Naam: Nummer: HT6: Werkloosheid

Vergelijkbare documenten
5.1 Wie is er werkloos?

5.2 Wie is er werkloos?

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

UIT groei en conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

UIT De Phillips curve in het kort

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Examen HAVO. Economie 1

Examen VWO. economie 1. tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Vraag Antwoord Scores

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

HT3: Vraag en aanbod

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Arbeid = arbeiders = mensen

Economie. Arbeidsmarkt. Domein markt en domein goede tijden, slechte tijden

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Proefexamen Macro-economie: verbetering

De Wet Werk en Zekerheid in economisch grillige tijden

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Veranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

5. Van werkloosheid gesproken

Economie 1,2 (nieuwe stijl) en economische wetenschappen I en recht (oude stijl)

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Examen HAVO. economie 1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei uur

Praktische opdracht Economie Werkloosheid

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

Eindexamen economie 1 vwo I

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Vraag: Omschrijf bruto binnenlands product. Vraag: Waarvan is BBP de afkorting?

Werkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m Dit boekje elke les meenemen! t/m t/m 2.

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Examen HAVO en VHBO. Economie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

De economische wereldcrisis

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Vraag Antwoord Scores

De regionale impact van de economische crisis

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Vraag Antwoord Scores

drs. J.P.M. Blaas vwo economie Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

20.1 Wat is economische groei?!

Examen HAVO. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Persbericht. Consumentenvertrouwen fors gedaald na aanslagen VS. Centraal Bureau voor de Statistiek

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Regionale economische vooruitzichten

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

UIT loonruimte en AIQ v1.1

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Onafhankelijke denktank Fact-based Lange termijn

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie 1 vwo 2003-II

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Vraag Antwoord Scores

Economische conjunctuur

Examen HAVO - Compex. economie 1

Transcriptie:

Naam: Nummer: Klas: 3 ECA HT6: Werkloosheid Lkr.: R. De Wever 11 maart 2015 30 Vraag 1: (6 ptn) Leg volgende begrippen uit: a. Frictiewerkloosheid Frictiewerkloosheid is de korte periode van werkloosheid tussen 2 jobs in omwille van sollicitatieperiode of omwille van een zelfgekozen adempauze. Deze vorm van werkloosheid is meestal zelf ingepland. b. anti-cyclisch overheidsbeleid Een overheidsbeleid waarbij de overheid handelt tegen de conjunctuurcycli van de economie in door de economie te stimuleren (expansief beleid) bij laagconjunctuur en de economie af te remmen (restrictief beleid) bij hoogconjunctuur. c. Vermogenswinstbelasting Een belasting op de winst (meerwaarde) bij de verkoop of realisatie van vermogensbestanddelen zoals bijvoorbeeld aandelen of onroerende goederen. Vraag 2: (5 ptn) a. Hoewel er voldoende werkzoekenden voor een bepaalde soort job zijn, kan het toch gaan over een knelpuntberoep indien we kampen met een kwalitatief tekort. Geef 3 voorbeelden van kwalitatieve tekorten. Geen uitleg. (3p) - Tekort aan vakbekwame werkzoekenden; - Tekort aan ervaring bij de werkzoekenden; - Tekort aan specifieke kennis (specifieke machinetechnieken, ) bij de werkzoekenden; - Tekort aan specifieke vaardigheden (bv. commerciële of communicatieve vaardigheden, leiderschap, )

b. De ECB streeft naar prijsstabiliteit, nl. een inflatieniveau beneden, maar dicht bij, 2%. Verklaar bondig waarom een beetje inflatie wenselijk is. (2p) Een beetje inflatie is wenselijk omdat dit een buffer biedt tegen het risico op deflatie (algemene prijsdalingen of negatieve inflatie). Deflatie is (net als te hoge inflatie) niet goed voor de economie omdat het gezinnen en bedrijven zal aanzetten hun aankopen (consumptie) en investeringen uit te stellen, wat de economie zal afremmen. Vraag 3: (5 ptn) a. Illustreer grafisch de Laffercurve genoemd naar de Amerikaanse econoom Arthur Laffer. Benoem de assen. (2p) b. De Laffercurve kan men beschouwen als een bevestiging van het terugverdieneffect. Leg nauwkeurig uit waarom. (3p) Met het terugverdieneffect worden de terugverdienmogelijkheden voor de overheid bedoeld die kunnen ontstaan wanneer de overheid haar belastingen verlaagt. Op de Laffercurve zien we dat indien de overheid haar belastingvoet verlaagt, haar totale belastingontvangsten zullen toenemen (op voorwaarde dat de belastingen hoger zijn dan de optimale belastingvoet t*). (zie grafiek)

