Toepassing van PRP op grasland : bodem vaart er wel bij, de boer ook?

Vergelijkbare documenten
HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

Strategieën voor graslandbemesting

DE N-BEMESTING VAN KLAVER EN LUZERNE, AL DAN NIET GEMENGD

Bemesting en uitbating gras(klaver)

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Livestock Research Kwaliteit gras gedurende het jaar. Kwaliteit gras groeiperiode. 7 Graskwaliteit door het jaar Verloop voederwaarde

Vlinderbloemigen voor lagere kosten?

2.2 Grasland met klaver

Beter stikstofadvies voor grasland op komst

Werken aan bodem is werken aan:

Het belang van bodem voor landbouw Gert Van de Ven An Schellekens Bodem als basis voor ecosysteemdiensten 26 november 2016

Amazing Grazing deelproject: De Weidewasser 2013

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

Inhoud. Optimalisatie van de productie van eigen grond is de kern van goed boeren. Functies. 1.Productie: Strengere bemestings normen

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Meerjarig proefopzet bodembeheer

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering

LANDBOUWKUNDIGE GEVOLGEN VAN EEN BEPERKTE BEMESTING OP GRASLAND

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

Gebruiksruimte anders verdelen tussen maïs en gras?

KringloopWijzer. Johan Temmink

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

De effecten van steenmeel op de grasgroei.

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

GRASLANDVERNIEUWING IN HET VOORJAAR ONDER DEROGATIE. ANDERE MOGELIJKHEDEN VAN UITBATING?

Goede bemesting geeft gezonde planten

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

In een handomdraai een diepgroen gazon zonder mos en onkruid!

Satellietbedrijf Mts. Boxen

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

Grondgebondenheid = Eiwit van eigen land

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

RIJENBEMESTING BIJ MAÏS: WELKE MESTSTOF KIEZEN?

OptIMAAL GRAsLAND scheuren IN HEt VOORJAAR

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

Satellietbedrijf Graveland

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting. Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

KLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie!

Stikstof bemesting en gebruikswijze van grasland

Impact van éénmalige organische bemesting op de stikstofnalevering in meerjarige sierteelten

GRASDUINEN IN HET GRAS

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

N-index: wat zeggen de cijfers?

ZWAVEL- EN SELENIUMBEMESTING BIJ GRASLAND RESULTATEN PERIODE

Kurzrasen vs Stripgrazen

Waarom wormencompost? Presentatie op 3 juli 2019 In het kader van de O-genledenexcursies

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

Studie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015

RUWVOER+ Optimaliseer uw ruwvoerproces

Inhoud. Naar een levende bodem. Beworteling en bodemleven Meer of minder een wereld van verschil. Functies beworteling

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

Thema 4: Een gezonde bodem

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

DCM Xtra-MIX X 1 Organisch-minerale meststof met extra lange gecontroleerde werking

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten

Vruchtbare Kringloop Overijssel

De rol van loonwerkers in de mineralenkringloop

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

27 januari 2015

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis

Bemesting kool en relatie tot trips.

Creëren kruidenrijkgrasland

aangepast snedeadvies = snedeadvies uit basistabel bij betreffende NLV x (geplande stikstofjaargift / stikstofjaargift uit basistabel).

Hoe kunnen we het best koolstof opslaan in graslandbodems?

Weersinvloeden op oogst Actualiteiten Ruwvoerteelten. Weersinvloeden op oogst Weersinvloeden op oogst Januari.

