Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan Stadsvervoer Nederland BV T.a.v. Ir. G.A. Kaper Postbus 16468 2500 BL Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) N390783/ 2 200009/ 11.b284 Onderwerp Beoordeling van de status van Stadsvervoer Nederland Geachte heer Kaper, Op 19 juni 2002 heeft de NMa uw brief ontvangen waarin u vraagt of wij Stadsvervoer Nederland BV (hierna: Stadsvervoer Nederland) als gemeentelijk vervoerbedrijf in de zin van artikel 64 Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) aanmerken. In uw brief verwijst u naar de stellingen die u de NMa eerder stuurde bij brief van 16 april 2002. Naar aanleiding van uw vraag heeft de NMa u op 26 juni 2002 om meer informatie verzocht, welke op 4 juli 2002 is ontvangen. Bedoelde status is van belang, omdat een gemeentelijk vervoerbedrijf is uitgesloten van deelname aan aanbesteding van een openbaar vervoer concessie voor zolang het openbaar vervoer dat het bedrijf zelf verricht, niet of niet in voldoende mate is aanbesteed (artikel 109, eerste lid, onderdeel a 1 ). Daarnaast moeten gemeentelijke vervoerbedrijven voldoen aan de in artikel 69 juncto 119 opgenomen extra voorschriften, op de naleving waarvan de NMa toezicht houdt. I. OM WELKE ONDERNEMINGEN GAAT HET? Stadsvervoer Nederland is een besloten vennootschap. Blijkens artikel 2, eerste lid van de Statuten van Stadsvervoer Nederland (hierna: Statuten) heeft zij onder andere tot doel het (doen) verzorgen van openbaar vervoerstaken en het (doen) verzorgen van andere vormen van personenvervoer. Tot op heden heeft ze enkele malen een offerte ingediend bij aanbestedingen 1 alle artikelen die in deze brief staan genoemd, hebben betrekking op de Wp2000, tenzij expliciet anders vermeld Postbus 16326 Wijnhaven 24 T: [070] 330 33 30 E-mail: info@nmanet.nl 2500 BH Den Haag 2511 GA Den Haag F: [070] 330 33 70 Website: www.nmanet.nl
van openbaar vervoer concessies, maar heeft ze nog geen concessie verkregen. Momenteel verricht zij geen vervoersactiviteiten. Stadsvervoer Nederland is op 31 oktober 2001 opgericht door de Naamloze Vennootschap Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij, Novio NV (hierna: Novio) en Stadsvervoer Dordrecht BV (hierna: SVD). Stadsvervoer Nederland heeft thans de volgende drie moedermaatschappijen: HTM Personenvervoer NV (hierna: HTM). De aandelen in deze vennootschap worden voor 67% gehouden door de gemeente Den Haag en voor 33% door de NV Haagsche Buurtspoorwegen. De gemeente Den Haag is 100% eigenaar van de NV Haagsche Buurtspoorwegen. HTM verricht openbaar vervoer in de stad Den Haag. Vóór 11 juni 2002 was de volledige naam van HTM: Naamloze Vennootschap Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij. Novio. De aandelen worden voor 100% gehouden door de gemeente Nijmegen. Novio verricht openbaar vervoer in de stad Nijmegen. Stadsvervoer Dordrecht. De aandelen worden voor 100% gehouden door HTM. SVD verricht openbaar vervoer in de stad Dordrecht. II. HOE IS DE ZEGGENSCHAP IN STADSVERVOER NEDERLAND GEREGELD? Het maatschappelijk kapitaal van Stadsvervoer Nederland bedraagt EUR 90.000 (artikel 3 van de Statuten), hiervan is EUR 48.000 geplaatst en volgestort (volgens het aandelenregister). Van deze geplaatste en volgestorte aandelen is 50% in handen van Novio, 35% in handen van HTM en 15% in handen van SVD. [...] 2 In een algemene vergadering van aandeelhouders geeft elk aandeel recht op één stem (artikel 15, eerste lid van de Statuten). In deze vergadering kunnen besluiten alleen genomen worden bij volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij een grotere meerderheid is voorgeschreven (artikel 17, eerste lid van de Statuten). [...] 3 2 Passage over wat partijen doen als een van hen een meerderheid van de aandelen verkrijgt 3 Passage over wat partijen doen als de stemmen staken 2
De leden van de directie worden benoemd door de algemene vergadering (artikel 10, tweede lid van de Statuten). De directie kan alleen besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen beslist de algemene vergadering van aandeelhouders (artikel 11, eerste lid van de Statuten). [...] 4 III. ARGUMENTEN VAN STADSVERVOER NEDERLAND Stadsvervoer Nederland geeft de volgende argumenten waarom zij niet als gemeentelijk vervoerbedrijf zou moeten worden beschouwd: Stadsvervoer Nederland voldoet niet aan de wettelijke criteria voor een gemeentelijk vervoerbedrijf. Concurrentievoordelen die de gemeentelijke vervoerbedrijven hebben (financiële condities, input-condities, afzetcondities en functievermengingen institutionele instanties) zijn evengoed van toepassing op Connexxion NV (een vervoerder die geen gemeentelijk vervoerbedrijf is) en NS Reizigers. Vanuit de gemeentelijke vervoerbedrijven die Stadsvervoer Nederland hebben opgericht kan er geen sprake zijn van bevoordeling, aangezien de aandeelhouders van Stadsvervoer Nederland tegenover hun concessieverleners op basis van de voorschriften aan concessies gehouden zijn tot financiële