Adembenemende Chocolade

Vergelijkbare documenten
Als de rook om je hoofd is verdwenen

Bedrijfsarts in de kliniek

Biologische bestrijdingsmiddelen: gezondheidsbewaking bij de producent. En de consument? 17 april Dr Jos M Rooijackers,

Op de bres voor arbeidshygiëne!

Werkgerelateerde blootstelling aan enzymen; een introductie

Wat kunt u verwachten van geneesmiddelen?

NVVA 22 april Een korte blootstelling met blijvende gevolgen. Dr ir Remko Houba, ing Vanessa Zaat, arbeidshygiënisten

Evidence-based richtlijn lasrook

Klinische Arbeidsgeneeskunde: longaandoeningen

Longaandoeningen op het werk Patiënt tussen wal en schip. Klinische arbeidsgeneeskunde:

NVvA Blootstelling aan biologische agentia? Extrinsieke allergische alveolitis (EAA): de arbeidshygiënist als medebehandelaar

Inhalatietrauma s vanuit zowel klinisch als blootstellingsperspectief

Biobank voor Interstitiële Longziekten. Marjolijn Struik Biobank Coördinator

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

Luchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie

Samenvatting SAMENVATTING

Bouwvakkers adem en te veel kwarts in

Interstitiële longziekten Onderzoek.

Meelstof in de bakkerij

LONGGENEESKUNDE. St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten

Gezondheidsbewaking in bakkerijen

Idiopathische pulmonale fibrose:

Afbakening presentatie Gaat niet zo zeer over technische aspecten, b.v. meetstrategie, representativiteit, adembescherming, retrospectief inschatten v

Stof in composteerbedrijven

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Veterinarians Health Study

NVVA 13 april Kassenteelt: Een glazen huis voor werknemers en arbeidshygiënist

Aanwezig zijn huisartsen en hun praktijkondersteuner, een longarts, longverpleegkundige van het ziekenhuis, kaderarts astma/copd van zorggroep ELZHA.

Leukemie door het gebruik van PX-10?

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

De nieuwe COPD carrousel Uw eigen COPD paspoort

Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen

Notulen Transmuraal overleg Haga Ziekenhuis 5 april 2018

Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Uitleg voor uitvoerder Toolbox StofVrijWerken

De longverpleegkundige

Diagnostiek en behandeling COPD

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud

Conflict van belangen

The Belgian Pulmonary Function Study: the Belgian Thoracic Society

Kwartsstof in de bouwnijverheid: blootstelling, preventie, begeleiding. Brussel, 26 januari Ton Spee, Arbouw, Harderwijk

Health Impact Assessment & Kosten-Baten analyse. Tim Meijster

Versteende longen bij zandstralers

Gezondheidsbewaking in bakkerijen

In dit nummer. April Van de redactie

Self Assessment in de Schoenherstelsector. Het zelf meten van blootstelling aan oplosmiddelen. Notitie

LONGGENEESKUNDE. St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten

Klinische Arbeidsgeneeskunde: longaandoeningen

Casusschetsen astma/copd

De diagnose. van sarcoïdose

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker

Een beschrijving van inhoud en reikwijdte van het gezondheidsbewakingssysteem is opgenomen in Bijlage 1 bij dit reglement.

Universitair Medische Centra

Isocyanaten in de woonomgeving

Samenwerking tussen de huisarts en tweedelijns zorg

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Blootstellingsrisico's in de gft-verwerking. Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012

Achtergrond (1) Patiënten met een zeldzame ziekte hebben vaak te maken met: Kennis bundelen en zichtbaar maken

Pulmonale hypertensie

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

From bench to bedside: Klinische Arbeidshygiëne

Sensor technologie: huidige en toekomstige mogelijkheden voor real-time persoonlijke blootstellingsmetingen bij werknemers

Handleiding Toolbox StofVrijWerken

Remote patient management

Resultaten lymfocyten subsets BAL en

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Samenvatting. Vraagstelling

Meelstofblootstelling en beheersmaatregelen. 9 maart 2017 Tineke Rens Coördinator Informatiecentrum Grondstofallergie Arbeidshygiënist