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

Doel. Voorlopige activiteiten

Enkele resultaten van bemestingsproeven met verdunde en aangezuurde mest. Proefopzet. Proefopzet. Verdunde mest

Meer gras met minder stikstof

Beter Bodembeheer de diepte in

EM Onderzoek op blijvend grasland

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Studiedagen fytolicentie. Graslandbeheer. Houd grasmat en spuitlokaal gesloten. Geert Rombouts

ADLO Studiedag 03/06/2014 Resultaten demonstratieprojecten 2012 en Proefplatform. test. test. Proefplatform. Probleem. test

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Transcriptie:

Toepassing van PRP op grasland : bodem vaart er wel bij, de boer ook? An Schellekens & Gert Van de Ven, Hooibeekhoeve Nick van Eekeren, Louis Bolk Instituut Alex de Vliegher, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek - Eenheid Plant - Teelt en omgeving Bodemkwaliteit verzorgen terug noodzakelijk Intensief bemest grasland moet het hebben van de rechtstreekse opname van nutriënten die tijdens de groeiperiode worden toegediend en omgezet in voor de plant opneembare vorm. We denken hierbij vooral aan stikstof dat via omzetting naar het uitspoelingsgevoelige nitraat tijdens het seizoen vlot beschikbaar moet zijn voor de graswortels. Maar ook andere elementen worden louter via minerale (lees chemische) vorm opgenomen en via kunstmest of het snel werkzame deel van drijfmest toegediend. Strenger wordende bemestingsnormen zowel in Vlaanderen als Nederland beperken zowel de hoeveelheid dierlijke mest als kunstmest. Om toch de zodekwaliteit, de grasopbrengst en de voederwaarde van het gras op peil te houden, komt in deze omstandigheden naast de chemische voorraad in de bodem de biologische voorraad meer op de voorgrond. PRP Sol is een korrelmeststof die bestaat uit goed oplosbare specifieke minerale zouten gebonden aan calcium- en magnesiumcarbonaat. Het bevat onder andere natrium, ijzer, zink en boor. Het doel ervan is het bodemleven te activeren en meteen ook de zuurtegraad te corrigeren. Effect meten? Het effect van een bodemverbeteraar kan je enkel op lange termijn beoordelen. Op de Hooibeekhoeve in Geel werd in 2008 een meerjarige opbrengstproef opgestart met een behandeling met en zonder PRP in 3 herhalingen. Jaarlijks werd er bij de met PRP behandelde proefveldjes 300 kg PRP per ha toegediend in het najaar. Bemesten gebeurde volgens de geldende Vlaamse wetgeving, onder derogatievoorwaarden. Dit wil zeggen naast de melkveedrijfmest (max. 250 N/ha) geen aanvulling van fosfor en een beperkte aanvulling met stikstof kunstmest tot 210 à 300 werkzame N. Vanaf het 2 de jaar na toediening werd er op de PRP veldjes voor kalium en magnesium niet meer aangevuld met kunstmest. Deze elementen werden louter via nalevering van de bodem en uit de drijfmestgift voorzien. De controleveldjes kregen wel aanvullend kaliumkunstmest nl. 170 kg K/ha in 2010 en 2011 en in 200 kg/ha in 2012. In deze bemestingsstrategie spaarden we zo bij toepassing van PRP 130 EUR/ha aan kali-kunstmest. (73 ct./eenh. K). In 2012 werd onvoorzien een kunstmestfractie N voor de derde snede op de controleveldjes weggelaten waardoor het N-niveau er 40 eenheden lager lag. Tabel 1: Toegediende bemesting per jaar (Controle/PRP)

