VERKRACHTING EN AANRANDING VAN DE EERBAARHEID



Vergelijkbare documenten
Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

Justitiehuis Dendermonde

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

Aangifte bij de politie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

De rechten van slachtoffers in de strafuitvoering. Inge Mertens, CAW Archipel Natalie Ver Poorten, CAW De Kempen

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

Hof van Cassatie van België

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van de procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kunt ondernemen.

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

Justitiehuis Dendermonde

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

Inleiding. Inleiding 3

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

De nieuwe W.C.O. regels

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Hof van Cassatie van België

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

WETGEVING DRUGS CDO KORTRIJK. Pedagogische studiedag. Vrijdag 28 januari POLITIEZONE VLAS

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

U bent getuige. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. De instellingen. Meer informatie. Justitie in de praktijk

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Strafuitvoeringsrechtbanken

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Hof van Cassatie van België

Zorgcentrum na seksueel geweld. Pilootproject

1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

U wordt verdacht. Inhoud

Hof van Cassatie van België

Zeg ik het of zeg ik het niet?

Hof van Cassatie van België

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

HOF VAN BEROEP 1 BURGERLIJKE ZAKEN 2 CORRECTIONELE ZAKEN 4

Publicatie : Numac :

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

Leidraad voor het nakijken van de toets

Administratieve geldboetes

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

College van Procureursgeneraal. Collège des procureurs généraux

Buurt Informatie Netwerk LIEZEBOS

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Kaas met gaten of gaten met kaas

Ik ben slachtoffer. # aanranding /verkrachting. doen? Wat gaat er gebeuren?

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Bijstand door een advocaat vanaf het eerste verhoor

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28

U moet terechtstaan. Inhoud

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

I. Bijlagen. Vragenlijst verstuurd naar het College van Procureursgeneraal

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie:

Figure 1 logo vrouwenraad VERKRACHTING EN AANRANDING VAN DE EERBAARHEID ok het beleid en de juridische wereld zijn medeplichtig

INHUDSTAFEL Wat is verkrachting?... 3 Wat is aanranding van de eerbaarheid?... 4 Verzwarende en verzachtende omstandigheden... 4 Verkracht, aangerand en daarna?... 5 Klacht bij politie... 5 Strafrechtelijk onderzoek... 7 Rechten van het slachtoffer... 12 Strafmaat... 13 Cijfers... 14 Knelpunten en aanbevelingen... 26 Verjaringstermijn klacht... 26 Seksuele meerderjarigheid... 26 Bewijsmateriaal... 27 Seponeringen... 28 Cijfers... 30 Daders... 30 Slachtoffers... 39 agina 2

De laatste jaren schommelt het aantal aangegeven verkrachtingen in België om en bij de 3.000 per jaar. Het aantal verkrachtingen neemt geleidelijk toe en globaal gezien ook het aantal veroordelingen. Maar een steekproef waarbij veroordelingen rechtstreeks aan de overeenstemmende dossiers gekoppeld worden, geeft een minder rooskleurig beeld. Daaruit blijkt dat weinig verkrachters van meerderjarige personen veroordeeld worden en dat ze in verhouding nog veel minder in de gevangenis terechtkomen. De cijfers van België liggen op dit vlak onder het EU- gemiddelde. Belangrijke knelpunten zijn de seponeringen in het geval er een verdachte is, de strafmaat, de vergoedingen voor het slachtoffer en de dadertherapie. Wat is verkrachting? Verkrachting is een misdrijf 1. Het slachtoffer wordt zonder haar of zijn toestemming door een bekende of onbekende gepenetreerd tijdens een seksueel (getint) contact. enetratie is het binnendringen in de vagina, anus of mond met een penis, vinger of een voorwerp. Zonder toestemming betekent dat de penetratie tegen de wil van het slachtoffer gebeurd is en op de een of andere manier werd afgedwongen: met geweld, dreigementen, een list... Wanneer een min- 14- jarige wordt gepenetreerd tijdens een seksueel contact, is dit altijd verkrachting, zelfs als zij of hij daarmee heeft ingestemd. Wanneer iemand van 14 of 15 jaar gepenetreerd wordt tijdens een seksueel contact, is er niet automatisch sprake van verkrachting. Als de jongere heeft ingestemd met de penetratie, gaat het volgens de wet om aanranding van de eerbaarheid en niet om verkrachting. enetratie bij iemand die 16 jaar of ouder is, kan alleen maar verkrachting zijn als zij of hij daarvoor geen toestemming heeft gegeven of wanneer er sprake is van incest. 1 Wet van 4 juli 1989 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting: "Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt. Toestemming is er met name niet wanneer de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang of list, of is mogelijk gemaakt door een onvolwaardig of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer"; Wet van 13 april 1995 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen. Het strafwetboek onderscheidt drie categorieën misdrijven: overtredingen, wanbedrijven en misdaden. De misdaad is de ergste vorm van misdrijf. De straf voor een misdrijf is is een criminele straf, dus straffen die meer dan vijf jaar gevangenis overtreffen plus een geldboete. agina 3

De wet voorziet ook maatregelen ter bescherming van het slachtoffer. Slachtoffers kunnen zich bij het onderzoek laten bijstaan door de wetsarts of door hun eigen arts. Er bestaat een publicatieverbod betreffende de identiteit van het slachtoffer van verkrachting of van aanranding van de eerbaarheid, tenzij het slachtoffer of de onderzoekende magistraat daarvoor toestemming geeft. p vraag van het slachtoffer kan de rechtszitting achter gesloten deuren plaatsvinden, zelfs in het geval het slachtoffer zich geen burgerlijke partij gesteld heeft of niet aanwezig is op de terechtzitting. Indien de verkrachting of de aanranding van de eerbaarheid de dood veroorzaakt van het slachtoffer, wordt de schuldige gestraft met levenslange dwangarbeid. Wordt de verkrachting of de aanranding voorafgegaan of gepaard gegaan met lichamelijke foltering of opsluiting, wordt de schuldige gestraft met dwangarbeid van 15 tot 20 jaar. Wordt de verkrachting of aanranding van de eerbaarheid gepleegd op een persoon die ingevolge zwangerschap een ziekte dan wel lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid bijzonder kwetsbaar is, of onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp, wordt de schuldige gestraft met dwangarbeid van 10 tot 15 jaar. Is de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn, behoort hij tot degenen die over het slachtoffer gezag hebben, heeft hij misbruik gemaakt van het gezag of de faciliteiten die zijn functies hem verlenen, is hij een geneesheer, heelkundige, verloskundige of officier van gezondheid aan wie het kind ter verzorging was toevertrouwd, dan bedraagt de dwangarbeid minstens 12 jaar. ublicatie en verspreiding door middel van boeken, pers, film, radio, tv of op enige andere wijze van teksten, tekeningen, foto's of enigerlei beelden waaruit de identiteit van het slachtoffer kan blijken is verboden, tenzij met schriftelijke toestemming van het slachtoffer, ten behoeve van het onderzoek van de met het onderzoek belaste magistraat. Wat is aanranding van de eerbaarheid? Aanranding van de eerbaarheid is ook een misdrijf. Het slachtoffer wordt gedwongen tot seksuele handelingen (te ondergaan), bijvoorbeeld het betasten van de borsten. Het slachtoffer is fysiek bij dergelijke handelingen betrokken maar fysieke aanraking is niet het absolute criterium. Het slachtoffer kan bijvoorbeeld ook gedwongen worden om zich te ontkleden zodat de dader foto's kan nemen, of kan verplicht worden zichzelf te masturberen. Verzwarende en verzachtende omstandigheden Zowel voor verkrachting als voor aanranding van de eerbaarheid zijn er verzwarende omstandigheden die een zwaardere straf als gevolg hebben: - de leeftijd van het slachtoffer - de dood van het slachtoffer - de dader is een bloedverwant in opgaande lijn - de dader is een gezaghebbende persoon - de feiten zijn voorafgegaan met lichamelijke foltering of opsluiting - de feiten zijn gepleegd op een persoon die ingevolge zwangerschap, ziekte of een lichamelijk of geestelijk gebrek bijzonder kwetsbaar is - de feiten zijn gebeurd onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp agina 4