Vraag 4: (6 ptn) Sluiting glasfabriek Saint-Gobain Auvelais officieel gemeld Vrijdag was aangekondigd dat de procedure is ingezet voor het collectieve ontslag van de 329 werknemers in Auvelais. Zij blokkeren nu de poorten van het bedrijf. In Auvelais werd vlak glas geproduceerd, onder meer voor de bouw- en de autosector, maar de productie ligt er al zowat een jaar stil omdat ze te verlieslatend was. In de voorbije twee jaar daalde de omzet nog eens met 45 procent, door de algemene vertraging in de Europese bouw- en autosector sinds 2011 en door de instorting van de vraag naar zonnepanelen. Nog volgens de directie is het aantal bestellingen voor Auvelais beduidend gedaald, zonder zicht op beterschap. De stillegging van de productielijn voor plat glas, in februari vorig jaar, bleek onvoldoende. 'De tijdelijke oplossing van economische werkloosheid volstaat niet meer. Wij zien ons nu genoodzaakt om moeilijke, maar onvermijdelijke maatregelen te nemen', aldus nog Gavrian. De glasindustrie in ons land gaat in sneltreinvaart achteruit. De Waalse regering heeft aangekondigd een expertencomité aan te stellen dat moet onderzoeken hoe de tewerkstelling bewaard kan worden. De sectorfederatie Verbond van de Glasindustrie formuleerde daar haar ideeën over in een verkiezingsmemorandum: ze pleit voor lagere loonkosten, voor maatregelen om de energiekosten (30 procent van de kostprijs van glas, door de hoge smelttemperatuur) te temperen en voor het stimuleren van renovatie met isolerende beglazing. Bron: De Tijd, 25/02/2014 a. Liggen conjuncturele en/of structurele oorzaken aan de basis van de sluiting van deze glasfabriek. Leg bondig uit. (2p) Structurele factoren, namelijk de algemene vertraging in de Europese bouw- en autosector sinds 2011 en door de instorting van de vraag naar zonnepanelen. Deze factoren vormen een structureel probleem (geen tijdelijk probleem omwille van slechte economische conjunctuur). b. Geef een synoniem voor economische werkloosheid? (1p) Tijdelijke werkloosheid.

c. Geef de mogelijke maatregelen die genomen kunnen worden om de werkgelegenheid in de glassector te bewaren. (3p) - lagere loonkosten - maatregelen om de energiekosten (30 procent van de kostprijs van glas, door de hoge smelttemperatuur) te temperen - het stimuleren van renovatie met isolerende beglazing. Vraag 5: (8 ptn) Bernanke ziet in jobmarkt excuus voor eeuwigdurende nulrente De Amerikaanse arbeidsmarkt blijft zwak. Dat zegt Ben Bernanke, de voorzitter van de centrale bank van de VS. Hij stelt dat het belangrijk is te weten wat de belangrijkste oorzaak is van de hardnekkig hoge werkloosheid. Als cyclische factoren domineren, kan beleid dat een breder economisch herstel steunt effectief zijn. Is de oorzaak structureel, dan zijn andere beleidsinstrumenten nodig. Bernanke heeft zijn antwoord klaar. Ik ben de mening toegedaan dat de aanhoudend zwakke vraag de voornaamste factor is. En bijgevolg kan een (1) beleid van de overheid op termijn de werkloosheid helpen te verminderen, door steun te geven aan de vraag en dus het herstel. Niet iedereen deelt die mening. Zo stipt Chicago-econoom Raghuram Rajan aan dat de werkloosheid in de Verenigde Staten vooral een (2) probleem is dat politiek Washington met onder meer een uitgekiend onderwijsbeleid moet aanpakken. Bron: Vrij naar de tijd (27/02/2012) a. Welke term moet ingevuld worden in de tekst bij (1). (1p) expansief b. Wat wordt bedoeld met dergelijk overheidsbeleid. Leg bondig uit. (2p) Een overheidsbeleid waarbij de overheid de tegenvallende vraag van gezinnen en bedrijven tracht te stimuleren door de belastingen te verlagen en/of door meer uitgaven te doen (subsidies). De overheid kan ook zelf voor vraag zorgen door bv. extra infrastructuurwerken te laten uitvoeren. c. Welke term moet ingevuld worden in de tekst bij (2). (1p) structureel

d. Verklaar bondig waarom je dit kan weten (je antwoord onder c.) (1p) Volgens Rajan is een beter onderwijsbeleid noodzakelijk wat een oplossing is voor structurele (langdurige) problemen. e. Geef 4 mogelijke maatregelen waar Ben Bernanke aan zou kunnen denken als hij het heeft over andere beleidsmaatregelen. Geen uitleg. (3p) - Uitbreidingsinvesteringen - Vermindering loonkosten - Vermindering minimumlonen - Verlaging werkloosheidsuitkeringen - Strengere controle werkbereidwilligheid werklozen - Flexibel werken - Om-, her-, bijscholing -