Aangetekend Raad van State -Afdeling Bestuursrechtspraak- Postbus 20019 2500 EA Den Haag Gemachtigde Ons kenmerk Bijlagen Datum J.H. Ochtman U/16008 9 3 oktober 2016 Onderwerp Beroep Tegen het Tracébesluit A16 Rotterdam van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 29 juni 2016 ( Bijlage 1). Geacht College, Hierbij teken ik als voorzitter en gemachtigde van de Stichting Natuurbescherming Vlinderstrik beroep aan tegen het Tracébesluit A16 Rotterdam van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 29 juni 2016 (bijlage 1). Crisis- en Herstelwet. Van toepassing zou zijn de Crisis en Herstelwet overeenkomstig de bekendmaking van het Tracébesluit. Wij kunnen echter in bijlage II, onderdeel E Wegenprojecten, van de Crisis- en Herstelwet, de onderhavige weg niet vinden. Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland. Wij steunen het Beroep van de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en wij hebben dit Beroep medeondertekend. Fraai landschap is goed voor economische groei (Bijlage 6). Dit stelt Ernst Bos van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) van Wageningen UR in het Algemeen Dagblad van 17 september 2016. Uit dit artikel blijkt dat met name de as Den Haag-Rotterdam, de zogenoemde metropoolregio MRDH, ver achterblijft bij de as Amsterdam-Utrecht waar het (cultuurhistorisch) natuurlandschap erg divers is. De A16 Rotterdam vernietigt niet alleen buitensporig veel natuurschoon in onze regio maar maakt het natuurschoon dat nog overblijft ook nog aanzienlijk minder toegankelijk. Ik verzoek u dit gegeven mee te nemen in uw overwegingen. Ons beroep Beperkt zich tot het tracégedeelte tussen de Oude Bovendijk en de Ankie Verbeek- Ohrlaan dat de Vlinderstrik bestrijkt en in algemene zin tot het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving in de noordrand van Rotterdam. Teneinde niet in herhalingen te hoeven vervallen verwijs ik naar onze Zienswijze op het Ontwerp Tracébesluit A16 Rotterdam d.d. 4 november 2015 (bijlage 2). Ik verzoek u de inhoud hiervan als herhaald en ingelast te beschouwen. Met nadruk verwijs ik naar onze inspraakreactie op de Startnotitie Rijksweg 13/16 Rotterdam (Bijl.5). Ik verzoek u de inhoud hier als ingelast en herhaald te beschouwen. 1
Nota van Antwoord. In de Nota van Antwoord van het Tracébesluit is de reactie van de Minister op onze Zienswijze opgenomen in Zienswijze nr. 187, bladzijden 301 t/m 305 (Bijlage 3). Op blz. 35 is opgenomen figuur 2.25 zijnde een weergave van de Vlinderstrik in relatie tot het TB (Bijlage 4). Onze reacties op de Nota van Antwoord. De minister miskent het feit dat een Provinciale weg (N209) niet ongestraft kan worden vervangen door een Rijksweg (A16 Rotterdam). Beide wegen hebben een eigen functie: de Provinciale weg om wijken en bedrijven te ontsluiten en de Rijksweg om het verkeer zo snel mogelijk van A naar B te verplaatsen. Met name bij de kruising van de N209 met de Ankie Verbeek-Ohrlaan heeft dit desastreuze gevolgen. Wij hebben in onze Zienswijze uiteengezet dat het project op dit punt technisch en financieel onuitvoerbaar geacht moet worden. De Minister antwoordt hierop dat van een isolatie van Schiebroek en Lansingerland geen sprake is. Zij onderbouwt dit met de stelling dat ten behoeve van dit project uitgebreide verkeersanalyses zijn uitgevoerd en verwijst daarbij naar bijlage E (Verkeersrapport). Zij merkt daarbij op dat op die delen van het onderliggend wegennet waar sprake is van een toename van het verkeer (N209 en N471) met de betreffende wegbeheerders afspraken zijn gemaakt om de verkeerseffecten te monitoren en dat indien daadwerkelijk knelpunten optreden in overleg met de wegbeheerders bekeken wordt welke maatregelen hier dan te realiseren zijn. Onze Toelichting. Vast staat dat er op de N209 een substantiële toename van het verkeer is te verwachten. Volgens het TB kan vanuit Lansingerland probleemloos zonder verkeerslichten de A13 bereikt worden via de A16 Rotterdam. Anders wordt het wanneer men vanuit Lansingerland via de Ankie Verbeek-Ohrlaan de Wijk Schiebroek wil bereiken of aansluiting zoekt met