Verslag Pleegouderdag Pleegoudersupport Zeeland, 15 september 2012 in Goes Hoezo Pleeg(groot)ouder? Over essentie en dynamiek van het pleegouderschap

Vergelijkbare documenten
Even stilstaan en vooruitzien

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

Pleegouder worden. een zorgvuldige voorbereiding

Reactie van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen ( NVP) op het conceptwetsvoorstel Jeugdwet

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders

INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS. Pleegzorg bij De Rading

Secretariaat: Burg. Damstraat NP Tilburg tel Redactie: Jos Verhoeven

Stichting Overijsselse Pleegouders

Verbetering rechtspositie pleegouders

Samenvatting Het draait om het kind

Vraag 7: Belangenbehartiging in de pleegzorg

Jaarverslag Pleegoudersupport Zeeland Jaarverslag Pleegoudersupport Zeeland

Inventarisatieverslag actie Kies een Boek!

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg

Samen de schouders eronder

Verslag pleeggrootouder- en kleinkinderdag SBPN 2017 in Hilversum, Mediapark

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving

Informatiebijeenkomst VGN Stand van Zaken Jeugdwet

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Factsheet PLEEGZORG 2017

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

ONTDEK DE PLEEGOUDER IN JEZELF

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Pleegzorg doe je samen

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Werkbladen. Wat werkt in de pleegzorg?

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Wat is ondertoezichtstelling?

Zorgen voor een Kop voorzijde

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Excellenties, Dames en heren,

Nieuwsbrief Pleegzorg

Vraag 10: Grenzen in pleegzorg

Procedure pleegzorg Bestandspleegzorg pleegouderbestand Netwerkpleegzorg

Factsheet PLEEGZORG 2018

Ongevraagd advies Jeugdplatform Amsterdam: huidige stand van zaken pleegzorg

Pedagogisch beleidsplan

Instelling voor pleegzorg

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert (alle stukken)

Pleegoudertevredenheid. Resultaten P-toets 2.0

De Jeugdwet en pleegzorg: transitie en transformatie?!

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Nieuwsbrief Nummer juni 2016 SBPN

Zorg voor een kind van familie of bekende

Bijlage 1. Algemene Voorwaarden behorende bij het pleegcontract Parlan * Overal waar pleegouders staat kan ook pleegouder worden gelezen.

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Kenniscafé Utrecht Stand van Zaken Jeugdwet

Beslisdocument college van Peel en Maas

K. Fiselier BP OA en LIE. Anders, nl: Vaststellen jeugdprogramma Hengelo Zelf doen!, Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo.

Verslag van de activiteiten van SBPN Financieel verslag Beleidsplan 2013

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

Jaarverslag Klachten Stichting Wijzer in Opvang

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11

vinden op de factsheet Knelpunten in de zorg voor jeugd met psychosociale problemen: vragenlijst verwachtingen.

PLEEGZORGCONTRACT. Naam instelling : Naam pleegzorgbegeleider : Adres : Postcode : Plaats : Tel. : Fax : Pleegouder(s):

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG

Jaarverslag LOKALE NETWERKEN GEZINSVORMEN 2017

3. Rouw en verliesverwerking

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad,

Symposium Breng de stip dichterbij Uitstroom 24-uurs zorg Workshop 6. Hilde Tempel, Accare Charlotte Vissenberg, Windesheim Flevoland

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Pleegzorg Kompaan en De Bocht

Jaarverslag 2016 Stichting Pleegouders Overijssel

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Geacht College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Duiven,

Opgeleverde en ingeplande producten transitiebureau en werkagenda s VNG-Rijk

Toelichting BenW-adviesnota

Betreft: Opmerkingen bij de reactie van de gemeente op ons Advies: Beleidsplan Welzijn en zorg Barneveld van

Training Communicatievaardigheden

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Informatienota voor de raad

Pleegzorgdocument Kinderen helpen het leven te leren

Jaarverslag Klachten Stichting Wijzer in Opvang

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Jaarverslag Klachten 2013 Stichting Kinderopvang Maassluis

Pleegouders over gezag en adopt ie. Samenvatting en Conclusies

Grip op Ondernemerschap

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar:

Informatie voor ouders. voorzijde. uw kind bij

AD JEUGD & OPV0EDHUIP

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Als opvoeden een probleem is

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Jaarverslag 2018 POR (pleegouderraad Parlan)

algemene commissie Jeugdzorg

INFORMATIE VOOR PLEEGOUDERS. Procedure Netwerk Op weg naar het pleegouderschap

- coördinator doorstart Eindhoven - consulent Humanitas district Zuid

Transitie en transformatie Jeugdzorg. Themabijeenkomst 16 september 2013

Wat is ondertoezichtstelling?

