Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA1Xa. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Voorstel aan de gemeenteraad

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Burgemeester en wethouders

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad.

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO.

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Vastgesteld in de raadsvergadering van 14 maart Notitie Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 3 augustus ECSD/U Lbr. 17/042 (070)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Samen staan we sterker

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Notitie toekomstig beleid peuteropvang. in Midden-Delfland

Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren

Harmonisatie voorschoolse voorzieningen. Vergaderdatum 20 mei Gemeenteblad 2014 / 34. Agendapunt 5. Aan de Raad

Raadsvoorstel Zaak :

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

No.W /III 's-gravenhage, 5 september 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp: Gevolgen bezuinigingen op peuterspeelzaalwerk voor Westvoorne

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Implementatie wet OKE gemeente Valkenswaard beleidsdocument. juni 2010

Voorgesteld besluit de Verordening Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Wijk bij Duurstede 2012 wordt vastgesteld.

Evaluatie Peuterspeelzaalwerk Afdeling Beleid

Openbaar. Subsidie voor-en vroegschoolse educatie (VVE) Zie vervolgblad. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel.

Subsidieverordening peuterprogramma gemeente Stein

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: Onderwerp: Toekomst peuterwerk gemeente Moerdijk

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten

Beleidskader Peuteropvang Ede 2016

Voor- en vroegschoolse educatie

Beleidsnota peuteropvang Gemeente Edam-Volendam. Spelen, ontdekken en leren

Beleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Tytsjerksteradiel

Gelet op de artikelen 165 en 168 van de Wet op het primair onderwijs;

Inhoud. Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Dalfsen. Nieuwe subsidieregels en invoering

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Inhoudsopgave

SPH Beleid Kwaliteit in opvang

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Openbaar openbaarheid: Overlegd met Financiën: d.d Raad: Ter besluitvorming

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

PROGRAMMA 2018 Voor- en Vroegschoolse Educatie + Subsidie peuteropvang

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorschoolse Voorzieningen anno 2015: Voornemens en veranderingen

De Tijdelijke subsidieverordening Peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 29 september 2014 Agenda nr: Onderwerp: Voortzetten peuterspeelzaalwerk. Aan de gemeenteraad,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

OVERGANGSBELEID PEUTERSPEELZAALWERK LANSINGERLAND

Uitwerking twee scenario s subsidie peuterspeelzaalwerk uitgevoerd door SKB (Bijlage 1)

RAADSVOORSTEL EN O ERPBESLUIT

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente

Basis RAADSVOORSTEL HARMONISATIE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN (GEWIJZIGD) Besluit Raad 24 januari 2017:

X X X B. en W. d.d. 25 oktober 2016 Nr. 11B Onderwerp: Onderwijsachterstandenbeleid

Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra Vastgesteld op 6 mei 2014

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Transcriptie:

Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten

Inhoudsopgave Inleiding Pag. 3 1. Landelijke ontwikkelingen peuterspeelzaalwerk Pag. 4 1.1. Inhoudelijke ontwikkelingen 1.2 Financiële ontwikkelingen 2. Lokale ontwikkelingen peuterspeelzaalwerk Pag. 12 2.1 Inhoudelijke ontwikkelingen 2.2 Financiële ontwikkelingen Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 2

Inleiding Collegebesluit 10 juni 2014 Op 10 juni 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten de peuterspeelzaal in Ommel voorlopig nog 1 schooljaar open te houden. Voor het schooljaar 2014-2015 is hiervoor een extra eenmalige subsidie beschikbaar gesteld aan Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje van 9.051,=. Het college heeft haar besluit gebaseerd op de volgende argumenten: - Het college wil graag de ontwikkelingen rondom de basisschool in Ommel het komende jaar afwachten; - Het college wil een goed beeld krijgen wat het peuterspeelzaalwerk inhoudt d.m.v. het brengen van een bezoek aan peuterspeelzaal Pinkeltje. Bezoek peuterspeelzaal Het college heeft op 30 september 2014 een bezoek gebracht aan de peuterspeelzaal bij basisschool Het Lover. De voorzitter van het bestuur van Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje en de coördinator van de stichting hebben een presentatie verzorgd over het peuterspeelzaalwerk in Asten. Ontwikkelingen basisschool Ommel Op 28 oktober 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met de bruikleenovereenkomst en het convenant lespunt Ommel. Met het ondertekenen van de overeenkomsten wordt in de kern van Ommel voor langere tijd voorzien in een duurzame continuering van volwaardig basisonderwijs. Analyse toekomst peuterspeelzaal Pinkeltje, locatie Ommel In het collegebesluit van 10 juni 2014 heeft het college ook gevraagd een analyse te maken om te kijken of, en zo ja: hoe het peuterspeelzaalwerk in Ommel in stand kan blijven. Deze analyse treft u onderstaand aan. De analyse is als volgt opgebouwd: Landelijke ontwikkelingen Landelijk zijn er allerlei ontwikkelingen gaande op het beleidsterrein van het peuterspeelzaalwerk. Omdat de toekomst van het peuterspeelzaalwerk in Asten niet los gezien kan worden van de landelijke ontwikkelingen zal eerst een overzicht worden gegeven van de landelijke ontwikkelingen op het beleidsterrein van het peuterspeelzaalwerk. Het overzicht is gesplitst in een inhoudelijk en financieel gedeelte. Daarbij zal indien van toepassing kort worden aangegeven wat daarbij de stand van zaken is voor Asten. Ook wordt een advies gegeven hoe om te gaan met de landelijke ontwikkelingen in Asten. Lokale ontwikkelingen Het tweede gedeelte zoomt in op de lokale ontwikkelingen die van invloed zijn op het peuterspeelzaalwerk in Asten (incl. Ommel). Tenslotte treft u een advies aan over de toekomst van het peuterspeelzaalwerk in Asten (incl. Ommel). Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 3

