vaste looptijd Lagere rating dan Nederlandse staatsobligaties Een hoger effectief rendement dan Nederlandse staatsobligaties 25
Obligatiesoorten Bank en pandbrieven Financiering van banken en hypotheekbanken Doorlopende uitgifte Bankbrieven van een bank worden aan haar eigen cliënten vaak uitgegeven zonder kosten Banken brengen vaak geen bewaarloon in rekening aan cliënten voor haar eigen bankbrieven 26
Obligatiesoorten Zerobonds: Financiering privaatrechtelijke instellingen Rentecoupon 0%, hierdoor geen uitbetaling van een coupon tijdens de looptijd Financieringslast komt pas in de cash flow tot uitdrukking bij de aflossing Vaste looptijd Uitgifte ver onder pari 27
Obligatiesoorten Perpetuals: Financiering privaatrechtelijke instellingen, vaak financiële instellingen of buitenlandse overheden Uitgifte à pari, dus tegen een koers van 100% Oneindige looptijd Een lange loptijd, dus een hoge duration en ook een hoge modified duration 28
Obligatiesoorten Covered Bonds Obligaties uitgegeven ter financiering van specifieke activa, waaraan een (hypothecaire) zekerheid of overheidsgarantie kleeft. Vaste rentecoupon Rente wordt periodiek uitgekeerd Vaste looptijd Uitgifte à pari 29
Samenvatting De koers van een obligatie is gelijk aan de contante waarde van alle kasstromen van de obligatie. Hierbij is het effectief rendement, de rentevoet waarmee de cash flows contant worden gemaakt. De duration is een nauwkeuriger parameter voor het renterisico dan de looptijd van de obligatie Het debiteurenrisico van een bedrijfsobligatie geeft weer de opslag van het effectieve rendement van de bedrijfsobligatie ten opzichte van Staatsleningen 30