De raadkamer kan verzachtende omstandigheden aanvaarden. Die kunnen zeer divers van aard zijn. Vaak worden stijlformules gebruikt in de zin van "verzachtende omstandigheden voortspruitende uit de afwezigheid van vroegere veroordelingen tot criminele straffen." De rechtbank onderzoekt de realiteit van de verzachtende omstandigheden. Het aanvaarden van verzachtende omstandigheden is een automatisme geworden voor een hele reeks in het strafwetboek als misdaad omschreven feiten. Verkracht, aangerand en daarna? Dit dossier handelt niet over de gevolgen van deze levensbedreigende ervaringen voor het slachtoffer op het vlak van lichamelijke en psychische gezondheid 2. De focus ligt op de klachtbehandeling, de strafprocedure, slachtofferzorg en daderhulp. Klacht bij politie Het slachtoffer legt best zo vlug mogelijk een klacht neer bij de politie of wanneer het slachtoffer dit in eerste instantie niet wenst te doen is het raadzaam een arts te raadplegen en een medisch attest bij seksueel geweld te laten invullen. 3 Aangifteprocedure 4 Dit omvat: - de bewijsvoering en het geneeskundig onderzoek - het V van de verklaring van het slachtoffer en het verloop van het strafrechtelijk onderzoek De politie maakt het V over aan het parket 5 met aan het hoofd de rocureur des Konings. Registratie/V- register Het V- register van de Federale olitie bevat volgende indeling wat verkrachting betreft: Verkrachting met de dood tot gevolg: - Slachtoffer jonger dan 10 jaar - Slachtoffer tussen 10 en 14 jaar - Slachtoffer tussen 14 en 16 jaar 2 Tot de mogelijke lichamelijke gevolgen rekenen we: ongewenste zwangerschap, abortus, SA's, HIV, bekkeninfectie, chronische pijn, onvruchtbaarheid, gastro- intestinale stoornissen, hoofdpijn, psychosomatische klachten, zelfmoordpogingen, zelfdoding (zie: http://www2.domusmedica.be/files/intrafam_begrippen_consensus.pdf) 3 Meer info: zie publicatie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen "Geweld. Wat Nu?" 4 "Geweld. Wat Nu?", p. 31-33. 5 Het parket vertegenwoordigt in feite de samenleving en staat ervoor in dat de burger de strafwet naleeft. Het vervolgt daders en eist of vordert straffen. agina 5

- Slachtoffer tussen 16 en 18 jaar - Slachtoffer meerderjarig Verkrachting zonder de dood tot gevolg: - Slachtoffer jonger dan 10 jaar - Slachtoffer tussen 10 en 14 jaar - Slachtoffer tussen 14 en 16 jaar - Slachtoffer tussen 16 en 18 jaar - Slachtoffer meerderjarig Deze omschrijvingen worden telkens gecombineerd met gegevens over de dader: Bij een meerderjarige: - door een bloedverwant in opgaande lijn - door een persoon die gezag heeft over het slachtoffer - door een persoon die misbruik maakt van zijn gezag of zijn functie - geen van voorgaanden - hoedanigheid dader onbekend Bij een minderjarige: - door een bloedverwant in opgaande lijn (inbreuk tegen volgende artikels Strafwetboek: SWB 375, 376, 377) - door een persoon die gezag heeft over het slachtoffer (SWB 375, 376, 377) - door een persoon die misbruik maakt van zijn gezag of zijn functie (SWB 375, 376, 377) - door een geneesheer, heelkundige, verloskundige of officier van gezondheid aan wie het kind ter verzorging was toevertrouwd (SWB 375, 376, 377) - geen van voorgaanden (SWB 375, 376) - hoedanigheid dader onbekend (SWB 375, 376) Elke feitomschrijving, gecombineerd met het gegeven over de dader, heeft een feitcode. De parketcode voor verkrachting is 37. 6 Verjaring Misdaden verjaren na tien jaar. Het slachtoffer kan dus tot tien jaar na de feiten een klacht indienen tegen de dader. Gecorrectionaliseerde misdaden verlopen na vijf jaar 7. Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid worden zeer vaak gecorrectionaliseerd. Verkrachting moet in principe voor het Assisenhof komen. De Assisenprocedure duurt echter lang en is omslachtig vandaar dat verkrachting in de praktijk dus correctioneel wordt behandeld. 6 Zie: http://www.polfed- fedpol.be/crim/crim_statistieken/2008/notas/pv_reg_versie20_mei_2009.pdf, p. 14-16 Idem voor aanranding van de eerbaarheid, p. 12-13 7 De wet van 24 december 1993 bracht de algemene termijn voor de verjaring van wanbedrijven van drie op vijf jaar. In sommige gevallen is de termijn van drie jaar nog relevant, o.a. omwille van de eenheid van opzet. agina 6

Er is een uitzondering op de verjaringstermijn van vijf jaar 8 : de verjaringstermijn begint te lopen vanaf de dag waarop het slachtoffer 18 jaar wordt. De termijn van tien jaar geldt dus enkel wanneer het feit gepleegd is ten aanzien van een minderjarige, hoewel men op basis van art. 21 bis 2 al. V.T.Sv zou kunnen besluiten dat het ook voor meerderjarigen geldt. Dit is zo beslist door het Hof van Cassatie. 9 Bij een reeks van misdrijven, die al dan niet verbonden zijn door eenheid van opzet, de zogenaamde voortgezette misdrijven gelden een aantal principes: - de verjaringstermijn begint vanaf het laatste feit dat wordt bewezen verklaard en dat door de eenheid van opzet met de andere feiten verbonden is; - tussen de verschillende feiten die samen het voortgezet misdrijf uitmaken mag geen periode verlopen zijn die gelijk is aan of langer is dan de toepasselijke verjaringstermijn. Strafrechtelijk onderzoek Rol parket en onderzoeksrechter De politiediensten maken het proces- verbaal over aan het parket dat de verdere leiding van het onderzoek op zich neemt. Het parket kan de politie opdracht geven om bijkomende opsporingsdaden te stellen of bijkomende verhoren af te nemen. Het parket centraliseert de informatie en heeft een overzicht over eerdere gelijkaardige feiten door dezelfde (veronderstelde) persoon gepleegd. Het parket kan verschillende beslissingen nemen: - een voorstel tot minnelijke schikking aan de dader formuleren; - een voorstel tot bemiddeling in strafzaken formuleren; het slachtoffer kan mits haar/zijn akkoord in de bemiddelingsprocedure betrokken worden; - het onderzoek in handen geven van een onderzoeksrechter; deze tussenkomst wordt enkel gevorderd voor de zwaarste misdrijven; - vervolgen wanneer er voldoende bezwaren zijn en de verdachte voor de correctionele rechtbank dagvaarden; - oordelen dat er onvoldoende bezwaren zijn of dat vervolging niet mogelijk of opportuun is en beslissen om de zaak te seponeren. 8 Art. 21bis tweede lid V.T.Sv. houdt een dubbele uitzondering in op de algemene termijn van vijf jaar: "In de gevallen bedoeld in de artikelen 372 tot 377, 379, 380, 409 en 433 quinquies, 1 eerste lid, 1 van het strafwetboek, begint de verjaringstermijn pas te lopen vanaf de dag dat het slachtoffer de leeftijd van 18 jaar bereikt. In geval van correctionalisering van een misdaad bedoeld in het vorige lid, blijft de verjaringstermijn van de strafvordering, die welke bepaald is voor de misdaad." Deze bepaling heeft o.a. betrekking op verkrachting en aanranding van de eerbaarheid. De wijziging m.b.t. het aanvangspunt van de verjaring werd ingevoerd door de wet van 13 april 1995. De wet van 28 november 2000 op de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen voert de verlenging van de termijn tot tien jaar in. 9 Cass. 12 oktober 2004, R.W. 2004-2005, 1350 agina 7