transparantie met betrekking tot de besteding van de gelden die zij uit hun concessie verkrijgen. IV. WETTELIJK KWALIFICATIE ALS GEMEENTELIJK VERVOERBEDRIJF Artikel 64, tweede en derde lid regelt wat onder een gemeentelijk vervoerbedrijf wordt verstaan: Het tweede lid, onderdeel a, bepaalt dat een vervoerder die een dienst of bedrijf van een gemeente is, een gemeentelijk vervoerbedrijf is. Uit de opzet van het tweede lid als geheel volgt dat met de termen dienst of bedrijf van een gemeente wordt gedoeld op een onderdeel van de gemeente zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Dit wordt bevestigd in het Besluit personenvervoer 2000, onder andere in artikel 21 van dit besluit. Het tweede lid, onderdeel b, c en d, bepaalt dat een vervoerder waarvan een gemeente op 1 januari 1996 de meerderheid van de aandelen in het maatschappelijk kapitaal bezat, over meer dan de helft van de aan aandelen verbonden stemmen beschikte of meer dan de helft van de commissarissen dan wel bestuursleden kon aanstellen, een gemeentelijk vervoerbedrijf is. 4 Passage over benoemingsprocedure van directeuren 3
Het tweede lid, onderdeel e, bepaalt dat een vervoerder ten aanzien waarvan een gemeentelijk vervoerbedrijf als bedoeld in de vorige onderdelen de meerderheid van de aandelen, stemrechten of benoemingsrechten bezit, een gemeentelijk vervoerbedrijf is. Het derde lid bepaalt dat een rechtsopvolger van een in het tweede lid bedoelde vervoerder een gemeentelijk vervoerbedrijf is, voor zover het een concessie betreft verleend aan deze rechtsopvolger voor het verrichten van openbaar vervoer dat op 1 januari 1999 door die vervoerder werd verricht. V. BEOORDELING DOOR DE D-G NMA Voor de beoordeling of Stadsvervoer Nederland een gemeentelijk vervoerbedrijf is, heeft de d-g NMa Stadsvervoer Nederland getoetst aan de hiervoor aangehaalde criteria van artikel 64. Stadsvervoer Nederland heeft eigen rechtspersoonlijkheid en is dus geen dienst of bedrijf van een gemeente. Stadsvervoer Nederland voldoet derhalve niet aan het gestelde in artikel 64, tweede lid, onderdeel a. Geen van de aandelen van Stadsvervoer Nederland en geen van de stem- of benoemingsrechten was op 1 januari 1996 in het bezit van een gemeente. Stadsvervoer Nederland voldoet dus niet aan het gestelde in artikel 64, tweede lid, onderdeel b, c of d. Geen van de moedermaatschappijen van Stadsvervoer Nederland beschikt ten aanzien van Stadsvervoer Nederland over meer dan de helft van de aandelen, stemrechten of benoemingsrechten. Stadsvervoer Nederland voldoet dus niet aan het gestelde in artikel 64, tweede lid, onderdeel e. Stadsvervoer Nederland is niet de rechtsopvolger van een andere vervoerder. Zij kan daarom niet aan het gestelde in artikel 64, derde lid voldoen. Op grond van de beschikbare documentatie en het gestelde in artikel 64, tweede en derde lid is Stadsvervoer Nederland naar het oordeel van de d-g NMa geen gemeentelijk vervoerbedrijf in de zin van dat artikel 5. In hoeverre Stadsvervoer Nederland een gelijke concurrentiepositie heeft als andere bedrijven waarmee zij eventueel in concurrentie treedt, en in hoeverre de 5 De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven kwam op 25 juli 2002 tot dezelfde conclusie (zaaknummer AWB 02/ 1405). 4
moedermaatschappijen Stadsvervoer Nederland kunnen bevoordelen (zie argumenten van Stadsvervoer Nederland) is voor dit oordeel niet relevant 6. Bepalend is het gestelde in artikel 64. De NMa zal geen toezicht houden op Stadsvervoer Nederland op basis van artikel 69, eerste en vijfde lid juncto artikel 87, ook niet wanneer Stadsvervoer Nederland na een openbare aanbesteding een openbaar vervoer concessie gegund krijgt en vervoersactiviteiten zal verrichten. Dit oordeel laat onverlet een oordeel of de samenwerking tussen HTM, Novio en SVD in Stadsvervoer Nederland in strijd is met artikel 6, 34 of enig ander artikel van de Mededingingswet. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met de heer M.L.A. Kouwenhoven (telefoon: 070 330 13 09). Hoogachtend, A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 6 Terzijde wordt opgemerkt dat gemeentelijke vervoerbedrijven zich onderscheiden van andere openbaar vervoerbedrijven door het moment dat (35% van) hun concessies voor het verrichten van openbaar vervoer moeten zijn aanbesteed. De concessies van gemeentelijke vervoerbedrijven moeten in 2006 voor 35% en in 2007 voor 100 % zijn aanbesteed terwijl andere concessies van andere openbaar vervoerbedrijven in 2006 voor 100% dienen te zijn aanbesteed (en er naar gestreefd wordt om in 2003 35% aanbesteed te hebben). Dit punt is blijkens de Memorie van Toelichting van de Wp2000 (kamerstukken II 26 456 nr 3, pag. 31) voor de wetgever aanleiding geweest voor de aparte positie van gemeentelijke vervoerbedrijven. De redenering dat gemeentelijke vervoerbedrijven een gelijke concurrentiepositie hebben als Connexxion NV (zie tweede argument dat Stadsvervoer Nederland aandraagt) is daarom niet volledig. 5