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Expertiseteam complexe zorg. Folder voor professionals

Raadsvoorstel. Visie op decentralisatie Jeugdzorg. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie. Vaststellen Perspectief op zorg voor jeugd Oostzaan

Uw kind gaat naar een pleeggezin

Algemene Voorwaarden voor Pleegzorg geldend voor Sterk Huis

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Transcriptie:

Verslag Pleegouderdag Pleegoudersupport Zeeland, 15 september 2012 in Goes Hoezo Pleeg(groot)ouder? Over essentie en dynamiek van het pleegouderschap Locatie: Sportpunt Zeeland (plenaire delen), CIOS-gebouw (workshops), Eethuis De vier Linden (lunch); Ambachtscentrum, Sportpunt, gebouw roeivereniging Scaldis (programma kinderen en jongeren) Aanwezigen: pleegouders en pleeggrootouders, politici en bestuurders, medewerkers en directie jeugdhulpverlening en pleegzorgbegeleiding (Juvent en BJZ) en andere betrokkenen; kinderen en jongeren (eigen programma) Dagvoorzitter: Caroline Mobach (BMC) Programma: welkom, inleidingen door Tanni Koens en Hans de Win, forumdiscussie, lunch, workshops, plenaire afsluiting. In dit verslag is geen weergave van de workshops opgenomen. Inleiding In 2015 zal de verantwoordelijkheid voor integrale jeugdzorg bij gemeenten komen te liggen. In een nieuwe Jeugdwet zal deze verantwoordelijkheid worden vastgelegd. De positie van pleegzorg lijkt in deze omschakeling (transitie) nauwelijks expliciet aan bod te komen. Wat doet pleegzorg, wat betekent die voor uit huis geplaatste kinderen, welke stem hebben pleegouders 1 en wat mogen gezinsvoogden, pleegzorgbegeleiders, pleegouders over en weer van elkaar verwachten? De antwoorden op deze en andere vragen wil Pleegoudersupport bij Zeeuwse gemeenten onder de aandacht brengen. De Pleegouderdag heeft daarvoor de nodige input gegeven. Welkom door Jan Frans Mulder, voorzitter Pleegoudersupport Zeeland In zijn inleiding en welkomstwoord benadrukte Jan Frans Mulder de unieke positie van de pleegzorg in Zeeland dankzij de steun van de provincie. Mulder: De Provincie heeft altijd veel voor jeugdzorg gedaan en zeker ook voor pleegzorg. Daardoor kunnen we als Pleegoudersupport veel activiteiten organiseren. In dit verband noemde hij speciaal de koffieochtenden en het pleegoudermagazine Pleegouders (juni 2012). Jan Frans Mulder bedankte aan het slot van zijn welkomstwoord Veerle de Leede voor haar onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland 2. Eerste inleiding door Tanni Koens, filosofisch adviesbureau Phronèsis Tanni Koens heeft gewerkt in de zorg, is filosofe, docent en begeleidt verandertrajecten. Voor pleegouders verzorgt zij de cursus onderhandelen met organisaties. Ze probeerde in haar inleiding de vinger te leggen op de passie die ze bij pleegouders ervaart. Wat is die en waar komt die vandaan? Volgens haar heeft pleegouderschap te maken met de diepste drijfveren van mensen. Mensen worden pleegouder omdat ze dol zijn op kinderen en hun huis heel graag openstellen voor (andere) kinderen. Bijvoorbeeld omdat ze zelf een fijne kindertijd hebben gehad. Mensen worden geen pleegouder omdat ze zelf geen kinderen kunnen krijgen, zoals wel eens gedacht wordt. Want pleegouder zijn is niet gemakkelijk. Je wordt geconfronteerd met allerlei moeilijkheden en moet soms lang wachten op een kind. Dan krijg je een kind en die gooit al jouw structuren omver. Wat doe je dan? Mensen zeggen vaak over pleegouders: die mensen zijn gewoon zo. Die kunnen zonder voorwaarden elk kind aan. Kennen en kunnen kun je leren, maar mensen stellen hun huis open omdat ze zo zíjn. Het begint bij je hart, je authentieke zelf. In dat authentieke zelf zit je passie en als je vandaaruit 1 Overal waar pleegouder staat, wordt ook pleeggrootouder bedoeld. 2 Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Maatschappij- en gedragswetenschappen, juni 2012. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Pleegoudersupport Zeeland. Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 1 van 6

