Gemeente Arnhem Adviesformulier VO Onderwijskundig Rapport t.b.v het schooladvies bij het verlaten van het primair onderwijs en t.b.v. LWOO/PrO-procedure. Toelichting De Wet Eindtoets en de Overgang PO-VO Vanaf het schooljaar 2014-2015 is het schooladvies leidend bij de toelating tot het voortgezet onderwijs. Middelbare scholen mogen toelating niet af laten hangen van het resultaat van de eindtoets. Dit is het gevolg van de Wet Eindtoets. Schooladvies gebaseerd op gehele schoolloopbaan Basisscholen geven in een schooladvies aan welk type voortgezet onderwijs het beste bij een leerling past. Daarbij kijkt de school onder andere naar: < de aanleg en de talenten van een leerling; < de leerprestaties(het PO en VO hebben hier richtlijnen voor afgesproken, zie Hulpmiddel Schooladvies VO). < de ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode; < de concentratie, de motivatie en het doorzettingsvermogen van een leerling. Nieuw: Dubbele Schooladviezen We houden vast aan de regionale afspraak om bij voorkeur enkelvoudige adviezen te geven. Wanneer dit niet kan en de leerling daar niet mee gebaat is, kan een dubbeladvies gegeven worden. Toelichting: Het belang van de leerling staat voorop. De voorkeur heeft een enkelvoudig advies. Dubbele adviezen zijn wettelijk toegestaan. Het verzoek aan het primair onderwijs is om waar mogelijk een enkelvoudig advies te geven. Houd bij het geven van een advies rekening met de gevolgen van plaatsing van leerlingen. Wanneer bijvoorbeeld een leerling een dubbel advies VMBO-KBL/ VMBO-TL krijgt, heeft de leerling recht op plaatsing in een VMBO-TL-klas. Dit dubbel advies moet alleen gegeven worden wanneer er duidelijk de verwachting is dat de leerling kan toe groeien naar een VMBO-TL-diploma. Het is immers niet in het belang van de leerling wanneer de leerling na een jaar van school moet omdat VMBO-TL toch te hoog gegrepen is. Voor VMBO-tl/HAVO adviezen en voor HAVO/VWO-adviezen geldt een zelfde redenering.. Eindtoets Scholen nemen de verplichte eindtoets af in de 2e helft van april 2017. De uitslag van de eindtoets volgt in mei. Basisscholen hebben (wettelijk) vóór 1 maart een schooladvies VO gegeven. Middelbare scholen laten leerlingen op basis van dit schooladvies tot één van de schooltypen in het voortgezet onderwijs toe. Toelating hangt dus niet af van het resultaat van de eindtoets. Als een leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, kan de basisschool het schooladvies aanpassen. Dit gebeurt in nauw overleg met betreffende ouders/verzorgers en de leerling. Leerlingen krijgen dan de kans om in het voortgezet onderwijs te laten zien dat ze het geadviseerde type aankunnen. Is het resultaat minder goed dan verwacht? Dan past de basisschool het schooladvies niet aan. De eindtoetsgegevens worden in het OKR ingevuld en worden vervolgens via OSO toegestuurd aan de VO-school waar de leerling is geplaatst.
De school voor voortgezet onderwijs baseert zich bij plaatsing op het schooladvies van de basisschool. De school voor voortgezet onderwijs mag bij toelating geen gebruik maken van extra toetsen voor het bepalen van het niveau van de leerling. Ook mag zij zich bij de toelating niet baseren op andere toetsen die leerlingen op de basisschool maken. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Entreetoets in groep 7, toetsen van het leerlingvolgsysteem of een IQ-test. De basisschool mag al deze gegevens wel betrekken bij het schooladvies. BRON Twee weken na het vaststellen van het schooladvies, dat is voor 15 maart, worden de schooladviezen ingevoerd in het leerlingadministratiesysteem en uitgewisseld met BRON. Twee weken nadat de eindtoetsgegevens binnen zijn, moeten die gegevens geregistreerd zijn in het leerlingadministratiesysteem en uitgewisseld worden met BRON. Wanneer de basisschool op grond van de eindtoets het schooladvies herziet, moet het herzien schooladvies binnen twee weken worden uitgewisseld met BRON. Let hierbij op dat u het oorspronkelijk schooladvies niet overschrijft. Dat wil zeggen dat u het herzien advies vult als extra veld in uw leerlingadministratiesysteem. Het oorspronkelijk advies blijft hiermee bestaan. Hulpmiddel voor het hanteren van het CITO-LVS bij de onderbouwing van het Schooladvies VO We gebruiken de (vaardigheidsscores) van het CITO-LVS op de vakken Begrijpend Lezen, Rekenen- Wiskunde, Spelling, Technisch Lezen voor een prognose voor het advies VO. In het bijgeleverde Hulpmiddel Schooladvies VO (u kunt dit schema ook downloaden van de site van stichting PAS : www.stichtingpas.nl ) vindt u de behaalde vaardigheidsscores op deze toetsen en een indicatie voor het niveau VO. Bij het formuleren van het schooladvies VO moet u de behaalde resultaten op de toets Begrijpend Lezen 3 keer zwaarder laten meetellen dan de resultaten op de toetsen Spelling en Technisch Lezen. De resultaten op de toets Rekenen en Wiskunde laat u 2 keer zwaarder meetellen dan de resultaten op de toetsen Spelling en Technisch Lezen. Dit schema is dus uitdrukkelijk een hulpmiddel bij de bepaling van het Schooladvies VO. Naast de leerresultaten spelen ook de volgende factoren een rol bij het bepalen van het Schooldavies VO: < de aanleg en de talenten van een leerling < de ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode < de concentratie, de motivatie en het doorzettingvermogen van een leerling Overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs Wanneer een leerling het primair