de A16 Rotterdam richting Terbregge. Of om vanuit Schiebroek via de A16 Rotterdam de A13 te bereiken of via de N209 Lansingerland dan wel aansluiting zoekt met Terbregge via de A16 Rotterdam. Daarbij komt nog dat het autoverkeer vanaf de A13 naar Lansingerland ook gebruik moet maken van de uiterst ingewikkelde kruising bij de Ankie Verbeek-Ohrlaan. Dit zijn in totaal acht verkeersbewegingen Vice versa. Al deze verkeersbewegingen moeten worden bediend met enkele verkeerslichten op torenhoge fly-overs. Deze verkeerslichten moeten op de seconde nauwkeurig met elkaar afgestemd worden anders gaat het faliekant fout. Dat het goed mis kan gaan erkent de Minister door te stellen dat met betreffende wegbeheerders afspraken zijn gemaakt de verkeerseffecten te monitoren en indien daadwerkelijk knelpunten optreden wordt in overleg met de wegbeheerders bekeken welke maatregelen hier dan te realiseren zijn. Voor de duidelijkheid citeer ik hier enkele uitspraken van de Minister uit de nota van Antwoord: 2
Vlinderstrik blz.301-302 Ten behoeve van dit project zijn uitgebreide verkeeranalyses uitgevoerd (zie ook Bijlage E, Verkeersrapport). Uit deze analyses blijkt nergens het doembeeld dat inspreker oproept zodat van een isolatie van Schiebroek en Lansingerland ook geen sprake is. Op die delen van het onderliggend wegennet waar sprake is van een toename van het verkeer (N209 en N471) zijn met de betreffende wegbeheerders afspraken gemaakt de verkeerseffecten te monitoren en indien daadwerkelijk knelpunten optreden wordt in overleg met de wegbeheerders bekeken welke maatregelen hier dan te realiseren zijn. Rodenrijs-West Blz. 439 U stelt terecht dat er sprake is van nadelige effecten op het onderliggend wegennet in Lansingerland zoals de N209 en N471. In het kader van de eerdergenoemde Inpassingsovereenkomst A16 ben ik met de betrokken wegbeheerders overeengekomen dat de verkeerseffecten na aanleg van de A16 op deze wegen wordt gemonitord. Indien er sprake is van het werkelijk ontstaan van knelpunten wordt in overleg met de betrokken wegbeheerder bekeken welke passende maatregelen denkbaar zijn. Met deze uitspraken erkent de Minister in feite dat het Project bij de Ankie Verbeek- Ohrlaan en de N209 in feite onuitvoerbaar is maar dat dit gebrek hersteld kan worden in overleg met de wegbeheerders. Wij zijn van mening dat de Minister hiermede niet weg kan komen. Deze uitspraak komt neer met het paard achter de wagen spannen oftewel de put dempen als het kalf is verdronken. De maatregelen worden immers pas genomen na realisatie van de aanleg van de weg. Overige effecten vanwege het feit dat de ontsluitingsmogelijkheden van de N209 geheel zijn vervallen: 1. Nieuwe ontsluiting van de Oude Bovendijk via de Vlinderstrik. Deze nieuwe ontsluitingsweg brengt enorm veel schade toe aan de Vlinderstrik. De Minister overweegt echter daarbij dat de ontsluiting van de Oude Bovendijk een onlosmakelijk onderdeel is van het project A16 en het Tracébesluit. Hierbij wreekt zich wederom het feit dat de ontsluitingsmogelijkheden van de Provinciale weg N209 volkomen teniet zijn gedaan door de aanleg van de A16 Rotterdam. De Minister vergist zich: De ontsluiting van de Oude Bovendijk is een onlosmakelijk onderdeel van de N209 en wij achten het onjuist dat de ontsluitingsmogelijkheden van deze weg door het Tracébesluit teniet zijn gedaan met alle kwalijke gevolgen van dien. Ik verwijs hierbij naar bijlage 4 Figuur 2.25 uit Nota van Antwoord, blz. 35. 2. Recreaduct. Het Recreaduct zien wij als een noodzakelijk kwaad, eveneens te wijten aan het wegvallen van de Provinciale weg N209. Niet alleen verkeerstechnisch, maar ook recreatief en ecologisch wordt Schiebroek geïsoleerd door het onderhavige TB, met alle kwalijke gevolgen van dien. 3
