Woorden met cht lucht, echtgenoot, evenwicht, onzichtbaar, oprichting, rechtstreeks, reusachtig, slachtoffer, voorlichting, waarachter, wellicht



Vergelijkbare documenten
Woordpakketten groep Thema 1 Groep 7. inoefendictee is op: vrijdag 28 augustus

Groep 7, naam: Blok 1. Signaaldictee, datum: - woorden met ng - woorden met cht - woorden met i die klinkt als ie

2 reusachtig echtgenoot oprichting slachtoffer rechtstreeks wellicht

Woordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7)

WOORDPAKKETTEN TAAL ACTIEF GROEP 7. Overtuiging Tegenstelling Tong Uitdrukking Uitwerking. Oprichting Rechtstreeks Reusachtig Slachtoffer

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 7 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Ik hoor u. Ik schrijf e.

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

spelling huiswerkboekje groep 7

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

categorie 13b lucht echtgenoot evenwicht onzichtbaar oprichting rechtstreeks reusachtig slachtoffer voorlichting waarachter wellicht

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

tong Het landje is van ons Les 1 groep 7 uitdrukking uitwerking voldoening vordering vormgeving waardering waarneming

tong Het landje is van ons Les 1 groep 7 uitdrukking uitwerking voldoening vordering vormgeving waardering waarneming

Groep 7 woordpakket 2

Onthoudschrift spelling groep 8:

Thema 2. Rennen voor geld

Thema 4. Straatmuzikanten

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

Rekenen. Doelen in groep 7

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

spelling groep 7 weetwoorden eigenwijs eilanden feitelijk geheimzinnig inleiding Leiden

instapkaarten spelling

Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) roepen beginnen begrijpen breken buigen drinken duiken klimmen kruipen roepen ruiken

Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012)

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

Visuele Leerlijn Spelling

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

Woordpakket 1 Groep 7

instapkaarten spelling

Woordpakket 21 Groep 6

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

apen gratis rekening beloning helaas ruzie boten koning scholen daken leraar zaterdag enorm noten zowel

instapkaarten spelling

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief

net-als-woord: liter, kandidaat

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

Woordpakket 1 Groep 7. Woorden: Regel:

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

instapkaarten spelling

net-als-woord: liter, kandidaat

instapkaarten spelling

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

Thema 10. We ruilen van plek

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

REEKS 300 6de leerjaar: Oefendictee 1

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Woordpakket 31 Groep 6. Onthoud woorden

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.

Woordpakket 11 Groep 5 Regelwoorden Woorden: droge gele grote de hamer kapot lege nare het probleem rare rode samen schone de tekening zaterdag zeker

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Themapakket 1.3. Doe het zo:

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

Wat is een zelfstandig naamwoord?

INDIVIDUEEL RAPPORT. Leerlinggegevens. Score 20 Percentiel 50. Groep De Berkenboom Groep 7 Afnamedatum

Woordpakket 1 Groep 6 Knipwoorden Woorden:

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

haas poes beer slak wesp staart worst struik schaap geit slang Korte klank lange klank Zeg het woord hardop. Schrijf wat je hoort.

Overzicht AmbraSoft: Taalbende, Taal en Rekenen

Benodigde voorkennis spelling groep 5

fluit Ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f. Categorie 6a Woorden die beginnen met f Thema 1 groep 5

instapkaarten spelling

Verantwoording Toetstrainer Entreetoets Taal

Nieuwsbrief 3 februari Voorstellen

Bij de methode Taal actief zijn woordpakketten samengesteld. Die treft u hierna aan. De opzet is als volgt:

Woordpakket 1. Woordpakket 2. accent. SIP-bladen. SIP-bladen. enzovoort. evolueren. aartslelijke. negeerde. jeugdige. koddig. menselijk.

Samenvatting Nederlands Over lezen

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

oefenen met spelling A

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Woordpakket 1. Woordpakket 2

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Klankgroep en lettergreep

Inhoud De inhoud van het computerprogramma is hetzelfde als die van het foliomateriaal.

Score 22 Percentiel 64 Niveau I-V II Niveau A-E B DLE 45 T-score 53,7 Vaardigheidsscore 8,5

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.

Groep 8, naam: Blok 1. Signaaldictee, datum: - woorden met ng - woorden met cht - woorden met ei - woorden met ij

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Woorden die eindigen op ig en lijk

Estafette Nieuw Leerlijn Technisch Lezen jaargroep 4

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

@dvd Groep 6 blok 1. Spelling groep 6. Week 1. Week 2. Week 3

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester

Leerdoelen groep 8. Pluspunt rekenen

Flitsend Spellen en Lezen 3

woorden met drie medeklinkers

Transcriptie:

Woordpakketten groep 7 Thema 1 Woorden met ng tong, goedkeuring, hervorming, hulpverlening, medewerking, opvatting, overtuiging, tegenstelling, uitdrukking, uitwering, voldoening, vordering, vormgeving, waardering, waarneming Woorden met cht lucht, echtgenoot, evenwicht, onzichtbaar, oprichting, rechtstreeks, reusachtig, slachtoffer, voorlichting, waarachter, wellicht Woorden met i die klinkt als ie liter, bioscoop, centimeter, dirigent, dominee, horizon, kabinet, kandidaat, kapitaal, kardinaal, limonade, linie, minister, officier, politiek, positief, president Werkwoorden Kleuren: bellen,belonen,benoemen,dreigen,gillen,gooien,groeien,huilen,kleuren. Werken: bakken, bedanken,boksen,botsen,danken,dansen,drukken,eisen,fietsen,werken. Roepen: beginnen,begrijpen,breken,buigen,beginnen,duiken,drinken,klimmen,kruipen, ruiken,roepen. Zoeken: bezoeken,brengen,denken,komen,kopen,moeten,verdenken,verkopen,verliezen, zoeken.

Thema 2 Woorden met ei reis, bereikbaar, eigendom, eigenschap, feitelijk, inleiding, neiging, opleiding, spreiding, terrein, uitbreiding Woorden met ij ijs, aanwijzing, anderzijds, batterij, enerzijds, loterij, magazijn, ongetwijfeld, schijnbaar, uitgeverij, wijziging Woorden met c die klinkt als s cel, centra, circa, concentratie, concert, decimeter, directrice, leverancier, principe, procent, provincie Woorden met c die klinkt als k actief, acteur, advocaat, categorie, conclusie, contract, cultuur, discussie, perfect, plastic, respect Reizen: blozen,bonzen,glanzen,grazen,niezen,peinzen,prijzen,razen,reizen,vrezen. Leven: beven,draven,durven,erven,hoeven,leven,proeven,streven,verven,zweven. Kiezen: bewijzen,blazen,genezen,kiezen,lezen,pluizen,prijzen,verkiezen,verwijzen,wijzen. Schrijven: blijven,drijven,geven,graven,schrijven,schuiven,sterven,stuiven,wrijven,zwerven.

Thema 3 Woorden met th die klinkt als t thee, althans, katholiek, methode, thans, thema, theater, theorie, therapie, thuis Woorden met c die klinkt als k actief, aspect, camera, collega, competitie, componist, inspecteur, lectuur, redacteur, secretaris, tactiek Woorden met b die klinkt als p club, absoluut, abstract, eb, krab, objectief, observatie, rib, subsidie, web Woorden met sz enigszins, alleszins, anderszins, danszaal, geenszins, graszaad, halszaak, langszij, raszuiver, vuilniszak Antwoorden: bloeden,branden,broeden,landen,luiden,melden,raden,redden,schudden. Praten: feesten,groeten,kaarten,planten,praten,rusten,sporten,starten,storten,wachten. Rijden: bieden,binden,glijden,rijden,schelden,snijden,strijden,vinden,worden,zenden. Fluiten: bijten,eten,fluiten,gieten,laten,schieten,sluiten,smelten,vechten,zitten.

Thema 4 Woorden met stomme e (niet in voor- of achtervoegsel) de, akte, apostel, datgene, degene, ergernis, gave, hoogstens, karakter, tevergeefs, weduwe, zodoende Woorden met het voorvoegsel be bezoek, bediening, behoud, benoeming, bewerking, bewustzijn Woorden met het voorvoegsel ge getal, gebod, gemeenschap, genot, gevangene, gewest, gezag Woorden met het voorvoegsel ver verkeer, verbazing, verbeelding, verbetering, verdeling, vereniging, vergadering, vergelijking, vergunning Woorden met het achtervoegsel ig jarig, aandachtig, gebrekkig, nadelig, matig, rechtvaardig, regelmatig, toekomstig, volledig, vrijwillig, willekeurig Kleuren: halen,horen,kleuren,luisteren,rollen,spelen. Reizen: blozen,glanzen,niezen,reizen,verhuizen. Leven: beloven,draven,hoeven,leven,verven. Werken: knikken,lachen,maken,pakken,schoppen,werken.

Thema 5 Woorden met het achtervoegsel lijk Vrolijk, aanzienlijk, gebruikelijk, geleidelijk, gemeentelijk, herhaaldelijk, lichamelijk, namelijk, noodzakelijk, noordelijk, openlijk, schriftelijk, vermoedelijk, verschrikkelijk, voortreffelijk. Woorden met het achtervoegsel heid. Snelheid, afwezigheid, bijzonderheid, eenzaamheid, verlegenheid, voorzichtigheid. Woorden met het achtervoegsel teit Majesteit, activiteit, kwaliteit, puberteit, universiteit. Woorden met tie die klinkt als tsie Politie, combinatie, definitie, demonstratie, gratie, informatie, justitie, organisatie, publicatie. Woorden met ctie die klinkt als ksie Directie, actie, functie, infectie, injectie, productie, reactie, redactie. Kleuren: plagen,rekenen,rennen,roeien,ruilen,spelen,trouwen,zwaaien. Reizen: blozen,grazen,niezen,verbazen,verhuizen,verwaarlozen,vrezen. Leven: beloven,draven,durven,geloven,handhaven,leven,proeven,verven. Antwoorden: branden,broeden,kleden,laden,landen,luiden,melden,voeden. Werken: plaatsen,raken,schoppen,slikken,snoepen,straffen,vereisen,verwerken,werken. Praten: begroeten,groeten,oogsten,planten,praten,richten,starten,verplichten,wachten.

