informatiebrochure, voor P&O, management en OR DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
COLOFON Deze uitgave is gemaakt in opdracht van: SOVAM Veerallee 68 8019 AE Zwolle tel. 038 422 68 65 fax 038 422 26 47 helpdesk@sovam.nl www.sovam.nl Tekst Jan Cees de Gruijter (Licent bv, Ermelo) Redactie Sonja Huising (Huising Communicatie- & BeleidsAdvisering, Tiel) Jan van Bree (SOVAM) Marion van Swaaij (SOVAM) Vormgeving Vormix (Maarssen) Met dank aan Marleen HogenEesch - VZA Paulien van der Meulen - RAV UMCG Margreet Schuil - Kijlstra Fryslan Rob van Bronkhorst - Ambulancezorg Noord-Oost Gelderland Aart Bosmans - arbocoördinator RAV-NOG, locatie Elburg Informatiebronnen Preventiemedewerker - een praktische handleiding, Kluwer 2005 De preventiemedewerker op maat van gemeenten, A&O fonds Gemeenten, 2005
INHOUDSOPGAVE 3 Hoofdstuk 1 INLEIDING 4 Hoofdstuk 2 DE PRAKTIJK IN DE AMBULANCEZORG 5 Hoofdstuk 3 ARBO EN GEZONDHEIDSMANAGEMENT 7 Hoofdstuk 4 WETTELIJKE ASPECTEN 8 Hoofdstuk 5 ROLLEN EN TAKEN 10 Hoofdstuk 6 WERKMATERIAAL 13 Tot slot 14
4 1. INLEIDING In een ambulanceorganisatie waarin de arbeidsomstandigheden van de medewerkers goed geregeld zijn en risico s worden beperkt of voorkomen, is het prettig werken. Zo n organisatie zal hoog scoren op medewerkerstevredenheid en kwaliteit van de dienstverlening. Arbeidsomstandigheden verbeteren en arbeidsrisico s beperken, kost inzet en investeringen. Inzet van het management en ook van de medewerkers zelf. De praktijk toont aan dat de inzet en de investeringen dubbel en dwars terug te verdienen zijn. De overheid legt in beleid en wet- en regelgeving steeds meer de verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden, verzuimaanpak en preventieve maatregelen bij werkgevers en werknemers. Arbobeleid dient integraal deel uit te maken van het beleid en het management van de organisatie. In toenemende mate komt daarbij het accent te liggen op het voorkomen van gezondheidsklachten en verzuim. De wijziging van de Arbowet per 1 juli 2005 heeft ingrijpende gevolgen voor de wijze waarop de arbodienstverlening wordt geregeld en uitgevoerd. De herziene wet maakt arbodienstverlening primair tot een interne aangelegenheid en verplicht de werkgever tot het aanstellen van een zogenaamde preventiemedewerker. Met het oog op het interne karakter heeft de wetswijziging ook gevolgen voor de rol en bevoegdheden van de medezeggenschapsorganen. In goed overleg moet tot overeenstemming worden gekomen tussen werkgever en ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) over de organisatie van de arbodienstverlening. Ook over de daarbij behorende afspraken en contacten met de bedrijfsarts en eventuele andere externe deskundigen, dient overeenstemming te worden bereikt.* * Zie voor meer informatie de brochure De nieuwe Arboregels, SOVAM, 2005 INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR
Er zijn ook organisaties die ervoor kiezen de verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden en het voorkomen van klachten en uitval niet bij een stafafdeling maar in de lijn neer te leggen. Maar dan wordt altijd gezocht naar mogelijkheden om de uitvoering van preventietaken te verbinden met beleidsvoorbereiding en -uitvoering. 2. DE PRAKTIJK IN DE AMBULANCEZORG 5 2.A - WIE WORDT DE PREVENTIEMEDEWERKER? De nieuwe functie van preventiemedewerker geeft aanleiding tot discussie. Moet er iemand worden aangetrokken, krijgen hiervoor weer één of meer medewerkers een bijzondere opdracht of kunnen de taken worden ondergebracht bij bestaande functies? Kijkend naar ontwikkelingen in de sector ambulancezorg is een duidelijke teneur dat arbobeleid gekoppeld wordt aan kwaliteitsbeleid. In sommige organisaties wordt er steeds meer samengewerkt door de arbocoördinator en de kwaliteitsmedewerker en in andere gevallen zijn de taken aan één en dezelfde medewerker opgedragen. Dat houdt soms ook in dat de taken van de preventiemedewerker, zoals die in de toelichting op de wet zijn omschreven en in hoofdstuk 4 worden opgesomd, bij dit team of deze medewerker worden neergelegd. De wet schrijft in feite niets anders voor dan dat de taken van de preventiemedewerker in overeenstemming met de OR