Stadsmonitor. -thema Sociaal-economisch profiel-



Vergelijkbare documenten
Sociaal economisch profiel

Notitie Jonge moeders in Nijmegen

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Stadsmonitor. -thema Inkomen en Armoedebestrijding- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -thema Inkomen en Armoedebestrijding- 0

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

10. Veel ouderen in de bijstand

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Dordrecht in de Atlas 2013

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S augustus 2013

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Jongeren op de arbeidsmarkt

Werkloosheid 50-plussers

Langdurige werkloosheid in Nederland

4. Werkloosheid in historisch perspectief

Participatie in arbeid

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2014

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.

Maatschappelijke zorg

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Werkloosheid daalt verder in september

Persbericht. Werkloosheid blijft dalen in januari Centraal Bureau voor de Statistiek. Trend werkloosheid blijft dalend

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Statistisch Jaarboek inkomen

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine daling werkloosheid. Vooral toename jonge werkzoekenden. Forse stijging nieuwe WW-uitkeringen

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

8. Werken en werkloos zijn

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Transities tussen banen en sociale zekerheid naar regio,

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Persbericht. Werkloosheid loopt sterk terug. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Daling werkloosheid zet door

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Beleidsontwikkeling. Ons kenmerk Datum uw brief

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Kortetermijnontwikkeling

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2012

Crisismonitor Drechtsteden

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

maatschappelijke zorg

Persbericht. Werkloosheid licht gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Welke bijstandsontvangers willen aan het werk?

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt


Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid neemt verder toe. Stijging 10 duizend per maand in afgelopen halfjaar

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen

Achtergronddocument bij fact sheet jeugdwerkloosheid 2014

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2010

Trendrapportage Inkomen en risico op armoede

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Persbericht. Werkloosheid hoger na jaar van daling. Centraal Bureau voor de Statistiek. Daling werkloosheid hapert

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Daling werkloosheid houdt aan. Sinds het derde kwartaal 60 duizend werklozen minder

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2010

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Bestuursrapportage e kwartaal. Algemene gegevens IJsselgemeenten

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Conjunctuurmonitor. Kerncijfers gemeente Zaanstad Februari Concernstaf, Strategie & Onderzoek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid licht gestegen

Persbericht. Werkloosheid daalt

Transcriptie:

Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- Modules Inkomens in Nijmegen 2 Beroepsbevolking 6 Werkloosheid 10 Uitkeringsafhankelijkheid 14 Bijlage: Bronnen 21 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Jenny Zonneveld tel.: 024-329 27 28 / 024-329 98 89 (O&S) e-mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl www.nijmegen.nl (onderdeel gemeente > onderzoek en cijfers) Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 1

Inkomens in Nijmegen Gemiddeld inkomen 5 tot 10% onder landelijk niveau In 2011, het laatste jaar waarvoor belastinggegevens verwerkt zijn tot statistieken, bedroeg het gemiddelde besteedbaar inkomen van Nijmeegse huishoudens (studenten buiten beschouwing gelaten) 30.800. In vergelijking tot Nederland is dat tamelijk laag: als je het gemiddelde Nederlandse besteedbaar inkomen ( 34.200) op 100% stelt dan is het gemiddelde Nijmeegse inkomen 90% daarvan. Voor een deel wordt het lage inkomen in Nijmegen verklaard door de bevolkings- en huishoudenssamenstelling van de stad. Er wonen hier veel eenpersoonshuishoudens, die vaker een laag inkomen hebben en, voor een vergelijkbaar welvaartsniveau, ook met een lager inkomen toekunnen. Daarom berekent het CBS ook een gestandaardiseerd inkomen waarbij voor deze effecten wordt gecorrigeerd. Figuur 1: Besteedbaar en gestandaardiseerd inkomen in 2011 (index, Nederland=100) Bron: CBS, RIO Ook gestandaardiseerd blijft het Nijmeegse inkomen onder het landelijk gemiddelde liggen, maar het verschil is minder groot: 95%. In de andere kennissteden is de inkomenssituatie vergelijkbaar met Nijmegen, in de regiogemeenten rond Nijmegen liggen de inkomens juist hoger. Inkomensgroei is gestokt Niet verwonderlijk in deze periode van economische crisis is dat de groei van het gemiddelde inkomen, die in 2006 en 2007 nog 4-7% per jaar was, gestokt is. In 2008 was er nog sprake van een beperkte groei, maar in 2009, 2010 en 2011 blijft het gemiddelde inkomen ongeveer op hetzelfde niveau. Deze ontwikkeling is in Nijmegen en in Nederland als geheel hetzelfde. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 2