bezig bent, geeft dat een enorm gevoel van vrijheid. Mensen die in hun authentieke zelf zitten, hebben toegang tot al hun niveaus van zijn. Haar stelling: voor pleegouderschap is het van belang dat je in evenwicht bent met je hebben en zijn. Dat je vanuit je innerlijke kracht bezig bent en niet vanuit iets wat van buitenaf komt of vanuit een eigen behoefte. Daarbij is het ook belangrijk dat je je bewust bent van de waarden die je hebt zodat je vandaaruit kunt werken en vandaaruit ook pleegouder kunt zijn. Tweede inleiding door Hans de Win, Pleegzorg Advies Nederland Hans de Win geeft in zijn inleiding in vogelvlucht de geschiedenis weer van de jeugdzorg in Nederland. In 1874 wordt de Maatschappij tot opvoeding van wezen in het huisgezin opgericht. Dat is de start van georganiseerde pleegzorg. Voor het eerst werd het belang onderkend van opvoeding binnen het huisgezin i.p.v. in een tehuis. Honderd jaar later volgt de eerste beleidsnota van overheidswege over jeugdzorg: de Startnota Jeugdwelzijn (1974). Daar staan veel interessante, waardengeoriënteerde zaken in die nu in feite nog steeds gelden. Zoals: ieder mens is in principe verantwoordelijk voor zijn eigen welzijn. Maar mensen leven ook in relaties en groepen, daarin helpt men elkaar en vindt ook dienstverlening plaats. In 1983 verschijnt een nota waarin pleegzorg voor het eerst omschreven wordt als volwaardige vorm van hulpverlening. En waarin ook is opgenomen dat preventie de beste vorm van jeugdhulpverlening is. En dan hebben we straks de nieuwe Jeugdwet, 2015. Volgens De Win wordt dat een jaar van kansen. We zij ons in de afgelopen jaren gaan realiseren dat het niet alleen gaat om jeugdzorg, maar om zorg voor jeugd. Dat betekent dat we ook veel aandacht moeten hebben voor de voorkant, het stadium waarin er nog helemaal geen problemen zijn. En dat we moeten zorgen dat de hulpverlening die nodig is, goed op orde is. Die visie ligt ten grondslag aan de verandering in 2015. Pleegzorg past daar helemaal in. Bij pleegzorg gaat het niet om jeugdbescherming, maar gewoon om mensen helpen in je omgeving. Wat zijn de voorwaarden om dit te laten slagen? Volgens De Win zijn dat: Aandacht voor de relatie tussen mensen, wat kan die opleveren. Ruimte voor persoonlijke verantwoordelijkheid, die moet je van binnen voelen. Niet een organisatie maar een persoon is verantwoordelijk. Niet de problemen maar zorgen moeten centraal staan. Samenwerking moet je vanzelfsprekend vinden, over en weer, dat geldt voor alle betrokkenen. De Win: Ga je door met beheersen? Dan zal het niet lukken. Het zal ook niet lukken als je denkt dat je het beter weet. En denk al helemaal niet dat het vanzelf gaat. Want afleren is moeilijker dan aanleren. Forumdiscussie Na de inleidingen vindt een forumdiscussie plaats onder leiding van Caroline Mobach. Zij legt aan het hele forum drie stellingen voor en aan iedere deelnemer een vraag, afgestemd op zijn of haar betrokkenheid bij pleegzorg. De deelnemers zijn: Jan Frans Mulder, voorzitter Pleegoudersupport Zeeland (tevens burgemeester van Hulst) Mariska Kramer, jeugdrechtadvocaat, Amsterdam Corine Westeneng, pleegouder Arjan Beekman, Statenlid Provincie Zeeland en fractievoorzitter voor de ChristenUnie Hans de Win, medeoprichter en adviseur Pleegzorg Advies Nederland Vragen Op de vraag of de transitie al aan de orde is geweest in de gemeenteraad van Hulst, antwoordt Jan Frans Mulder dat vanuit een Taskforce Jeugd waarin ook de gemeenten vertegenwoordigd zijn - gekeken zal worden hoe de transitie in Zeeland opgezet gaat worden. Daar is een coördinator bijgehaald. Pleegoudersupport moet zorgen dat pleegzorg hier in beeld komt en blijft. Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 2 van 6

