R e g e l s rgl

Vergelijkbare documenten
R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

1 van :15

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

R e g e l s rgl

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

P l a n r e g e l s vrs

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Regels. Kenmerk: R05

R e g e l s rgl

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Purmerweg 35/35a

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

N307 Passage Dronten (9071)

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Toelichting 3. Regels 9

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels...

R e g e l s rgl

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

R e g e l s rgl

NL.IMRO BP001PH

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

pompstation Breehei te Leunen REGELS

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

... Voorschriften vrs

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Van Alewijkstraat Beerzerveld

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Westsingel. Datum 22 juni 2009

2.1 de bebouwing op de verbeelding: de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustra-tief beschouwd;

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

R e g e l s rgl

het bestemmingsplan Moerdijksestraat 1 te Oudenbosch' met identificatienummer NL.IMRO.1655.BP6007-C001 van de gemeente Halderberge;

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

Wijzigingsplan SWLM M20

snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 snippergroen 2017 planregels

Inhoudsopgave. Regels 3

Oerle 2015, herziening Sint Janstraat

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Transcriptie:

R e g e l s 030.71.50.00.00.rgl

I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 Artikel 2 Wijze van meten 11 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s Artikel 3 Agrarisch 15 Artikel 4 Waarde Archeologie 2 17 Artikel 5 Waarde Archeologie 3 20 H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s Artikel 6 Anti-dubbeltelregel 25 Artikel 7 Algemene gebruiksregels 26 Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 27 Artikel 9 Overige regels 28 H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s Artikel 10 Overgangsrecht 31 Artikel 11 Slotregel 33 030.71.50.00.00.rgl

H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s 030.71.50.00.00.rgl

A r t i k e l 1 B e g r i p p e n In deze verordening wordt verstaan onder: a. p l a n : het bestemmingsplan Buitengebied Exloërveen 18a te Exloërveen met identificatienummer NL.IMRO.1681.00BP0036-OW01 van de gemeente Borger-Odoorn; b. b e s t e m m i n g s p l a n : de geometrische planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; c. a a n d u i d i n g : een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; d. aa n d u i d i n g s g r e n s : de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; e. a g r a r i s c h b e d r i j f : een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; f. a r c h e o l o g i s c h e v e r w a c h t i n g s w a a r d e n : waarden die aan een gebied zijn toegekend op basis van de kans op het voorkomen van archeologische resten, ook wel archeologische verwachting genoemd. De archeologische verwachting zegt iets over de dichtheid waarin archeologische terreinen binnen een landschappelijke eenheid voorkomen of worden verwacht. Hoe hoger de archeologische verwachting, hoe groter de verwachte dichtheid aan archeologische resten. Hoe groter de dichtheid aan archeologische resten, hoe groter de (verwachte) archeologische waarde van een bepaalde landschappelijke eenheid. Met de termen hoge, middelhoge en lage verwachting wordt dit tot uitdrukking gebracht; g. a r c h e o l o g i s c h e w a a r d e n : waarden die aan een gebied zijn toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden. Bij toetsing aan de archeologische waarden zal telkens de Archeologische beleidsadvieskaart Gemeente Borger-Odoorn toetsingskader zijn; Artikel 1 Begrippen 7

h. b e b o u w i n g : één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; i. b e s t a a n d e : 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning; 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming; j. b e s t e m m i n g s g r e n s : de grens van een bestemmingsvlak; k. b e s t e m m i n g s v l a k : een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; l. b i j b e h o r e n d b o u w w e r k : uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak; m. b o u w e n : het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; n. b o u w g r e n s : de grens van een bouwvlak; o. b o u w p e r c e e l : een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; p. b o u w p e r c e e l g r e n s : de grens van een bouwperceel; q. b o u w v l a k : een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; r. b o u w w e r k : een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 8 Artikel 1 Begrippen

s. d e t a i l h a n d e l : het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; t d i e n s t - / b e d r i j f s w o n i n g : een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; u. g e b o u w : elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; v. g r o n d g e b o n d e n a g r a r i s c h b e d r i j f : een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond; w. h o o f d g e b o u w : een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; x. m e s t o p s l a g p l a a t s : een constructie van beton, hout of staal, dan wel een aarden put bekleed met folie of beton, dan wel een constructie zonder gebruikmaking van een aarden put, in de vorm van een werk, geen bouwwerk zijnde of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal ten behoeve van de opslag van drijfmest; onder een mestopslagplaats wordt niet begrepen een mestkelder, zijnde een volledig ondergrondse bak, die is gecombineerd met een gebouw; y. p e i l : 1. peil gebouw: de hoogte van de afgewerkte vloer ter plaatse van de hoofdtoegang; 2. peil ander bouwwerk: de hoogte ter plaatse van het gemiddelde afgewerkte terrein; z. o v e r k a p p i n g : een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in elk geval een carport wordt verstaan; Artikel 1 Begrippen 9