1. Landelijke ontwikkelingen peuterspeelzaalwerk De kabinetsvisie Een betere basis voor peuters 1 steekt in op harmonisatie van het stelsel van voorschoolse voorzieningen zowel wat betreft financiering als wat betreft kwaliteit en toezicht. Met de harmonisatie van het stelsel van voorschoolse voorzieningen heeft het kabinet voor ogen om de kwaliteitseisen en de financieringsstructuur voor het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang gelijk te stellen. De harmonisatie van het stelsel van voorschoolse voorzieningen betekent niet per definitie dat het peuterspeelzaalwerk verdwijnt. Beide vormen kunnen naast elkaar blijven bestaan. 1.1 Inhoudelijke ontwikkelingen Landelijke trends Vanaf 2012 zijn een tweetal trends waar te nemen binnen het peuterspeelzaalwerk. 1. De traditionele reguliere peuterspeelzaal gefinancierd door de gemeente en met één betaalde leidster en één vrijwilliger op de groep is langzaam aan het verdwijnen. De verdwijning van het aantal traditionele peuterspeelzalen kan grotendeels verklaard worden door de lokale bezuinigingen (peuterspeelzalen houden op te bestaan) en door omvorming van het aanbod peuterspeelzaalwerk naar een arrangement binnen de kinderdagopvang, ook wel peuteropvang 2 genoemd. Deze vorm van opvang voldoet aan de kwaliteitseisen voor de kinderopvang en hiervoor kan door werkende ouders kinderopvangtoeslag worden aangevraagd. 2. Een andere trend is de toename van peuterspeelzalen op ambitieniveau 2. Dit zijn de officiële voorscholen, waar peuters met een risico op een taalachterstand (zgn. doelgroepkinderen) door twee gediplomeerde leidsters VVE 3 -programma s krijgen aangeboden. Het grootste deel van de VVE doelgroepkinderen zit inmiddels in een voorschool of peuteropvang. De gemeenten financieren deze peuterspeelzalen voor een groot deel uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid. Als gevolg van de omvormingstrend neemt het aantal peuterspeelzaallocaties af. Er staan 2.919 locaties als peuterspeelzaal geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen 4. In 2012 en 2013 zijn er jaarlijks 300 peuterspeelzalen omgevormd naar kinderopvang (=peuteropvang), dit is -over deze 2 jaar- 20% van het aanbod. Uit onderzoek blijkt dat begin 2014 er circa 99.000 peuters naar een peuterspeelzaal gaan 5. Daarnaast maken circa 120.000 peuters gebruik van 1 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer d.d. 1 december 2013. 2 Onder peuteropvang wordt verstaan: kortdurend aanbod voor peuters in een kinderopvangorganisatie. 3 VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. 4 Conform onderzoek is de peildatum: 1-4-2014. 5 Bron: Buitenhek Management & Consult, Peuterspeelzaalwerk NL: facts & figures 2014, feitenonderzoek ter voorbereiding op een betere basis voor peuters, juni 2014, pag. 12. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 4

kinderopvang 6. Het huidige gebruik van verschillende opvangsoorten sluit aan bij de behoefte van ouders voor kortdurende of langdurende opvang. Voor heel Nederland geldt dat circa 85% van alle peuters gebruikt maakt van een voorziening 7. Situatie Asten - In Asten wordt geen peuteropvang aangeboden. - Door Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje wordt VVE aangeboden op ambitieniveau 2. Zij zijn in Asten aangemerkt als voorschool. Wet Oke Op 1 augustus 2010 is de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet Oke) in werking getreden. Met de Wet Oke is er een landelijk kwaliteitskader gekomen voor peuterspeelzalen, waarmee een groot deel van de kwaliteitsregels voor de kinderopvang ook van toepassing zijn geworden op het peuterspeelzaalwerk. Peuterspeelzalen zijn vanaf die tijd ook opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en vindt er toezicht en handhaving plaats op de kwaliteit van de peuterspeelzalen. Daarnaast heeft de wet gemeenten de regie gegeven over de realisatie van een dekkend aanbod voor alle jonge kinderen met een risico op een taalachterstand. De wet Oke heeft ertoe geleid dat er binnen peuterspeelzalen een kwaliteitsslag is gemaakt, de voorschoolse educatie is geïntensiveerd, de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is versterkt en peuterspeelzalen en kinderopvang meer naar elkaar zijn toegegroeid. Er zijn belangrijke stappen gezet, maar is zeker ruimte voor verbetering. Het kabinet neemt hiertoe maatregelen. Doel hierbij is om de pedagogische kwaliteit in de voorschoolse voorzieningen verder te versterken en overgebleven knelpunten voor de harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven zoveel mogelijk weg te nemen. Situatie Asten - Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje voldoet aan alle kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. - Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Kabinetsbrief: Een betere basis voor peuters Het kabinet heeft op 1 december 2013 een brief geschreven aan de Tweede Kamer waarin het kabinet zijn visie kenbaar maakt. Via drie wegen zet het kabinet in op een verbetering van het huidige stelsel. 1. Meer ontwikkelingsstimulering en versterking van de pedagogische kwaliteit Ontwikkelingsstimulering in een reguliere voorschoolse voorziening en een goede aansluiting met het basisonderwijs kunnen ook voor peuters zonder een risico op een taalachterstand bijdragen aan een goede start in het basisonderwijs. In de voorschoolse voorziening moet meer nadruk worden gelegd op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Van pedagogisch medewerkers wordt verwacht dat zij kinderen op een goede manier betrekken, interacties met en tussen kinderen stimuleren en kinderen op divers manieren ondersteunen en uitdagen. Dit vraagt specifieke vaardigheden en kennis van pedagogisch medewerkers. 6 Dit zijn peuters waarvoor ouders kinderopvangtoeslag ontvangen. Cijfers zijn afkomstig van de belastingdienst. 7 Het betreft peuters in kinderopvang, gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 5