Huisartseneditie. ogen en neus, of gaan deze klachten aan het beroepsastma

Werkafspraken huisartsen longartsen Maasziekenhuis januari 2016

Spinfeeder laat veel stof opwaaien

Doe-het-zelf monitoring van beroepsblootstelling Daan Huizer en Frans Jongeneelen IndusTox Consult, Nijmegen

Stem via APP.PENTALFA.BE

ook oorzaak zeldzame ILD

De nieuwe COPD carrousel Uw eigen COPD paspoort

Astma en Longrevalidatie

Expertisecentrum Interstitiële Longziekten

Beoordeling Effectiviteit Afgezogen Lastoorts

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

Expertisecentrum Interstitiële Longziekten

Zeldzame oorzaak kortademigheid: ophoping van eiwitten in de long

Expertisecentrum Interstitiële Longziekten

Een gezonde werkplek!

The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. dr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Grenswaarde voor 1,3-Butadieen

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Wat is de gewenste situatie? Werken met pilleermaterialen levert geen gezondheidsklachten op.

Vraag 1: Welk onderzoek laat u verrichten om pulmonale hypertensie aan te tonen of uit te sluiten?

Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen

Binnen de agrarische sector is de champignonteelt. De Champignonkwekerslong ofwel Composteerderslong

WELKOM BLOOTSTELLING VAN BENZINEPOMPSTATION MEDEWERKERS AAN BENZEEN, TOLUEEN EN XYLENEN IN SRI LANKA

Zwangerschap in de UMC-praktijk 1

Samenvatting. Vraagstelling

Plenaire voordrachten. Titel Update techniek en protocollen: blanco (HR)CT. Spreker Dr. I.J.C. Hartmann, Maasstad Ziekenhuis.

Samenvatting COPD zorgprogramma 2019

Lange termijn complicaties bij ARDS

Houtstof. een toetsing van de haalbaarheid van een nieuwe grenswaarde. Is 1 mg/m3/8 uur verantwoord gravimetrisch meetbaar?

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Onderzoek naar blootstelling aan bestrijdingsmiddelen van mensen die in de buurt van landbouwgrond wonen

Transcriptie:

Adembenemende Chocolade Het is bekend dat contacten op de werkplek niet altijd zonder risico zijn. Als werknemers van een bepaald bedrijf ziek worden, kan het toeval zijn of te maken hebben met aanleg van die personen. Ook kan het zijn dat meerdere werknemers zijn blootgesteld aan dezelfde triggers en daardoor ziek zijn geworden. Hoe leg je dat verband? DOOR: DR. J. ROOIJACKERS Dit verhaal gaat over adembenemende contacten op de werkplek. Het betreft in dit geval de voedingsmiddelenindustrie, een bedrijf dat producten maakt van chocolade. Het verhaal begint bij een man van 36 jaar die de laatste twee jaar progressief klachten kreeg van kortademigheid, met name bij inspanning. Hij had geen bijzondere medische voorgeschiedenis. In het verleden heeft hij wel gerookt met zo n 8 pack jaren. In het verleden heeft hij tijdelijk cocaïne gesnoven. Als hobby deed hij wat aan autoreparatie, vooral herstelwerkzaamheden. Bij lichamelijk onderzoek worden geen afwijkingen gevonden. De longfunctie liet een licht restrictief gestoorde longfunctie zien en een duidelijk afgenomen diffusiecapaciteit. Zijn inspanningstolerantie was nog redelijk, gemeten na een zes minuten looptest, maar er wordt wel een daling van de saturatie naar 91% gezien. Vervolgens wordt er een bronchoalveolaire lavage (BAL) gedaan en daarbij valt op dat het aantal eosinofiele granulocyten verhoogd is. De hoge resolutie computer tomografie (HRCT) is duidelijk afwijkend. In de bovenvelden zijn afwijkingen zichtbaar met tekenen van matglas, versterkte reticulaire en ook een peribronchovasculaire tekening (figuur 1). Er is sprake van een gradiënt, dat wil zeggen een toename van deze afwijkingen in de ondervelden ten opzichte van de bovenvelden (figuur 2). Deze afwijkingen passen het beste bij een non-specific interstitial pneumonia (NSIP). Mogelijk zou het ook nog een extrinisieke allergische alveolitis (EAA) kunnen zijn. Deze bevindingen passen wat minder bij een usual interstitial pneumonia (UIP). In longweefsel verkregen via een biopsie is in het overzichtsbeeld een relatief goed Figuur 1. HRCT van de bovenvelden. 6