Mariska Kramer betreurt het dat nieuwe wetgeving rondom pleegzorg opgeschort wordt of gefaseerd wordt ingevoerd in afwachting van de nieuwe Jeugdwet. De nieuwe wetsvoorstellen laten een aantal verbeteringen zien die niet of onvoldoende terug te vinden zijn in de concepten die er nu liggen in het kader van de transitie voor de nieuwe Jeugdwet. Dat is jammer. Het gaat om het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen en het wetsvoorstel ter verbetering van de positie van pleegouders. In dit voorstel bijvoorbeeld worden pleegouders toegelaten tot het klachtenrecht, in de nieuwe Jeugdwet is dat niet het geval. Ander voorbeeld is het onderscheid tussen netwerkpleegouders en gewone pleegouders; het is Mariska niet duidelijk waarom dit onderscheid juridisch gemaakt zou moeten worden. Een aantal punten om de rechtspositie van pleegouders te verbeteren zie je dus niet of onvoldoende terug in de Jeugdwet die in de maak is. Daar is een slag te maken voor Pleegoudersupport en voor alle belangenorganisaties. aldus Mariska. Als Corine Westeneng gevraagd wordt in één zin een oproep te doen aan de reguliere jeugdzorg om haar werk als pleegouder gemakkelijker te maken, antwoordt zij kort en krachtig: Zie mij als een gelijkwaardige partner om mee samen te werken. In het belang van het kind. Statenlid Arjen Beekman bepleit vurig dat gemeenten de handen ineen blijven slaan waar het gaat om inzet van jeugdhulpverlening. Om versnippering te voorkomen in het dunbevolkte Zeeland heeft de provincie altijd bewust met één aanbieder gewerkt (Juvent). De gemeenten hebben de intentie uitgesproken dat ook te doen. Volgens Hans de Win moet de focus liggen op goede opvoeding. Als je recht op opvoeding als een waarde beschouwt moet het richting gaan geven aan de maatschappij: aan hoe je scholen organiseert, passend onderwijs een plek geeft. Organiseer de zorg rondom mensen en bepaal niet in allerlei stukken welke instelling wat moet doen. De Win: Heb vertrouwen in de uitvoeringspraktijk. Ga luisteren daar waar het goed werkt en kijk of je dat met beleid kunt versterken. Stellingen 1. Pleegopvoeding is een duurzame investering in het leven van een kind, in plaats van een goedkope oplossing van problemen. 2. Pleegzorg is in de transitie jeugdzorg zowel organisatorisch als inhoudelijk een verwaarloosde discipline. 3. Een respectvolle en effectieve communicatie tussen plaatsende instellingen en pleegouders is onder gemeentelijke verantwoordelijkheid onzeker. Bovenstaande stellingen vormden de input voor een discussie binnen het forum en met de mensen in de zaal. Er werd niet duidelijk uitgesproken of men het eens dan wel oneens was met deze stellingen. Daar werd ook niet zozeer naar gevraagd. Daarom geven we de belangrijkste discussiepunten die naar voren kwamen hieronder weer en rubriceren ze waar mogelijk. Reacties stelling 1 Arjen Beekman: Pleegzorg moet zich vooral positioneren in de nulde (scholen, kinderopvang, jeugdverenigingen) en eerste lijn (eenvoudig bereikbare professionele hulp, huisartsen, consultatiebureaus). En niet in de jeugdhulpverlening (tweede lijn). Nu is het moment om dat ook aan gemeentes te laten zien. In die fases is het ook belangrijk dat je naast de ouders van het kind gaat staan en niet tegenover hen. Corine Westeneng: In de samenwerking met pleegzorgbegeleiders en bijvoorbeeld de gezinsvoogd is dit lastig omdat jij (als pleegouder) het vrijwillig doet en met je hart. Je gaat ervan uit dat ieder het beste wil voor het kind, maar toch lijkt dat soms anders te zijn. Je denkt dan: kom op, voor jullie is het kind toch net zo waardevol? Een gezin is toch het beste voor het kind? Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 3 van 6