Scholing, goede beheersing van de Nederlandse taal en goede ondersteuning op de werkvloer is daarom van groot belang. Het kabinet wil met branchepartijen afspraken maken over structurele scholing van pedagogisch medewerkers om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Daarnaast wil het kabinet dat er een betere mix van mbo- en hbo-functies komt op de werkvloer. Hbo-geschoolde krachten kunnen een coachende rol vervullen bij het gericht werken aan de ontwikkeling van kinderen. Voor peuters met een risico op een taalachterstand blijft extra aandacht nodig. De huidige VVE-kwaliteitseisen blijven van kracht. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende voorzieningen in aantal en spreiding van VVE van goede kwaliteit voor alle doelgroepkinderen. Binnen voorschoolse voorzieningen moet zoveel mogelijk worden toegewerkt naar het startniveau van het basisonderwijs. Daarom is het belangrijk dat de voorschoolse voorzieningen van goede kwaliteit zijn en goed samenwerken met het basisonderwijs. De ontwikkeling van peuters kan met een kindvolgsysteem worden gevolgd. Goed kijken en observeren van kinderen staat centraal. Het hanteren van deze systematiek draagt bij aan een goede overgang van kinderen tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen en de totstandkoming van een doorlopende en ontwikkel- en leerlijn. Situatie Asten - Meer ontwikkelingsstimulering, versterking van de pedagogische kwaliteit van pedagogisch medewerkers en een betere mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer dient in Asten nog verder verbeterd en versterkt te worden. - Eind 2014 hebben de voorschoolse voorzieningen het kindvolgsysteem KIJK! aangeschaft. Pedagogisch medewerkers hebben reeds een scholing gevolgd. Dit sluit aan op de kindvolgsystemen van de basisscholen. 2. Eén kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen Vanuit de Wet Oke zijn de wettelijke kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen grotendeels gelijkgeschakeld. Op een aantal punten zijn er nog verschillen tussen de kwaliteitseisen aan beide voorzieningen. Het kabinet vindt het ongewenst dat er verschillende kwaliteitseisen worden gesteld aan voorschoolse voorzieningen, omdat dit belemmerend kan zijn voor de samenwerking tussen voorzieningen. Om toe te werken naar een versterking van de pedagogische kwaliteit, is het van belang om de huidige kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen gelijk te schakelen. De belangrijkste verschillen tussen beide voorzieningen zitten in de regels ten aanzien van: de beroepskracht-kindratio: 1 beroepskracht op 8 kinderen (per 1 jan. 2105); de inzet van vrijwilligers (per 2017); het vierogen principe (per 1 juli 2015); pedagogisch beleidsplan (per 1 juli 2015); de buitenruimte (per 2017). Het kabinet wil samen met de branchepartijen tot één landelijk kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen komen, waarin bovenstaande verschillen worden geharmoniseerd. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 6

Situatie Asten Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje voldoet reeds aan de hierboven genoemde kwaliteitseisen. 3. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders Nu nog kunnen werkende ouders 8 die gebruik maken van peuterspeelzalen geen gebruik maken van de toeslagregeling. Peuterspeelzalen zijn immers expliciet uitgesloten in de wettelijke regeling voor kinderopvang. In de kabinetsbrief staat nu dat werkende ouders recht krijgen op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorschoolse voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Zie verdere uitwerking onder paragraaf 1.2. financiële ontwikkelingen. Bij brief van 17 juni 2014 9 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de kabinetsvisie uitgewerkt. Het kabinet wil de borging van de kwaliteitsverhoging, de volledige gelijkschaling van kwaliteitseisen en de aanpassing van de financiering gelijktijdig laten plaatsvinden in 2017. Op deze wijze wordt de verbinding gezocht met het traject Het Nieuwe Toezicht 10, zodat het aantal momenten waarop de sector te maken krijgt met wijzigingen beperkt blijft. In het voorjaar van 2015 komt de minister met een wetsvoorstel. Reactie VNG op kabinetsvisie Beter basis voor peuters 11 De gemeenten onderschrijven de noodzaak tot harmonisatie van de voorzieningen voor peuters en kleuters, maar hebben bezwaren tegen het door het kabinet gepresenteerde voorstel voor uitwerking. De VNG streeft naar een zo groot mogelijk bereik van alle peuters in kwalitatief hoogwaardige voorschoolse voorzieningen, met een ontwikkelrecht voor alle peuters van 2,5 tot 4 jaar voor twee, respectievelijk 4 dagdelen per week (voor doelgroeppeuters VVE). Het belangrijkste verschil zit in de financiering van het nieuwe stelsel. De VNG pleit voor gratis opvang van minimaal 2 dagdelen per week voor alle peuters. Uitgangspunt van het kabinet is dat de financiering van de plannen hiervoor moeten passen binnen de budgettaire kaders van het regeerakkoord. Uitvoering van het scenario van de VNG is niet realistisch. De kosten voor het voorstel van de VNG bedragen 815 miljoen. Voor het voorstel van de VNG ontbreekt 400 miljoen aan dekking. 8 Onder werkende ouders valt ook de alleenstaande werkende ouder. 9 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer d.d. 17 juni 2014. 10 De minister van SZW wil met het project Het Nieuwe Toezicht de kwaliteitseisen herijken, regeldruk integraal aanpakken, een impuls geven aan het professionaliseren van de sector en toezichthouders beter in staat stellen zelf een professioneel oordeel te vormen op basis van de kwaliteitseisen. Met dit zogenaamde 'Nieuwe Toezicht' kunnen kinderopvanginstellingen zich makkelijker onderscheiden op kwaliteit. 11 Brief van de VNG aan de Tweede Kamer, Reactie op de kabinetsvisie Een betere basis voor peuters, d.d. 2 december 2013 en 12 februari 2014. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 7