aa. p e r m a n e n t e b e w o n i n g : bewoning van een ruimte als hoofdverblijf; bb. s e k s i n r i c h t i n g : een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; cc. v e r b l i j f s r e c r e a t i e m e t e e n k l e i n s c h a l i g k a r a k t e r : het houden van een kampeerterrein van kleinschalige omvang waarop kampeermiddelen kunnen worden geplaatst; dd. w o n i n g : een complex van ruimten in een gebouw, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één persoon of meerdere personen of een gezin. 10 Artikel 1 Begrippen

A r t i k e l 2 W i j z e v a n m e t e n Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a. d e d a k h e l l i n g : langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; b. d e g o o t h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k : vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; c. d e i n h o u d v a n e e n b o u w w e r k : tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; d. d e b o u w h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k : vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; e. d e o p p e r v l a k t e v a n e e n b o u w w e r k : tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatste van het bouwwerk; f. p e r c e e l g r e n s a f s t a n d : de afstand van de perceelgrens tot het zijgevelvlak van een gebouw, daaronder niet begrepen bouwonderdelen voorzover deze minder dan 50 cm buiten het zijgevelvlak uitsteken en mits bedoeld onderdeel geen grotere lengte verkrijgt dan een derde van de lengte van de zijgevel van het hoofdgebouw, gemeten daar waar de afstand het kleinst is. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en toegangsportalen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de buitenzijde van de gevel niet meer dan 1,5 m bedraagt. Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden wolfseinden niet meegerekend. Artikel 2 Wijze van meten 11

Bij toepassing van de wijze van meten met betrekking tot de afstand tussen de gebouwen wordt de afstand gemeten als kortste afstand tussen de buitengevels van de hoofdgebouwen en/of (bedrijfs)woningen. 12 Artikel 2 Wijze van meten

H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s 030.71.50.00.00.rgl

A r t i k e l 3 A g r a r i s c h 3.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf; b. een trainingscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf trainingscentrum in combinatie met nachtverblijf, met dien verstande dat aan maximaal 20 personen nachtverblijf wordt geboden; c. parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen; d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding; e. openbare nutsvoorzieningen; f. verkeersdoeleinden in de vorm van landbouw- en kavelontsluitingswegen. 3.2 B o u w r e g e l s a. Ten aanzien van het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen mogen slechts worden gebouwd binnen de bouwvlakken, met dien verstande dat het oprichten van agrarische bebouwing groter dan 500 m 2 niet eerder plaatsvindt, dan nadat is aangetoond dat een landschappelijk verantwoorde inpassing is gewaarborgd; 2. de goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk ten hoogste 4,5 m en 9 m bedragen, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen; 3. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan één. b. Ten aanzien van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. mestopslagplaatsen en sleufsilo's mogen slechts worden gebouwd binnen het bouwvlak; 2. de bouwhoogte van een perceel- en erfafscheiding bedraagt ten hoogste 1 m indien zij voor de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde van het gebouw worden opgericht, en in overige gevallen ten hoogste 2 m; 3. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3,5 m, waarvan de bebouwde oppervlakte ten hoogste 35 m 2 bedraagt en welke niet voor de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde van het hoofdgebouw mag worden opgericht; 4. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt ten hoogste 8 m. Artikel 3 Agrarisch 15