Hein Abbing (directeur Juvent, in de zaal): De inhoudelijke overweging achter de transitie onderschrijven we volledig. Het gaat niet om de schaal waarop het georganiseerd wordt. Het gaat om het kind dat er recht op heeft veilig op te groeien. Onze visie is: blijf uitgaan van het kind en van de dialoog met het kind, de ouders en pleegouders. Nelleke Groenewegen (directeur BJZ Zeeland, in de zaal): Onze professionals zijn erg gewend om te werken in bepaalde structuren. In die zin kunnen we nog veel leren en onze creativiteit aanboren. Zo zijn we net gewend om te denken in netwerk-pleeg-plaatsing. Maar we zijn nog niet gewend om te denken in dagdelen, weekenden en wat daarin mogelijk is. Daar moeten gemeenten en wij ook, veel creatiever in worden en dat moet ook juridisch geregeld worden. Dat geldt ook voor de financiële ondersteuning van pleegouders. Korte, tijdelijke plaatsingen Naar aanleiding hiervan volgt een opmerking uit de zaal (pleegmoeder): Een kind heeft heel veel baat bij duidelijkheid en ondervindt schade van onzekerheid en onduidelijkheid. Dagdelen aanbieden is slecht voor het kind, ook al is het tijdelijk en preventief bedoeld. Mariska Kramer: Ik deel de zorg wel een beetje van deze pleegmoeder. In het algemeen is preventie goed maar onduidelijkheid is funest voor een kind. Laat natuurlijk onverlet dat er situaties zijn waar je móet ingrijpen. Hans de Win n.a.v. stelling 1: We moeten ook vertrouwen op een soort intrinsieke waarde dat we elkaar wíllen helpen, daar moeten we vanuit gaan. En niet alleen maar uitgaan van en focussen op wat er op papier beschreven staat en geregeld is. Mijn voorland is de beeldende kunst en niets is zo leuk als weten dat je iets uit niets maakt en zeker weten dat dat mooi wordt. Financiën Vraag uit de zaal: Het geld gaat ongeoormerkt naar gemeenten, heeft dus niet een specifieke en uitsluitende bestemming. Als gemeenten het extra geld dat ze krijgen voor jeugdzorg aan lantaarnpalen willen besteden, kán dat. Bovendien staat in alle provincieplannen dat het een besparing moet gaan opleveren (ruim 40 miljoen). Arjen Beekman: Die zorg deel ik helemaal. Het is ook niet zo dat wij de jeugdzorg heel graag bij de gemeenten neer willen leggen, zeker niet hier in Zeeland. Die lobby komt helemaal vanuit de grote steden. Maar het is nu wel een feit. Dus we moeten kijken hoe we daar nu mee omgaan. Vervolgvraag uit de zaal: Kunnen gemeenten zich er niet aan committeren dat het geld niet naar de algemene middelen gaat? Antwoord (Jan Frans Mulder): Het zou goed zijn als de dertien Zeeuwse gemeenten het beleid van de provincie een op een overnemen, inclusief de besteding van het geld. Dat zou al winst zijn. De gemeenten hebben gezamenlijk overleg en hebben deze intentie ook uitgesproken. Arjen Beekman: Als gemeenten zich zo opstellen, heb ik er wel vertrouwen in dat het goed komt. Maar als alleen financiën de drijfveer zijn, hoe komen wij als gemeenten hier zo goedkoop mogelijk uit, dan heb ik daar mijn twijfels over. Hein Abbing (uit de zaal): Het is jammer dat in de huidige discussie de transitie voortdurend gelijk gesteld wordt met bezuiniging en dus een financiële lading krijgt. Positie pleegouders Mariska Kramer: Nog even als reactie op de stelling. Hulpverleners, met alle respect, gaan en komen, pleegouders blijven, die zijn een constante factor. Neem de informatie van pleegouders serieus en bed hun positie goed in. Als pleegouders een afwijkende mening hebben weet de hulpverlening niet wat daarmee te doen. Die informatie wordt dan vaak niet in rapportages meegenomen. Of pleegouders mogen bij een rechtszaak pas hun zegje doen als iedereen al de zaal uit is. Soms worden ze zelfs niet uitgenodigd voor een zaak. De mening van pleegouders raakt veel te veel ondergesneeuwd. Of pleegouders willen geen conflict omwille van hun pleegkind. Maar plaatsing mag je nooit ter discussie stellen alleen omdat er een verschil van mening is tussen pleegouders en Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 4 van 6