Thema 6 Woorden met -age of -oge garage, etage, etalage, horloge, lekkage, massage, passage, percentage, stage. Woorden met -isch elektrisch, automatisch, communistisch, fantastisch, historisch, medisch, praktisch, romantisch, technisch, theoretisch. Woorden met eind -d of midden -d die klinkt als t hond, beschaafd, denkbeeld, gemeenteraad, indertijd, kameraad, spannend, tegenstand, voortdurend, wereldoorlog, zogenaamd. Woorden met gesloten lettergreep fietsen, aanwijzingen, argumenten, aspecten, herinneringen, inlichtingen, presidenten, producten, tegenstellingen, toepassingen, voorschriften Roepen: buigen,dragen,duiken,helpen,kijken,klinken,krijgen,kruipen,liegen,nemen,roepen, slapen,spreken,trekken,vallen,verzinnen,vliegen,vragen,werpen,zingen,zwemmen. Kiezen: bewijzen,blazen,genezen,kiezen,lezen,pluizen,prijzen,verkiezen,verwijzen,wijzen. Schrijven: blijven,drijven,geven,graven,schrijven,schuiven,sterven,stuiven,wrijven,zwerven.

Thema 7 woorden met -iaal liniaal, materiaal, sociaal, speciaal. woorden met iale(n) materialen, sociale, speciale. woorden met -ueel actueel, eventueel, seksueel. woorden met -uele actuele, eventuele, seksuele woorden met een open lettergreep in het midden jager, aantekening, alcohol, basis, begroting, berekening, beschaving, bovenop, drama, energie, enzovoort, evenmin, historie, integendeel, kolonel, kolonie, momenteel. meervouden met open lettergreep apen, advocaten, apparaten, hoofdsteden, kandidaten, organen, piloten, profeten, sieraden, sigaren, uitspraken. Rijden: bestrijden,bevinden,bidden,bieden,binden,gebieden,gelden,glijden,lijden,rijden, schelden,verbieden,verbinden,vermijden. Fluiten: besluiten,bezitten,fluiten,genieten,gieten,ontbijten,schieten,sluiten,smelten, snuiten,spuiten,vechten,vergeten,verwijten. Zoeken: bedenken,bevriezen,bezoeken,brengen,denken,komen,kopen,moeten,verdenken, verkopen,verliezen,verzoeken,vriezen,zoeken.

Thema 8 Woorden met open lettergreep in het midden jager, moraal, nagenoeg, overeenkomst, profeet, professor, republiek, resultaat, rubriek, tevoren. Woorden met verdubbeling van de medeklinker bakker, beschikking, herinnering, hoeverre, inmiddels, klassiek, koppeling, middelbaar, missie, monnik, onmiddellijk. Meervouden met verdubbeling, van de medeklinker ballen, begrippen, eigenschappen, gezelschappen, kanonnen, kennissen, leraressen, pakketten, processen, raketten, vonnissen. Woorden met meervoud op's piano's, agenda's, camera's, collega's, diploma's, pony's, programma's, risico's, schema's, taxi's, zebra's. Roepen: bedriegen,blijken,blinken,lopen,ontwerpen,roepen,schijnen,schrikken,sluipen, steken,vangen. Rijden: bidden,gelden,rijden,vinden,worden. Fluiten: bijten,eten,fluiten,laten,schieten,zitten. Kiezen: blazen,kiezen,lezen,pluizen,wijzen. Schrijven: blijven,geven,graven,schrijven,schuiven,sterven. Zoeken: doen,hebben,houden,kunnen,staan,weten,zeggen,zien,zijn,zullen,zoeken.

Thema 9 Woorden met heden hoeveelheden eenheden gelegenheden minderheden moeilijkheden mogelijkheden omstandigheden overheden plechtigheden zekerheden Woorden met ieën industrieën kopieën melodieën knieën calorieën categorieën drieën harmonieën Afkortingen bijv. a.u.b. ca. dr. jl. m.a.w. mr. Woorden met iën oliën bacteriën koloniën Woorden met eeën tweeën feeën ideeën moskeeën reeën weeën zeeën n.a.v nl. nr. prof. zgn. z.g.a.n. Kleuren: bellen, betalen, bouwen, dromen, fluisteren, gebeuren, kleuren, rekenen. Reizen: bonzen, grazen, niezen, peinzen, reizen, verbazen, verhuizen, vrezen Leven: beleven, beloven, durven, geloven, handhaven, leven, proeven, verven, Antwoorden: beantwoorden, bloeden, branden, melden, redden, verbranden, verkleden. Werken: bedanken, boksen, dansen, fietsen, gebruiken, snoepen, straffen, werken. Praten: begroeten, feesten, groeten, praten, starten, uitrusten, verplichten.

zie volgend blad voor werkwoorden