Wanneer het slachtoffer het niet eens is met de seponering door de procureur kan zij/hij zich burgerlijke partij stellen bij de onderzoeksrechter. De onderzoeksrechter heropent de zaak en leidt het onderzoek. ok de procureur kan aan de onderzoeksrechter vragen om de zaak grondiger te onderzoeken. De Raadkamer 10 beslist wat er verder met de zaak gebeurt: - buitenvervolgingstelling - doorverwijzing naar het vonnisgerecht: correctionele rechtbank, hof van assisen - internering van de dader - probatie, opschorting en uitstel 11 Verklaring als benadeelde persoon en haar/zijn verdere rechten Het slachtoffer kan de hoedanigheid van benadeelde persoon verkrijgen door zelf of via een advocaat een verklaring af te leggen op het secretariaat van het parket. De politiedienst waar het slachtoffer klacht neerlegde kan meedelen tot welk parket het slachtoffer zich moet richten. Deze verklaring van benadeelde heeft als voordeel dat het slachtoffer op de hoogte blijft van het verdere verloop van de zaak: - de eventuele seponering - het instellen van het gerechtelijk onderzoek - de bepaling van de zittingsdag voor de rechtbank, dit zowel voor de raadkamer als het vonnisgerecht (correctionele rechtbank) Verzamelen van bewijsmateriaal In zedenzaken zijn de algemene bewijsregels van toepassing. Hier geldt het beginsel van vrijheid. De rechter kan een oordeel vormen op alle regelmatig verkregen elementen die hem/haar worden bezorgd, eventueel ook op eigen initiatief, met respect voor de regels inzake tegensprekelijkheid. De rechter heeft ook initiatiefrecht (of plicht) en kan bijkomende onderzoeken bevelen. De rechter is niet verplicht om op alle vragen van de verdediging in te gaan. Bij zedenzaken stellen zich specifieke bewijsproblemen. De feiten gebeuren vaak in een besloten sfeer, zonder getuigen en zonder veel materiële bewijselementen. Vaak staan de verklaringen van het slachtoffer lijnrecht tegenover die van de dader. In dergelijke gevallen bestaat de neiging om terug te vallen op de zogenaamde 'innige overtuiging' 12 van de rechter, zelfs in de fase van het onderzoek. 10 Is het onderzoeksgerecht dat uitspraak doet over het verder verloop van de zaak voor zover een onderzoeksrechter is tussengekomen. 11 De raadkamer beslist dat de dader niet meteen gestraft wordt maar een kans moet krijgen, bijvoorbeeld omdat de dader geen eerdere veroordeling heeft gehad of omdat de feiten geen al te zware straf vergen. De straf kan dan uitgesteld worden, de uitspraak van de veroordeling kan opgeschort worden. Hieraan kan een proeftijd of probatie gekoppeld worden. De beklaagde moet zich aan opgelegde voorwaarden houden, zo niet kan de raadkamer de beslissing herroepen. 12 De rechter vormt haar/zijn overtuiging zonder in principe gehouden te worden door een of ander element. agina 8

p het vlak van verzamelen van bewijsmateriaal zijn er de jongste jaren aanzienlijke verbeteringen gebeurd. Er worden een aantal technieken toegepast: Verhoor slachtoffers: - De audiovisuele opname van het slachtofferverhoor door speciaal daartoe opgeleide onderzoekers, in overeenstemming met de ministeriële circulaire van 16 juli 2001, goedgekeurd door het College van rocureurs- generaal. Deze techniek wordt vooral gebruikt in zedenfeiten met minderjarigen. 13 Dit verhoor kan bevolen worden door de procureur des Konings of de onderzoeksrechter. Het is niet mogelijk op eigen initiatief van de politiediensten. De minderjarige boven de 12 jaar moet met de opname instemmen. De minderjarige kan ook op elk moment vragen om het verhoor te onderbreken. De minimumleeftijd van het audiovisueel verhoor ligt op 4 jaar. Bij het verhoor mogen enkel de verhoorder, de vertrouwenspersoon, leden van de technische dienst en een deskundige (psychiater of psycholoog) aanwezig zijn. De opname dient om de woorden van de minderjarige op een zo precies en respectvol mogelijke manier weer te geven, om het trauma van veelvuldige verhoren te voorkomen, om de woorden en het gedrag van de minderjarige te analyseren, het verlies aan herinneringen te beletten, de confrontatie tussen de minderjarige en de verdachte op de zitting te vermijden. Audiovisuele verhoren kunnen ook van meerderjarigen afgenomen worden 14. nderzoek naar waarheidsgehalte/betrouwbaarheid van verklaringen van minderjarigen: dit onderzoek sluit aan bij het videoverhoor of is soms gelijklopend. Het besluit van de deskundige geldt als advies. De deskundige moet de verklaringen van de minderjarigen niet toetsen aan andere elementen van het dossier, zoals de verklaringen van de dader of van getuigen. ok wordt gebruik gemaakt van onderzoeken naar de geloofwaardigheid van slachtofferverklaringen volgens de SVA- methode (Statement Veracity Analysis) en het gebruik van het inhoudelijke analyserooster, zoals uitgewerkt door professor Van Gijseghem. Verhoor daders: De polygraaftest (leugendetector): is een vorm van politieverhoor om de waarheid te kunnen achterhalen. Het uitgangspunt is dat de ondervraagde geen controle heeft over een aantal van zijn/haar reacties (hartslag, bloeddruk, ademhaling, transpiratie,...) en dat de geregistreerde wijzigingen een aanwijzing kunnen zijn voor de geloofwaardigheid van de antwoorden. Fysiek onderzoek slachtoffers: De set seksuele agressie (S.A.S.) dient om de vaststellingen inzake verkrachting en aanranding van de eerbaarheid te uniformiseren. De arts gebruikt de handleiding van de set. Alle staalnamen worden daardoor op een uniforme manier uitgevoerd. Het bewijsmateriaal over schuld of onschuld van een verdachte wordt verzameld dankzij de genetische afdruk vanuit een DNA- analyse van de monsternamen. Elke politiedienst beschikt over enkele sets. De arts die het onderzoek uitvoert, legt 13 De regels van het audiovisueel verhoor zijn vastgelegd in art. 91bis, 101 en 112ter Sv) 14 art. 112ter WSV, wet van 2 augustus 2002 agina 9