Advies over meer ontwikkelingsstimulering en versterking van de pedagogische kwaliteit Met de kabinetsvisie Betere basis voor peuters wordt door het kabinet een duidelijke koers ingezet om de huidige voorschoolse voorzieningen door te ontwikkelen tot kwalitatief goede voorschoolse voorzieningen. Vroege ontwikkelingsstimulering maakt peuters kansrijker in hun latere schoolloopbaan en op de arbeidsmarkt. Voorschoolse voorzieningen van hoge kwaliteit kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Binnen deze voorzieningen kunnen peuters doelbewust, maar op een speelse wijze, gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Aandacht voor de ontwikkeling in de voorschoolse periode helpt peuters om een goede start te maken in het basisonderwijs. Daarom is het belangrijk dat de voorschoolse voorzieningen van goede kwaliteit zijn en goed samenwerken met het basisonderwijs. Het kabinet wil dat dit in alle voorschoolse voorzieningen plaatsvindt, zodat voor alle peuters die naar een voorschoolse voorziening gaan het aanbod van goede kwaliteit is. Voor peuters met een risico op een taalachterstand blijft extra aandacht nodig. Zij nemen deel aan voorschoolse educatie van hoge kwaliteit om zo zonder achterstand te starten in het basisonderwijs. In Asten wordt reeds intensief samengewerkt met partners in de voor- en vroegschoolse periode opdat peuters een goede start kunnen maken in het basisonderwijs. Hierover worden afspraken gemaakt in de stuurgroep Lokale Educatieve Agenda (LEA). Medio 2015 wordt de nieuwe LEA 2015-2018 vastgesteld. Het is nu een goed moment om verdergaande afspraken te maken over de toekomst van de voorschoolse voorzieningen in Asten en deze vast te leggen in de nieuwe LEA. Gezien bovenstaande uiteenzetting adviseert de afdeling MO om samen met de partners in de voor- en vroegschoolse periode afspraken te maken over verdere structurele kwaliteitsverhoging binnen de voorschoolse voorzieningen en een betere samenwerking tussen de voorschoolse voorzieningen en de basisscholen. De volgende elementen zijn daarbij van belang: Structurele scholing van pedagogisch medewerkers; Een beter mix van mbo- en hbo-functies op de werkvloer; Goede en gelijkwaardige samenwerking tussen basisscholen en voorschoolse voorzieningen; Structureel volgen van de ontwikkelingen van kinderen; Ontwikkelingsgericht werken. Als doelen worden gesteld dat: In de voorschoolse voorzieningen in Asten doelbewust de ontwikkeling van alle kinderen (die een voorschoolse voorziening bezoeken in de gemeente Asten) wordt gestimuleerd. Het aanbod van voorschoolse educatie in de voorschoolse voorzieningen in Asten van hoge en goede kwaliteit is. De investeringen in voorschoolse voorzieningen tot doel hebben dat kinderen zonder achterstand starten op de basisschool. Opgemerkt wordt dat: Het kabinet geen blauwdruk voor schrijft in het harmoniesatieproces van voorschoolse voorzieningen en dat er voor gemeenten voldoende ruimte aanwezig is voor lokale maatwerkoplossingen. De structurele kwaliteitsverhoging gerealiseerd dient te worden binnen de bestaande gemeentelijke budgetten voor onderwijsachterstandenbeleid en peuterspeelzaalwerk. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 8