Dr. Jos M. Rooijackers geboren op 9 maart 1959, was van 1991 tot 2005 werkzaam als longarts bij het Universitair Longcentrum Dekkerswald te Groesbeek / UMC St. Radboud te Nijmegen. Hij is gepromoveerd op het onderwerp longrevalidatie bij patiënten met ernstig COPD. Vanaf 2005 is hij voorzitter van het bestuur van de Stichting Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL), gevestigd te Utrecht. NKAL is actief op het gebied van klinische arbeidsgeneeskunde door kennis te ontwikkelen, te verspreiden en te implementeren op het gebied van diagnostiek, behandeling en preventie van arbeidsrelevante longaandoeningen. Het NKAL werkt intensief samen met het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Universiteit Utrecht, de Divisie Hart en Longen van het UMC Utrecht en het ILD Expertsiecentrum van St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein. e-mail: j.rooijackers@nkal.nl; website: www.nkal.nl. rijk ontstekingsinfiltraat zichtbaar met meerdere lymfocyten en plasmacellen. Hier en daar is er ook een meerkernige reuscel aanwezig (figuur 3). Het beeld van de HRCT-scan en de pathologie van het longbiopt passen het beste bij een NSIP. Belangrijk om nog te vermelden is dat in het longbiopt ook heel veel dubbelbrekend materiaal wordt gezien. Dat is verder geanalyseerd met behulp van een energy dispersive X-ray (EDX; figuur 4). Figuur 2. HRCT van de ondervelden. verdeeld ontstekingsinfiltraat zichtbaar. In de periferie is al een enige verstoring van de architectuur, waarbij ook mogelijk sprake is van honeycombing en ook op meerdere plaatsen fibroblastenfoci. Bij een grotere vergroting is een Full scale counts 5247 5000 4000 3000 2000 1000 Mg Si EOX116-09617 stof_pt1 0 0 2 4 6 8 klm-47-ag kev Controle kopergrid Cu Cu 10 Figuur 4. Energy dispersive X-ray (EDX) analyse van materiaal aangetroffen in biopt waarin silica en magnesium, de belangrijkste elementen van talk. Figuur 3. Interstitieel ontstekingsinfiltraat met lymfocyten, histiocyten en plasmacellen. Dat gebeurt door middel van elektronenmicroscopie (EM) en dat kan ondermeer op de afdeling pathologie van het Radboud UMC te Nijmegen. Het dubbelbrekend materiaal bleek magnesiumsilicaat te zijn. Magnesiumsilicaat is in feite talk. De vraag was of die talk afkomstig zou kunnen zijn van de werkplek. In het bedrijf wordt tijdens de productie van chocoladeproducten namelijk veel met talk gewerkt. 7