de eed af voor een officier van de gerechtelijke politie. De arts verzegelt de set na het onderzoek. De politie bezorgt de set aan een labo dat op vraag van de bevoegde magistraat overgaat tot ontleding. Het is de procureur des Konings met wie de politie contact opneemt, die beslist om de SAS toe te passen ingeval van een op heterdaad ontdekt misdrijf en ook wanneer het meerderjarig slachtoffer de toestemming geeft. In de andere gevallen 15 moet een onderzoek aan het lichaam bij de onderzoeksrechter gevorderd worden. Bij verkrachting wordt de set altijd gebruikt. Het onderzoek gebeurt best binnen de 24 uren na de feiten. DNA- analyse: De ministeriële richtlijn van 15 december 1998 (en de omzendbrief Col 5/1999 van het College van procureurs- generaal) beoogde de vaststellingen in verband met feiten van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid eenvormig te maken, de verzameling van bewijsmateriaal via DNA- analyse te verzekeren en in passende hulp voor de slachtoffers te voorzien. Deze richtlijn werd geëvalueerd. p 15 september 2005 kwam er een nieuwe ministeriële richtlijn uit, die in werking trad op 1 oktober 2005 en waarvan de toepassing versterkt werd door de aanneming van Col 10/2005. Huiszoekingen en onderzoek op de plaats van het delict: Dienen om bezwarend materiaal in beslag te nemen. CCU onderzoeken: Er gaat veel aandacht naar de computer(s) van de verdachte. Soms wordt daar ook bezwarend materiaal in teruggevonden. De CCU (Computer Crime Unit) van de federale gerechtelijke politie neemt deze taak op zich. VICLAS: Het College van rocureurs- generaal is van plan om een VICLAS- circulaire (Violent Crime Linkage Analysis System) aan te nemen. Het VICLAS- systeem is een gegevensbank die wordt gebruikt als ondersteuning bij een onderzoek. Deze gegevensbank maakt het mogelijk verbanden te leggen tussen misdrijven die ingegeven zijn door seksuele of gewelddadige motieven en die vooral buiten de gezinssfeer gebeuren. Het doel is een dader te identificeren of de ontwikkeling van een onderzoek te sturen. De dossiers inzake zedenfeiten worden over het algemeen behandeld binnen de parketten door gespecialiseerde afdelingen en/of magistraten die daaraan hun volledige aandacht besteden door een beroep te doen op de methodes die aanbevolen worden in de verschillende rondzendbrieven die van kracht zijn. 16 Toestemming? 15 Het meerderjarig slachtoffer geeft geen toestemming en er is geen heterdaad, het slachtoffer is minderjarig en er is geen heterdaad. 16 Bron: http://www.senate.be/www/?mival=/publications/viewubdoc&tid=67114351&lang=nl agina 10

Er is sprake van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid wanneer de toestemming van het slachtoffer ontbreekt. Het ontbreken van de toestemming moet vaststaan. De seksuele daad moet opgedrongen geweest zijn. Het gebrek aan toestemming kan vaak uit elementen van het dossier worden afgeleid, bijvoorbeeld de verwondingen van het slachtoffer, de beschadiging van kleding. Uit deze elementen blijkt dat er dwang of gebruik van geweld geweest is. In bepaalde gevallen is dat niet zo duidelijk, bijvoorbeeld wanneer de feiten zich hebben afgespeeld tussen gehuwden of samenwonenden. Minderjarigen tussen 14 en 16 jaar kunnen een geldige toestemming geven tot seksuele daden (zie verder bij knelpunten). De toestemming kan wel 'gebrekkig' 17 zijn. Voorbeelden van gebrekkige toestemming: wanneer het slachtoffer onder invloed is van alcohol of drugs. Er moet vastgesteld worden dat de vrije wil ontbreekt. De rechter onderzoekt daarom de toestand van het slachtoffer en de mogelijkheid die de dader had om die toestand juist in te schatten. Bij personen met een mentale handicap stelt zich het probleem van het seksuele zelfbeschikkingsrecht. Hier zoekt de rechtbank een evenwicht tussen het recht op seksualiteit van de persoon met een mentale handicap en het mogelijke misbruik. Kwalificatie Meestal zijn er geen problemen met de kwalificatie verkrachting/aanranding. Soms zijn er twijfelgevallen die met de concrete bewijsvoering te maken hebben. Art. 375 Sw stelt dat "elke vorm van seksuele penetratie" een verkrachting kan zijn. Maar wanneer is er sprake van penetratie? Dit is niet altijd duidelijk. Wanneer dit onduidelijk is zal de rechtbank tot de laagste kwalificatie besluiten en dus oordelen dat de penetratie niet bewezen is. Traject binnen het gerecht eriode tussen de aanhouding en het vonnis - De voorlopige hechtenis: geen behandeling voorzien. - Alternatieve maatregelen voor de voorlopige hechtenis: therapeutische opvang onder de voorwaarden door de rechter opgelegd en gedurende drie maanden, soms verlengbaar. Het vonnis Eerste periode na het vonnis (met dwangmaatregelen): - gevangenisstraf: in de praktijk wordt er geen behandeling voorzien; - de invrijheidstelling die in de meeste gevallen voorwaardelijk is 18 : er zijn een aantal regels 19 : 17 De opsomming van de omstandigheden die leiden tot een gebrekkige toestemming, in art. 375 lid 2 Swb, is niet limitatief. 18 Wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964: art. 4, 5, derde lid: aan de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde die een straf ondergaat voor aanranding van de eerbaarheid of verkrachting (art. 372 tot 378 Strafwetboek) moet de voorwaarde verbonden worden van "het volgen van een begeleiding of een behandeling, waarvan de praktische uitvoering en de duur worden bepaald in de beslissing tot invrijheidstelling." agina 11

- de proeftijd is gelijk aan de duur van de vrijheidsbenemende straf die de veroordeelde nog moest ondergaan op de dag dat de beslissing betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling uitvoerbaar is geworden. De proeftijd mag niet korter zijn dan twee jaar; - de proeftijd is ten minste vijf jaar en maximaal tien jaar in geval van veroordeling tot een tijdelijke criminele straf of tot één of meer correctionele straffen die samen vijf jaar hoofdgevangenisstraf te boven gaan; - de proeftijd bedraagt tien jaar in geval van veroordeling tot een levenslange vrijheidsstraf; - probatie- opschorting of probatie- uitstel: de bevoegde gerechten moeten vooraleer ze een probatiemaatregel opleggen aan personen die in verdenking zijn gesteld of veroordeeld zijn 20 een met redenen omkleed advies inwinnen van een dienst die in de begeleiding of de behandeling van seksuele delinquenten gespecialiseerd is. Wanneer de probatiemaatregel het volgen van een begeleiding of behandeling oplegt, dan nodigt de probatiecommissie de dader uit om een gespecialiseerde dienst/team te kiezen. De probatiecommissie ontvangt om de zes maanden een voortgangsrapport. De tweede periode na het vonnis (geen dwang): dit gaat over daders die toerekeningsvatbaar zijn bevonden. Wanneer de straf is uitgezeten kan geen begeleiding meer worden opgelegd. Is het wenselijk om de begeleiding dan plots af te breken. Rechten van het slachtoffer Tijdens het onderzoek Slachtoffers hebben verschillende rechten. Ze hangen af van de fase waarin het onderzoek zich bevindt en van het statuut van het slachtoffer. Elk slachtoffer heeft hoe dan ook recht op respect en erkenning, het krijgen van informatie, het geven van informatie, juridische bijstand, bescherming en privacy, herstel, hulp. De diensten Slachtofferonthaal van de parketten staan in voor een correcte bejegening van het slachtoffer, geven informatie over het dossier en bieden ondersteuning en bijstand. Een slachtoffer van een misdrijf kan zich ook burgerlijke partij stellen en laat dus aan de strafrechter weten dat zij/hij schade heeft geleden en hiervoor schadevergoeding wil krijgen. Het slachtoffer kan dan ook bij de afsluiting van het gerechtelijk onderzoek haar/zijn dossier inkijken (deel dat over de feiten gaat die tot de burgerlijke partijstelling hebben geleid). Hoe bekom je vergoeding van de schade? - de dader kan vrijwillig vergoeden, eventueel na tussenkomst van de advocaat van het slachtoffer; - de advocaat van het slachtoffer kan een burgerlijke vordering tot schadevergoeding instellen voor de burgerlijke rechtbank; 19 Deze opvolging wordt bepaald door art. 8 van de wet betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling. 20 Veroordeeld wegens één van de feiten bedoeld in de artikelen 372 tot 378 en 379 tot 386ter (indien ze gepleegd werden op minderjarigen of met hun deelneming) van het Strafwetboek. agina 12