onderwijs verlaat met de bedoeling naar één van de vormen van voortgezet onderwijs te gaan, vult de verwijzende school eerst het adviesformulier VO in met daarin een schooladvies VO. Bij het schooladvies wordt slechts ėėn advies gegeven ( 1 hokje aankruisen). De ouders/verzorgers krijgen een kopie van het adviesformulier. Ouders/verzorgers moeten hun kinderen vóór 15 maart aanmelden bij een school voor Voortgezet Onderwijs conform het schooladvies VO. Ouders wordt nadrukkelijk gevraagd dit bij één VO-school te doen. Direct na 15 maart besluit de VO-school tot toelaatbaarheid en vraagt de VO-school op grond van de aanmeldingen bij de betreffende basisscholen de adviesformulieren en de onderwijskundig rapporten en andere relevante informatie bij de verwijzende basisschool op. In de meeste gevallen zal dat het onderwijskundig rapport van Esis zijn in sommige gevallen zal dat een onderwijskundig rapport van andere leerlingadministratiepakketten zijn. Het OKR wordt via OSO (Overstap Service Onderwijs) digitaal verstuurd van PO naar VO. Functie van het Onderwijskundig Rapport Het Onderwijskundig Rapport geeft de noodzakelijke basisinformatie over de leerling. In kort bestek verschaft de verwijzende school gegevens over een reeks belangrijke leerlingkenmerken. Het staat de ontvangende school vrij om contact op te nemen met de verwijzende school met een verzoek om aanvullende informatie. Soms is dat zelfs verplicht. Daarnaast blijft persoonlijk en / of telefonisch contact tussen directeuren / leraren van de twee scholen belangrijk. Indien de verwijzende school kenbaar gemaakt heeft over een leerling contact te willen hebben neemt de ontvangende
school in ieder geval contact op. Wel verzoeken we het basisonderwijs dit alleen te doen voor leerlingen waarvoor dit noodzakelijk is. Wet Bescherming Persoonsgegevens In het onderwijskundig rapport staan vertrouwelijke gegevens, waarop de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing is. Daarom moet aan de ouders een afschrift van het onderwijskundig rapport worden gestuurd. Het is belangrijk dat ouders in een eerdere fase goed geïnformeerd zijn over de ontwikkeling van hun kind zodat ze niet nu geconfronteerd worden met geheel nieuwe informatie. Met ouders worden ook wettelijke vertegenwoordigers (= voogdij) bedoeld. Zestig maanden onderwijs op een basisschool De schoolbesturen PO en VO gaan er vanuit dat alle kinderen vanaf de start in groep 3 zestig maanden onderwijs op een basisschool volgen en dat VO-scholen geen kinderen inschrijven, die geen 60 maanden onderwijs hebben gevolgd vanaf groep 3. Uitzondering op deze regel kan zijn dat het om pedagogische en/of sociaal-emotionele redenen (denk aan hoogbegaafdheid) beter is dat een leerling naar het VO gaat. Oordeel hierover is aan de basisschool en niet aan de ouders en/of de VO-school. Wetgeving Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO), leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. Met ingang van het schooljaar 1999-2000 geldt voor het voortgezet onderwijs de verplichting om voor leerlingen een dossier op te stellen t.b.v. de aanvraag indicatiestelling voor leerwegondersteunenden een toelaatbaarheidsverklaring voor het praktijkonderwijs. In dit dossier bevinden zich in ieder geval een aanmeldingsformulier en een volledig ingevuld en door het bevoegd gezag ondertekend onderwijskundig rapport. Voor een aanvraag indicatiestelling praktijkonderwijs dient de zienswijze van de ouders op schrift gesteld te zijn. Eventueel wordt een bijlage toegevoegd door de school voor voortgezet onderwijs waarin melding gedaan wordt van de resultaten van aanvullend onderzoek. Wanneer een leerling het advies leerwegondersteunend onderwijs krijgt, maar ook als een leerling het advies praktijkonderwijs krijgt, kan de school voor voortgezet onderwijs een verzoek om meer informatie indienen bij de verwijzende school. Dit dossier wordt ter beschikking gesteld aan de indicatiecommissie van het Samenwerkingsverband V(S)O 25.06. Het leerwegondersteunend onderwijs is wettelijk gezien een zorgstructuur binnen de leerwegen van het VMBO. Leerlingen kunnen in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs op grond van een speciale toelatingsprocedure. Hiervoor wordt door de school voor voortgezet onderwijs een beschikking aangevraagd bij de indicatiecommissie van het Samenwerkingsverband V(S)O 25.06. Een leerling is toelaatbaar tot het leerwegondersteunend onderwijs indien de leerling: ofwel voldoet aan de criteria van groep a: - een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90, en rekenen of begrijpend lezen betreft, en deze leerachterstand ligt tussen 1,5 en 3 jaar. ofwel voldoet aan de criteria van groep b (overwegend sociaal-emotionele problematiek): - een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120, en rekenen of begrijpend lezen betreft, en deze leerachterstand ligt tussen 1,5 en 3 jaar, - een sociaal-emotionele problematiek heeft die een onderwijsbelemmering veroorzaakt. Leerlingen die voldoen aan de criteria van groep b zullen veelal geplaatst worden op de nevenvestiging zorg van VMBO-scholen. U kunt de leerachterstanden afleiden uit de toetsresultaten van het CITO-leerlingvolgsysteem. Hiervoor maakt u bij voorkeur gebruik van het boek DLE-schalen indicatiestelling LWOO en PRO van G. Melis, te bestellen bij Boom test uitgevers. In het programma Esis worden DLE s en leerachterstanden automatisch aangegeven.