instellingen. We weten allemaal hoe schadelijk het is voor een kind als hij weer overgeplaatst moet worden. Jan Frans Mulder: Die weeffout in de positie van pleegouders moet inderdaad opgepakt worden voor je verder gaat. Als die nu niet gerepareerd wordt dan lukt het straks ook niet als de verantwoordelijkheid bij de gemeentes ligt. Opmerking uit de zaal: Bureau Jeugdzorg heeft een grote machtspositie. Bij een verschil van mening gaat men daar niet goed mee om en trekken pleegouders aan het kortste eind. Groenewegen (BJZ): Dat klopt. Wij willen ernaartoe dat niet alleen de ouders maar ook de pleegouders voor akkoord moeten tekenen bij een bepaalde aanpak. En anders wordt er wat mij betreft niet uitgevoerd. Een van de voorwaarden is dat alle partijen nut en noodzaak van de aanpak inzien, anders gaat het niet werken. Reacties stelling 2 Opmerking uit de zaal (Marianne van der Beek, Nederlandse Vereniging Pleegouders): Activiteiten om pleegzorg op de kaart te zetten werken wél. Tijdens gesprekken met het ministerie van Volksgezondheid (VWS) heb ik een stevig pleidooi gehouden om de positie van pleegouders beter te borgen in de Jeugdwet. Aan het eind van het gesprek was duidelijk dat VWS enkele punten over het hoofd had gezien. NVP krijgt nu ook inzage in verdere concepten. Er is zelfs bij de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) iemand aangetrokken speciaal voor pleegzorg. De aandacht is groeiende, het luisterend oor is er wel degelijk. We zijn ook bezig een factsheet te maken voor de VNG, speciaal over pleegzorg. Netwerkpleegouders - bestandspleegouders Vraag uit de zaal (pleegmoeder): Waarom is er een verschil in de positie tussen netwerkpleegouder en pleegouder? Als pleegouder word je financieel ondersteund en wordt er direct zorg ingezet en als netwerkpleegouder word je een half jaar aan je lot overgelaten. Waarom wordt dat niet gelijkgetrokken? Antwoord (Mariska Kramer)): Ik heb daar geen omvattend beeld van. Pleegouders in het bestand worden als professional gezien, vanuit het netwerk moet men aantonen dat het echt pleegzorg is, dat is een van de knelpunten. Juridisch is er geen onderscheid. Aanvulling (Peter Moerdijk, Provincie Zeeland): Het is wel te verklaren waarom dit zo is. In een netwerkpleegzorgsituatie zit het kind al in het betreffende gezin. Vandaaruit moet je kijken of dit pleegzorg is en wat er dan nog bij komt kijken. Bij gewone pleegzorgplaatsing gaat er een heel voorbereidingstraject vooraf. Bij netwerkpleegzorg moeten zaken achteraf geregeld worden. Maar het is absoluut een knelpunt. Opmerking uit de zaal (Mirthe Loeffen, voorzitter landelijke stichting Belangenbehartiging Pleeggrootouders Nederland): Het lijkt wel alsof het als een nadeel gezien wordt als een kind er al zit. Maar ik zou zeggen: tel uit je winst! Laten we eens kijken wat grootouders kunnen betekenen. De nieuwe wet zou meer waarden-georiënteerd moeten zijn. De oude wet was dat nog enigszins. Het concept voor de nieuwe wet is heel erg instrumenteel, heel erg gericht op regeltjes. Reacties stelling 3 Communicatie Hans de Win: Pleegouders moeten niet met instellingen communiceren maar met mensen. Corine Westeneng: Kijk per pleegouder(gezin) naar de behoeftes: Wat hebben júllie nodig om te zorgen dat deze plaatsing slaagt, dat dit kind hier op kan groeien en volwassen kan worden? Het is nu heel vaak zo dat uitgegaan wordt van het beleid of van wat de professionals met elkaar bedacht hebben. Maar die zaken zijn lang niet altijd nodig, iedere situatie is anders. Per saldo houden ze dan misschien zelfs wel uren over. Opmerking uit de zaal (Veerle de Leede, onderzoek UvA): De positie van pleegouders is onduidelijk. Het is belangrijk dat die goed omschreven gaat worden. Wat betekent het om pleegouder te zijn, wat zijn hun verantwoordelijkheden en hun taken. Andersom geldt dat ook voor pleegzorgbegeleiding, en Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 5 van 6