- het slachtoffer kan zich burgerlijke partij stellen (via de advocaat) door middel van een verklaring afgelegd voor de onderzoeksrechter, de raadkamer of de strafrechter. Welke zijn de rechten als burgerlijke partij? - inzagerecht in de strafbundel; - vragen om een bijkomende onderzoekshandeling te stellen door middel van een verzoekschrift (via de advocaat); - zelf een gerechtelijk onderzoek in werking stellen door klacht met burgerlijke partijstelling neer te leggen bij de onderzoeksrechter; het slachtoffer moet wel een bepaald bedrag provisioneren. Wanneer het slachtoffer niet akkoord gaat met seponering, zijn er volgende mogelijkheden: - klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter; - rechtstreeks dagvaarden voor de vonnisrechter; - een burgerlijke vordering tot schadevergoeding vragen. Schade kan bestaan uit: - lichamelijke schade: het slachtoffer heeft medische attesten nodig; de advocaat kan ook nog aan de rechtbank vragen om een arts- expert aan te duiden voor de omschrijving van de schade; - morele schade; - materiële, inkomsten- en economische schade: hier ook bewijsstukken verzamelen. Het slachtoffer kan aan de verzekeraar vragen of de feiten door de verzekering gedekt worden en of de kosten van de verdediging kunnen gedekt worden. Wanneer de vraag tot schadevergoeding wordt afgewezen of wanneer het slachtoffer het toegewezen bedrag te laag vindt, kan zij/hij beroep aantekenen (in principe binnen de 15 dagen bij de griffie van de rechtbank waar het vonnis is uitgesproken). Wanneer het slachtoffer de toegekende schadevergoeding niet ontvangt, kan zij/hij via de advocaat het vonnis laten betekenen en ten uitvoerleggen door een gerechtsdeurwaarder (o.a. loonbeslag). Wanneer het misdrijf een opzettelijke gewelddaad is, heeft het slachtoffer onder bepaalde voorwaarden recht op een vergoeding die het slachtofferfonds toekent. In het kader van de strafuitvoering De fase van de strafuitvoering is wanneer de dader zijn/haar straf moet uitzitten. De dader kan een strafuitvoeringsmodaliteit vragen waarbij hij/zij de gevangenis (tijdelijk) vroeger kan verlaten. De strafuitvoeringsrechtbank beslist hierover. Als burgerlijke partij heeft het slachtoffer recht om informatie over de strafuitvoeringsmodaliteiten te vragen. Het slachtoffer kan ook vragen om gehoord te worden. Strafmaat Wanneer de feiten strafrechtelijk gekwalificeerd zijn, zal de rechter de strafmaat bepalen. Hij/zij kiest uit een ruime waaier van strafmogelijkheden: gevangenisstraf, geldboete, opschorting, uitstel, werkstraf. 21 21 De werkstraf geldt niet voor alle zedenfeiten. Art. 37Sw sluit art. 375 tot 377 Sw uit en ook art. 379 tot 386ter wanneer de feiten gepleegd zijn op of met behulp van minderjarigen. agina 13

Er zijn geen concrete straftoemetingsrichtlijnen. 22 De rechter moet zijn/haar uitspraak motiveren wanneer hij/zij een straf wil opleggen die niet dient opgelegd te worden of wanneer hij/zij een straf wil opleggen die zwaarder is dan het wettelijk minimum, zelfs wanneer hij/zij in het geval van verzachtende omstandigheden beneden dat wettelijk minimum kan zakken. De strafmaten kunnen dus zeer uiteenlopend zijn. Cijfers Cijfers over verkrachting worden geregistreerd in administratieve statistieken (deze betreffen de gehele bevolking). In wetenschappelijk onderzoek is ook cijfermateriaal beschikbaar op basis van steekproeven (deze betreffen een klein deel van de bevolking). Administratieve cijfers Cijfers over geweld tegen personen worden geregistreerd: Door de federale politie/ politiële criminaliteitsstatistieken - in de Nationale Gegevensbank van de federale politie; - door de cel geweld tegen personen van de dienst agressie van de federale gerechtelijke politie in de expertendatabank met betrekking tot zedenmisdrijven Door het arket in de jaarstatistieken, o.a. - instroom van zaken per jaar en per type tenlastelegging - uitstroom van zaken per jaar en per type tenlastelegging Door de FD Justitie/Dienst Strafrechtelijk beleid - aantal veroordelingen olitiële Criminaliteitsstatistieken Aangegeven verkrachtingen Tabel: De door de politiedienst op V aangetekende zedenfeiten tussen 1996 en 2002 (eerste V's bij het openen van een dossier) 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 Verkrachting 2.002 2.189 1.925 2.012 1.839 1.889 1.886 Aanranding van de 2.229 2.395 2.303 1.906 1.897 1.805 eerbaarheid Bron: Kamerdocument QRVA 51 067, 28-02- 2005, p. 10898 Tabel: Geregistreerde criminaliteit op Nationaal niveau verkrachting Met de dood tot gevolg Met gevolg onbekend Zonder de dood tot gevolg 2000 V 3 271 2.140 Totaal 22 Er zijn wel bepaalde richtlijnen zoals die bijvoorbeeld vermeld zijn in art. 195 3Sw. agina 14

24 137 2 T 3 295 2.279 2.577 2001 V 7 303 26 2.265 139 T 7 329 2.404 2.740 2002 V 2 296 18 Dossier en aanbevelingen 2011 2.449 170 T 2 314 2.619 2.935 2003 V 2 137 2 2.517 184 T 2 139 2.701 2.842 2004 V 1 120 5 2.602 170 T 1 125 2.772 2.898 2005 V 3 94 2 2.664 203 T 3 96 2.867 2.966 2006 V 3 1 78 1 2.837 180 T 4 79 3.017 3.100 2007 V 1 74 4 2.783 181 T 1 78 2.964 3.043 2008 V T 3.094 2009 V T 2.880 2010 V T V: voltooid; : poging; : dader onbekend, T: totaal 2008: cijfers eerste semester agina 15