1.2 Financiële ontwikkelingen Op 17 juni 2014 heeft de Minister van SZW de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de uitwerking van de kabinetsbrief Een betere basis voor peuters. In de brief gaat de minister heel summier in op de financiering van de verschillende onderdelen. De gelijkschakeling van de kwaliteitseisen en de extra kosten die gepaard gaan met de kwaliteitsverhoging moeten in het bestaande financiële kader passen. Het kabinet stelt wel in 2015 3 miljoen euro beschikbaar om het implementatietraject kwaliteitsverhoging te faciliteren. De 3 miljoen wordt beschikbaar gesteld aan de brancheorganisaties voor ondersteuningsactiviteiten. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders Vanaf 2017 krijgen werkende ouders recht op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorschoolse voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Dat gebeurt op het moment dat de kwaliteitseisen aan peuterspeelzalen en kinderopvang zijn gelijkgeschakeld. Het gelijktrekken van de financiering stimuleert een eerlijker speelveld tussen kinderopvang en peuterspeelzalen en vergroot de keuzevrijheid van ouders. Werkende ouders kunnen terecht bij beide voorzieningen, zonder dat er een onderscheid bestaat in kwaliteitseisen en financieringsstructuur. Hiermee verdwijnen de prikkels voor ouders om uit kostenoverwegingen voor een peuterspeelzaal te kiezen en voor gemeenten om een bezuiniging te realiseren door een peuterspeelzaal om te vormen tot een kinderdagverblijf. Voor gemeenten waar de peuterspeelzalen al zijn omgevormd tot peuteropvang en het aanbod al voldoet aan de kwaliteitseisen van de dagopvang verandert er met deze plannen niets. Situatie Asten De ouders in Asten betalen nu een inkomensafhankelijke bijdrage volgens de ouderbijdragentabel van Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje. Omdat het peuterspeelzaalwerk in Asten nog niet omgevormd is naar peuteropvang kunnen ouders geen beroep doen op de kinderopvangtoeslagregeling. Financiering alleenverdieners en niet-werkende ouders Het Rijk wordt verantwoordelijk voor de kinderopvangtoeslag voor opvang van kinderen van werkende ouders in de kinderopvang of een peuterspeelzaal. Het organiseren van een aanbod voor kinderen van alleenverdieners en nietwerkende ouders is en blijft een verantwoordelijkheid van de gemeenten en is dus afhankelijk van de beleidskeuzes die gemeenten maken. Dit betekent dus niet dat deze ouders per definitie meer of minder gaan betalen dan ouders die gebruik maken van de toeslagregeling. Het blijft mogelijk (en wenselijk) dat gemeenten de ouderbijdragen voor deze ouders afstemmen op de netto kosten van ouders die gebruik maken van de toeslagregeling. Daarnaast blijven gemeenten verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende aanbod van VVE van goede kwaliteit voor alle doelgroepkinderen VVE. De gemeenten ontvangen hiervoor de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid. Medio 2015 ontvangen de gemeenten meer duidelijkheid over de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid vanaf 2016. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 9

Gemeenten raken per 2017 de decentralisatie-uitkering Wet Oke kwijt Het Rijk neemt de financiering van het reguliere peuterspeelzaalwerk voor kinderen van werkende ouders voor haar rekening. Als dekking voor die extra toeslaguitgaven wordt er vanaf 2017 geld overgeheveld van gemeenten naar het Rijk. Het kabinet is bereid de overheveling van middelen te beperken tot de decentralisatie-uitkering in het kader van de Wet Oke van 35 miljoen. Deze uitkering startte in 2010 en staat per gemeente gespecificeerd in de septembercirculaire van 2009. Dat bedrag komt per 2017 te vervallen als dekking bij gemeenten en zal gebruikt worden voor dekking van de toeslaguitgaven bij het Rijk. De korting op het gemeentefonds versterkt de prikkels van gemeenten om peuterspeelzalen om te vormen tot peuteropvang. Over de definitieve vormgeving en bijbehorende financiering van de voorstellen vindt overleg plaats met de VNG. Situatie Asten De korting op de decentralisatie-uitkering bedraagt voor Asten 38.690,= per jaar. Dit bedrag maakt nu nog onderdeel uit van de structurele subsidie, welke Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje jaarlijks ontvangt van de gemeente. Advies over de invoering één financieringstructuur voor werkende ouders Het Rijk neemt in het voorstel van het kabinet de financiering voor kinderen van werkende ouders in een reguliere peuterspeelzaal voor haar rekening. Hiermee neemt het Rijk kosten van de gemeenten over. De kosten worden onder andere gedekt door een korting op de decentralisatie-uitkering in het kader van de Wet Oke. Het Rijk geeft aan dat de uitname uit het gemeentefonds kleiner is dan de kosten die het Rijk overneemt van de gemeenten. Hiermee krijgen de gemeenten volgens het Rijk meer financiële ruimte voor lokaal maatwerk met betrekking tot voorschoolse voorzieningen. Het Rijk neemt aan dat de kosten voor gemeenten zullen dalen. Omdat de grootste groep ouders die hun kind naar een voorschoolse voorziening brengt, werkende ouders zijn. Het Rijk gaat uit van de volgende gegevens: in totaal gaan circa 240.000 kinderen naar een voorschoolse voorziening, waarvan circa 80% werkende ouders heeft 12. Volgens de VNG kloppen deze aannames niet. Een groot deel van de ouders heeft geen recht op kinderopvangtoeslag en wordt dus niet bekostigd door het Rijk. De gemeente heeft de wettelijk taak zorg te dragen voor voldoende aanbod van vve-voorzieningen van hoge kwaliteit. De meerderheid van deze kinderen komen voor rekening van de gemeente 13. De nietdoelgroepkinderen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag zijn het kind van de rekening. De gemeente kan alleen voor deze kinderen een aanbod doen indien zij daar middelen voor vrij kan maken. Het intrekken van de gemeentelijke decentralisatie-uitkering voor kwaliteit van peuterspeelzalen van 35 miljoen leidt ertoe dat gemeenten deze middelen niet of nauwelijks vrij kunnen maken. Afdeling MO adviseert om reeds nu te anticiperen op de plannen van het kabinet om te komen tot één financieringsstructuur voor werkende ouders. Voorgesteld wordt om: In 2015 samen met de Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje door te rekenen welke consequenties de invoering van de nieuwe financieringsstructuur voor werkende ouders in een reguliere peuterspeelzaal heeft op de hoogte van het jaarlijkse subsidiebedrag en de ouderbijdragen. 12 Brief van het Ministerie van SZW, d.d. 24 maart 2014 als reactie op de brief van de VNG 12 februari 2014, pag. 2. 13 Voor werkende VVE-ouders geldt dat zij recht hebben op kinderopvangtoeslag, zoals dat nu al geldt binnen de kinderopvang. Dit is naar schatting 25% van alle VVE-ouders. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 10

In 2015 te onderzoeken of het haalbaar en aan te bevelen is om nog voor 2017 het peuterspeelzaalwerk om te vormen tot peuteropvang. Wat is een passende toekomstscenario voor Asten? Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 11