3.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van: - het straat- en bebouwingsbeeld; worden afgeweken van het bepaalde in: - l i d 3. 2, s u b a, o n d e r 2 : voor een verhoging van de goot en bouwhoogte naar respectievelijk 5,5 m en 12 m, mits de bedrijfseconomische noodzaak kan worden aangetoond; 3.4 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: - de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen; - het straat- en bebouwingsbeeld; - de verkeersveiligheid; - natuur en landschap; de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen en/of Bedrijf met dien verstande dat ten hoogste twee afzonderlijke wooneenheden in het hoofdgebouw mogen worden gerealiseerd, met dien verstande dat: - bij de maatvoering zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande hoofdvorm; - er naar wordt gestreefd dat landschappelijk verstorende bebouwing wordt afgebroken; - de bedrijfsactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden; - uitsluitend bedrijven voor zover deze zijn genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijven als bedoeld in de brochure Bedrijven en Milieuzonering zijn toegestaan, alsook bedrijven die niet zijn genoemd in de milieucategorie 1 en 2, maar die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee kunnen worden gelijkgesteld; - er geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en detailhandel wordt toegestaan. Daarnaast gelden de volgende afwegingscriteria: - V e r k e e r : De functiewijziging dient geen nadelige invloed te hebben op de omgeving, waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar de aspecten stof, geur en geluid. Hierbij is de milieuwetgeving toetsingskader. - L a n d s c h a p : Om een negatieve uitstraling op de omgeving te voorkomen, dient het onbebouwde erf niet te worden gebruikt voor opslag van goederen en materialen en/of voor het stallen van voertuigen en/of machines. 16 Artikel 3 Agrarisch

A r t i k e l 4 W a a r d e A r c h e o l o g i e 2 4.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: - het behoud van terreinen met hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarden. 4.2 B o u w r e g e l s Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,3 m -Mv wordt geroerd, met uitzondering van: a. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken waarbij de bestaande oppervlakte met ten hoogste 500 m² wordt uitgebreid; b. bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 500 m² ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en). 4.3 A f w i j k i n g v a n d e b o u w r e g e l s Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2, mits: a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, of; c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt of worden genomen: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; d. middels verleende vergunningen, rekeningen van uitgevoerd werk en dergelijke aangetoond wordt dat de bodem reeds eerder dieper geroerd is dan 0,30 m -Mv. Artikel 4 Waarde Archeologie 2 17

Indien aan de afwijking voorwaarden worden verbonden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd. 4.4 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n w e r k, g e e n b o u w w e r k z i j n d e, o f v a n w e r k z a a m h e d e n 4.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden met een oppervlak groter dan 500 m² is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. het ontginnen, egaliseren van natuurlijk reliëf of een naar de aard daarmee gelijk te stellen grondbewerking; b. het afgraven, mengwoelen, diepploegen of een naar de aard daarmee gelijk te stellen grondbewerking dieper dan 0,3 m; c. niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen), dieper dan 0,1 m onder de bouwvoor; d. het graven of vergraven van waterlopen; e. het graven van sleuven breder dan 0,3 m en dieper dan 1 m ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en/of apparatuur; f. het aanplanten van bomen of een houtig gewas voor zover het gaat om planten waarvan zeker is dat bij de oogst van de plant, dan wel het verwijderen van de gehele plant, de bodem dieper dan 0,3 m zal worden geroerd; g. het permanent verlagen van het waterpeil; h. het aanbrengen van drainage op essen. 4.4.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die: a. het normale onderhoud, het normaal agrarisch gebruik, of het normaal bos- of natuurbeheer betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; d. aanvaardbaar zijn op basis van een eerder onderzoek waaruit is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn. 18 Artikel 4 Waarde Archeologie 2

4.4.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 kan slechts worden verleend indien: a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad, of; c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt of worden genomen: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; d. middels verleende vergunningen, rekeningen van uitgevoerd werk en dergelijke aangetoond wordt dat de bodem reeds eerder dieper geroerd is dan 0,30 m -Mv. Indien aan de omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd. 4.5 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e id Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbel-bestemming Waarde - Archeologie 2 wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. Artikel 4 Waarde Archeologie 2 19

A r t i k e l 5 W a a r d e A r c h e o l o g i e 3 5.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: - het behoud van terreinen met middelhoge archeologische verwachtingswaarden voor beekdalen. 5.2 B o u w r e g e l s 5.2.1. Bouwwerken met een oppervlakte groter dan 1000 m 2 Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,3 m -Mv wordt geroerd, met uitzondering van: a. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken waarbij de bestaande oppervlakte met ten hoogste 1.000 m² wordt uitgebreid; b. bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 1.000 m² ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en). 5.3 A f w i j k i n g v a n d e b o u w r e g e l s Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2, mits: a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, of; c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt of worden genomen: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; 20 Artikel 5 Waarde Archeologie 3