Bron: FF/CG/Beleidsgegevens - olitiële Criminaliteitsstatistieken d.m.v. Datawarehouse - geregistreerde criminaliteit op nationaal niveau 23 De laatste jaren zijn er in België om en bij de 3.000 aangegeven verkrachtingen per jaar (dat komt neer op gemiddeld 8 verkrachtingen per dag). Aangegeven aanrandingen van de eerbaarheid Tabel: Geregistreerde criminaliteit op Nationaal niveau aanranding eerbaarheid 2000 V 2001 V 2002 V Met de dood tot gevolg Met geweld/ bedreiging 2 820 38 Niet nader bepaald 315 32 Zonder geweld/ bedreiging 1.590 57 Totaal T 2 858 347 1.647 2.854 1 830 332 38 35 1.602 32 2 T 1 868 367 1.636 2.872 5 882 63 1 329 20 1.435 33 T 5 946 349 1.468 2.768 2003 V 3 982 60 131 4 1.475 47 T 3 1.042 135 1.522 2.702 2004 V 6 1.040 51 85 4 1.619 45 T 6 1.091 89 1.664 2.850 2005 V 2 1.007 47 86 3 1.678 38 T 2 1.054 89 1.716 2.861 2006 V 5 1.100 45 79 1.783 44 1 T 5 1.145 79 1.828 3.057 23 Niet meer toegankelijke link: http://www.polfed- fedpol.be/crim/crim_statistieken/2008_sem01/rapporten/rapporten_2000_2008s1_nationaal.pdf agina 16

2007 V 3 1.056 29 Dossier en aanbevelingen 2011 47 2 1.797 39 T 3 1.085 49 1.836 2.973 2008 V T 3.094 2009 V T 3.236 2010 V T V: voltooid; : poging; : onbekend, T: totaal 2008: cijfers eerste semester Bron: FF/CG/Beleidsgegevens - olitiële Criminaliteitsstatistieken d.m.v. Datawarehouse - geregistreerde criminaliteit op nationaal niveau http://www.polfed- fedpol.be/crim/crim_statistieken/2008_sem01/rapporten/rapporten_2000_2008s1_nationaal.pdf Tabel: verkrachting zonder de door tot gevolg per leeftijdscategorie slachtoffer 2000 V 2001 V 2002 V 2003 V 2004 V 2005 V 2006 V < 10 j 10-14j 14-16j 16-18j onbekend 18+ 430 382 283 171 34 4 10 11 12 1 1 1 454 7 457 9 506 6 475 7 486 4 464 6 431 16 424 13 435 8 479 8 425 11 463 10 262 9 332 15 332 21 319 19 366 9 404 17 209 11 195 18 222 16 219 13 221 16 291 17 849 99 24 897 96 16 1.037 115 17 1.044 132 19 1.077 123 18 1.169 162 12 1.230 131 2007 V 425 470 411 267 19 1.252 agina 17

2008 V 421 7 4 11 15 18 132 393 11 334 15 253 20 20 1.137 112 V: voltooid; : poging; : onbekend, T: totaal Bron: Federale olitie. Geregistreerde criminaliteit op nationaal niveau. Detailrapport per misdaadcategorie - Strafwetboek, p. 25 http://www.polfed- fedpol.be/crim/crim_statistieken/2008/rapporten/rapporten_2000_2008_nationaal.pdf Tabel: aanranding eerbaarheid per leeftijdscategorie slachtoffer 2000 V 2001 V 2002 V 2003 V 2004 V 2005 V 2006 V 2007 V 2008 V Zonder geweld/bedreiging Met geweld/bedreiging < 16 j 16-18j onbekend < 16j 16-18j 18+ 1.155 106 331 265 112 41 4 12 3 7 1.196 20 2 1.112 24 1.135 35 1.266 33 1.300 26 1.380 34 1 1.407 25 1.235 23 114 2 145 6 160 4 163 6 165 2 210 4 199 6 200 4 293 10 184 3 187 8 199 5 226 10 205 6 230 9 238 5 270 12 314 18 381 15 364 18 395 11 370 13 332 8 321 4 104 2 114 8 101 4 116 5 110 9 137 4 140 3 99 4 444 28 457 24 456 37 1 504 41 526 28 503 27 603 29 592 18 615 22 V: voltooid; : poging; : onbekend, T: totaal Bron: Federale olitie. Geregistreerde criminaliteit op nationaal niveau. Detailrapport per misdaadcategorie - Strafwetboek, p. 26 http://www.polfed- fedpol.be/crim/crim_statistieken/2008/rapporten/rapporten_2000_2008_nationaal.pdf agina 18

In werkelijkheid zouden de verkrachtingscijfers hoger liggen. Niet alle slachtoffers stappen naar de politie. Volgens gegevens van de federale politie zouden dagelijks 10 vrouwen verkracht of aangerand worden. Het aantal seksuele misdrijven dat aangegeven wordt, ligt met gemiddeld zeven een stuk lager. Slechts in 42% van de gevallen wordt de dader geïdentificeerd. 24 arket Instroom van zaken in de loop van 2008 in België en per type tenlastelegging: aanranding en verkrachting: 7.787 25 Tabel: uitstroom van zaken 26 in de loop van 2008 in België: afsluitende beslissingen per type tenlastelegging: aanranding en verkrachting Correctionele rechtbank (België) Zonder gevolg 27 Ter beschikking 28 Voeging 29 Minnelijke schikking betaald 30 Bemiddeling in SZ voltooid 31 aantal 4.389 914 1.081 1 67 24 Bron: Zeven verkrachtingen per dag in België 25 Bron: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t06.html 26 De uitstroom bestaat uit alle zaken die in de loop van het burgerlijke jaar zijn afgesloten. De volgende beslissingen sluiten een zaak af: de zonder gevolgstellingen, de samenvoegingen, de terbeschikkingstellingen, de betaalde minnelijke schikkingen, de succesvol voltooide bemiddelingen in strafzaken, de directe dagvaardingen, de vaststellingen voor de raadkamer voor de regeling van de rechtspleging. 27 Voor elk zonder gevolg gestelde zaak kent het parket een motief voor seponering toe; zie: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t11.html. Een geseponeerde zaak kan heropend worden. Voor die parketten die na betaalde minnelijke schikkingen of na geslaagde bemiddelingen in strafzaken een zaak zonder gevolg stelden, werd een zuivering gedaan zodat ze niet als een zonder gevolg gestelde zaak geteld werden, maar wel als een 'minnelijke schikking betaald' of een 'bemiddeling in strafzaken beëindigd'. 28 Een zaak die door het parket ter beschikking werd overgemaakt, is afgesloten op het niveau van het parket dat deze beslissing nam. De bestemmeling van deze zaak opent op zijn beurt een nieuwe zaak en start het vooronderzoek op. Zie: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t12.html: deze tabel geeft voor deze ter beschikking gestelde zaken de bestemmeling weer. 29 Bij samenvoeging van één of meerdere zaken in een moederzaak, worden alle verdere beslissingen geregistreerd in deze moederzaak. Aan de dochterzaak wordt de beslissing voeging toegekend. 30 Conform artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering kan een minnelijke schikking worden voorgesteld. Wanneer een verdachte de minnelijke schikking betaald heeft, vervalt de strafvordering. Wanneer alle verdachten aan wie een minnelijke schikking voorgesteld werd deze effectief betaald hebben, wordt aan de zaak de vooruitgangsstaat 'minnelijke schikking betaald' toegekend. Als minstens één verdachte de minnelijke schikking niet betaald heeft, blijft de zaak hangende tot wanneer het openbaar ministerie een afsluitende beslissing neemt. In het geval men de eindbeslissing 'minnelijke schikking betaald' bijkomend aangevuld heeft met een registratie van zonder gevolg stelling, zijn de gegevens gezuiverd en worden de betreffende zaken uitsluitend ondergebracht in de categorie 'minnelijke schikking betaald'. 31 Het artikel 216ter van het Wetboek van Strafvordering voorziet de mogelijkheid tot het voorstellen van een bemiddeling in strafzaken. Wanneer voor een verdachte deze procedure een gunstige afloop kende, vervalt de openbare vordering. agina 19

