pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief maart 2011 Regen? Hup, naar buiten! Als het slecht weer is, blijf je misschien liever binnen met de kinderen. Een gemiste kans, vindt spel- en speelgoeddeskundige Marianne de Valck. Het geluid van tikkende druppels en het voelen van een blazende wind bezorgen kinderen ervaringen die ze binnen nooit hebben. Bovendien geeft het veranderende weer steeds nieuwe spel-ideeën. Buiten spelen kinderen daarom creatiever dan binnen, zeggen onderzoekers. In deze PIPPO waait het, regent het, maar schijnt ook wel eens de zon. Geniet daarvan met elkaar en ga buiten kijken of jouw baby s, dreumesen en peuters druppels en plassen even leuk vinden als aapje Pippo, Beertje Bruin en Max! Ik hoop dat deze Speel- & Leerbrief zorgt voor pedagogisch werken met nóg meer plezier. Marja Baeten Redactie PIPPO Kijk ook op www.pippoplus.nl of op www.pippoplus.be De seizoenen en pedagogische competenties KIJK, IK VOEL, DENK EN ONTDEK (cognitieve competenties) Zintuigelijke ontdekkingen: voelen van warm, koud, nat, droog. Aandacht voor veranderingsprocessen. Jonge kinderen zijn erg geboeid door alles wat verandert: een bewegend diertje, een vallend blaadje. Maar ook: eerst is er iets en dan verdwijnt het. Ze leren dat je iets kunt verstoppen; Dat je een voorwerp niet meer ziet, maar dat het er nog wel is. Een steentje onder het zand of de zon achter de wolken. Aandacht voor als-dan-relaties. Kinderen leren al heel jong dat als ze iets doen, dit effect kan hebben. Als ze met hun arm schudden komt er geluid uit de rammelaar. Als je in de plassen stampt, gaat het water spetteren. Het snappen van als-dan-relaties geeft kinderen meer greep op hun werkelijkheid. uit: Pedagogisch Kader kindercentra 0-4 jaar Jade is geweldig in haar nopjes want ze kreeg van oma en opa een abonnement op Pippo cadeau! Patricia Higgins (oma van Jade) Speel- & Leerbrief maart 2011 1
Pippo en de regen Baby s en dreumesen leren vooral door voelen, ruiken, likken en proeven. Peuters gaan ontdekken hoe dingen werken. Ze zijn gerichter bezig met oorzaak en gevolg. Daarom experimenteren en onderzoeken ze dikwijls. Aapje Pippo voelt de regen en weet dat een paraplu zorgt dat hij niet nat wordt. Als de regen stopt, kan de paraplu. Aapje Pippo weet ook dat laarsjes ervoor zorgen dat je geen natte voeten krijgt. Na het lezen van het regenverhaaltje van aapje Pippo, kun je voor elk kind de tekenplaat kopiëren die op de volgende blz. staat. Geef de kinderen krijtjes of laat ze met vingerverf regen tekenen waar de kikker kletsnat van wordt. Zin in een regenliedje en een regendans? Kijk in de bijlage midden in PIPPO: Regen op de brug! Babygym Baby s zijn ook al nieuwsgierig naar het effect van wat ze doen. Ze trappelen met hun voetjes tegen een mobiel en tikken met een voorwerpje op de vloer om naar het geluid te luisteren. Je kunt die babyontdekkingen uitlokken met een babygym. De kleuren en de geluiden die de voorwerpen maken als je ertegen slaat, enthousiasmeren de baby om door te gaan. Als een kind de hand uitsteekt naar een speeltje oefent hij de oog-handcoördinatie. Hierdoor leert hij diepte zien en afstanden inschatten. Iets dat bij aanraking geluid maakt, bijvoorbeeld een zachte bal met een belletje erin, kun je ook naast de baby leggen. Wanneer een kind hem pakken wil, oefent hij de beweging die later nodig is om om te rollen en te tijgeren. Oorzaak en gevolg: drijven en zinken Je hebt nodig: ijsblokjes een dienblad of bord bak water Leg ijsblokjes op een dienblad of bord. Zet er een bak water naast. Als kinderen de ijsblokjes in het water gooien, blijven die drijven: ijsbootjes! Dat is verrassend. Maak van die verwondering gebruik. Steeds als kinderen de ijsblokjes uit het water halen, zien ze dat de blokjes kleiner en kleiner worden. Ze smelten! Welke andere kleine voorwerpen blijven ook drijven? Een bouwsteen, een autootje, een potlood, een steentje? Laat de kinderen het zelf proberen. Laat ze vooraf voorspellen wat zinkt en wat blijft drijven. 2 Speel- & Leerbrief maart 2011
Deze regen is gemaakt door: Speel- & Leerbrief maart 2011 3
Woordkaartjes Beertje Bruin helpt ook deze maand om de woordenschat van kinderen te vergroten. Oefen met de kinderen de woordjes op de woordplaatjes. Zeg ze hardop. Als kinderen een woord proberen na te zeggen dat nog niet helemaal klopt, zeg je het nóg een keer. En je geeft het kind een compliment dat hij het zo goed probeert. Lees nu het verhaaltje van Beertje Bruin. Als kinderen de woorden van de woordplaatjes redelijk uitspreken, stop je met lezen bij elk getekend woord. Je laat de kinderen het woord zeggen. Als het nog niet heel goed verstaanbaar is, zeg je het zelf nog een keer. Zo hebben kinderen het idee dat jullie samen het verhaal lezen! Dat werkt enthousiasmerend. Woordenschat Je doet aan ontwikkeling van de woordenschat als je de weerkaart elke dag bespreekt. Dezelfde woorden blijven dan herhaald worden. Je werkt doelbewust en systematisch. Dat wil zeggen: je observeert en controleert of de kinderen de woorden leren kennen en kunnen gebruiken. Uit: Startblokken van Basisontwikkeling Veiligheid bij buitenspelen Jonge kinderen willen voortdurend ontdekken. Ze stappen onbekommerd op dingen af en kunnen zich verliezen in het kijken naar een beestje. Pedagogisch medewerkers moeten profiteren van die nieuwgierige houding van kinderen maar hen tegelijkertijd beschermen tegen ongelukken. Dit vereist veel aandacht van de pedagogisch medewerkers: kinderen op gevaren wijzen en tegelijkertijd hun ontdekkingsdrang niet aantasten. Het is een kwestie van goed inschatten. Uit: Pedagogisch Kader kindercentra 0-4 jaar Activiteit: Stimuleren van kijken en opletten Het weer verandert elke dag. Het is daarom een prima middel om samen met kinderen te letten op de veranderingen. En die ook te benoemen. Om het leuker te maken, maak je een eenvoudige weerkaart (zie de bijlage binnen in PIPPO). Voor in de groep kun je de weerkaart groter maken, bijvoorbeeld 40 bij 50 cm. Kies per dag een moment dat je de weerkaart goed zet. Bijvoorbeeld als je met elkaar aan tafel zit. Vraag de kinderen naar buiten te kijken. Wat is het voor weer? Was het vanochtend koud toen ze buiten waren? Moesten ze een muts op en wanten aan? Lagen er plassen op straat? En hoe is het weer op dit moment? Staat de weerkaart goed of moet er aan gedraaid worden? Gebruik de woorden: regen zon wind waaien wolken warm koud nat Kijk voor meer informatie over lezen en voorlezen ook op www.pippoplus.nl of www.pippoplus.be. Klik op voorlezen en taalstimulering. 4 Speel- & Leerbrief maart 2011
Speelversje over het natte water Muziek en motoriek Het zeggen van versjes, zeker als die gekoppeld zijn aan gebaren, stimuleren verschillende ontwikkelingsgebieden. Bij een versje praat je op een muzikale manier. Zo kunnen kinderen de woorden en zinnen beter onthouden. Wanneer je een versje opzegt met bepaalde gebaren, verbindt een kind een handeling aan de tekst van het versje. Hierdoor onthouden ze de tekst gemakkelijker en wordt tegelijkertijd de motorische ontwikkeling gestimuleerd. Bij dit speelversje spelen alle vingers en de duim een rol. Je wijst ze aan met gebaren. Dat is goed voor de cognitieve ontwikkeling. Als je het versje met elkaar opzegt, doet dat ook de sociale ontwikkeling groeien. Het speelversje Duimelot is in het water gevallen kun je zowel met baby s als met dreumesen en peuters doen. Neem een baby op schoot. Elke zin van het versje krijgt alle tijd. Bij dreumesen en peuters speel je het versje met één kind dat bij je op schoot zit. Andere kinderen die kijken, zullen proberen om de handelingen bij zichzelf na te doen. Laat ze maar oefenen en stimuleer dat ze het ook met z n tweeën spelen. Uit: Babysignalen, door Kjille Soeting, Uitgeverij SWP 2010 De avonturen van Max: als het niet meer regent Max en zijn vriendinnetjes Lila en Marlou gaan buiten spelen als het eindelijk niet meer regent. Maar nat is het buiten nog wel. Kletsnat! Die natte buitenwereld zorgt voor extra speelplezier: uitglijden op het natte gras en een struik die je kunt laten regenen. Ga ook eens naar buiten als het regent. Een heel nieuwe ervaring met laarzen, regenpak (of vuilniszakken met een gat erin) en een paraplu. Lekker stampen in de plassen! En voor in de buggy: laat de regenkap eens weg: laat een baby de druppels voelen en proeven. Of luister met elkaar naar de liedjes die de regen tikt op een paraplu of een gespannen zeil. Behalve nieuwe ervaringen opdoen, heeft buitenspelen nog een andere functie: meer bewegen. Spelenderwijs bewegen is belangrijk Jonge kinderen bewegen tegenwoordig steeds minder. Een op de zeven kinderen vanaf drie jaar is te dik. Ook worden er steeds meer jonge kinderen gesignaleerd met een bewegingsachterstand. Die kinderen lopen later en vallen vaak. Bewegen heeft een positieve invloed op het tegengaan van overgewicht en bewegingsachterstand. Bewegen speelt ook een rol bij het leren van taal. Kinderen leren begrippen als onder, boven, over, achter, links en rechts alleen door zich deze begrippen bewegend eigen te maken. Door mee te doen aan bewegingsspelletjes legt een kind contact met leeftijdgenootjes. Ze leren samen spelen, maar ook ruzie maken en teleurstellingen verwerken. Kinderen die veel (buiten) spelen zijn beter toegerust om gezond en evenwichtig op te groeien. Ze hebben relatief minder kans op ongevallen en zullen bij ziekte sneller herstellen. Uit: Beweegkriebels, door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. Teksten: Marja Baeten. Adviezen voorlezen: Sardes. Adviezen activiteiten baby s en dreumesen: Kjille Soeting. Speel- & Leerbrief maart 2011 5