2. Lokale ontwikkelingen 2.1 Inhoudelijke ontwikkelingen Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje Pinkeltje biedt in Asten regulier peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie (VVE) 14 aan. Daarbij wordt uitgegaan van een groepsgrootte van 15 peuters. Er staan twee betaalde beroepskrachten op een groep. Er wordt niet meer gewerkt met vrijwilligers. Locatie Aantal groepen Aantal peuters laatste kwartaal 2014 Jan vd Diesduncstr 2 29 4 Ceresstraat 3 37 5 Het Lover 3 34 11 Heusden 2 22 3 Ommel 1 8 1 Totaal 11 141 24 Gegevens hebben betrekking op laatste kwartaal 2014. Waarvan doelgroepkinderen VVE Alle locaties staan ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Bij alle locaties staat opgenomen dat er voorschoolse educatie wordt aangeboden, behalve bij de locatie Ommel. De locatie in Ommel staat formeel nog niet geregistreerd als een voorschoolse voorziening. Een voorwaarde is namelijk dat doelgroepkinderen VVE minimaal 10 uur of 4 dagdelen een VVEprogramma volgen. In Ommel is het niet mogelijk om minimaal 10 uur of 4 dagdelen voorschoolse educatie aan te bieden. Er is maar 1 groep in Ommel. Doelgroepkinderen in Ommel wordt 2 dagdelen voorschoolse educatie aangeboden in Ommel, voor de overige 2 dagdelen gaan zij, met toestemming van de ouders, naar een locatie in Asten. Bij navraag is gebleken dat de locatie Ommel toch geregistreerd kan worden in het landelijk register als een voorschoolse voorziening. Harmonisering kwaliteitseisen Pinkeltje heeft jaren geleden al, samen met de gemeente, de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk ingezet door de vrijwilligers op de groep te vervangen door twee beroepskrachten en het invoeren van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Met in werking treding van de wet Oké is het peuterspeelzaalwerk verder geprofessionaliseerd en is ook geïnvesteerd in de voorschoolse educatie. Pinkeltje voldoet aan alle wettelijke kwaliteitseisen voor peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie en ook aan de kwaliteitseisen die in 2015 en 2017 in werking treden. Met betrekking tot de kwaliteitseisen hoeft Pinkeltje geen harmonisatieslag meer te maken en een gemeentelijke financiële injectie is dan ook niet aan de orde. Pinkeltje wordt jaarlijks geïnspecteerd door de GGD en de Onderwijsinspectie voert signaalgestuurd VVE-toezicht 15 uit. Naar ontwikkelingsgericht werken In 2014 is met alle VVE-partners stevig ingezet op het versterken en verbeteren van de kwaliteit van de voorschoolse en vroegschoolse educatie. Pinkeltje participeert in 4 brede scholen: Het Lover, De Horizon, Heusden en Deken van Hout. Begin 2014 hebben drie van de vier brede scholen een pedagogische visie 14 Voorschoolse educatie is een speciaal programma voor peuters met een risico op een taalachterstand. 15 Bij het signaalgestuurd toezicht spreekt de inspectie periodiek (in principe jaarlijks) met een gemeente af op welke onderwerpen en/of locaties specifiek toezicht wordt gehouden. Ook kan de inspectie zelf besluiten om vve-toezicht uit te voeren. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 12

VVE en beleid ouderbetrokkenheid ontwikkeld. Ook hebben deze brede scholen in een meerjarig locatieplan aangegeven op welke onderdelen uit de VVE-rapporten van de Onderwijsinspectie zij de komende periode gaan inzetten. In het najaar van 2014 heeft Pinkeltje het kindvolgsysteem KIJK! aangeschaft en de pedagogisch medewerkers hebben daarvoor een scholing gevolgd. Dit systeem sluit aan op de kindvolgsystemen van de basisscholen. Met het kindvolgsysteem wordt de ontwikkeling van kinderen gevolgd en gestimuleerd en wordt de doorgaande lijn naar de basisschool verder versterkt. De gemeente heeft bovenstaande activiteiten gefinancierd uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid. Door Pinkeltje wordt ook al ingezet op het ontwikkelingsgericht werken bij kinderen zonder een risico op een taalachterstand. Deze kinderen krijgen 2 dagdelen het VVE-programma aangeboden. Zij zijn namelijk ook gebaat bij een goede start in het basisonderwijs. Minimale groepsgrootte peuterspeelzaalgroep Om peuters optimaal te kunnen laten ontwikkelen in groepsverband is een minimale groepsgrootte van belang. Pinkeltje verstaat onder groepsverband een groep van minimaal 8 peuters. In groepsverband leren peuters: Rekening te houden met andere peuters. Dit is belangrijk voor de sociaalemotionele ontwikkeling. Wanneer de peuter een rondje op een driewieler wil rijden en alle driewielers zijn bezet, dan moet hij/zij daarvoor een oplossing vinden. Door samenspel over zichzelf en andere peuters. Het kind bepaalt zijn/haar plaats in het grote geheel en leert er zijn kwaliteiten en zwakheden ontdekken en er (met hulp van de leidsters) mee om te gaan. Oefenen in zelfstandigheid. Het moet zich van de ouder losmaken en tegelijkertijd zelfvertrouwen en vertrouwen krijgen in de leidster, die tijdelijk de zorg overneemt. Als de groep te klein wordt dan kan Pinkeltje haar missie: goede voorbereiding op de basisschool (o.a. de doorgaande lijn) en optimale ontwikkelingskansen niet waarmaken. In een groep met structureel minder dan 8 kinderen 16 heeft het kind het gevoel te verkeren in een thuissituatie en nemen de leidsters een plaats in als (plaatsvervangend) ouder. Pinkeltje kan dan niet garanderen dat de kinderen spelenderwijs en met plezier groeien in alle aspecten van de ontwikkeling en een goede overstap kunnen maken naar de basisschool. De overstap naar de basisschool wordt dan veel te groot. De overstap van een groep van 8 kinderen (met 2 leidsters), naar 20 kinderen (met 1 leerkracht) is al heel groot. Op school wordt ineens veel meer van de kinderen verwacht (zeker in Ommel waar zo veel gecombineerde klassen zijn). Daarnaast is een peuterspeelzaalgroep met een bezetting van 8 kinderen en twee beroepskrachten al erg duur. Met minder dan 8 kinderen is het financieel niet meer op te brengen om een peuterspeelzaalgroep te draaien. De gemeentelijke subsidie is dan niet meer toereikend. Lespunt Ommel De gemeente heeft zich uitgesproken om voor langere tijd een school voor volwaardig onderwijs te handhaven in de kern Ommel. Hiervoor is groot politiek en maatschappelijk draagvlak aanwezig. Stichting PlatOO heeft uitgesproken om 16 Tijdelijk kan er wel sprake zijn van minder dan 8 kinderen als gevolg van de overbrugging overstap naar de basisschool en nieuwe instroom op de peuterspeelzaal. Deze tijdelijkheid mag niet langer dan een paar maanden duren. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 13