Rechtstreekse dagvaarding 32 402 Raadkamer 33 1.051 Totaal 7.905 Zie: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t10.html Dossier en aanbevelingen 2011 Veroordelingen In de periode 1984-1987 vertegenwoordigde verkrachting 15% van het aantal correctionele veroordelingen voor een seksueel misdrijf. Tussen 1989 en 1991 steeg dit percentage tot 30% hoewel het aantal veroordelingen wegens seksuele delicten in deze periode met 10% daalde. Sinds 1994 worden de veroordelingstatistieken beheerd door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid van de FD Justitie. Vergelijking met de cijfers vóór 1994 is niet mogelijk omdat er een andere nomenclatuur wordt gebruikt. De cijfers van 1994 en 1995 wijzen op een toename van het aantal veroordelingen voor verkrachting met 12%. 34 Het aantal veroordelingen lag in 2006 op 13%: dit is verhoudingsgewijs een slechte score in vergelijking met de rest van Europa (Schotland, Ierland en Engeland scoren ook laag). 35 Dienst voor het Strafrechtelijk beleid van de FD Justitie Tabel: aantal veroordelingberichten: verkrachting en aanranding Wanneer alle verdachten aan wie een bemiddeling in strafzaken voorgesteld werd deze effectief voltooid hebben, wordt aan de zaak de vooruitgangsstaat 'bemiddeling in strafzaken voltooid' toegekend. Als minstens één verdachte de bemiddeling in strafzaken niet heeft voltooid met succes, blijft de zaak 'hangende' tot wanneer het openbaar ministerie een afsluitende beslissing neemt. In het geval men de eindbeslissing 'bemiddeling in strafzaken voltooid' bijkomend aangevuld heeft met een registratie van zonder gevolg stelling, zijn de gegevens gezuiverd en worden de betreffende zaken uitsluitend ondergebracht in de categorie 'bemiddeling in strafzaken voltooid'. 32 Zaken die afgesloten werden middels de in artikel 182 van het Wetboek van Strafvordering omschreven dagvaarding betreffen in de meeste gevallen een rechtstreekse dagvaarding door het openbaar ministerie. Zie: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t13.html. Deze tabel biedt een meer gedetailleerd overzicht per type rechtstreekse dagvaarding. 33 Na afloop van het gerechtelijk onderzoek stelt het parket, in overeenstemming met artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering, de eindvordering op. De raadkamer spreekt zich vervolgens uit over de regeling van de rechtspleging. De datum waarop een zaak vastgesteld wordt in het kader van die regeling van de rechtspleging wordt beschouwd als de datum waarop de zaak afgesloten is voor het openbaar ministerie aangezien het geen sturing meer kan geven aan de zaak. Zie: http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/jstat2008/n/t14.html. Deze tabel geeft een overzicht van de beschikkingen van de raadkamer in verband met de regeling van de rechtspleging. 34 Bron: http://books.google.be/books?id=oeedr7jbjpsc&pg=a35&lpg=a35&dq=aantal+correctionele+veroordelingen&source=b l&ots=yigarzdjml&sig=vxainyeeejjcqm8gwa6f85qbjc&hl=nl&ei=edtusq2ccc6w4qadxbdgda&sa=x&oi=book_result& ct=result&resnum=5&ved=0cbiq6aewba#v=onepage&q=aantal%20correctionele%20veroordelingen&f=false, p. 35 35 Bron: Annemie Bulté en Jolien Janzing, Dossier verkrachting in België. 7 slachtoffers per dag - maar 1 op de 10 daders wordt gestraft, Knack, 2 februari 2010 agina 20

Verkrachting Aanranding 1995 377 455 1996 427 482 1997 469 543 1998 462 600 1999 460 592 2000 435 529 2001 441 533 2002 421 515 2003 497 573 2004 534 620 2005 481 590 Tussen 1995 en 2005 is er een stijging van het aantal veroordelingen voor verkrachting met 27% en voor aanranding met 32%. Bron: Justitie in cijfers, 2009 http://www.just.fgov.be/img_justice/publications/pdf/182.pdf Tabel: veroordelingen (V), opschortingen (), interneringen bij verkrachting en bij aanranding eerbaarheid(i) Verkrachting Aanranding eerbaarheid V I V I 1995 375 35 52 440 75 55 1996 424 27 47 480 84 53 1997 481 31 73 542 81 88 1998 478 34 68 597 116 72 1999 457 33 44 589 92 49 2000 431 29 43 526 90 48 2001 438 46 48 528 97 49 2002 419 36 43 512 104 47 2003 495 27 34 572 65 37 Verkrachting: SWB art. 375, al. 3-7; aanranding eerbaarheid: SWB art. 372-373, 376-377. Bron: http://www.dsb- spc.be/web/index.php?option=com_content&task=view&id=61&itemid=86 Tabel: Veroordelingberichten en aantal veroordeelde individuen naar aard van inbreuk. pzettelijke misdaden en wanbedrijven tegen de lichamelijke integriteit Verkrachting (FD Justitie Dienst Strafrechtelijk Beleid) Totaal A B C D E 1993 284 114 41 74 90 15 1994 337 148 42 91 98 25 1995 376 129 61 88 146 52 1996 425 161 58 94 196 92 agina 21

1997 481 143 75 120 196 125 1998 479 160 78 134 187 102 1999 463 162 85 110 180 105 2000 457 162 58 104 154 111 2001 456 149 72 116 164 102 2002 412 156 52 92 143 80 2003 467 147 63 122 183 111 2004 527 193 95 134 182 123 2005 460 171 71 98 163 96 2006 418 151 69 124 145 78 2007 457 171 64 130 183 83 2008 A: verkrachting op een meerderjarige B: verkrachting op een minderjarige boven de volle leeftijd van 16 jaar C: verkrachting op een minderjarige boven de volle leeftijd van 14 jaar en onder volle leeftijd van 16 jaar D: verkrachting op een kind beneden de volle leeftijd van 14 jaar E: verkrachting op een kind beneden de volle leeftijd van 10 jaar Bronnen: http://www.juridat.be/statistique_dsb/documenten/fr/evolution_crimes_sexuels.doc Kamerdocument QRVA 52 61 06-05- 2009, p. 212-213: voor de cijfers vanaf 2004 (art. 375-377) Tabel: aantal veroordelingen en interneringen voor aanranding van de eerbaarheid van minderjarigen veroordelingen interneringen 2004 <16j 16-18j <16j 16-18j Zonder geweld 97 / 6 / Door een 4 / 0 / bloedverwant in opgaande lijn Met geweld 391 99 34 7 2005 Zonder geweld 112 / 4 / Door een 12 / 0 / bloedverwant in opgaande lijn Met geweld 361 77 27 3 2006 Zonder geweld 96 / 5 / Door een 8 / 0 / bloedverwant in opgaande lijn Met geweld 333 90 22 4 Bron: Kamerdocument QRVA 52 78 28-09- 2009, p. 72-73. agina 22