Figuur 2: Verandering besteedbaar inkomen tussen jaar t en jaar t-1 Bron: CBS RIO 16% huishoudens heeft inkomen tot 110% van het sociaal minimum Van alle Nijmeegse huishoudens heeft 16% een inkomen tot maximaal 110% van het sociaal minimum. Bij elkaar gaat het om 11.000 huishoudens, 17.700 mensen, waaronder 3.700 minderjarige kinderen. aantal als % populatie huishoudens 11100 16% personen 17700 12% minderjarige kinderen 3700 14% alleenstaand 7300 24% stel 1200 7% 1-ouder 1700 33% 2-ouder 800 5% overig 100 11% tot 25 500 29% 25-45 3800 14% 45-65 4000 15% 65+ 2800 18% Figuur 3: Huishoudens (excl. studenten) met inkomen tot 110% sociaal minimum, 2011 Bron: CBS RIO Vooral veel alleenstaanden horen tot deze lage inkomensgroep. Daarnaast maken eenoudergezinnen relatief vaak deel uit van de groep huishoudens met een laag inkomen. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 3

Rijkere en armere wijken Aan de oost- en noordkant van de stad zijn er veel wijken te vinden waar weinig huishoudens met een laag inkomen wonen. In de oude volkswijken Biezen, Nije Veld en Wolfskuil en in wijken in Dukenburg en Nieuw- West wonen juist veel huishoudens met een laag inkomen. Figuur 4: Aandeel huishoudens (excl. studenten) met inkomen tot 110% sociaal minimum, 2010 Bron: RIO/CBS Nijmegenaren ervaren inkomensverslechtering In de Burgerpeiling geven Nijmegenaren zelf aan hoe zij hun inkomen en financiële positie ervaren. Net als in eerdere jaren rekende een kwart van de deelnemers van 2013 zich tot de lagere inkomensgroepen. Dat hoeft nog niet gelijk te betekenen dat je ook financiële problemen hebt. Zo n 10% (rond 8.000 huishoudens) van de respondenten geeft aan hun financiële situatie als slecht te kwalificeren, 2.000-3.000 daavan noemen hun situatie zelfs zeer slecht. Een veel grotere groep (40%) zegt dat hun financiële situatie het afgelopen jaar achteruitgegaan is. Daar staat een groep van ongeveer 15% tegenover die juist vooruit gegaan is. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 4

Figuur 5: Ontwikkeling financiële situatie afgelopen twee jaar naar waardering financiële situatie op dit moment Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen, 2013, zelfstandig wonende huishoudens Van degenen die vinden dat hun financiële situatie verslechterd is, geeft ongeveer 60% aan dat dat (mede) ligt aan een terugloop in inkomsten, voor 40% speelt stijging van kosten (mede) een rol. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 5

Beroepsbevolking Groei beroepsbevolking gestopt In de 20 jaar tussen 1988 en 2008 maakt de Nijmeegse beroepsbevolking (de mensen die werken of willen werken) een sterke groei door: van 57.000 naar 80.000, een groei van 40%. Omdat in dezelfde periode het aantal werklozen flink afnam was de groei van de werkende bevolking nog spectaculairder: 60%. Deze groei werd door twee ontwikkelingen gevoed: er kwamen meer mensen in de werkzame leeftijdsgroep (vooral in de laatste 10 jaar van deze periode) en het aandeel van deze groep dat wilde werken nam toe (vooral in de eerste 10 jaar). Sinds een paar jaar is de groei van de beroepsbevolking gestopt. Figuur 6: Ontwikkeling Nijmeegse bevolking van 15-64 jaar, naar positie op de arbeidsmarkt Bron: CBS (steekproef) 1987-2012 De arbeidsmarktparticipatie, het aandeel van de bevolking dat werkt, is in Nijmegen aan de lage kant. Dat is voor de jongste leeftijdsklasse goed verklaarbaar: daaronder zijn in Nijmegen veel meer dan gemiddeld studenten, die minder deelnemen aan de arbeidsmarkt. Vooral bij de mannen is echter ook in de leeftijdsklassen 25-55 de arbeidsmarktdeelname in Nijmegen steeds lager dan in Nederland als geheel. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 6

Figuur 7: Arbeidsmarktdeelname per leeftijd/geslachtsgroep Bron: CBS 2010-2012 Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 7

Een jonge, hoogopgeleide beroepsbevolking De Radboud Universiteit en de HAN drukken hun stempel op de beroepsbevolking in Nijmegen: vooral hoogopgeleiden, maar ook jongeren zijn goed vertegenwoordigd. In de andere kennissteden is dit patroon ook zichtbaar, alhoewel de oververtegenwoordiging van hoogopgeleiden in Nijmegen nog sterker is dan in de overige kennissteden. Figuur 8: Leeftijd en opleidingsniveau van Nijmeegse beroepsbevolking vergeleken Bron: CBS 2010-2012 Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 8

Veel pendel in en uit de stad De arbeidsmarkt kent geen gemeentegrenzen. Ruim de helft van de banen in Nijmegen wordt vervuld door mensen die niet in Nijmegen wonen. Onder hen vooral veel mensen die in de gemeenten direct rond Nijmegen wonen, maar ook veel die in de rest van Gelderland of Noord-Brabant wonen. Omgekeerd zijn er rond de 30.000 Nijmegenaren die buiten hun woongemeente werken. De uitgaande pendel is daarmee een stuk kleiner dan de binnenkomende pendel. De mensen die buiten Nijmegen werken doen dat niet vaak in de gemeenten rond de stad, maar vooral in gemeenten wat verder van Nijmegen. Figuur 9: In- en uitgaande pendel (x 1.000) Nijmegen Bron: CBS, december 2011 Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 9

Werkloosheid Conjunctuurpieken en dalen door de jaren heen In het begin van de jaren 90 was de werkloosheid in Nijmegen erg hoog. De stad maakte toen een omschakeling van industrie- naar kennisstad door. Vanaf het midden van de jaren 90 zakt het werkloosheidspercentage zoals te zien is in Figuur 10, waarin een beeld wordt gegeven van werkloosheid op basis van CBS-cijfers. In dat cijfer, dat gebaseerd is op enquêtes, wordt weergegeven welk deel van de beroepsbevolking (=werkt of wil werken) daadwerkelijk en actief op zoek is naar een baan. Rond 2000-2002 en in 2007 was de werkloosheid in Nijmegen op een voor de stad gezien zeer laag niveau. In de economisch ongunstiger jaren rond 2005 en de laatste jaren stijgt het werkloosheidspercentage. Deze ontwikkeling doet zich natuurlijk ook in Nederland als geheel voor. Eind 2012 is de werkloosheid in Nederland weer even hoog als rond 2005. In Nijmegen ligt het werkloosheidscijfers nog steeds ruim onder de cijfers van 2004/2005. Volgens deze cijfers zijn er eind 2012 in Nijmegen rond de 6.000 mensen, ruim 7% van de beroepsbevolking, werkloos. Figuur 10: Werkloze beroepsbevolking als percentage beroepsbevolking Bron: steekproef CBS In de andere kennissteden varieert het werkloosheidscijfer, soms is het lager dan in Nijmegen, soms hoger. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 10

Figuur 11: Werkloze beroepsbevolking als percentage beroepsbevolking 2012 Bron: CBS Geen harde gegevens op gemeentelijk niveau Omdat de CBS-gegevens op een enquête gebaseerd zijn, kunnen de gegevens niet verder worden uitgesplitst. Uitspraken over de ontwikkeling voor b.v. leeftijdsgroepen of naar opleidingsniveau zijn niet mogelijk. Daarvoor moeten we terugvallen op het registratiebestand van het UWV (Niet-Werkende Werkzoekenden) dat ook nadelen kent: een deel van de ingeschreven is niet echt werkzoekend, maar vanwege (administratieve) verplichtingen ingeschreven. Bovendien zorgen veranderingen in regelgeving en werkwijzen voor de nodige dynamiek in het bestand, die niet veroorzaakt wordt door veranderingen in de groep werklozen zelf. Daarom moeten gegevens over niet-werkende werkzoekenden met enige marge geinterpreteerd worden. Begin 2013 stonden ruim 9.000 Nijmegenaren ingeschreven bij het UWV als niet-werkende werkzoekende. Veranderingen rond een vaste kern Als je naar de ontwikkelingen in het bestand niet-werkende werkzoekenden gedurende de afgelopen jaren kijkt dan zie je veel veranderingen, maar ook constante waarden: In totaliteit is er tussen 2007 en 2009 nog sprake van een flinke daling van het bestand, in de jaren daarna van stijging Binnen deze totale ontwikkeling blijft de groep laagopgeleiden (zonder startkwalificatie) gelijk in omvang. Ze profiteert niet van de gunstige ontwikkeling rond 2007, maar anderzijds heeft de economische recessie blijkbaar ook weinig invloed op hun, al zeer slechte, uitgangspositie De groei van het aantal ingeschreven werkzoekenden komt daardoor voor rekening van de middelbaar opgeleiden (in de periode 2009-2011) en daarna ook van de hoogopgeleiden Evenzo zie je dat de groep ouderen in het bestand niet veel verandert. De afname in de eerste jaren, en de groei sinds 2009 heeft vooral gevolgen voor de jongeren en 27-49-jarigen. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 11

Figuur 12: Niet-werkende werkzoekenden, Nijmegen Bron: UWV Jeugdwerkloosheid verandert van karakter Jongeren, die voor het eerst de arbeidsmarkt betreden, ervaren de economische schommelingen het sterkst. Verhoudingsgewijs is bij hen de groei van het aantal ingeschreven werkzoekenden het grootst geweest de afgelopen jaren, van rond de 700 in 2009 naar bijna het dubbele in 2013. Daarbij is ook het soort jongere dat werkloos is anders geworden. In 2009 had meer dan twee derde van de ingeschreven jongeren geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Hun werkloosheid was ook in belangrijke mate een opleidingsprobleem. Nu is die groep te laag opgeleide jongeren er nog steeds, maar zij hebben gezelschap gekregen van een nog grotere groep jongeren die wel een afgeronde opleiding op mbo/hbo/wo-niveau heeft. Bij hen is het niet zozeer het opleidingsniveau als wel de economische omstandigheden die tot werkloosheid leidt. Heel slechte kansen voor laag opgeleiden Vergelijking van de Nijmeegse beroepsbevolking en de Nijmeegse ingeschrevenen bij het UWV laat een opzienbarend verschil zien: van de Nijmeegse ingeschreven is ongeveer de helft laagopgeleid, van de Nijmeegse beroepsbevolking nog geen 20%. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 12

Figuur 13: Niet-werkenden werkzoekenden als percentage van de beroepsbevolking, 2013 Bron: UWV/CBS Dat betekent dat 40% van de Nijmeegse laagopgeleiden ingeschreven staat als werkzoekenden. Vele malen hoger dan de inschrijvingsmate van midden- en hoogopgeleiden en ook veel hoger dan de inschrijvingskans van laagopgeleiden in Nederland. Dit patroon is in meer kennissteden te zien (Groningen, Enschede, Arnhem), maar nergens zo extreem als in Nijmegen. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 13

Uitkeringsafhankelijkheid Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen (WWB) kan op veel manieren bepaald worden: tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen wel of niet mee, kijk je naar uitkeringen op een bepaald moment of gedurende een bepaalde periode, reken je bijstandsuitkeringen aan zelfstandigen (IOAW, IOAZ) wel of niet mee, etc. Afhankelijk van de selectie die gemaakt wordt varieert het aantal bijstandsuitkeringen in Nijmegen halverwege 2013 tussen de 5.800 en 6.600. In Nijmegen relatief veel mensen in de bijstand Ongeveer 5% van de Nijmegenaren tussen 15 en 65 heeft een bijstandsuitkering. In heel Nederland heeft ongeveer 3% een WWB-uitkering. Het bijstandsniveau ligt in Nijmegen altijd duidelijk boven het landelijk gemiddelde en fluctueert ook sterker: in economisch gunstige tijden daalt het sneller, en in ongunstige perioden stijgt het harder. Sinds begin 2013 lijkt de stijging van het aantal mensen in de bijstand in Nijmegen af te vlakken. Figuur 14: Aantal WWB-uitkeringen als percentage van het aantal 15-65-jarigen Bron CBS, algemene bijstandstatistiek Een hoog aantal mensen in de bijstand is een algemeen stedelijk verschijnsel. Ook in de andere kennisssteden ligt het bijstandspercentage boven het landelijk gemiddelde, soms zelfs nog hoger dan in Nijmegen, maar soms ook een stuk lager (Leiden, Maastricht, Eindhoven, Tilburg). Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 14

Figuur 15: Aantal WWB-uitkeringen als percentage van het aantal 15-65-jarigen Bron: CBS, Algemene bijstandstatistiek, eind 2012 Jonge mannen, oudere vrouwen en alleenstaande moeders Tweederde van de bijstandsontvangers is alleenstaand. Vooral jonge mannen (tot 35) en oudere vrouwen (55+) vormen grote groepen binnen het WWB-bestand. Absoluut gezien de grootste groep zijn de alleenstaande moeders. Meer dan 1.100 WWB-ontvangers, bijna 20% van de totale WWB-groep, zijn alleenstaande moeders. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 15

Figuur 16: Huishoudenssamenstelling van WWB-ontvangers 1-1-2013 Bron: WWB-bestand Zachte kenmerken WWB-ers Ongeveer een derde tot de helft van de mensen die een WWB-uitkering ontvangen is (gedeeltelijk) vrijgesteld van arbeidsplicht. Dit komt vooral veel voor bij oudere WWB-ontvangers. De rest moet op zoek naar werk. Daarbij kunnen ze ondersteund worden door reïntegratie-trajecten. Voor ongeveer de helft van de WWB-ers is in 2012 zo n traject geweest/overwogen. Van deze mensen zijn ook zachte kenmerken 1 geïnventariseerd. Daarbij gaat het om zaken als: hoe gemotiveerd zijn WWB-ers, hebben ze te maken met beperkingen in de gezondheidssituatie, hebben ze werkervaring? Daarbij bleek: Meer dan de helft van de bij reïntegratietrajecten betrokkenen had te maken met gezondheidsbeperkingen Tweederde van hen was sterk gemotiveerd werk te vinden Een grote groep had geen (1/3) tot eenzijdige (1/3) werkervaring Steeds 15-25% heeft te maken met schuldenproblemen, een werk-zorgconflict of taalproblemen. 1 Steekproefsgewijs in een stageonderzoek Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 16

Kwart WWB-ers jaarlijks uit de bijstand Voor ongeveer 1.500 mensen, een kwart van het totale bestand, is in 2012 de WWB-uitkering gestopt. Het vinden van werk is daarbij lang niet de enige reden: ongeveer een kwart van de uitstromers heeft werk gevonden. Bij de rest stopt de uitkering b.v. omdat ze uit Nijmegen verhuizen, geen inlichtingen verstrekt hebben, 65 zijn geworden of een studie beginnen. Het aandeel WWB-ers dat werk vindt is onder invloed van de crisis de laatste jaren, zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel, sterk gedaald: van rond de 15% in 2008 naar 7-9% in 2012. Aantal arbeidsongeschikten in Nijmegen stijgt weer Meer dan 8.000 Nijmegenaren ontvangen (eind 2012) een arbeidsongeschiktsheidsuitkering 2. Aan een jarenlange periode van daling van het aantal arbeidsongeschikten (2001-2008) is de laatste paar jaar een eind gekomen. Er is in Nijmegen zelfs weer sprake van een kleine stijging Figuur 17: Arbeidsongeschikten als percentage van het aantal 15-65-jarigen, Nijmegen en Nederland Bron: CBS en Atlas Sociale Verzekeringen In Nederland als geheel daalt het aantal arbeidsongeschikten nog wel steeds. Het verschil tussen Nijmegen, dat altijd een laag percentage had, en Nederland wordt daardoor steeds kleiner. Het tot kort geleden lage arbeidsongeschiktheidspercentage van Nijmegen werd veroorzaakt door de jonge leeftijdsopbouw van Nijmegen: er wonen hier veel jonge mensen, en jonge mensen zijn niet vaak arbeidsongeschikt. Kijk je per leeftijdsklasse, dan zie je dat op dit moment de arbeidsongeschiktheid van Nijmegenaren soms juist bovengemiddeld is: in bijna iedere leeftijdsgroep, het sterkst bij de 45-54 jarigen is het aandeel arbeidsongeschikten in Nijmegen hoger dan in Nederland. 2 WIA, WAO, Wajong of WAZ Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 17

Figuur 18: percentage arbeidsongeschikten per leeftijdsklasse, 31 december 2012 Bron: Atlas sociale verzekeringen en CBS WW-uitkeringen schommelen sterk met conjunctuur Als mensen hun werk kwijt raken krijgen ze (tijdelijk) een WW-uitkering. Het aantal WW-uitkeringen schommelt dan ook mee met de conjunctuur. Begin 2013 waren er meer dan 3.900 Nijmegenaren met een WWuitkering, bijna het dubbele van 4 jaar daarvoor. De ontwikkeling van de WW in Nijmegen en in Nederland laat hetzelfde patroon zien. Figuur 19: Aantal WW-uitkeringen als percentage van de bevolking 15-65 jaar Bron: CBS Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 18

10.000 van de Nijmeegse huishoudens in inkomensaanvullende maatregelen Wie in Nijmegen een laag inkomen heeft kan gebruik maken van (soms van jaar tot jaar veranderende) inkomensaanvullende regelingen zoals de bijzondere bijstand, de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, kwijtschelding van de afvalstoffenheffing of hondenbelasting of uitkeringen van Stichting Leergeld (school of sport/cultuurkosten van kinderen). Van de huishoudens die op 1-1-2013 in Nijmegen woonden namen er ruim 10.000 in 2012 deel aan (minstens één van) deze regelingen, ongeveer 1.000 onzelfstandige huishoudens (kamerbewoners) en 9.500 zelfstandig wonende huishoudens. Figuur 20: Zelfstandig wonende huishoudens 1-1-2013 die deelnemen aan inkomensaanvullende regelingen 2012 Bron: Bestanden afdeling Werk en Inkomen/SSB 2013 Sterke overlap tussen gebruik van inkomensaanvullende maatregelen en andere regelingen Naast inkomensregelingen zijn er in Nijmegen ook andere regelingen en voorzieningen (van de gemeente of andere instanties) waar huishoudens aan kunnen deelnemen. Dat kan gaat om regelingen op het gebied van werk (b.v. reïntegratietrajecten van bureau Werk of het Jongerenloket), op gebied van zorg (huishoudelijke hulp of voorzieningen) of om zaken die met jongeren te maken hebben (bureau Jeugdzorg, leerplicht, jeugdgezondheidszorg). Huishoudens die gebruik maken van inkomensaanvullende maatregelen zijn één tot vijf maal zo vaak betrokken bij dergelijke regelingen als het gemiddelde Nijmeegse huishouden. zorg werk jeugd WWB % van alle Nijm. HH in regelingen mbt 12% 15% 7% 8% % van hh met inkomensregelingen in regelingen mbt 29% 45% 16% 48% Figuur 21: Samenloop inkomensregelingen en andere regelingen, leesvoorbeeld: van alle zelfstandig wonende Nijmeegse huishoudens heeft 12% te maken met regelingen op gebied van zorg/wmo, van de huishouden die gebruik maken van inkomensaanvullende maatregelen 29% Bron: SSB 2013 Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 19

Stapeling van gebruik regelingen in 6% huishoudens Tel je per huishoudens het gebruik van 20 regelingen op gebied van werk, inkomen, zorg en jeugd op dan blijkt dat in 3.900 zelfstandig wonende huishoudens er 5 of meer klantrelaties zijn. Dat is 6 % van alle huishoudens. In bijna al deze gevallen zorgen inkomensregelingen voor minstens één van deze relaties. Figuur 22: Adressen met vijf of meer klantrelaties in SSB 2013 Bron: SSB 2013 In Figuur 22 is te zien dat veel van deze huishoudens wonen in (delen van) Hatert, Nije Veld, Biezen, Wolfskuil, Heseveld, Neerbosch-Oost en verspreid door Dukenburg en Lindenholt. Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 20

Bijlage: Bronnen CBS/Statline Burgerpeiling gemeente Nijmegen 2013 Atlas Sociale Verzekeringen UWV arbeidsmarktinformatie (www.werk.nl) Administraties Werk en Inkomen, gemeente Nijmegen Sociaal Statistisch Bestand Nijmegen 2013 (bureau Onderzoek en Statistiek) Scriptie Bijstandsgerechtigden in de gemeente Nijmegen, Willem Frelih Stadsmonitor -thema Sociaal-economisch profiel- 21