voor langere tijd primair onderwijs aan te willen bieden in Ommel, waarbij de school een lespunt is, verbonden aan de basisschool Het Toverkruid. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het lespunt gestart met 44 leerlingen. De leerlingen wordt maatwerk aangeboden. Het lespunt streeft naar een groeiend aantal kinderen, door ouders uit Asten te motiveren om hun kinderen naar het lespunt in Ommel te brengen. Inhoudelijke samenwerking lespunt Ommel en peuterspeelzaal Ommel Op 15 december 2014 heeft de gemeente gesproken met PlatOO en vervolgens met Pinkeltje over de samenwerking in het lespunt. Zowel PlatOO als Pinkeltje staan positief tegenover de samenwerking: Het voelt goed en er is sprake van openheid. Thema s worden gezamenlijk opgepakt en uitgewerkt, kleuters/peuters kijken bij elkaar in de groep en ook praktische zaken worden gezamenlijk aangepakt. Beide partijen zien mogelijkheden om de inhoudelijke samenwerking verder uit te bouwen ten behoeve van de ontwikkeling van de kinderen in Ommel. Nu de politiek zich heeft uitgesproken voor het continueren van volwaardig basisonderwijs in Ommel geeft wethouder Huijsmans aan zich te willen inzetten voor het behoud van het peuterspeelzaalwerk als voorschoolse voorziening in Ommel. Samenwerking tussen de voorschoolse voorziening en basisschool draagt bij aan een goede overgang van kinderen tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen en de totstandkoming van een doorlopende ontwikkel- en leerlijn. Op 19 maart 2015 heeft er een ambtelijk gesprek plaatsgevonden tussen PlatOO en de gemeente. PlatOO heeft aangegeven graag aansluiting te willen met een voorschoolse voorziening in Ommel in het belang van het Ommelse kind. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 14

2.2 Financiële ontwikkelingen Inkomsten Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje tot 2017 Regulier peuterspeelzaalwerk Pinkeltje ontvangt een jaarlijkse subsidie van de gemeente voor de uitvoering van het reguliere peuterspeelzaalwerk. Vanaf 2014 heeft Pinkeltje een bezuinigingstaakstelling van 15.455,= (= 10%) opgelegd gekregen. Deze taakstelling moet uiterlijk in 2017 zijn gerealiseerd. In de begroting 2015 is reeds een korting toegepast van 5% op het subsidiebedrag van 2013 ( 154.554,=). Jaar Bedrag 2015 149.395 2016 145.531 2017 141.667 In de subsidiebedragen is een indexering van 1,75% verwerkt. Als gevolg van de bezuiniging en de terugloop van het aantal peuters heeft Pinkeltje vorig jaar aangegeven dat het financieel moeilijk wordt om alle peuterspeelzalen in stand te houden. Om begrotingstechnische redenen is het voor Pinkeltje niet meer haalbaar om de groep in Ommel te draaien met 8 kinderen en twee beroepskrachten. Op verzoek van Pinkeltje heeft de gemeente in juni 2014 17 besloten om de peuterspeelzaal in Ommel voorlopig voor 1 schooljaar open te houden en daarvoor een extra eenmalige subsidie beschikbaar te stellen van 9.051,=. De financiële situatie van Pinkeltje is t.o.v. 2014 onveranderd. Dit betekent dat Pinkeltje ook voor de komende jaren, bij het open houden van alle peuterspeelzalen, een begrotingstekort zal hebben. Voor de jaren 2015 en 2016 is er een tekort van respectievelijk 10.983,= en 14.847,=. Naast de subsidie van de gemeente is Pinkeltje voor de uitvoering van het reguliere peuterspeelzaalwerk afhankelijk van de ouderbijdragen van de ouders. Pinkeltje hanteert een inkomensafhankelijke ouderbijdragentabel. Inkomensafhankelijke ouderbijdragentabel schooljaar 2014-2015 Bruto gezinsinkomen Ouderbijdrage per maand (2 dagdelen per week) 0 21799 39,00 21800 23649 45,50 23650 25579 49,00 25580 27229 52,50 27230 29089 55,00 29090-30949 57,00 30950 32669 60,-- 32670 -> 63,-- 17 B&W-besluit gemeente Asten van 10 juni 2014. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 15