Enquêtes Naast de olitiële Criminaliteitsstatistieken beschikt de nationale Gegevensbank over de Veiligheidsmonitor om criminaliteit te meten. Dit is een tweejaarlijkse bevolkingsenquête. Deze steekproef bij de Belgische bevolking geeft informatie over slachtofferschap, de melding en de aangifte van het aantal seksuele delicten Resultaten van de bevraging van 2004 36 : - slachtofferpercentage van de seksuele delicten gedurende de laatste 12 maanden: 0,85%; - meldingspercentage van de seksuele delicten: 8,43%; - aangiftepercentage van de seksuele delicten: 4,81%; - van alle seksuele delicten is men in 4,5% van de gevallen slachtoffer van een verkrachting (in 11% gaat het om een poging tot verkrachting). Wetenschappelijke onderzoeken nderzoek Bruynooghe et al. p basis van een representatieve steekproef van de vrouwelijke en mannelijke Belgische bevolking van 20 tot 49 jaar werden in 1998 volgende resultaten gepubliceerd 37 : Slachtoffers Gewelddadige handelingen als slachtoffer meegemaakt in % Vrouwen 30-39 jaar (N=956) 1988 Vrouwen 30-39 jaar (N=282) 1998 Vrouwen 40-49 jaar (N=277) 1998 oging tot coïtus 4,6 10,3 6,5 Coïtus met penetratie 1,9 6,4 1,8 ijniging geslachtsdelen 0,4 4,6 0,3 Gedwongen tot anale seks 3,5 1,4 Anaal verkracht met voorwerp 1,1 0,0 Seksueel geweld in % 1998 Vrouwen 20-29 jaar (N=224) 30-39 (N=282) 40-49 (N=277) Mannen 20-29 jaar (N=208) 30-39 (N=240) 40-49 (N=208- ) 36 http://www.polfed- fedpol.be/pub/veiligheidsmonitor/2004/monitor2004_nl.php 37 Bruynooghe, R., Noelanders, S. en pdebeeck, S., Geweld ondervinden, gebruiken en voorkomen. Rapport ten behoeve van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Gelijke- Kansenbeleid Mevrouw M.Smet, LUC, 1998. agina 23

oging tot coïtus Coïtus met penetratie ijniging geslachts- delen Gedwon- gen tot anale seks Anaal verkracht met voorwerp 4,0 10,3 6,9 4,3 4,6 1,4 2,2 6,4 1,8 1,0 0,4 0,0 0,4 4,6 0,4 0,5 0,0 1,0 1,3 3,5 1,4 1,0 0,0 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,4 0,0 Daders Tabel: Sekse van daders (dadermeldingen voor vrouwen) Mannelijke plegers Vrouwelijke plegers Aantal vermelde daders oging tot coïtus 100,0-63 Coïtus met penetratie 100,0-32 ijniging geslachts- 100,0-17 delen Anaal verkracht 100,0-17 Anaal verkracht met voorwerp 100,0-3 Tabel: Sekse van daders (dadermeldingen voor mannen) Mannelijke plegers Vrouwelijke plegers Aantal vermelde daders oging tot coïtus 29,2 70,8 24 Coïtus met penetratie 33,3 66,7 3 ijniging geslachts- 33,3 66,7 3 delen Anaal verkracht 100,0-2 Anaal verkracht met voorwerp - 100,0 1 nderzoek Frank Hutsebout en Johan Goethals: vervolging verkrachters en aanranders Volgens een onderzoek van de Leuvense professoren Frank Hutsebout en Johan Goethals 38 resulteert slechts 16,8 % van de aangegeven verkrachtingen en aanrandingen binnen het gerecht tot een 38 gepubliceerd in het wetenschappelijk criminologisch tijdschrift anopticon; bron: De Morgen, 7 augustus 2000. agina 24

effectieve maatregel ten aanzien van de dader. Ze bestudeerden 1.063 dossiers die in 1987 en in 1995 werden behandeld door de parketten van Brussel, Leuven en Nijvel. Het parket seponeerde 80% van de dossiers. De redenen hiervoor waren het onbekend blijven van de dader en het ontbreken van voldoende bezwaren. In 10% werd niet vervolgd hoewel er voldoende bewijsmateriaal was. Vaak was dat omdat slachtoffer en dader onderling tot een oplossing waren gekomen. Dit betrof vooral dossiers met oudere slachtoffers waarbij het misbruik niet verder ging dan aanraking en waarbij de daders ook geen gerechtelijk verleden hadden, gehuwd waren en geen gezagsrelatie met het slachtoffer hadden. In 12,1% van de onderzochte dossiers oordeelde de correctionele rechtbank dat de dader schuldig was. nderzoek Danièle Zucker: 100 verkrachtingsdossiers p 16 juni 2009 maakte psychologe Danièle Zucker in de Senaat de resultaten van een onderzoek over verkrachting bekend. Dit onderzoek kadert in een Europees onderzoek 39 onder leiding van professor Liz Kelly van de London Metropolitain University. Uit het Belgische luik blijkt dat verkrachting van meerderjarigen in ons land haast altijd onbestraft blijft. Zucker onderzocht honderd verkrachtingsdossiers uit de periode 2001 tot 2007 op basis van 5 criteria: beslissing genomen door de rechtbank, feit van verkrachting in de strikte zin, meerderjarige dader, meerderjarig slachtoffer, één slachtoffer. Uiteindelijk hebben vier daarvan tot een veroordeling geleid. In slechts één geval heeft de dader een effectieve celstraf opgelopen. De helft van de verkrachtingsdossiers (eenenvijftig) werden snel afgesloten omdat de dader niet kon worden geïdentificeerd. Van de andere helft zijn de verdachten wel bekend, maar is er in het merendeel (vijfenveertig dossiers) onvoldoende bewijs. Verhoudingsgewijs is het aantal veroordelingen wegens verkrachting in ons land de jongste jaren gedaald van 20% naar 13 %. Vier veroordelingen op honderd dossiers is een erg laag aantal. We zitten daarmee duidelijk onder het Europese gemiddelde. p basis van deze resultaten stelt Zucker volgende aanbevelingen voor: - een professioneler en meer grondig eerste medisch onderzoek van het slachtoffer (niet uitgevoerd door een stagiair- arts); - een doorgedreven ondervraging van de verdachte en een opname op video van de verklaring; - een verlenging van de verjaringsperiode voor dergelijke feiten; - de aanleg van een databank met deoxyribonucleic acid (DNA)- profielen, niet alleen van veroordeelden, maar ook van verdachten? Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen De studie Ervaringen van vrouwen en mannen met psychologisch, fysiek en seksueel geweld, 2010 Deze steekproef brengt (een deel van) het verzwegen geweld aan het licht. 8,8% van de vrouwen en 3,2% van de mannen heeft gedwongen aanrakingen of seksuele betrekkingen ervaren vóór de leeftijd van 18 jaar. Meestal is de dader een familielid of iemand uit de 39 Het onderzoek omvat een algemeen gedeelte over 33 Europese landen en een tweede gedeelte met betrekking op 11 landen. De gegevens in verband met verkrachting "100 verkrachtingsdossiers" werden verzameld in die 11 Europese landen. Danièle Zucker stond in voor het Belgische luik. agina 25