Het praktijkonderwijs is bedoeld voor die leerlingen die niet in staat zijn een diploma in één van de leerwegen te behalen. Dit onderwijs leidt in principe rechtstreeks op voor functies op de arbeidsmarkt (leerlingen stromen echter ook door naar niveau 1 ROC). Voor deze leerlingen wordt door de school voor voortgezet onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring bij het Samenwerkingsverband V(S)O 25.06 aangevraagd. Een leerling is toelaatbaar tot het praktijkonderwijs indien er sprake is van - een intelligentiequotiënt binnen de bandbreedte van 60 tot en met 80, en rekenen of begrijpend lezen betreft, en deze leerachterstand groter is dan 3 jaar. Bij een andere vorm van onderwijs kan worden gedacht aan speciale vormen van voortgezet onderwijs zoals: mytylscholen, scholen voor slechtziende leerlingen, scholen voor dove of slechthorende kinderen, enz. (cluster 1, 2 en 3 van de Wet op de Expertisecentra.) De eerste opvang nieuwkomers(isk) is bedoeld voor die leerlingen die slechts sinds korte tijd in Nederland zijn. Populair gezegd horen leerlingen met gedragsproblemen in het reguliere voortgezet onderwijs en leerlingen met gedragsstoornissen in het cluster 4- onderwijs (Wet op de Expertisecentra). In een cluster 4-school worden leerlingen geplaatst met een meervoudige zware problematiek. Het advies van de school voor primair onderwijs dient een duidelijk advies te zijn. Het markeren van meerdere hokjes is wettelijk niet toegestaan. Ondersteuningsbehoefte in het kader van Passend Onderwijs Op het adviesformulier vragen we (vraag 4) om aan te geven of de leerling behoefte heeft aan extra ondersteuning in het kader van Passend Onderwijs. Wanneer een leerling een arrangement heeft in het kader van PassendWijs op de basisschool en u bent van mening dat deze ondersteuning voort gezet moet worden in het Voortgezet Onderwijs beantwoordt u deze vraag met ja. Als bijlage bij het OKR voegt u dan het Groeidocument/Ontwikkelingsperpectief (OPP) van de leerling toe. Andere relevante testgegevens Bij veel leerlingen in het primair onderwijs die extra zorg hebben gekregen zijn extra toets- en testgegevens beschikbaar. Bijvoorbeeld in het kader van onderzoek naar en begeleiding van dyslexie, ADHD, pervasieve ontwikkelingsstoornissen e.d. Testgegevens m.b.t. cognitief functioneren zijn van groot belang voor aanvragen indicatiestelling leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs. Het diagnostisch onderzoeksteam Quadraam (voorheen expertisecentrum Eecee) heeft in de maanden november en december leerlingen die in aanmerking komen voor leerwegondersteunend- of praktijkonderwijs getest. Wilt u voor elke geteste leerling de u toegestuurde uitslag als bijlage bij het OKR bijvoegen. Ook als de betreffende leerling volgens u en/ of de test niet in aanmerking komt voor LWOO of PrO. Opmerking: De indicatiecommissie berekent de leerachterstand van kinderen niet in maanden, maar volgens de formule: 1 DLE / DL. Komt er uit deze formule een getal tussen de 0,25 en de 0,50, dan is dat voor de indicatiecommissie een indicatie voor LWOO. Komt er een getal uit boven de 0,50 dan is dat een indicatie voor PRO
Ondertekening Handtekening van de directeur van de school is noodzakelijk. Handtekening van de ouders / verzorgers voor gezien is noodzakelijk. Wanneer ouders / verzorgers niet akkoord zijn met het ingevulde onderwijskundig rapport, kunnen zij hun zienswijze kenbaar maken op een bijlage. De handtekening van de ouders/ verzorgers voor gezien van het OKR kan op het adviesformulier. Ouders hebben recht op een afschrift van dit onderwijskundig rapport (art. 42 WPO).