Aan zowel het Schiebroekse Park als de Vlinderstrik wordt veel schade toegebracht door de op- en afritten van het Recreaduct. In het Schiebroekse Park wordt veel schade toegebracht aan ecologie en recreatie en in de Vlinderstrik verdwijnt een potentieel prima weidevogelgebiedje. Zie bijlage 4, kaartje Vlinderstrik volgens het TB. Bovendien maken de steile op- en afritten van het Recreaduct de gebieden ontoegankelijk met name voor ouderen en mensen met een beperking. Onze inspraak op de Startnotitie Rijksweg 13/16 Rotterdam, 12 december 2005 (Bijl.5) Al in 2005 voorzagen wij onoverkomelijke problemen bij bovengrondse aanleg van de A13/A16. Dit hebben wij duidelijk gemaakt in onze inspraakreactie op de Startnotitie 13/16 Rotterdam. Wij hebben duidelijk gemaakt dat verdiepte aanleg in de Vlinderstrik onder de HSL de enige duurzame oplossing is die recht doet aan de eis van de Startnotie dat de ecologie en de grenzen van de PKB/PMR (Planologische Kernbeslissing van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam) van de Vlinderstrik gerespecteerd dienen te worden. In 1996 deed Rijkswaterstaat al onderzoek naar mogelijke varianten voor de A13/16. Het Tracébesluit voor de HSL werd in 1998 goedgekeurd. Het aanbod om tijdens de aanleg van de HSL een speciale voorziening te treffen om tegen geringe kosten ( 70 miljoen) ondertunneling onder de HSL in de Vlinderstrik mogelijk te maken werd door Rijkswaterstaat afgewezen. Technisch en financieel onuitvoerbaar. Ondertunneling onder de HSL in de Vlinderstrik is nog steeds mogelijk maar dit is niet zonder risico en de kosten zullen exorbitant hoog zijn. Dit betekent dat de enige goede en duurzame inpassing voor de A16 Rotterdam tussen de Oude Bovendijk en de Ankie Verbeek-Ohrlaan als technisch en financieel onuitvoerbaar geacht dient te worden. Kunst- en Vliegwerk. De surrogaat oplossing van Rijkswaterstaat om letterlijk met kunst- en vliegwerk de Ankie Verbeek-Ohrlaan bovengronds te kruisen achten wij om dezelfde reden als hierboven genoemd niet haalbaar en moet derhalve eveneens als technisch en financieel onuitvoerbaar geacht worden. Belang. Het belang is groot. De overlast die het TB in Vlinderstrik en omgeving veroorzaakt is aanzienlijk groter dan de huidige situatie. Dit wordt veroorzaakt door het ongedaan maken van de ontsluitingsmogelijkheden van de huidige N209. Daarbij komt ook nog het cumulatieve effect van het nabijgelegen vliegveld, de Randstad Rail en de HSL. Bovendien kan gesteld worden dat de aanleg van de A16 Rotterdam in de regio economische schade toebrengt door het verlies van veel natuurschoon. 4
Conclusies: Ik acht het Tracébesluit A16 Rotterdam onvoldoende voorbereid en gemotiveerd en daarmee in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 Algemene Wet Bestuursrecht op grond van: a. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat het ongedaan maken van de ontsluitende functies van de N209 desastreuze gevolgen zal hebben in het gebied aan weerszijden van het traject tussen de Oude Bovendijk en de Ankie Verbeek-Ohrlaan; b. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat het onderhavige Tracébesluit strijdig is met de in de Startnotitie gestelde eis dat overeenkomstig de PKB/PMR de grenzen van de Vlinderstrik dienen te worden gerespecteerd; c. Er is onvoldoende rekening gehouden met de bereikbaarheid en een goede verkeersafwikkeling ten behoeve van Lansingerland en de woonwijk Schiebroek; d. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat de nieuwe Rijksweg A13/16 wellicht niet goed inpasbaar zal zijn in de noordrand van Rotterdam en daardoor dus een onaanvaardbare milieuoverlast zal genereren; e. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat aanleg van de A16 Rotterdam voor de regio economisch schadelijk is door het verlies van veel natuurschoon. Ik verzoek u: 1. Goedkeuring aan het Tracébesluit A16 Rotterdam te onthouden; 2. Te bepalen dat verweerder de proceskosten en de door ons betaalde griffierechten aan ons vergoedt. Hoogachtend, J.H. Ochtman (voorzitter gemachtigde) Bijlagen: 1. Tracébesluit A16 Rotterdam; 2. Zienswijze Ontwerp Tracébesluit A16 Rotterdam; 3. Nota van Antwoord, Zienswijze nr. 187-Blz. 301-305; 4. Figuur 2.25 uit Nota van Antwoord, blz. 35; 5. Onze inspraak op de Startnotitie Rijksweg 13/16 Rotterdam, 12 december 2005; 6. Fraai landschap is goed voor economische groei (krantenartikel); 7. Uittreksel KvK 29-08-2016 8. Statuten; 9. Machtiging. 5