Daarom werd een monster van deze talk genomen, dat bij analyse met EDX identiek was aan de talk in het longbiopt. Talcose Uiteindelijk was de conclusie, nadat alles bij elkaar opgeteld was - de klachten, het röntgenbeeld en het pathologisch materiaal - dat het hier meest waarschijnlijk een talcose ten gevolge van expositie op de werkplek betreft. 1,2 De persoon in kwestie is behandeld met prednison. Een paar jaar later was een sterke afname van de afwijkingen zichtbaar. Bij deze man is het goed gegaan. Er zijn allerlei mogelijkheden van talkexpositie, waaronder cosmetisch gebruik en bijvoorbeeld door het gebruik van cocaïne. 3-5 Talk kan bij cocaïnegebruikers in de longen terecht komen en interstitiële longafwijkingen veroorzaken. Meestal betreft het cocaïne wat intraveneus is gespoten, maar in de literatuur is ook een enkel geval beschreven waarin cocaïne was gesnoven. 4-7 De cocaïne is erg onzuiver en dat betekent dat je/men in het longbiopt een groot spectrum van anorganische stoffen mag verwachten. Ook kan talcose optreden ten gevolge van het veelvuldig opblazen van talk bevattende ballonnen, zoals een voorbeeld beschreven door een groep uit Leuven. Zij beschrijven in de Lancet een granulomateuze reactie ten gevolge van talk inhalatie door een accountant die als hobby iedere zaterdag van ballonnen allerlei beesten maakte. 8 Zo inhaleerde hij uiteindelijk grote hoeveelheden talk. Surveillance Wat betekende dit nu voor de werknemers en het bedrijf? Dit bedrijf heeft zeer adequaat gehandeld. Op het moment dat duidelijk werd dat er mogelijk sprake was van een beroepsziekte, hebben zij direct gevraagd om verder onderzoek dat inzicht moest geven in de blootstelling en de gezondheidseffecten bij de werknemers. Zij wilden weten of er nog meer werknemers een talcose hadden ontwikkeld en met welke interventie nieuwe gevallen in de toekomst konden worden voorkomen. Dat onderzoek vatten we samen onder het woord surveillance, dat zich richt op primaire, secundaire en tertiaire preventie. Een surveillance bestaat uit blootstellingsonderzoek, medisch onderzoek en interventie zowel op individueel als op groepsniveau. Blootstellingsonderzoek Het blootstellingsonderzoek, of wel exposure assessment wordt door de arbeidshygiënist uitgevoerd. In dit bedrijf heeft de arbeidshygiënist een evaluatie gedaan van alle taken en functies waarin blootstelling aan talk kan optreden. Op die manier komen alle werknemers in beeld die zijn blootgesteld aan talk en ook de mate waarin. Op basis van de totale arbeidsduur kon de cumulatieve blootstelling worden geschat. Om de hoogte van de blootstelling te bepalen zijn twee soorten blootstellingsmetingen verricht. Op de eerste plaats persoonlijke metingen, waarbij werknemers een monsterkop met filter dragen op hun overall, die aangesloten is op een pompje aan de broekriem. Gedurende een werkdag wordt de stof opgevangen in het filter, waarna de totale hoeveelheid stof wordt gewogen en in dit geval ook de fractie respirabel talk. Hiermee wordt een gemiddelde (dag) blootstelling bepaald. Op de tweede plaats zijn real time metingen uitgevoerd. Door van seconde tot seconde de concentratie respirabel talk te meten worden piekblootstellingen vastgelegd. Dat kan worden geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld. Tijdens het productieproces komt de chocolade in een korreldrageer. Dit apparaat lijkt op een betonmolen, waarin de chocolade door een bepaalde mal wordt geperst, waardoor je bijvoorbeeld hagelslag krijgt of vlokken. In de trommel wordt met grote regelmaat talk toegevoegd om twee redenen: het voorkomt dat de korrels hagelslag aan elkaar gaan plakken en door de schurende werking krijgt de chocolade een mooie glans. De talk wordt eerst uit een grote voorraadbak overgeschept in een emmer en vervolgens wordt uit de emmer telkens weer een schep talk in de 8

trommel gestrooid. Er worden overigens ook nog andere ingrediënten toegevoegd aan het proces, waaronder gom. Het resultaat van de persoonlijke metingen gedurende een hele werkdag liet een gemiddelde opnameduur zien van 455 minuten en een gemiddelde blootstelling van 0.54 mg/m 3. Dat is boven de wettelijke Nederlandse grenswaarde, occupational exposure limit (OEL), van 0.25 mg/m 3 die door de Gezondheidsraad is geadvisseerd. 9 In andere Europese landen worden veelal hogere grenswaarden gehanteerd. Een real time meting is zichtbaar in figuur 5. De concentratie talk wordt continu gemeten in de buurt van de korreldrageer. Bij het toevoegen van de talk ontstaat al een kleine piek (links), maar de grootste piek ontstaat eigenlijk pas als een moment later ook gom wordt toegevoegd. Tijdens het toevoegen van de gom stuift de talk kennelijk uit de korreldrageer en leidt tot hoge piekblootstellingen van 25 mg/m 3. Na het blootstellingsonderzoek volgt het medisch onderzoek. Aerosol mg/m 3 30 25 20 15 10 5 0 7:06 Wed 2 Oct 2013 Drum for chocolate sprinkles Real-time dust Toevoeging talk Toevoeging gum 7:07 7:08 7:09 7:10 7:11 Date & Time Figuur 5. Real time metingen. Eerste piek na toevoeging van talk, daarna opnieuw en een hogere piek als gom wordt toegevoegd. Medisch onderzoek Alle 111 medewerkers van dit bedrijf hebben een vragenlijst gekregen waarin is gevraagd naar arbeidshistorie en respiratoire klachten. Er waren in totaal 28 werknemers met respiratoire klachten, waarvan er 17 inhalatiemedicatie gebruikten. Dat duidt op respiratoire problematiek. Een aanzienlijk aantal van deze werknemers had ook een hoge cumulatieve blootstelling aan talk. Vervolgens zijn een aantal van de werknemers geselecteerd voor verder onderzoek. Omdat het niet haalbaar is om alle 111 werknemers een HRCT-scan van de longen te laten ondergaan zijn hiervoor de werknemers met de hoogste cumulatieve blootstelling geselecteerd. Het betrof 10 werknemers die het hoogst aantal arbeidsjaren hadden gewerkt in functies met relevante blootstelling. Deze eerste groep was tussen de 14 en 40 jaar in dienst. Acht van deze werknemers hadden ook respiratoire klachten. Bij drie werknemers was de HRCT-scan afwijkend. De indexcasus, eerder besproken, zat in deze groep. Daarnaast bevond er zich ook een 63-jarige man, die al zeer lang bij dit bedrijf werkte, met clubbing en vergelijkbare afwijkingen op zowel de HRCT-scan als in het longbiopt, waarin veel talk werd gevonden bij EDX. De diagnose talcose is ook bij deze man gesteld. Bij de derde werknemer van 45 jaar was sprake van een nodulair beeld op de HRCT-scan, maar te discreet om een longbiopsie te rechtvaardigen. Het is dus niet uitgesloten dat de noduli in verband staan met de blootstelling aan talk. Omdat er in deze groep van tien al ten minste twee werknemers waren met afwijkingen, is besloten om een volgende groep van acht personen met de hoogste cumulatieve blootstelling aan talk uit te nodigen voor aanvullend onderzoek. Deze mensen waren ook wat korter in dienst, tussen de 8 en 25 jaar. Bij geen van hen was de HRCT-scan afwijkend. Omdat in deze groep geen talcose meer voorkwam, is besloten de overige 93 werknemers niet meer verder te onderzoeken vanwege de geringe kans op talcose. Interventie Welke maatregelen zou het bedrijf kunnen nemen om de blootstelling aan talk te verminderen? Daarvoor is onder andere gekeken naar het proces bij de korreldrageer. Er is besloten de talk voortaan af te wegen op een aparte plek, 9