Ouders/verzorgers betalen in principe de hoogste ouderbijdrage, tenzij wordt aangetoond dat het bruto-inkomen een lagere ouderbijdrage rechtvaardigt. Uitgaande van de hoogste ouderbijdrage bedraagt de ouderbijdrage 661,50 per jaar (10,5 maanden x 63,=). De inkomsten vanuit de ouderbijdragen bedragen (volgens de begroting 2015 van Pinkeltje) 97.000,= per jaar. VVE Jaarlijks ontvangt Pinkeltje een subsidie voor de uitvoering van VVE. De subsidie is tevens bedoeld voor de verlaging van de ouderbijdrage VVEouders. Het subsidiebedrag bedraagt jaarlijks ongeveer 40.000,= en wordt betaald uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid. Deze specifieke uitkering loopt tot eind 2015. In het voorjaar 2015 komt het Rijk met informatie hoe de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid vanaf 2016 vorm krijgt. In de periode 2011-2015 ontving de gemeente jaarlijks een uitkering 92.271,=. Hoe hoog het bedrag vanaf 2016 voor onze gemeente bedraagt is nu nog niet duidelijk. Inkomsten Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje vanaf 2017 voor het reguliere peuterspeelzaalwerk Hoe de inkomsten voor Pinkeltje er vanaf 2017 uitgaan zien is nu moeilijk te zeggen. Vanaf 1 januari 2017 treedt naar alle waarschijnlijk de nieuwe financieringsstructuur voor werkende ouders in werking (zie pagina 9 en 10). Deze nieuwe financieringsstructuur is van invloed op de hoogte van de gemeentelijke subsidie en de ouderbijdragen die Pinkeltje ontvangt. Op dit moment is er onvoldoende informatie voorhanden om te kunnen berekenen hoeveel de omvorming gaat opleveren. Zodra meer informatie aanwezig is wordt deze beschikbaar gesteld. Tot die tijd is het aan te raden om de structurele subsidie van Pinkeltje buiten het Project ambities, taken en geld te houden. Bij voldoende duidelijkheid kan alsnog een eventuele bezuiniging worden aangedragen. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 16

Advies over hoe het peuterspeelzaalwerk in Asten in stand kan blijven Gezien de intentie van het kabinet om vanaf 2017 in de voorschoolse voorzieningen meer nadruk te leggen op het doelbewust stimuleren van de ontwikkeling van alle jonge kinderen; Gezien de intentie van het kabinet om vanaf 2017 één financieringsstructuur in te voeren voor werkende ouders die gebruik maken van de kinderopvang en/of peuterspeelzaal; Gezien het feit dat in Ommel weer voor langere tijd volwaardig basisonderwijs is gerealiseerd en er een goede samenwerking tussen de basisschool en peuterspeelzaal tot stand is gebracht; Gezien het feit dat het peuterspeelzaalwerk in Asten een belangrijke rol vervult als het gaat om ontwikkelingsstimulering bij alle jonge kinderen. En dat het peuterspeelzaalwerk een belangrijke schakel vervult in het realiseren van een goede overgang van kinderen tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen en de totstandkoming van een doorlopende ontwikkel- en leerlijn; Gezien het feit dat de gemeente de afgelopen jaren fors heeft geïnvesteerd in het verbeteren en versterken van de kwaliteit van de voorschoolse educatie bij Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje; Gezien het feit dat de gemeente, volgens de Wet Primair Onderwijs, artikel 166, zorg draagt voor voldoende voorzieningen in aantal en spreiding waar kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie; Adviseert de afdeling MO om: Te streven naar een zo groot mogelijk bereik van alle peuters in kwalitatief hoogwaardige voorschoolse voorzieningen; Er naar te streven dat in ieder dorp een voorschoolse voorziening wordt gerealiseerd en waarbij de groepsgrootte van een peuterspeelzaalgroep minimaal 8 peuters bedraagt; Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje aan te merken als partner van de gemeente die voorschoolse educatie aanbiedt in een peuterspeelzaal; De peuterspeelzaal in Ommel te registreren in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen, als voorziening die voorschoolse educatie aanbiedt; Dat het streven om in ieder dorp een voorschoolse voorziening te realiseren gefinancierd moet worden binnen de bestaande gemeentelijke budgetten voor peuterspeelzaalwerk en onderwijsachterstandenbeleid; Zo snel mogelijk duidelijkheid te verkrijgen welke invloed de nieuwe financieringsstructuur voor werkende ouders heeft op de gemeentelijke subsidie en ouderbijdragen van het peuterspeelzaalwerk; Tot die tijd de structurele subsidie van Pinkeltje buiten het Project ambities, taken en geld te houden; Ten behoeve van de instandhouding van de voorschoolse voorzieningen in Asten (incl. Ommel) voor 2015 een extra subsidie beschikbaar te stellen van maximaal 10.983,= aan Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje; De extra subsidie beschikbaar te stellen uit bestaande budgetten. Het bedrag van maximaal 10.983,= te betalen uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid 2015; Ten behoeve van de instandhouding van de voorschoolse voorzieningen in Asten (incl. Ommel) voor 2016 een extra subsidie beschikbaar te stellen van maximaal 14.847,= aan Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje. Dat Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 17

naar alle waarschijnlijkheid dit bedrag ook betaald kan worden uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid 2016. Mocht de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid deze ruimte niet bieden dan het bedrag incidenteel af te dekken op de post onvoorzien. Analyse toekomst peuterspeelzaalwerk gemeente Asten april 2015 18