worden vastgelegd en uitgevoerd. De ambulanceorganisaties hebben daarbij de vrijheid het naar eigen inzicht te regelen. In de sector zijn vooral de grotere organisaties geneigd de taken van de preventiemedewerker te combineren met de P&O-functie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis die op de werkvloer en bij leidinggevenden aanwezig is en wordt samengewerkt met het bedrijfsbureau. Naast de P&O-er wordt ook vaak de arbocoördinator als eerste aangewezen om de taken van de preventiemedewerker op zich te nemen. Weer andere organisaties kiezen er voor de verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden en het voorkomen van klachten en uitval niet bij een stafafdeling maar bij de lijn neer te leggen. In alle gevallen wordt gezocht naar mogelijkheden om de verantwoordelijkheden te verdelen omdat de taken verband houden met beleidsvoorbereiding en uitvoering maar evengoed met de dagelijkse praktijk op de werkvloer. Ergocoaches en leden van het Bedrijfsopvangteam (BOT) kunnen als collega s met extra bagage op het terrein van fysieke, respectievelijk psychische belasting bij de uitvoering van het beleid een heel belangrijke rol spelen. Bij de uitvoering van het arbo- en verzuimbeleid is wettelijk een belangrijke rol weggelegd voor de bedrijfsarts. Daarnaast kan ook voor specifieke onderdelen van het beleid een contract worden aangegaan met andere deskundigen als bijvoorbeeld een arbeids- en organisatiekundige, een veiligheidskundige en een psycholoog. DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
6 2.B - HULPMIDDELEN VOOR DE PREVENTIEMEDEWERKER Voor de sector heeft SOVAM hulpmiddelen ontwikkeld als de (digitale) Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en het sectorspecifieke Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO). In het kader van het Arboconvenant Ambulancezorg zijn en worden werkpakketten voor de aanpak van fysieke- en psychische belasting ontwikkeld naast een gerichte verzuimaanpak. Begin 2006 komt ook een Periodieke Arbeidsgezondheidkundige Monitor (PAM) voor de sector beschikbaar. Een functiespecifieke keuring die het PAGO (periodiek arbeidsgezondheidkundig onderzoek) vervangt. Allemaal met de bedoeling ambulanceorganisaties te helpen bij het in kaart brengen van aard en omvang van de risico s die het werk met zich meebrengt en hoe de medewerkers het werk en de werkomstandigheden beleven. De werkpakketten, handreikingen en andere hulpmiddelen zijn ontwikkeld om bij te dragen aan een doelgerichte aanpak. Met het op de SOVAM-website beschikbare rekenmodel Kosten en baten kan inzicht worden verkregen in de mogelijke besparingen. In hoofdstuk 6 wordt een overzicht gegeven van het beschikbare werkmateriaal. In deze brochure, die als vervolg moet worden gezien op de medio 2005 uitgebrachte brochure De nieuwe Arbo-regels, wordt in hoofdstuk 4 ook ingegaan op de wettelijke aspecten van arbobeleid en in hoofdstuk 5 op de rollen en taken van de betrokkenen. INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR
Kijkend naar ontwikkelingen in de sector ambulancezorg is een duidelijke teneur dat arbobeleid gekoppeld wordt aan kwaliteitsbeleid. In sommige organisaties wordt er steeds meer samengewerkt door de arbocoördinator en de kwaliteitsmedewerker en in andere gevallen zijn de taken aan één en dezelfde medewerker opgedragen. 3. ARBO EN GEZONDHEIDS- MANAGEMENT 7 De begrippen arbo en gezondheidsmanagement worden tegenwoordig vaak in één adem genoemd. Arbo, de verbetering van arbeidsomstandigheden, roept vaak associaties op met lastige, te vergaande en kostenverhogende regelgeving. Voor degenen die er actief mee bezig zijn, heeft arbo echter ook alles te maken met gewenste en noodzakelijke verbeteringen, met een curatieve aanpak. Gezondheidsmanagement is als begrip in opkomst. In vervolg op de aanpak van problemen en klachten komt er meer aandacht voor de vraag hoe medewerkers die bij arbeidsgezondheidkundig onderzoek in het groen zitten, gezond, fit en met plezier hun werk kunnen blijven doen. De sectorspecifieke RI&E en het MTO zijn belangrijke hulpmiddelen zowel voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden als voor de voorbereiding en uitvoering van gezondheidsmanagement. De PAM zal inzicht gaan geven in verhoogd risico bij medewerkers of bepaalde groepen medewerkers. Daarnaast kan van gerichte adviezen en interventies het nodige worden verwacht. Als de uitkomsten bekend zijn, liggen er bouwstenen voor het plan van aanpak voor de eigen organisatie. Daarmee kunnen doelen en prioriteiten worden gesteld, verantwoordelijkheden en taken verdeeld, activiteiten gepland, een tijdpad uitgezet en de kosten geraamd. Een belangrijk onderdeel van het plan van aanpak en de werkplannen voor een bepaald tijdsbestek, is de evaluatie. Een, vooraf ingebouwde, pas op de plaats om na te gaan of de inzet de beoogde effecten heeft en of er bijstellingen in het plan, de rolverdeling of het budget wenselijk of noodzakelijk zijn. DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
8 4. WETTELIJKE ASPECTEN Arbodienstverlening staat voor de bijstand die preventiemedewerkers**, gecertificeerde arbodeskundigen en arbodienst verlenen inzake preventie en bescherming op het gebied van arbo. INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR 4.A - VERPLICHTINGEN VOOR DE WERKGEVER De herziene wet verplicht de werkgever zich, met instemming van de OR/PVT, te laten bijstaan door één of meer deskundige werknemers, de zogenaamde preventiemedewerkers. Ter voorbereiding op het te voeren beleid moet de werkgever een inventarisatie (laten) maken van gevaren die de werknemer in de arbeidssituatie kan tegenkomen (RI&E). Van ieder gevaar moet ook worden vastgesteld hoe groot het risico is. Op basis van deze inschatting wordt een plan van aanpak gemaakt, waarin wordt vastgelegd hoe de risico s worden uitgesloten of beperkt. De werkgever dient jaarlijks aan de OR/PVT en de belanghebbende medewerkers schriftelijk te rapporteren over de uitvoering van het plan van aanpak. De RI&E dient regelmatig te worden aangepast en bijvoorbeeld andere huisvesting of de introductie van een nieuwe werkwijze zijn aanleidingen de RI&E opnieuw uit te moeten voeren. De werkgever dient met de inzichten die de RI&E oplevert, een beleid te voeren dat gericht is op het steeds verder verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Naast veiligheid en gezondheid betrekt de wetgever daar ook nadrukkelijk het welzijn van de medewerkers bij. De wet schrijft ook voor dat expliciet aandacht moet worden besteed aan beleid gericht op het terugdringen van het ziekteverzuim en het beschermen van werknemers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld. De werkgever heeft de plicht werknemer doeltreffend voor te lichten over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico s. Dat geldt ook ten aanzien van de maatregelen die gericht zijn op het voorkomen of beperken van de risico s en de gevolgen daarvan de werkgever moet een aantal bedrijfshulpverleners aanwijzen en regelmatig laten scholen. In de ambulancezorg kunnen niet alle risico s die de uitvoering van het werk meebrengt volledig worden uitgesloten. Daarom schrijft de wet voor dat de werkgever de werknemers periodiek in de gelegenheid moet stellen een arbeidsgezondheidkundig onderzoek te ondergaan. De werkgever en de werknemers dienen bij de uitvoering van het beleid samen te werken. Daarbij gaat het in eerste instantie om het overleg dat de werkgever voert met de OR/PVT. Bij dat overleg komen in ieder geval de RI&E, de organisatie van de arbodienstverlening met de inschakeling van externe deskundigheid en de bedrijfshulpverlening aan de orde. 4.B - VERPLICHTINGEN VOOR DE WERKNEMER De wet bevat ook voor de werknemers een aantal verplichtingen. Het gaat daarbij om: arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze gebruiken; persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze gebruiken en na gebruik opbergen op de daarvoor bestemde plaats; beveiligingen op arbeidsmiddelen gebruiken en niet veranderen of verwijderen; meewerken aan voorlichting en onderricht; opgemerkte gevaren terstond ter kennis brengen van de leidinggevende;
De wet schrijft in feite niets anders voor dan dat de taken van de preventiemedewerker in overeenstemming met de OR worden vastgelegd en uitgevoerd. De ambulanceorganisaties hebben daarbij de vrijheid het naar eigen inzicht te regelen. de werkgever, de arbodienst(verlener) en de interne medewerkers belast met arbo- en preventietaken zonodig bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van de arbowet. 9 In het kader van de ontwikkeling van het gezondheidsmanagement gaan steeds meer stemmen op die bepleiten dat ook van de werknemer mag worden verwacht dat hij/zij door een gezonde leefstijl er zelf alles aan doet gezond en fit te blijven. ** Gemeenten hanteren het begrip medewerker met preventietaken DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
10 5. ROLLEN EN TAKEN PREVENTIEMEDEWERKER De toelichting op de wet gaat niet verder dan het benoemen van een aantal taken die uitgevoerd moeten worden door degene die met de preventietaken wordt belast. De taken van de preventiemedewerker omvatten in ieder geval: het meewerken aan de opstelling en uitvoering van de RI&E; het adviseren van en samenwerken met de werkgever en de OR of PVT over de te nemen maatregelen; het meewerken aan of uitvoeren van maatregelen ten behoeve van het arbobeleid. Het wordt aan de organisatie overgelaten aan wie deze taken worden opgedragen. Om tot een goede afweging en beslissing te kunnen komen wordt hieronder een gangbaar functieprofiel van de arbocoördinator weergegeven om daar vervolgens de taken en een functieprofiel van de preventiemedewerker naast te zetten. 5.A - DE ARBOCOÖRDINATOR - FUNCTIEPROFIEL De arbocoördinator heeft een beleidsvoorbereidende en coördinerende taak. Hij is betrokken bij het formuleren van het arbobeleid en coördineert de activiteiten en degenen die bij de uitvoering daarvan betrokken zijn ten aanzien van de verbetering van de arbeidsomstandigheden. In de regel is de functie van arbocoördinator een staffunctie. INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR Tot het takenpakket van de arbocoördinator behoren het: mede-ontwikkelen van arbobeleid; coördineren van alle in- en externe activiteiten t.a.v. arbeidsomstandigheden en het leggen en onderhouden van contacten met in- en externe actoren; mede-implementeren van het arbobeleid; mede-implementeren van het arbomanagement; informeren, enthousiasmeren, adviseren en ondersteunen van en communiceren met alle geledingen binnen de organisatie t.a.v. arbeidsomstandigheden en arbobeleid; signaleren van gevaren en risico s met betrekking tot arbeidsomstandigheden; bewaken van administratieve verplichtingen zoals opgenomen in wet- en regelgeving; aansturen van de Arbodienst en/of andere externe deskundigen en het bewaken van de kwaliteit van de dienstverlening. Om deze taken uit te kunnen voeren, wordt uitgegaan van noodzakelijke kennis van: de structuur en het functioneren van de organisatie en de bedrijfsprocessen; arbobeleid in het algemeen; relevante wet- en regelgeving; systematische arbozorg; de belangrijkste spelers en activiteiten t.a.v. arbeidsomstandigheden zowel binnen als buiten de organisatie; communicatie en informatieoverdracht;
In de sector zijn vooral de grotere organisaties geneigd de taken van de preventiemedewerker te combineren met de P&O-functie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis die op de werkvloer en bij leidinggevenden aanwezig is en wordt samengewerkt met het bedrijfsbureau. adviestechnieken; implementatie van beleid; de wettelijke administratieve verplichtingen; de ondersteuning die arbodienstverleners kunnen bieden; relevante onderzoekinstrumenten als RI&E en MTO. Gerelateerd aan kennis zijn communicatie- en adviesvaardigheden van belang voor een goede uitoefening van de functie. 11 Tot de verantwoordelijkheden van de arbocoördinator behoren onder meer het doen van voorstellen voor arbobeleid aan het management, het voorbereiden van contracten met en het aansturen van externe arbodienstverleners en het beoordelen van de kwaliteit daarvan. De arbocoördinator is in de regel bevoegd gevraagd en ongevraagd adviezen te geven aan het verantwoordelijke management, zelfstandig te opereren t.a.v. in- en externe actoren en binnen de organisatie informatie te geven over het arbobeleid. De arbocoördinator wordt geacht regelmatig overleg te hebben met de OR of PVT, met (direct-)leidinggevenden en met personeelszaken. 5.B - DE PREVENTIEMEDEWERKER - FUNCTIEPROFIEL De in de toelichting op de Arbowet vastgelegde taken van de preventiemedewerker, zoals onder 4. genoemd, zijn beperkter dan de taken die voor de gemiddelde arbocoördinator gelden. Dat er veel overlapping in zit, blijkt uit een globaal functieprofiel voor de preventiemedewerker. In verband met de uit te voeren taken worden de volgende verantwoordelijkheden genoemd het: signaleren van risico s; optimaal inzetten van de RI&E; informeren van management en OR of PVT en de collega s; afstemmen met externe arbodienstverleners; adviseren van management en OR of PVT; op gang brengen van verbeterprocessen; het binnen de vastgelegde periode en budget voltooien van activiteiten. Wat bevoegdheden betreft wordt uitgegaan van het: voorbereiden en meewerken aan de uitvoering van de RI&E en het beoordelen van de uitkomsten; gevraagd en ongevraagd adviseren van management en OR of PVT; zelfstandig informeren van leidinggevenden en collega s over arbeidsrisico s en maatregelen; inzien van relevante informatie. Bij competenties worden ook aspecten genoemd als communicatie- en adviesvaardigheden, inlevingsvermogen en overtuigingskracht. De wet schrijft geen verplichte scholing of certificering voor ten aanzien van arbocoördinatoren en evenmin van preventiemedewerkers. Toch zal het duidelijk zijn dat van de medewerkers zoveel wordt gevraagd dat zij moeten kunnen reke- DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
12 nen op erkenning in hun functie, voldoende tijd om de taken te kunnen uitvoeren, een sectorspecifieke RI&E en mogelijkheden voor contact met collega s in dezelfde functie en zonodig begeleiding. Op basis van de functieprofielen is een voor de hand liggende mogelijkheid om de voorgeschreven taken van de preventiemedewerker uit te laten voeren door de arbocoördinator. Voorwaarde is wel dat er voldoende tijd en mogelijkheden zijn om verantwoordelijkheid te dragen voor het brede pakket. Dat zal ook samenhangen met de omvang van de organisatie. Hoe groter de organisatie hoe meer er te zeggen is voor een verdeling van taken over een medewerker op stafniveau en één of meer preventiemedewerkers die zich op de werkvloer bevinden. Wordt deze keuze gemaakt dan is te overwegen de functie van preventiemedewerker te koppelen aan die van ergocoach of lid van Bedrijfsopvangteam. Ergocoaches en BOT-leden zijn medewerkers die op het gebied van fysieke, respectievelijk psychische belasting extra bagage hebben gekregen. Met die kennis en ervaring kunnen zij hun collega s helpen bij het voorkomen en verminderen van en het omgaan met deze vormen van belasting. Als deze medewerkers ook preventiemedewerker worden, betekent dat vanzelfsprekend een uitbreiding van taken. 5.C - DIRECT-LEIDINGGEVENDEN Tot nu toe zijn de direct-leidinggevenden nog niet in beeld geweest. Toch spelen zij een cruciale rol in het signaleren en onderkennen van risico s die het werk met zich meebrengt en bij het implementeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. Zowel de leidinggevende als de medewerker hebben de mogelijkheid in het functioneringsgesprek aandacht te besteden aan de arbeidsomstandigheden en verbetermogelijkheden. Ook in het werkoverleg kunnen ervaringen die met arbeidsrisico s zijn opgedaan, worden uitgewisseld. Het werkoverleg is ook een voor de hand liggende plek om te praten over de vraag wat de medewerkers zelf kunnen doen om zaken te verbeteren en welke ondersteuning zij daarbij verwachten van de organisatie. Daarom is het ook van belang dat de arbocoördinator en/of preventiemedewerker maar ook de ergocoach en de BOT-leden regelmatig overleg hebben met leidinggevenden en omgekeerd. INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR 5.D - P&O De afdeling P&O of de personeelsfunctionaris heeft een belangrijke rol bij het omschrijven en het inbedden van de functies van arbocoördinator c.q. preventiemedewerker, ergocoach en BOT-lid. Ook in de relatie tot de direct-leidinggevenden is, zeker rond arbo- en verzuimbeleid, de inzet van P&O essentieel. P&O dient daartoe op de hoogte te zijn en op de hoogte gehouden te worden van beleidsvoornemens en -activiteiten en de resultaten daarvan.
De overheid legt in beleid en wet- en regelgeving steeds meer de verantwoordelijkheid voor arbeidsomstandigheden, verzuimaanpak en preventieve maatregelen bij werkgevers en werknemers. Arbobeleid dient integraal deel uit te maken van het beleid en het management van de organisatie. In toenemende mate komt daarbij het accent te liggen op het voorkomen van gezondheidsklachten en verzuim. 6. WERKMATERIAAL 13 Tot het werkmateriaal van de arbocoördinator/preventiemedewerker behoren de RI&E, het MTO, uitkomsten van Periodieke keuringen op organisatieniveau en de Werkpakketten Fysieke en Psychische belasting, de verzuimnorm, het rekenschema Kosten en baten, het Handboek Verzuim en alles wat verder in het kader van het Arboconvenant ontwikkeld en beschikbaar gesteld wordt. Ook de SOVAMwebsite, Nieuwsbrief en www.ambulitis.nl zijn belangrijke bronnen van informatie. 6.A - RI&E SOVAM heeft in 2004 zowel het Handboek Risico- Inventarisatie en Evaluatie, als de digitale versie daarvan en een gebruikersinstructie uitgebracht. Op grond van de opgedane ervaringen wordt eind 2005 een aantal verbeteringen ingevoerd en ook wordt de RI&E aangepast met betrekking tot de wijziging van de Arbowet per 1 juli 2005. De RI&E is sectorspecifiek en geeft daarmee inzicht in de arbeidsomstandigheden van medewerkers van ambulanceorganisaties en de arbeidsrisico s waarmee zij te maken hebben. De digitale versie levert een overzicht van de uitkomsten als basis voor het plan van aanpak. Door de modulaire opbouw kunnen vragenlijsten gericht worden ingezet. Dat geldt des te meer voor vervolgmetingen, bijvoorbeeld om na te gaan of uitgevoerde maatregelen het gewenste effect hebben gehad. 6.B - MTO, WERKPAKKETTEN EN OVERIGE HULPMIDDELEN Voor meer informatie over het voor de sector ontwikkelde MTO, het Medewerkerstevredenheidsonderzoek en alle producten van het Arboconvenant Ambulancezorg wordt verwezen naar www.sovam.nl 6.C - PERIODIEKE KEURINGEN Ten behoeve van de sector is een functiespecifieke keuring voor ambulancemedewerkers opgezet. De keuringsopzet kan zowel voor intrede- als voor periodieke keuringen worden gebruikt. De PAM wordt in een aantal pilots getest, op grond daarvan zonodig bijgesteld en zal vervolgens, begin 2006, beschikbaar komen. Voor de uitkomst van de keuring kunnen de medewerkers bij de bedrijfsarts terecht. De rapportage van de aanpak en de uitkomsten met overzichten en statistieken (uiteraard los van individuele medewerkers) geven degenen die met arbobeleid zijn belast, veel inzicht in de aard en omvang van eventuele gezondheidsklachten en het al dan niet verband houden daarvan met het werk. Ook voor het management en P&O zijn deze uitkomsten relevant voor onder andere leeftijdsbewust personeelsbeleid. DE PREVENTIEMEDEWERKER: ROL, TAAK EN MIDDELEN
14 TOT SLOT e Heeft u vragen over de invulling van de preventietaken in uw organisatie of behoefte aan ondersteuning, bel dan de SOVAM-arbohelpdesk. Tel. 038 42 25 844. De helpdesk is bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00-11.00 uur en via helpdesk@sovam.nl INFORMATIEBROCHURE VOOR P&O, MANAGEMENT EN OR