(gezins)voogden. En je moet kijken wat een pleegouder individueel nodig heeft en wat ze van elkaar verwachten (voogd, pleegzorgbegeleider, pleegouders). Opmerking uit de zaal (pleegouders): Wij zijn pas een half jaar pleegouders en we zijn heel dankbaar voor de hulp van pleegzorg. Ook met onze begeleidster zijn we ontzettend tevreden, die kijkt ook heel erg naar praktische zaken. Zij vraagt echt wat wij nodig hebben. Ik ervaar veel steun, ook van Juvent, dat wil ik hier ook zeggen. Veerle de Leede: Uit het onderzoek blijkt ook dat pleegouders tevreden zijn over bejegening door pleegzorgbegeleiders en voogden, zeker in Zeeland. Verstevigen wat al goed gaat De dagvoorzitter besluit met de opmerking dat wetgeving het sluitstuk moet zijn van een goede werkpraktijk. Laten we daarom nu alvast gaan verstevigen wat al wél goed gaat. Daar kunnen we onafhankelijk van wetgeving direct mee starten. Conclusies In het plenaire deel s middags na de workshops, formuleert Jan Frans Mulder een aantal conclusies: 1. We kunnen het systeem niet veranderen maar we kunnen wel samenwerken. 2. De gemeenten: we moeten wethouders betrekken bij de voorbereidingen voor de transitie en het contact met hen versterken over de positie van de pleegzorg. Zeeland is kleinschalig, daarom moet het lukken om wethouders te vinden met een ruim hart. 3. Het is van groot belang de weeffout in de rechtspositie van pleegouders te verbeteren. Hier moeten we met alle belanghebbenden samen proberen verbetering in aan te brengen. 4. Onderzoek over bejegening: verwachtingen over en weer moeten helder zijn. Betrokken pleegzorgbegeleiding bij pleegouders en andersom leidt al tot 95% succesvolle plaatsing. 5. Hard -systemen omzetten in hart -systemen. 6. Duidelijk moet zijn welke criteria uiteindelijk worden gehanteerd om tot plaatsing over te gaan. Er staan pleegouders in de bak zogezegd en die zien dan toch weer een oproep dat er pleegouders tekort zijn. Dat leidt tot onbegrip. 7. Pleegouderschap: het gaat niet om kennen en kunnen maar om hebben en zijn. Evaluatie Over het algemeen genomen zijn pleegouders zeer positief over de organisatie van deze dag. Dat geldt voor het programma voor de volwassenen, en dan met name de workshops, maar ook voor het kinderprogramma en de lunch. Over het ochtendgedeelte zijn de meningen verdeeld qua inhoud: te beleidsmatig, te weinig praktisch. Verslag Pleegouderdag 15 september 2012, Pleegoudersupport Zeeland Pagina 6 van 6