d. middels verleende vergunningen, rekeningen van uitgevoerd werk en dergelijke aangetoond wordt dat de bodem reeds eerder dieper geroerd is dan 0,3 m -Mv. Indien aan de afwijking voorwaarden worden verbonden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd. 5.4 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n w e r k, g e e n b o u w w e r k z i j n d e, o f v a n w e r k z a a m h e d e n 5.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden met een oppervlak groter dan 1000 m² is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. het ontginnen, egaliseren van natuurlijk reliëf of een naar de aard daarmee gelijk te stellen grondbewerking; b. het afgraven, mengwoelen, diepploegen of een naar de aard daarmee gelijk te stellen grondbewerking dieper dan 0,3 m; c. niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen), dieper dan 0,1 m onder de bouwvoor; d. het graven of vergraven van waterlopen; e. het graven van sleuven breder dan 0,3 m en dieper dan 1 m ten behoeve van het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en/of apparatuur; f. het aanplanten van bomen of een houtig gewas voor zover het gaat om planten waarvan zeker is dat bij de oogst van de plant, dan wel het verwijderen van de gehele plant, de bodem dieper dan 0,3 m zal worden geroerd; g. het permanent verlagen van het waterpeil. 5.4.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die: a. het normale onderhoud, het normaal agrarisch gebruik, waaronder drainage, of het normaal bos- of natuurbeheer betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; d. aanvaardbaar zijn op basis van een eerder onderzoek waaruit is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn. Artikel 5 Waarde Archeologie 3 21

5.4.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien: a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of; b. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad, of; c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht wordt of worden genomen: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; 3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen; d. middels verleende vergunningen, rekeningen van uitgevoerd werk en dergelijke aangetoond wordt dat de bodem reeds eerder dieper geroerd is dan 0,3 m -Mv. Indien aan de omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd. 5.5 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. 22 Artikel 5 Waarde Archeologie 3

H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s 030.71.50.00.00.rgl

A r t i k e l 6 A n t i - d u b b e l t e l r e g e l Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 6 Anti-dubbeltelregel 25

A r t i k e l 7 A l g e m e n e g e b r u i k s r e g e l s Het is verboden gronden te gebruiken in strijd met de in het plan aan de grond en/of bouwwerken gegeven bestemmingsomschrijving. Als strijdig gebruik wordt in elk geval aangemerkt: - het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning; - het gebruik van het nachtverblijf ten dienste van het trainings- en meditatiecentrum voor permanente bewoning. 26 Artikel 7 Algemene gebruiksregels

A r t i k e l 8 A l g e m e n e a f w i j k i n g s r e g e l s 8.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. de gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen, daaronder niet begrepen de oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken; b. het bepaalde in het plan en toestaan dat een geringe verschuiving van de in het plan aangegeven bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en indelingslijnen met ten hoogste 5 m wordt aangebracht; c. het bepaalde in het plan voor het houden van kortdurende evenementen; d. het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat openbare nutsvoorzieningen en openbare nutsgebouwtjes worden aangelegd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 10 m³ bedraagt. 8.2 De in lid 8.1 bedoelde omgevingsvergunningen mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gebouwen; - de verkeersveiligheid; - het straat- en bebouwingsbeeld; - natuur en landschap. Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 27

A r t i k e l 9 O v e r i g e r e g e l s 9.1 K l e i n s c h a l i g e v e r b l i j f s r e c r e a t i e Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter. 9.2 U i t s l u i t i n g s e k s i n r i c h t i n g Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting. 9.3 A f s t e m m i n g F l o r a - e n f a u n a w e t Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet. Indien uit gegevens, dan wel uit onderzoek blijkt dat sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaken, zal de betreffende (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden nadat vrijstelling, dan wel ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is verkregen. 28 Artikel 9 Overige regels

H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s 030.71.50.00.00.rgl

A r t i k e l 1 0 O v e r g a n g s r e c h t 10.1 O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%. c. Het bepaalde sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening. 10.2 O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met het bestemmingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Artikel 10 Overgangsrecht 31

d. Het bepaalde sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening. 32 Artikel 10 Overgangsrecht

A r t i k e l 1 1 S l o t r e g e l Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Exloërveen 18a te Exloërveen. Artikel 11 Slotregel 33

C o l o f o n O p d r a c h t g e v e r De heer W. Heusinkveld B e s t e m m i n g s p l a n BügelHajema Adviseurs P r o j e c t l e i d i n g Mevrouw M. van der Werff BügelHajema Adviseurs P r o j e c t n u m m e r 030.71.50.00.00 BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Vaart nz 48-50 Postbus 274 9400 AG Assen T 0592 316 206 F 0592 314 035 E assen@bugelhajema.nl W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort