Handleiding stage HMA2

Handleiding stage HMA2 nr: M.X.STX.1.0 2009 hogeschool hospitality en toerisme.

Handleiding stage HMA2 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. M_X_STX_18rhe_Handleiding stage HMA2 Tio 2

Inhoudsopgave Inleiding 5 1 De stage 6 1.1 Doelstellingen van de stage 6 1.2 Inhoud van de stage 6 1.3 Voorwaarden om op stage te mogen gaan 8 1.4 Duur en tijdstip van de stageperiode 10 1.5 De stageplaats 10 1.6 Inschrijving 12 1.7 Herkansingen bij stage in het buitenland 12 1.8 Herkansen van de stage 12 2 Het stageverslag 14 2.1 Inhoudelijke richtlijnen voor het stageverslag 14 2.2 Richtlijnen voor het inleveren van het stageverslag 17 3 Begeleiding 19 3.1 Begeleiding door Tio 19 3.2 Begeleiding door de stageorganisatie 22 4 Beoordeling stage 23 4.1 Stagecijfer 23 4.2 Schema beoordeling stage HMA2 24 4.3 Beoordelingsformulier stageverslag 24 5 Voorbereiding stage 28 5.1 Het zoeken van een stageplaats 28 5.2 Het sollicitatiegesprek 29 5.3 Het aanvaarden van een stageplaats 30 5.4 De stageovereenkomst 31 6 Tijdens de stage 33 6.1 Richtlijnen voor de student 33 6.2 Terugkomdag 34 Inhoudsopgave tio 3

6.3 Afbreken stage 34 6.4 Wijzigen stageduur 35 6.5 Vergoeding aan studenten 36 6.6 Bedrijfsbijdrage aan Tio 36 6.7 Wanbetaling 37 6.8 Werktijden 38 6.9 Een bijbaan tijdens de stage 38 6.10 Flexibiliteit van de student 38 7 Stage in het buitenland 39 7.1 Eisen voor een stage in het buitenland 39 7.2 Risicolanden 40 7.3 (Reis)kosten 43 7.4 DUO/IB-groep 43 7.5 Verzekeringen 43 7.6 Checklist buitenlandstage 44 8 Bijlagen 45 Bijlage 1 Kerntaken HMA2 46 Bijlage 2 Voorbeeld stageovereenkomst 48 Bijlage 3 Checklist deadlines stage 55 Bijlage 4 Vragenlijst week 1 56 Bijlage 5 Checklist buitenlandstages 58 Inhoudsopgave tio 4

Inleiding Voor je ligt de Handleiding stage Hotelmanagement 2 (HMA2), van Hogeschool Tio. Deze opleiding leidt op voor de kwalificatie Manager/Ondernemer Horeca (crebo: 90303). De kennismaking met de praktijk speelt een belangrijke rol binnen de opleiding HMA2. Tijdens de stage ga je aan de slag om bepaalde werkprocessen te leren beheersen. Daarnaast leer je als werknemer te functioneren in een arbeidsorganisatie. In deze stagehandleiding lees je in hoofdstuk 1 wat er van je wordt verwacht tijdens de stage. In hoofdstuk 2 vind je de criteria voor de stageverslaggeving. Tevens staat er wanneer het stageverslag ingeleverd moet zijn. Hoofdstuk 3 gaat over de begeleiding tijdens de stage en in hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe de stage beoordeeld wordt. De hoofdstukken 5 t/m 7 beschrijven de procedures die gevolgd moeten worden voor, tijdens en na de stage. Lees voordat je met je stage begint deze stagehandleiding helemaal door, zodat je precies weet wat er van je verwacht wordt. Deze stagehandleiding moet samen met het praktijkwerkboek stage HMA2 worden gelezen. Het praktijkwerkboek stage wordt ingevuld door de student en de bedrijfscoach. Beoordelingen uit het praktijkwerkboek stage worden door de bedrijfscoach ondertekend. Het praktijkwerkboek stage lever je samen met je stageverslag in bij je stagecoördinator. Deze handleiding geldt voor studenten van instroom september 2009-2010 en voor studenten van instroom januari 2010. In deze stagehandleiding wordt de mannelijke vorm gebruikt. Dit is gedaan voor de leesbaarheid. Overal waar hij of zijn staat, wordt ook zij respectievelijk haar bedoeld. Inleiding tio 5

1 De stage Tijdens de stage krijgt de student de mogelijkheid de geleerde theorie toe te passen in de praktijk. De beheersing van specifieke werkprocessen wordt gedurende de stage getoetst door de bedrijfscoach. Daarnaast wordt de student beoordeeld op zijn beroepshouding. Aan het eind van de stage schrijft de student een stageverslag. 1.1 Doelstellingen van de stage De stage heeft tot doel om: de sociale en communicatieve vaardigheden van de student verder te ontwikkelen; de student kennis te laten maken met de omstandigheden zoals die in verschillende arbeidssituaties voorkomen (organisatieprincipes, gezagsverhoudingen, bedrijfsfilosofieën); de student begrip te doen ontwikkelen voor zijn toekomstige functie in een organisatie, door hem te laten ervaren wat een toekomstige werkgever van hem verwacht; de student de geleerde theoretische kennis en vaardigheden te laten toepassen in praktijksituaties; de student te beoordelen op de beheersing van werkprocessen door hem opdrachten te laten uitvoeren. 1.2 Inhoud van de stage Tijdens de stage is de student één van de medewerkers van de stageorganisatie. De student voert werkzaamheden uit die horen bij zijn functie. In het begin van de stage worden de werkzaamheden voornamelijk onder begeleiding uitgevoerd. Naarmate de student laat zien de taken naar behoren uit te voeren en zich actief opstelt, kan de student meer verantwoordelijkheden krijgen. De stage tio 6

1.2.1 Praktijkwerkboek stage Gedurende de stage werkt de student aan opdrachten uit het praktijkwerkboek. De opdrachten zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: De beheersing van specifieke werkprocessen Voor de opleiding HMA2 zijn kerntaken en werkprocessen beschreven die de student moet beheersen (zie bijlage 1 van deze handleiding). Een deel van deze werkprocessen wordt getoetst tijdens de stage. Bedrijfsopdrachten Tijdens de stage voert de student twee bedrijfsopdrachten uit. De opdrachten omvatten verschillende soorten onderzoeken die de student bij de stageorganisatie gaat verrichten. De opdrachten resulteren in adviezen voor de stageorganisatie om zichzelf te verbeteren of te innoveren. De uitwerking van de bedrijfsopdrachten wordt bij het stageverslag gevoegd. Beroepshouding Het succesvol functioneren in de branche is in grote mate afhankelijk van de beroepshouding van de student. Aan het begin van de stage doet de student de nulmeting voor zijn beroepshouding. Op grond van de resultaten van deze meting maakt de student een plan van aanpak om tijdens de stage een aantal competenties te ontwikkelen. Halverwege de stage beoordeelt de student zichzelf en laat hij zich door de bedrijfscoach beoordelen. Aan het einde van de stage vindt een laatste beoordeling plaats en trekt de student conclusies over zijn eigen beroepshouding en verbeterpunten. Het reflectieverslag wordt bij het stageverslag gevoegd. De opdrachten worden beoordeeld door de bedrijfscoach. In het praktijkwerkboek stage zijn verschillende beoordelingsformulieren opgenomen die door de bedrijfscoach ingevuld moeten worden. Het praktijkwerkboek stage (met de ingevulde en ondertekende beoordelingsformulieren) en de uitwerkingen van de opdrachten dienen tegelijk met het stageverslag ingeleverd te worden. De student houdt een kopie van het praktijkwerkboek stage voor zijn eigen administratie. 1.2.2 Stageverslag De stage wordt afgesloten met een stageverslag. Dit verslag bevat informatie over de stage en de uitvoering. Het stageverslag wordt beoordeeld door de stagecoördinator. Meer informatie over het stageverslag is te vinden in hoofdstuk 2. De stage tio 7

1.3 Voorwaarden om op stage te mogen gaan Aan de stage kunnen alleen studenten deelnemen die naar het oordeel van de stagecoördinator en de vestigingsmanager een zodanige instelling getoond hebben, dat redelijkerwijs mag worden verwacht dat zij de stage met goed gevolg zullen doorlopen. Tio behoudt zich dan ook het recht voor de student geen stage te laten lopen indien de resultaten onvoldoende zijn of indien ongemotiveerd gedrag van de student tijdens de opleiding hiertoe aanleiding geeft. Verder geldt dat wangedrag gedurende het studiejaar aanleiding kan zijn om de student uit te sluiten van een stage in dat studiejaar. Daarnaast gelden de volgende aanvullende eisen: HMA2 instroom september 2009-2010 (stage zomer 2010) De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de Bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek mag een student niet op stage. De student heeft maximaal 2 schriftelijke tentamens van het eerste semester niet behaald. De student heeft maximaal 4 T4-opdrachten van het eerste semester, met uitzondering van de moderne vreemde talen, met een onvoldoende resultaat afgerond. De student heeft de praktijkstage HMA2 met een voldoende resultaat afgerond. Indien de student is doorgestroomd vanuit een HMA1/SRH1/CTM1 opleiding dient de stage van dat studiejaar met voldoende resultaat te zijn afgerond. De student heeft voldoende ontwikkeling van het Engelse taalniveau, naar de mening van de docent Engels. De stage tio 8

HMA2 instroom januari 2010-2011 (stage zomer 2010) De student heeft één verplicht studievoortganggesprek gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn. Het verslag van het studievoortganggesprek is opgeslagen in zijn portfolio. Indien de student is doorgestroomd vanuit een HMA1/SRH1/CTM1-opleiding dient de stage van dat studiejaar met voldoende resultaat te zijn afgerond. HMA2 instroom januari 2010-2011 (stage januari 2011) De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de Bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek mag een student niet op stage. De student heeft maximaal 2 schriftelijke tentamens van het eerste semester niet behaald. De student heeft maximaal 4 T4-opdrachten van het eerste semester, met uitzondering van de moderne vreemde talen, met een onvoldoende resultaat afgerond. De student heeft de praktijkstage HMA2 met een voldoende resultaat afgerond. Indien de student is doorgestroomd vanuit een HMA1/SRH1/CTM1 opleiding dient de stage van dat studiejaar met voldoende resultaat te zijn afgerond. De student heeft voldoende ontwikkeling van het Engelse taalniveau, naar de mening van de docent Engels. De peildatum voor bovenstaande eis is het moment dat een stageovereenkomst moet worden ondertekend door de stagecoördinator. Op dat moment moet een student voldoen aan alle stage-instroomeisen. Indien de student niet tijdig voldoet aan de stage-instroomeisen en er geen stage (meer) gelopen kan worden voordat een nieuw studiesemester begint, dient de student de stage uit te stellen of het studiejaar te verlengen door zich opnieuw in te schrijven. De stage tio 9

In het geval dat een student niet wordt toegestaan op stage te gaan wegens bovenstaande gronden, moet een stagecoördinator de student schriftelijk informeren, waarvan een kopie aan de vestigingsmanager wordt gestuurd. Betreft het een minderjarige student dan informeert de vestigingsmanager tevens de ouders van de student. De student kan een bezwaar indienen bij de examencommissie. Als de student naar de mening van de examencommissie in voldoende mate heeft aangetoond wel aan bovenstaande voorwaarden te hebben voldaan, kan de examencommissie de student alsnog toestemming geven. De student is er zelf verantwoordelijk voor dat de stageovereenkomst door alle partijen ondertekend wordt en vóór de start van de stage bij de stagecoördinator is ingeleverd. Indien de ondertekende overeenkomst niet voor aanvang van de stage door Tio is ontvangen, is de stage niet geldig. De stage kan op z n vroegst ingaan vanaf het moment van ondertekening van de overeenkomst. 1.4 Duur en tijdstip van de stageperiode Voor HMA2 geldt dat de stage uit minimaal 10 aangesloten weken moet bestaan en maximaal 10 maanden mag duren. Voorwaarde is dat een langere stage naar het oordeel van de stagecoördinator toegevoegde waarde heeft. De ingangs- en de einddatum van de stage worden vastgesteld in overleg met de stageorganisatie en de stagecoördinator. De stage mag niet eerder beginnen dan de op de stageovereenkomst vermelde ingangsdatum. De student gaat voltijds stagelopen conform de richtlijnen van de stageorganisatie (of cao van de bedrijfstak) met een minimum van 36 uur per week. Het aantal uren per week kan hoger liggen. De werktijden worden in overleg met de student vastgesteld. De student wordt geacht ook in de weekenden en avonden, indien nodig, beschikbaar te zijn. Door het verrichten van overwerk wordt de minimale stageduur van 10 weken niet verkort. Overwerk levert ook geen extra studiepunten op. Eventuele gevolgen voor de studiefinanciering bij de DUO/IB-groep zijn de verantwoordelijkheid van de student. 1.5 De stageplaats 1.5.1 Eisen aan een geschikte stageplaats Een geschikte stageplaats moet aan enkele belangrijke eisen voldoen: Ten eerste heeft de stageorganisatie een erkenning als erkend leerbedrijf van Kenwerk. Indien er geen erkenning is, dient de stageorganisatie de nodige stappen te ondernemen om een erkenning te verwerven. De stage tio 10

Ten tweede is er sprake van omstandigheden waarin de student op zinvolle wijze invulling kan geven aan de opdrachten uit het praktijkwerkboek stage, waarbij de werkzaamheden liggen op het terrein en het niveau van de door de student gevolgde opleiding. Als derde geldt dat de student tijdens de stage de beschikbaarheid moet hebben over een computer en een telefoon om contact te kunnen onderhouden met Tio. Een stage waarbij de student niet in staat is om regelmatig contact te onderhouden met Tio kan niet worden goedgekeurd. Als vierde stelt Tio dat iemand binnen de organisatie als coach moet optreden. Coaching bestaat uit het wegwijs maken van de student, het inwerken en waar nodig corrigeren in de werkzaamheden. De bedrijfscoach levert ook een aandeel in de beoordeling van de student. Tenslotte moet de organisatie akkoord gaan met de voorwaarden opgenomen in de stageovereenkomst. Uiteraard moet de student in veilige omstandigheden kunnen werken. De stage moet liggen in het verlengde van de opleiding en van voldoende niveau zijn om aan de inhoudelijke doelstellingen van de stage te kunnen voldoen. Dit wordt door de stagecoördinator getoetst voor aanvang van de stage. Wanneer een student een potentiële stageplaats heeft gevonden bij een organisatie die niet bekend is bij Tio, dient de student deze organisatie te laten beoordelen. Pas na een positieve beoordeling van Tio kan er een definitieve stageovereenkomst worden gemaakt. 1.5.2 Niet toegestane stageplaatsen Om aan de doelstellingen van de stage zoals beschreven in dit hoofdstuk te kunnen voldoen is het van belang dat een student in verschillende organisaties zijn stage voltooit. Een stage bij een organisatie waar de student al eerder een stage heeft gelopen wordt dan ook niet toegestaan. Een stage waarin een student een functie of werkzaamheden uitvoert die in grote lijnen gelijk zijn aan de functie ofwerkzaamheden van een eerdere stage, kan niet worden goedgekeurd. De functie/werkzaamheden moet(en) onderscheidend zijn ten aanzien van de leerervaring en inhoud. In verband met mogelijke belangenverstrengeling is een stage lopen bij een eigen organisatie van een docent van Tio in beginsel niet gewenst. Voor een stage bij een organisatie van een docent van Tio moet Hoofd Opleidingen in alle gevallen schriftelijk toestemming geven (zie OER 17.2). De stage tio 11

Een student wordt niet toegestaan stage te lopen bij een organisatie van een familielid, of indien een familielid bij een stageorganisatie werkzaam is. Dit ter voorkoming van belangenverstrengeling. 1.6 Inschrijving De stage moet beginnen en eindigen voordat de inschrijving bij Tio verloopt. Indien de student bij het verlopen van de inschrijving de stage nog niet is begonnen of heeft afgerond, schrijft de student zich officieel voor het nieuwe studiejaar in via een verlengde inschrijving (zie OER 4.8). 1.6.1 Verlengde inschrijving januari-instroom Studenten van de januari-instroom ontvangen een gratis verlengde inschrijving tot uiterlijk 31 augustus 2010. De student dient zich hiervoor wel zelf in te schrijven. Tijdens de verlengde inschrijving kan er een stage worden gelopen die voor 31 augustus 2010 moet aflopen. 1.7 Herkansingen bij stage in het buitenland Studenten die in het buitenland stage lopen moeten er rekening mee houden dat zij dan mogelijk niet deel kunnen nemen aan door Tio aangeboden herkansingen, behalve als zij van de organisatie de gelegenheid krijgen terug te komen en zelf de reiskosten op zich kunnen nemen. 1.8 Herkansen van de stage De volgende regels voor het herkansen van de stage worden gehanteerd Wanneer het stageverslag incompleet (zonder handtekening, zonder eindbeoordelingsformulier, etc.) of te laat wordt ingeleverd ontvangt de student het cijfer 1. De student heeft in het volgende studiejaar het recht de stage te herkansen. Wanneer een verplicht onderdeel van de stage, zoals onderdelen uit het praktijkwerkboek, met een onvoldoende wordt beoordeeld, heeft de student in het volgende studiejaar het recht de stage te herkansen. Wanneer er voor een onderdeel van het stageverslag een onvoldoende is behaald ontvangt de student bericht van de stagecoördinator. De stagecoördinator geeft aan welke onderdelen onvoldoende zijn en wat de reden van de onvoldoende is. De student heeft na ontvangst van de mededeling vijf werkdagen de tijd de onvoldoende onderdelen aan te passen. De student past de onderdelen aan en stuurt de gereviseerde versie aan de stagecoördinator. Beoordeelt de stagecoördinator het verbeterde werk nog De stage tio 12

steeds met een onvoldoende of wordt het gereviseerde verslag te laat ingeleverd dan ontvangt de student een 1 voor de stage. De student dient in dit geval in een volgend studiejaar een nieuwe stage te lopen. Als een student besluit een stage af te breken tegen de beslissing van de stagecoördinator in, of de student wordt door de organisatie wegens verwijtbaar gedrag ontslagen, wordt het cijfer 1 toegekend voor de stage. Ook terugkomen of stoppen zonder overleg met de stagecoördinator wordt beschouwd als het afbreken van de stage. De student kan dan niet in dezelfde stageperiode (van dat studiejaar) een stage bij een andere stageorganisatie lopen en dient in het volgende studiejaar een nieuwe volledige stage uit te voeren. Wanneer een student binnen zijn studieloopbaan bij Tio een stage afbreekt zonder toestemming van de stagecoördinator wordt direct het cijfer 1 toegekend en wordt de student uitgesloten om een volgende stage in het buitenland te doorlopen. Wanneer een student voor de 2 e keer zonder toestemming een stage afbreekt dan volgt direct uitsluiting van de opleiding. Een student die wegens voorgaande reden wordt uitgesloten van de opleiding kan bij de examencommissie bezwaar aantekenen. Wanneer een student op stage in het buitenland door de organisatie wordt ontslagen wegens (wan)gedrag van de student dan is het de student niet toegestaan een volgende stage in het buitenland te doen. Kosten die voortvloeien uit het niet behalen van een voldoende voor de stage zijn te allen tijde voor rekening van de student. De stage tio 13

2 Het stageverslag De student maakt van de stage een verslag. Dit stageverslag wordt beoordeeld door de stagecoördinator. De bedrijfscoach tekent het verslag voor inhoudelijk akkoord. Het stageverslag moet voldoen aan de richtlijnen zoals in dit hoofdstuk beschreven. 2.1 Inhoudelijke richtlijnen voor het stageverslag Het verslag dient inhoudelijk aan de volgende richtlijnen te voldoen: Voorpagina (1 pagina) De voorpagina bevat de volgende onderwerpen: - de vermelding stageverslag ; - naam en studentnummer; - opleiding, klas en Tio-vestiging; - naam en adres stageorganisatie en naam bedrijfscoach; - functie student en afdeling waar de student stage loopt; - naam en adres stagecoördinator (het adres van Hogeschool Tio); - exacte stageperiode (begin- en einddatum); - plaats en datum; - handtekening van de bedrijfscoach voor goedkeuring van het verslag. Voorwoord (1 pagina) Het voorwoord bevat de aanleiding voor het verslag, de globale bedoeling van de stage en eventuele dankwoorden aan personen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het verslag. Inhoudsopgave (1 pagina) De inhoudsopgave wordt gemaakt met hoofdstukindeling en paginanummering (automatisch gegenereerd, dus niet handmatig een inhoudsopgave maken). Inleiding (1 pagina) De student geeft antwoord op de volgende vragen: - Waarom deze stage, juist bij deze organisatie? - Hoe is de student aan zijn stageplaats gekomen? - Welke leermomenten zijn er voor de student geweest tijdens het proces van het zoeken naar de stage? Het stageverslag tio 14

Organisatiebeschrijving (3-5 pagina s) In dit hoofdstuk van het stageverslag beschrijft de student de stageorganisatie. De student beschrijft: - de ontstaansgeschiedenis van de organisatie; - de missie en doelstellingen van de organisatie; - de doelgroep(en) waar de organisatie zich op richt; - de producten en/of diensten die de organisatie biedt; - het unique selling point van de organisatie (wat maakt de organisatie zo uniek?); - de organisatiestructuur (inclusief organogram); - de organisatiecultuur (hiërarchische verhoudingen, manier van leidinggeven, werkmentaliteit, bedrijfsvoorschriften, gewoontes en tradities binnen de organisatie). Verder geeft de student een beschrijving van de functies en taken van zijn directe collega s en zijn leidinggevende. Extra opdracht voor studenten met een buitenlandstage: Een student die in het buitenland stage loopt geeft tevens een beschrijving van de cultuurverschillen tussen het land waar hij stage loopt en Nederland. Hij gaat hierbij in op de volgende onderwerpen: - leiding; - teamwork; - werktijden; - werkmentaliteit; - geloof; - organisatiecultuur. De student gebruikt voorbeelden om de verschillen te illustreren. Ook geeft de student aan of de communicatie in een andere taal voordelen of complicaties met zich heeft meegebracht. Dagelijkse werkzaamheden (3-5 pagina s) In dit gedeelte van het stageverslag gaat de student in op het verloop van de stage. De student geeft een korte samenvatting van zijn dagelijkse werkzaamheden. Verder geeft de student aan welke obstakels hij heeft ondervonden en wat de leermomenten tijdens de stage zijn geweest. Let op: dit hoofdstuk dient geen opsomming te worden, maar een beschrijving. Het stageverslag tio 15

Verslag stagebezoek (1 pagina) Indien de student een stagebezoek heeft gehad, neemt hij hierover een korte rapportage op in zijn stageverslag. In deze rapportage beschrijft de student op hoofdlijnen wat er besproken is. De datum, tijd en duur van het bezoek en de naam van de bezoeker dienen vermeld te worden. Evaluatie (1 pagina) De student evalueert de stage aan de hand van de onderstaande vragen: - Wat heeft de student kunnen betekenen voor de stageorganisatie? - Hoe was de aansluiting van de opleiding met de beroepspraktijk? - Welke kennis en vaardigheden uit zijn studie heeft hij kunnen benutten? - Welke nieuwe kennis en vaardigheden heeft hij opgedaan? - Hoe was de begeleiding van de stage? Bijlagenoverzicht In het bijlagenoverzicht geeft de student een overzicht van alle bijlagen. Bijlagen Iedere bijlage wordt op een aparte pagina inclusief titel toegevoegd. Een bijlage moet relevant zijn en in het stageverslag moet verwezen worden naar de bijlage. Het door de student opgestelde plan van aanpak voor de ontwikkeling van de beroepscompetenties wordt als bijlage toegevoegd aan het stageverslag, evenals de uitwerking van de beroepsopdrachten en het reflectieverslag (naar aanleiding van de tussentijdse beoordeling en de eindbeoordeling van de beroepscompetenties). In het geval van een buitenlandstage wordt - indien de stagecoördinator dit noodzakelijk acht - een samenvatting in het Engels, Frans, Duits of Spaans opgenomen. Het stageverslag tio 16

2.2 Richtlijnen voor het inleveren van het stageverslag Voor het inleveren van het stageverslag gelden de volgende richtlijnen: Het stageverslag dient uiterlijk 15 werkdagen na de laatste stagedag, zoals vermeld in de stageovereenkomst, te worden ingeleverd. Over een eventueel uitstel tot inlevering beslist de stagecoördinator na schriftelijk verzoek. Indien het stageverslag niet op tijd wordt ingeleverd, wordt door het stagesysteem automatisch het cijfer 1 toegekend en moet de student de stage overdoen. Het stageverslag moet zijn ingeleverd voordat de inschrijving bij Tio verloopt. Indien het verslag later ingeleverd wordt, schrijft de student zich in via de verlengde inschrijving. Zonder inschrijving kan er geen cijfer ingevoerd worden. Het stageverslag wordt digitaal via intranet ingeleverd. De datum dat dit gebeurt, geldt als inleverdatum. De digitale verslagen zullen opvraagbaar zijn voor toekomstige studenten en kunnen dienen als oriëntatie op een mogelijke stageplaats. De student maakt het digitale stageverslag anoniem, zodat toekomstige studenten geen contact kunnen opnemen. Dat houdt in dat de persoonlijke contactgegevens uit het verslag verwijderd zijn. De student print drie exemplaren van het stageverslag: - Eén ingebonden exemplaar wordt ingeleverd bij de stagecoördinator. - Eén exemplaar is voor de bedrijfscoach. - Eén exemplaar is voor de student zelf. Het exemplaar dat bestemd is voor de stagecoördinator moet worden ingebonden en ingeleverd bij de stagecoördinator, voorzien van een handtekening van de bedrijfscoach. Het is de verantwoordelijkheid van de student te zorgen dat de handtekening op het verslag staat. Een verslag dat zonder handtekening wordt ingeleverd, wordt met een 1 beoordeeld. In het bij de stagecoördinator in te leveren exemplaar wordt de originele eindbeoordeling van de bedrijfscoach als bijlage toegevoegd. De student houd een kopie van de beoordeling voor zijn eigen administratie. Indien dit voor buitenlandstages tot een tijdsprobleem leidt, kan het akkoord van de bedrijfscoach separaat per fax of e-mail verstuurd worden. De student krijgt het ingebonden exemplaar dat bij de stagecoördinator is ingeleverd niet terug. Inleveren van de geprinte versie geschiedt op dezelfde dag als de digitale inlevering. Het stageverslag tio 17

Indien de stageorganisatie en/of de student van mening is dat er vertrouwelijke informatie in het verslag is opgenomen dat niet voor publicatie binnen Tio geschikt is, bestaat de mogelijkheid om het stageverslag als vertrouwelijk aan te merken. Dit dient voor het uploaden van het document schriftelijk kenbaar te worden gemaakt bij de stagecoördinator. Indien er sprake is van slechts een klein deel (of een pagina) met vertrouwelijke informatie kan de student deze informatie uit de digitale versie weg laten met vermelding dat deze informatie vertrouwelijk is. De informatie dient dan wel volledig in het gebonden exemplaar voor de stagecoördinator te lezen te zijn. Het stageverslag is helder, toegankelijk en uitnodigend geschreven. Verder is het verslag in correct Nederlands en/of Engels geschreven, met correct gebruik van interpunctie, spelling en grammatica. Wanneer bij de eerste beoordeling blijkt dat het taalgebruik in het verslag niet van voldoende niveau is wordt het verslag direct teruggestuurd naar de student. De student heeft vijf werkdagen de tijd om het verslag te verbeteren. Het verslag wordt pas beoordeeld als het taalgebruik correct is. Als een student het stageverslag vanwege een onvoldoende beoordeling moet aanpassen, heeft de student vijf werkdagen de tijd om het gecorrigeerde verslag bij de stagecoördinator in te leveren. De correcties in het stageverslag worden gedaan in revisie. Het revisieprogramma is te vinden in Word (2007) onder: beeld werkbalken redigeren. Op de werkbalk redigeren kan de student de knop wijzigingen bijhouden aanklikken. De student stuurt binnen vijf werkdagen (nadat de student het verslag met opmerkingen van de stagecoördinator heeft terugontvangen) zowel de gereviseerde versie met wijzigingen, als een versie waarin alle wijzigingen zijn geaccepteerd (gebruik de knop op de werkbalk) aan de stagecoördinator. Indien een verbeterd verslag niet in revisie is aangeleverd, wordt het verslag niet nagekeken en volgt het cijfer 1. Het stageverslag tio 18

3 Begeleiding Tijdens de stage wordt de student vanuit de stageorganisatie begeleid door een bedrijfscoach. De stagecoördinator van de student ondersteunt en informeert vanuit Tio de student en de stageorganisatie tijdens de stageperiode. 3.1 Begeleiding door Tio Tio heeft op elke vestiging stagecoördinatoren in dienst die de studenten begeleiden bij het verkrijgen en het uitvoeren van een stage. Tijdens het studiejaar is de stagecoördinator op vaste tijdstippen aanwezig voor een inloopspreekuur. Tijdens dit inloopspreekuur kunnen korte vragen worden gesteld. Voor een uitgebreider gesprek kan een persoonlijke afspraak gemaakt worden. De stagecoördinator van Tio is de procesbegeleider. De stagecoördinator heeft in beginsel met name contact met de student en in mindere mate met de bedrijfscoach. De stagecoördinator is voor de student bereikbaar per e-mail (altijd) en per telefoon (reguliere werktijden en -dagen). De stagecoördinator geeft aan hoe en wanneer hij tijdens de stageperiode bereikbaar is in het geval er zich problemen voordoen. Tijdens de stageperiode vindt door de stagecoördinator standaard de volgende begeleiding plaats: Het beoordelen van de stage door de stagecoördinator Voordat een stage wordt goedgekeurd toetst de stagecoördinator de stage in overleg met de organisatie. Hiervoor vult de stagecoördinator het formulier kwaliteit leerbedrijf in. Zonder een ingevuld kwaliteitsformulier kan de stage niet worden goedgekeurd. Een gesprek met de student aan het begin van de stage (indien gewenst) In week 1 van de stage vult de student een vragenlijst in (zie bijlage 4) en mailt deze vragenlijst naar de stagecoördinator. In deze vragenlijst vermeldt de student zijn contactgegevens, zodat hij, ook in geval van nood, altijd te bereiken is. De stagecoördinator stuurt de student een mail ter bevestiging van de ontvangst van de vragenlijst. Begeleiding tio 19

De stagecoördinator neemt altijd contact op met de student naar aanleiding van de vragenlijst. Tijdens het gesprek moet de student vrijelijk kunnen spreken. De volgende onderwerpen komen aan de orde: - de start van de stage; - eventuele problemen; - de verwachting voor en het verloop van de rest van de stage. Een telefoongesprek met de bedrijfscoach aan het begin van de stage Na ontvangst van de vragenlijst week 1 (zie bijlage 4) belt de stagecoördinator de bedrijfscoach. Dit gebeurt ook als de stage in het buitenland plaatsvindt. In dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde: - de eerste indrukken van de student (hoe is de student gestart?); - de rol van de bedrijfscoach in de beoordeling (toelichting praktijkwerkboek stage); - de verwachting voor en het verloop van de rest van de stage. Tijdens het telefoongesprek wordt, indien mogelijk, een stagebezoek gepland en wordt de naam van de stagebezoeker doorgegeven. Een stagebezoek Tijdens de stageperiode in Nederland wordt de student bezocht door een stagecoördinator (stagebezoeker) van Tio, nadat hiervoor telefonisch een afspraak is gemaakt met de bedrijfscoach en de student. Gezien de grote spreiding worden stageorganisaties in het buitenland niet altijd bezocht, behalve wanneer het een kerngebied betreft of in het geval dat er voldoende studenten tegelijkertijd in een regio stagelopen. Bij een stagebezoek geldt dat de bezoekende stagecoördinator niet de eigen stagecoördinator van de student hoeft te zijn. De stagebezoeker spreekt tijdens het stagebezoek zowel met de bedrijfscoach als met de student. Indien de bedrijfscoach tijdens het bezoek niet aanwezig is, neemt de (eigen) stagecoördinator contact op met de bedrijfscoach om de onderwerpen die tijdens het bezoek aan de orde zijn gekomen te bespreken. De stagebezoeker vult samen met de bedrijfscoach tijdens het bezoek het stagebezoekformulier in. Dit formulier dient als checklist en leidraad voor het gesprek. De vorderingen met het praktijkwerkboek stage en de beoordeling door de bedrijfscoach komen ook ter sprake. Begeleiding tio 20

Een afrondend gesprek met de stageorganisatie Tegen het einde van de stageperiode belt de stagecoördinator met de bedrijfscoach voor een afrondend gesprek. De coördinator checkt of de organisatie tevreden is. Indien een organisatie niet tevreden is, wordt besproken wat de redenen hiervoor zijn. De stagecoördinator herinnert de bedrijfscoach aan het invullen van de beoordelingsformulieren in het praktijkwerkboek stage en aan het stageverslag dat de bedrijfscoach dient te lezen en voor akkoord moet ondertekenen. Een eindgesprek met de student Na de stage vindt er een eindgesprek plaats tussen de stagecoördinator en de student over de stage en eventueel het stageverslag. Begeleiding bij stageproblemen De student dient problemen op de stageplaats in eerste instantie met de bedrijfscoach of de direct leidinggevende te bespreken en op te lossen. Als problemen niet binnen de stageorganisatie opgelost kunnen worden, richt de student of de bedrijfscoach zich tot de stagecoördinator. Indien nodig gaat de stagecoördinator of de stagebezoeker op bezoek. Begeleiding buitenlandstages De stagecoördinator begeleidt de student bij de voorbereiding van een buitenlandstage. De begeleiding van Tio richt zich in eerste instantie op het goed laten verlopen van de stage en niet op begeleiding in de persoonlijke levenssfeer. Studenten die een internationale stage lopen, moeten zich realiseren dat de begeleiding vanuit Tio beperkter kan zijn. Studenten moeten, indien zij in een andere tijdzone werkzaam zijn, rekening houden met de werktijden van de stagecoördinator in Nederland. Bij afwezigheid van de stagecoördinator dient de student diens voicemail in te spreken, met duidelijke vermelding van het telefoonnummer en het (Nederlandse) tijdstip waarop de student bereikbaar is. Bij het aanvaarden van stage in het buitenland kunnen er andere (nationale) regels van kracht zijn betreffende werktijden, betaling, etc. Een stageorganisatie dient zich te houden aan deze regels. Van Tio-studenten wordt verwacht dat zij zich aanpassen aan deze regels. Begeleiding tio 21

3.2 Begeleiding door de stageorganisatie De stageorganisatie benoemt een coach voor de student. Deze bedrijfscoach moet worden gezien als eerste aanspreekpunt voor de student. De bedrijfscoach: heeft kennis genomen van de stagehandleiding en het praktijkwerkboek stage en is bekend met de eisen en doelen van de stage; is het dagelijks aanspreekpunt voor de student bij vragen; is verantwoordelijk voor het inwerktraject van de student; voert regelmatig werkoverleg met de student; geeft de student de ruimte om te werken aan de opdrachten in het praktijkwerkboek stage; beoordeelt de verschillende opdrachten uit het praktijkwerkboek stage; beoordeelt het stageverslag op inhoudelijke juistheid; is intermediair tussen de stageorganisatie en Tio bij problemen. Van de bedrijfscoach wordt in ieder geval verwacht dat hij de activiteiten die de student gedurende de stageperiode verricht in goede banen leidt, stimuleert, stuurt en zo nodig corrigeert. Begeleiding tio 22

4 Beoordeling stage De stage kent verschillende momenten waarop de student wordt beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het uiteindelijke stagecijfer tot stand komt. 4.1 Stagecijfer Het stagecijfer komt tot stand door weging van de volgende onderdelen: 01 Toetsing werkprocessen (onderdeel praktijkwerkboek stage) Tijdens de stage voert de student een opdracht uit waaraan twee werkprocessen gekoppeld zijn. De bedrijfscoach observeert de student tijdens het uitvoeren van de opdracht en beoordeelt of de student de werkprocessen voldoende beheerst. Is dit niet het geval, dan wordt er geen stagecijfer toegekend. De student mag de opdracht één keer herkansen. 02 Beoordeling bedrijfsopdrachten (onderdeel praktijkwerkboek stage) De student voert twee bedrijfsopdrachten uit die door de bedrijfscoach worden beoordeeld. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de beoordelingsformulieren die zijn opgenomen in het praktijkwerkboek stage. De behaalde cijfers voor de bedrijfsopdrachten tellen elk 1x mee bij de totstandkoming van het stagecijfer. Voor elke bedrijfsopdracht moet minimaal een 5,5 worden behaald. De student heeft per bedrijfsopdracht recht op één herkansing. 03 Beoordeling beroepshouding (onderdeel praktijkwerkboek stage) Aan het eind van de stage wordt de student door de bedrijfscoach beoordeeld op zijn beroepshouding (zie bijlage 3B uit het praktijkwerkboek stage). Het behaalde cijfer voor de beroepshouding telt 2x mee bij de totstandkoming van het stagecijfer. Voor de beoordeling beroepshouding moet minimaal een 5,5 worden behaald. Het onderdeel beroepshouding mag door de student niet worden herkanst. 04 Beoordeling stageverslag De student maakt een stageverslag van de gelopen stage. Het stageverslag wordt door de bedrijfscoach beoordeeld op inhoudelijke juistheid. De stagecoördinator beoordeelt het verslag aan de hand van het beoordelingsformulier stageverslag (zie 4.3 van deze stagehandleiding). Het cijfer voor het stageverslag telt 2x mee bij de totstandkoming van het stagecijfer. Voor het stageverslag moet minimaal een 5,5 worden behaald. De student mag het stageverslag één keer aanpassen. Beoordeling stage tio 23

Het cijfer voor het stageverslag wordt alleen toegekend als: de student de Bedrijvendag heeft bijgewoond en de opdrachten heeft uitgevoerd (voor de januari-instroom studenten die in zomer 2010 stagelopen geldt dat het stagecijfer pas geldig is na het bijwonen van de bedrijvendag 2010); de stageovereenkomst is ingeleverd vóór aanvang van de stage; de student de terugkomdag heeft bijgewoond of - indien de stage in het buitenland heeft plaatsgevonden - een extra opdracht in het stageverslag heeft opgenomen (zie voor de opdracht voor studenten die in het buitenland stage hebben gelopen paragraaf 2.1 onderdeel organisatiebeschrijving). 4.2 Schema beoordeling stage HMA2 In het onderstaande schema wordt aangegeven welke toetsen tijdens de stage afgenomen worden, wie de toetsen beoordeelt en hoe zwaar een toets meeweegt in het uiteindelijke stagecijfer. Toets Beoordelaar Weging Toetsing werkprocessen Bedrijfscoach Werkprocessen voldoende Bedrijfsopdracht 1 Bedrijfscoach 1x (minimaal 5,5) Bedrijfsopdracht 2 Bedrijfscoach 1x (minimaal 5,5) Beroepshouding Bedrijfscoach 2x (minimaal 5,5) Stageverslag Stagecoördinator 2x (minimaal 5,5) 4.3 Beoordelingsformulier stageverslag In het beoordelingsformulier stageverslag op de volgende pagina s is aangegeven waarop het stageverslag beoordeeld wordt. In de omzettingstabel is aangegeven tot welk cijfer een bepaalde score leidt. Beoordeling stage tio 24

Beoordelingsformulier Stageverslag Naam student: Klas: Datum beoordeling: Naam beoordelaar: Beantwoord de volgende vragen. Alleen wanneer alle vragen met ja zijn beantwoord kan het stageverslag beoordeeld worden: de student heeft de stageovereenkomst ingeleverd voor aanvang van de stage ja / nee de student heeft, indien van toepassing, de Bedrijvendag bijgewoond en de opdrachten uitgevoerd; ja / nee de student heeft de terugkomdag bijgewoond of de extra opdracht uitgevoerd in geval van een buitenlandstage ja / nee Het taalgebruik in het stageverslag is correct (in het verslag wordt de grammatica en spelling correct toegepast, er is geen sprake van tikfouten en interpunctie is op een juiste manier toegepast). de student heeft het plan van aanpak en de reflectieverslagen van de tussentijdse- en eindbeoordeling van de beroepscompetenties als bijlage toegevoegd de student heeft de uitgewerkte voorstellen van bedrijfsopdracht 1 en bedrijfopdracht 2 als bijlage toegevoegd en evenals eventuele ondersteunende documenten ja / nee ja / nee ja / nee Toelichting: Vul bij elk criterium een 0 in als niet aan het criterium wordt voldaan, een 1 in als grotendeels aan het criterium wordt voldaan en een 2 in als volledig aan het criterium wordt voldaan. Het is voor de student niet toegestaan een 0 te scoren op een criterium. Indien een student een 0 heeft gescoord op een criterium, dient hij dit criterium aan te passen. Kijk in de omzettingstabel om het cijfer te bepalen. Lay-out 1 overzichtelijk overzichtelijke hoofdstuk-, paragraaf- en alineaindeling 2 professioneel paginanummering, kop-/voettekst, inhoudsopgave automatisch gegenereerd Voorpagina 3 volledig/juist op de voorpagina zijn alle gegevens vermeld; de vermelde gegevens zijn juist (zie hoofdstuk 2 in deze stagehandleiding) Voorwoord 4 aanleiding verslag de student heeft de aanleiding voor het verslag beschreven 5 globale doelstellingen stage de student heeft globaal de doelstellingen van de stage beschreven Inleiding motivatie keuze stage uit het verslag wordt duidelijk waarom de student gekozen heeft voor deze stageplaats 6 7 vinden stageplaats uit het verslag blijkt hoe de student aan de stageplaats is gekomen 8 leermomenten in het verslag worden de leermomenten tijdens het vinden van de stageplaats beschreven Score Beoordeling stage tio 25

Organisatiebeschrijving 9 ontstaansgeschiedenis organisatie de ontstaansgeschiedenis van de organisatie is helder beschreven 10 missie en doelstellingen de missie en doelstellingen van de organisatie zijn helder beschreven 11 doelgroep de doelgroep(en) waarop de organisatie zich richt zijn helder beschreven 12 producten en diensten de producten en diensten die de organisatie biedt zijn helder beschreven 13 unique selling point het unique selling point van de organisatie is helder beschreven 14 organisatiestructuur de organisatiestructuur van de organisatie is helder beschreven 15 organisatiecultuur de organisatiecultuur van de organisatie is helder beschreven 16 functies en taken collega s en leidinggevende Dagelijkse werkzaamheden 17 samenvatting werkzaamheden de functies en taken van de directe collega s en de leidinggevende zijn helder beschreven uit het verslag is duidelijk op te maken welke werkzaamheden de student tijdens de stage heeft verricht 18 obstakels de student heeft beschreven welke obstakels hij is tegengekomen 19 leermomenten tijdens stage de student heeft beschreven wat hij tijdens de stage heeft geleerd Evaluatie 20 betekenis voor organisatie de student heeft beschreven wat hij voor de stageorganisatie heeft kunnen betekenen 21 aansluiting theorie-praktijk de student heeft beschreven hoe hij over de aansluiting tussen theorie en praktijk denkt 22 kennis en vaardigheden benut 23 kennis en vaardigheden opgedaan de student heeft beschreven welke kennis en vaardigheden hij heeft kunnen benutten de student heeft beschreven welke kennis en vaardigheden hij heeft opgedaan 24 begeleiding stage de student heeft beschreven wat hij van de begeleiding tijdens de stage vond Bijlagen 25 relevant de bijlagen zijn relevant en in de tekst wordt naar de bijlagen verwezen 26 aparte pagina's iedere bijlage staat op een aparte pagina Totaalscore 0 Cijfer (zie omzettingstabel) Beoordeling stage tio 26

Omzettingstabel stageverslag Cesuur: 26 punten is een 5,5 Score Cijfer Score Cijfer Score Cijfer 0 1,0 18 4,1 36 7,2 1 1,2 19 4,3 37 7,4 2 1,3 20 4,5 38 7,6 3 1,5 21 4,6 39 7,8 4 1,7 22 4,8 40 7,9 5 1,9 23 5,0 41 8,1 6 2,0 24 5,2 42 8,3 7 2,2 25 5,3 43 8,4 8 2,4 26 5,5 44 8,6 9 2,6 27 5,7 45 8,8 10 2,7 28 5,8 46 9,0 11 2,9 29 6,0 47 9,1 12 3,1 30 6,2 48 9,3 13 3,3 31 6,4 49 9,5 14 3,4 32 6,5 50 9,7 15 3,6 33 6,7 51 9,8 16 3,8 34 6,9 52 10,0 17 3,9 35 7,1 Beoordeling stage tio 27

5 Voorbereiding stage Dit hoofdstuk gaat in op de procedures en processen die voorafgaan aan de stage en op welke wijze Tio hierin ondersteunt. Het is van belang dat de student tijdig begint met het zoeken naar een stageplaats. 5.1 Het zoeken van een stageplaats Van de student wordt verwacht dat hij zelf een stageplaats vindt. Tio is van mening dat het zelf zoeken van een stageplaats een belangrijke bijdrage levert aan de vorming van de student. Tio ondersteunt de student door het aandragen van adressen en contacten, onder andere door de zoekmogelijkheden voor stages op intranet en via de Bedrijvendag. Ook adviseert de stagecoördinator over de keuze van stageadressen. In de eerste weken van het studiejaar zal er een klassikale voorlichting over de stage gegeven worden. Tijdens deze voorlichting worden de studenten door de stagecoördinator onder andere ingelicht over de procedure die geldt voor het solliciteren naar de gewenste stageplaats(en). Tijdens het eerste studievoortganggesprek, dat plaatsvindt in september, oktober of november (respectievelijk in februari of maart voor de januari-instroom) dient de student zijn keuzes voor een stageplaats kenbaar te maken. 5.1.1 De Bedrijvendag Om studenten in de gelegenheid te stellen zich te oriënteren op de stage-/ arbeidsmarkt organiseert Tio jaarlijks een Bedrijvendag. Tio kan deze Bedrijvendag organiseren dankzij goede contacten met het bedrijfsleven. Op deze dag geven zestig tot tachtig organisaties informatie over stage- en loopbaanmogelijkheden via standjes op een informatiemarkt en korte presentaties. De student ontvangt een Bedrijvendaggids met informatie over de organisaties en de stagemogelijkheden. De Bedrijvendag is geschikt om middels een persoonlijk contact vast te stellen of een stage of baan bij een organisatie mogelijk is voor de student. Tijdens het eerste studievoortganggesprek bespreekt de student de geformuleerde aandachtspunten voor het bezoek aan de Bedrijvendag. Voorbereiding stage tio 28

Deelname aan de Bedrijvendag is verplicht. Het bezoeken van de Bedrijvendag is voorwaardelijk voor het toekennen van het stagecijfer. Dit betekent dat de studenten van de januari-instroom die in de zomer stage hebben gelopen het stagecijfer pas na de Bedrijvendag ontvangen. Wanneer de student vooraf weet dat hij niet kan deelnemen aan de Bedrijvendag dient hij de stagecoördinator hiervan uiterlijk drie werkdagen van tevoren schriftelijk op de hoogte te stellen. Kopieën van eventuele bewijsstukken van de reden van afwezigheid worden bijgesloten. Indien de student op de dag zelf niet in staat blijkt te zijn om de Bedrijvendag bij te wonen, bijvoorbeeld door ziekte, wordt de conciërge hiervan voor 09:00 uur telefonisch op de hoogte gesteld. Daarnaast dient binnen 2 werkdagen na de Bedrijvendag schriftelijk aan de stagecoördinator (met een kopie aan de vestigingsmanager) te worden meegedeeld waarom de student niet aanwezig kon zijn, inclusief bewijs. De stagecoördinator kan besluiten dat de student een vervangende opdracht krijgt. 5.2 Het sollicitatiegesprek Bij een positieve reactie op de sollicitatiebrief van de student kan een organisatie de student uitnodigen voor een stagesollicitatiegesprek. Een belangrijk doel van het stagesollicitatiegesprek is na te gaan of de stageplek aan de eisen voldoet (zie 1.5.1 van deze stagehandleiding). Het is de verantwoordelijkheid van de student deze eisen te bespreken met de organisatie. Verder controleert de student of de organisatie op de hoogte is van de bepalingen in de stageovereenkomst. Indien dit niet het geval is, bespreekt de student deze met de organisatie (zie bijlage 2 voor een voorbeeld van de stageovereenkomst). Daarnaast is het verstandig de overige voorwaarden te bespreken, zoals de vergoeding van 23,- per week aan Tio die van toepassing is op stages binnen Nederland. Studenten die vragen hebben over of wensen hebben met betrekking tot bepaalde vergoedingen (bijvoorbeeld: reis-, visum- of verblijfskosten), vrije dagen e.d. kunnen deze het beste tijdens het stagesollicitatiegesprek aan de orde stellen. Tijdens het stagesollicitatiegesprek meldt de student dat er gewerkt wordt met een stagehandleiding en een praktijkwerkboek stage. De student wordt geacht bij het gesprek een exemplaar van de stagehandleiding en/of de bedrijfshandleiding, het praktijkwerkboek stage en de studiegids mee te nemen. In ieder geval moet de stageorganisatie deze voor het ondertekenen van de stageovereenkomst via de student in zijn bezit kunnen krijgen. Voorbereiding stage tio 29

5.2.1 Tio-selecties Voor enkele grotere stageorganisaties worden centrale Tio-(voor)selecties gehouden. De stagecoördinator informeert de student over de selecties. Om in aanmerking te komen voor deze selecties dient de student voor 15 november (respectievelijk 15 maart voor de januari-instroom) zijn sollicitatiebrieven voor deze organisaties met curriculum vitae te overleggen aan de stagecoördinator of kerngebiedcoördinator. 5.3 Het aanvaarden van een stageplaats Een potentiële stage dient te worden goedgekeurd en bevestigd door de stagecoördinator. Alleen de stagecoördinator is bevoegd een student bij een stageorganisatie te plaatsen. 5.3.1 Goedkeuren stage door stagecoördinator Nadat de student een mogelijke stageplaats gevonden heeft vindt altijd eerst overleg plaats met de stagecoördinator. De stagecoördinator moet goedkeuring geven aan een stageplaats. De stagecoördinator controleert of een student voldoet aan de instroomeisen en of de student toegestaan kan worden op stage te gaan (gedrag tijdens studiejaar). Verder beoordeelt de stagecoördinator aan de hand van een in te vullen kwaliteitsformulier of een stage kan worden goedgekeurd. In het geval dat de student een voor Tio onbekende organisatie aanbrengt, moet de student rekening houden met een periode van minimaal twee weken voordat de stagecoördinator een beoordeling over de stage kan geven. Na goedkeuring van de stagecoördinator worden door de student met de organisatie afspraken gemaakt over de afstemming van de stage. 5.3.2 Aanvaarden stageplaats Als een student van een stageorganisatie het bericht krijgt dat hem een stageplaats wordt aangeboden, geldt een redelijke bedenktijd (minimaal een dag, maximaal een week) om dit aanbod te accepteren. Als de stageplaats door de stagecoördinator is goedgekeurd, worden door de student met de stageorganisatie afspraken gemaakt over de afstemming van de stage. Voorbereiding stage tio 30