SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Een computersysteem De twee meest gebruikte modellen computers zijn: * Desktop * Laptop Een desktopcomputer kan uit de volgende onderdelen zijn opgebouwd: Systeemkast Beeldscherm Toetsenbord Printer Muis * De Randapparaten zorgen voor de invoer en uitvoer, zoals beeldscherm, toetsenbord en printer. * Ze zijn meestal door middel van een kabel via een poort met de systeemkast verbonden. Tablet Een tablet is een kleine platte soort computer. Het voordeel van een tablet is dat deze snel is opgestart. Je bedient een tablet door met je hand over het beeldscherm te vegen. - 1 -
INSTRUCT Samenvatting Basis Theorie 2013, H1 PDA PDA (Personal Digital Assistant): past in de palm van de hand; een PDA is een gewone pc met eenvoudige toepassingen; wordt vooral gebruikt als agenda, telefoon, adresboek en planner; Smartphone Smartphone: Met een smartphone kun je bellen, mobiel bankieren, e-mail en internet gebruiken en nog veel meer. Je kunt applicaties (app's) meestal gratis downloaden en installeren. Multimediaspeler Multimediaspeler: Met een Mp3-speler kun je vooral muziek afspelen. Met een Mp4-speler kun je meer, bijvoorbeeld foto's en films kijken. - 2 -
INSTRUCT Samenvatting Basis Theorie 2013, H1 Invoer, uitvoer en verwerking Invoer van gegevens gebeurt met een invoerapparaat, bijvoorbeeld: toetsenbord muis microfoon digitale fotocamera digitale videocamera De verwerking wordt verzorgd door de processor of CPU (central processing unit). De snelheid en de mogelijkheden van de computer hangen vooral af van het type processor. Uitvoer gebeurt via een uitvoerapparaat, bijvoorbeeld: beeldscherm printer luidsprekers Een touchscreen is een voorbeeld van een apparaat dat zowel voor het in- als uitvoeren van gegevens wordt gebruikt. Opslag van gegevens gebeurt in het interne geheugen en het externee geheugen. * In het interne geheugen worden gegevens tijdelijk bewaard. * Gegevens van het externe geheugen worden op een opslagmediumm bewaard zoals: USB-stick harde schijf beschrijfbare cd Gegevens uit het interne geheugen verdwijnen bij uitschakeling van de computer. Gegevens van het externe geheugen blijven bewaard. Bits en bytes Digitaliseren is het verwerken van ingevoerde informatie tot computertaal. Deze taal gebruikt enen en nullen. Bij enen staan de schakelaars aan, bij nullenn staan ze uit. Getallen die uit enen en nullen bestaan worden in computertaal bits genoemd. Voor het opslaan van één cijfer, letter of leesteken zijn acht bits nodig. Acht bits is 1 byte. - 3 -
Bestandsgrootte De grootte van een bestand wordt uitgedrukt in bytes. 1 byte = 8 bits 1kB (Kilobyte) = 1024 bytes 1 MB (Megabyte = 1024 kb (1024 x 1024 bytes) 1 GB (Gigabyte) = 1024 MB 1 TB (Terabyte) = 1024 GB 1 PB (Petabyte) = 1024 TB 1 EB (Exabyte) = 1024 PB Computerarchitectuur, het principe Bij de werking van een computersysteem hebben we te maken met invoer, Verwerking, opslag en uitvoer van gegevens. De processor of CPU (Central Processing Unit of in het Nederlands CVE, Centrale Verwerkings Eenheid) zorgt voor de verwerking. De processor bevindt zich op het moederbord. Dit is een printplaat met daarop een grote hoeveelheid koperen leidingen, chips en andere onderdelen. Het is de basis van de computer. De gegevens die door de processor worden verwerkt, worden altijd bewaard in het interne geheugen. Als ze definitief opgeslagen moeten worden, kan de processor ze van het interne geheugen naar het externe geheugen kopiëren, naar een opslagmedium. Het schema ziet er dan als volgt uit: - 4 -
Intern geheugen Het interne geheugen bestaat uit twee hoofdonderdelen: * Het ROM-geheugen (read only memory) In het ROM-geheugen staan gegevens die alleen gelezen kunnen worden. De gegevens in het ROM-geheugen worden níet gewist als de computer uitgezet wordt. * Het RAM-geheugen (random access memory) In het RAM-geheugen staan gegevens waarmee gewerkt wordt. De gegevens in het RAM-geheugen veranderen voortdurend. Ze worden gewist als de computer uitgezet wordt. Als er veel programma s tegelijkertijd gebruikt worden, kan het geheugen vol raken. De computer slaat dan gegevens tijdelijk op de harde schijf op. Dat gaat veel langzamer dan het opslaan in RAM. Daarom wordt een computer traag als er veel taken tegelijkertijd worden uitgevoerd. Door geheugen toe te voegen kan men een computer sneller maken. Extern geheugen Het externe geheugen dient voor de permanente opslag van gegevens. Er zijn verschillende externe geheugens, bijvoorbeeld: interne of externe harde schijf USB-stick CD of DVD flashcard Met een cd- of dvd-recorder kunnen we gegevens van een opslagmedium (in dit geval een cd of een dvd) lezen of ernaartoe schrijven. Bij een harde schijf is het opslagapparaat en het opslagmedium één geheel. - 5 -
INSTRUCT Samenvatting Basis Theorie 2013, H1 Externe harde schijf Externe harde schijven zijn er in twee modellen: Kleine, draagbare schijf zonder netvoeding Schijf voor op het bureau met netvoeding Externe harde schijven worden via een kabel met de computer verbonden. Schijven die je aansluit op USB 3.0 werken het snelst. Een externe harde schijf kun je gebruiken om een back-up te maken. Je kunt de schijf beveiligen met een wachtwoord. USB-stick Om gegevens van de ene naar de andere computer over te brengen wordt tegenwoordig vaak een USB-stick gebruikt. Je kunt er veel gegevens op opslaan. De stick is klein en kan direct in de USB-poort van de pc gestoken worden. - 6 -
CD Elke cd wordt gemaakt van een (glazen) masterschijf. De nullen en enen worden in het glas gegraveerd. CD's worden gemaakt van polycarbonaat. Een beschreven cd kan in een cd-speler gelezen worden. De gegevens op een cd-rom kunnen niet veranderd worden. Op een cd-r, de r staat voor recordable, kunnen wel gegevens geschreven worden. Maar ze kunnen niet verwijderd of gewijzigd worden. Alleen een pc met een cd-recorder kan gegevens op een cd zetten. Gegevens op een cd-rw, rw staat voor rewritable, kunnen wel verwijderd en gewijzigd worden. Netwerkstations Als de pc is aangesloten op een netwerk, kunnen gegevens opgeslagen worden op de harde schijf van de server. Deze schijf van de server is meestal verdeeld in verschillende stations. Elk station wordt aangegeven met een letter, bijvoorbeeld: Omdat er van de gegevens op een server meestal een back-up wordt gemaakt, is het beter om gegevens op de server te bewaren. Dvd Een DVD (Digital Versatile Disk) is een verbeterde versie van een cd. Op een dvd passen veel meer gegevens. Om de dvd te kunnen lezen is een dvd-speler nodig. Een dvdspeler kan ook cd s lezen. - 7 -
Geheugenkaarten Geheugenkaarten worden vooral in digitale fotocamera s en digitale videocamera s gebruikt. De SD-card is de meest gebruikte geheugenkaart. De capaciteit en de snelheid zijn belangrijk bij de keuze van een geheugenkaart. Snelheid wordt uitgedrukt in MB per seconde. Skydrive Er bestaan verschillende mogelijkheden om op internet bestanden op te slaan, bijvoorbeeld via SkyDrive. Met je Microsoft-account meld je je aan. Als je dat niet hebt, kun je je via SkyDrive registreren. Een bestand van je eigen schijf kun je uploaden naar een map op Skydrive. Je kunt dit bestand bewerken met een web-app, bijvoorbeeld van Word. Je kunt met meer personen tegelijk aan een document werken. Het bestand moet dan worden gedeeld. Ook een map kun je delen. Google Drive Bij Google Drive is het mogelijk gratis bestanden op internet (in the cloud) te plaatsen. Je moet zijn geregistreerd, voordat je je kunt aanmelden. Een bestand van je eigen schijf kun je uploaden naar Google Drive. Dit kun je delen met anderen. Je kunt anderen toestemming geven bestanden te bekijken of te bewerken. Je kunt ook in Google Drive met meer gebruikers tegelijk aan een document werken. Voordelen van het opslaan van bestanden op internet: Je kunt overal waar internet is bij je bestanden; Als je harde schijf kapot is, blijven de bestanden beschikbaar; Soms kun je tegelijkertijd aan een document werken. - 8 -
De processor Met de processor wordt meestal de centrale processor van een computer bedoeld. Andere namen zijn: * CVE, of centrale verwerkingseenheid; * CPU, of central processing unit. De grafische of videokaart, het onderdeel in de computer waarmee gegevens naar het beeldscherm worden gestuurd, heeft ook een processor. De processor zorgt voor: * de besturing van de computer; * al het rekenwerk. De processor kan alleen instructies uit het interne geheugen lezen. Daarom worden programma s die in gebruik zijn eerst in het interne geheugen geplaatst. Het woord computer is Engels voor rekenaar. De snelheid van een processor De prestaties van de processor worden onder meer beïnvloed door: * de kloksnelheid. Deze wordt uitgedrukt in MHz (megahertz) of GHz (gigahertz, 1 gigahertz = 1000 Mhz); * de hoeveelheid cachegeheugen. Dit is een kleine hoeveelheid geheugen op de processor. * de architectuur. Dit is waarop de verschillende onderdelen van de processor met elkaar samenwerken. Een snelle processor zorgt niet automatisch voor een snel systeem. Ook dit is van belang: * de hoeveelheid werkgeheugen van de computer (RAM); * het aantal programma s dat tegelijk actief is; * de capaciteit van het geheugen en de processor op de grafische kaart. - 9 -