onder afzuiging, waarbij de werknemer adembescherming draagt. Vervolgens is er voor gekozen om de talk niet meer apart in de korreldrageer te strooien, maar in combinatie met de gom toe te voegen. Dat betekent dat eerst een slurry werd gemaakt van gom en talk. De effecten op de blootstelling zijn weergeven in figuur 6. Waar aanvankelijk nog sprake was van piekblootstellingen van 25 mg/m 3, komen de piekblootstellingen niet meer boven de 0.12 mg/m 3. Dit is zelfs onder de grenswaarde voor een 8-urige werkdag. Zo zijn er op meerdere plaatsen in het bedrijf beheersmaatregelen getroffen die er allemaal toe hebben geleid dat de blootstelling aan talk aanzienlijk is gereduceerd. 0,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 0 Toevoegen talkmengsel aan mengers 7:46:09 7:46:13 7:46:17 7:46:21 7:46:25 7:46:29 7:46:33 7:46:37 7:46:41 7:46:45 7:46:49 7:46:53 7:46:57 7:47:01 7:47:05 7:47:09 7:47:13 7:47:17 7:47:21 7:47:25 AEROSOL mg/m 3 Figuur 6. Real time metingen na interventie: er treedt geen relevante piekblootstelling meer op. Inhalatie talk weinig aandacht in voedingsmiddelenindustrie Bekende toepassingen van talk waarbij het risico wordt onderkend ten gevolge van het inhaleren van talkpoeder worden gevonden in de papier-, plastic-, rubber- en ceramische industrie. Hoe komt het nu dat in dit bedrijf zo weinig aandacht was voor de inhalatie van talk, terwijl talk toch ook heel veel wordt toegepast in voedingsmiddelen zoals in zoetwaren, bakkersproducten, rijst, gedroogde voeding, kaas en worst(vel)? Dat heeft te maken met het feit dat de focus volledig is gericht op de orale intake. Zo is er wel veel aandacht voor voedingsadditieven en voor enzymen. Maar alles is gericht op de veiligheid bij oraal gebruik, en niet op inhalatie-risico s. In de literatuur is al veel eerder gewezen op de risico s van inhalatie van gevaarlijke stoffen in de voedingsmiddelenindustrie. 10 Dat betekent dat bewustwording nodig is om de gezondheidseffecten van de inhalatie van voedingsadditieven, waartoe ook talk behoort, te voorkomen. Voor de praktijk De beschreven ziektegeschiedenis maakt duidelijk dat in een bedrijf dat chocoladeproducten maakt, talcose wel degelijk kan voorkomen. Het risico van het gebruik van talk in de voedingsmiddelenindustrie is niet goed bekend. Beheersmaatregelen gericht op reductie en vermijden van de blootstelling kan resulteren in een sterke daling van de blootstelling en het voorkomen van nieuwe gevallen in de toekomst. Wat dit verhaal op eerste plaats wil laten zien is, dat onderzoek, diagnostiek en ook interventie op de werkplek alleen maar mogelijk is als professionals van verschillende disciplines samenwerken. Naast longartsen zijn arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen betrokken, evenals een epidemioloog, omdat niet alleen sprake is van individuele gezondheidszorg, maar de gezondheid van een populatie van werknemers op het spel staat. Omdat de voedingsmiddelenindustrie zich minder bewust is van de risico s van inhalatie van voedingsadditieven, is aandacht voor deze blinde vlek dringend gewenst. E-learning presentatie Zie: www.ildcare.nl 10

Referenties 1. Akira M, et al. Inhalational Talc Pneumoconiosis: Radiographic and CT Findings in 14 Patients. search: Am J Roentgenol 2007; 188(2): 326-33. 2. Marchiori E, et al. Pulmonary talcosis: imaging findings. Lung 2010; 188(2): 165-71. 3. van Huisstede A, et al. Talcosis due to abundant use of cosmetic talcum powder. Eur Respir Rev 2010; 19(116): 165-67. 4. Siddiqui MF, et al. Pulmonary talcosis with intravenous drug abuse. Respir Care 2013; 58(10): e126-28. 5. Fiorelli A, et al. Spontaneous pneumothorax associated with talc pulmonary granulomatosis after cocaine inhalation. Gen Thorac Cardiovasc Surg 2016; 64(3): 174-76. 6. Oubeid M, et al. Pulmonary talc granulomatosis in a cocaine sniffer. Chest 1990; 98(1): 237-39. 7. Drent M, et al. Interstitial lung damage due to cocaine abuse: pathogenesis, pharmacogenomics and therapy. Curr Med Chem 2012; 19: 5607-11. 8. Thomeer M, et al. A breathless countant who blew up balloons. Lancet 1999; 354(9173):124. 9. Health-based recommended occupational exposure limit for talc dusts. Report of the Dutch Expert Committee for occupational standards (DEC). 1991. 10. Cartier A. Role of inhalant food allergens in occupational asthma. Curr Allergy Asthma Rep 10: 349-356. 11