jaar Not Ndier Nkunstmest Nwerkz(MAP) Ptot Ktot Mgtot 2009 364 264 89 248 76 330 133 2010 275 170 105 207 69 293/123 74 2011 345 148 197 286 52 370/198 69 2012 400/358 238 164/123 306/265 94 508/308 115 NORM 370 250 150 300 95 Verloop Zowel qua weersomstandigheden, frequentie van de snedes als bemestingstijdstippen waren er grote verschillen tussen de jaren. Figuur 1: Verloop per jaar van de maaisnedes Snede1* Snede2 Snede3 Snede4** Snede5 2009 28/mei 23/jun 26/jul 26/aug 13/okt 2010 17/mei 15/jun 2/aug 1/sep 4/okt 2011 6/mei 28/jun 13/sep 2012 10/mei 21/jun 24/jul 5/sep 23/okt * in 2009 w erd op 20/4 een lichte snede genomen w aarvan opbrengst niet meegenomen w erd in resultaten ** in 2011 w erd na september nog 1x gemaaid zonder opbrengstbepaling Grasopbrengst De grasopbrengst van alle snedes werd bepaald uitgezonderd van de vierde snede in 2011. Een zeer kleine eerste snede van april 2009 werd niet meegeteld bij de resultaten (<250 kg DS/ha). (zie Figuur 2). Uit de opbrengstcijfers leren we dat ondanks de lagere kaliumbemesting van de met PRP bemeste veldjes, de droge stof opbrengst er hoger was. De reden dat dit niet zo was in 2012 kan gezocht worden in de lagere N-bemesting bij de latere snedes. Globaal werd er een 6% opbrengstvoordeel bij PRP gemeten over alle sneden. Dit verschil was echter niet statistisch significant, uitgezonderd bij snede 3 in 2011 en 2012. Figuur 3: Gemiddelde droge stof opbrengst gras per snede en per jaar van al (PRP) dan niet (controle) met PRP behandelde veldjes LCV vzw: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T: 014/85 27 07 F: 014/85 36 15 E: lcv@hooibeek.provant.be 2 / 6

Voederwaarde en mineralensamenstelling gras Van de voornaamste sneden werd ook de voederwaarde bepaald. Tabel 2: Voederwaardegegevens van de voornaamste sneden : gewogen gemiddelde gehaltes per jaar en voederwaardeopbrengst getotaliseerd voor 4 jaar. (2009 snede 1,2,3,4 ; 2010 snede 1,2,4 ; 2011 snede 1,2,3 (alle), 2012 snede 1,2,3,4,5 (alle)) DVE g/kg DS (gew. gem) 2009 2010 2011 2012 kdve opbr/jaar Controle 81 a 81 a 76 b 82 a 631 a PRP 80 a 78 a 81 a 84 a 680 a rel. tov controle 99 96 106 102 108 VEM (gew. gem) 2009 2010 2011 2012 kvem opbr 4j Controle 908 a 895 a 862 a 915 a 7.046 a PRP 903 a 888 a 886 a 927 a 7.547 a rel. tov controle 99 99 103 101 107 Bij de gewogen gemiddelden van alle snedes is het DVE-gehalte enkel voor 2011 statistisch in het voordeel van PRP. Mede door de hogere opbrengst is globaal over de 4 jaar zowel de kvem als kdve opbrengst het hoogst bij toepassing van PRP. De mineralensamenstelling (macro- en micronutrienten) werd enkel bepaald in 2011 van de 3 snedes. Ook hier werden geen significante verschillen in samenstelling vastgesteld. Kijken we naar het kaliumgehalte en K-export dan zien we dat ondanks het weglaten van de kunstmestaanvulling met K tot advies er op de PRP veldjes het meest K via het gras werd afgevoerd. Dit verschil werd uitsluitend in de 3 e septembersnede gerealiseerd. K gehalte mg/100 g DS 2011 1e snede 2011 2e snede 2011 3e snede Controle 2304 a 2762 a 3708 a 2974 a 100 PRP 2046 a 2659 a 4066 a 3072 a 103 3400 = aanbevolen handboek melkveehouderij gew. gem. 2011 3 snedes K export kg/ha 2011 1e snede 2011 2e snede 2011 3e snede 2011 3 snedes Controle 76 a 68 a 135 a 279 a 100 PRP 70 a 66 a 185 a 320 a 115 Botanische samenstelling van de zode Op het einde van de proefperiode in december 2012 werd een botanische analyse van de graszode uitgevoerd. Hiervoor werden stukjes zode uitgestoken en na enkele weken groei werden scores gegeven naargelang het voorkomen van grassoorten en dicotylen. Zo komt men tot de belangrijkheidspercentage per soort in Tabel 3. Het belangrijkheidspercentage van een soort neemt toe naarmate de soort in meer stukjes zode voorkomt en naarmate de score voor belangrijkheid per stukje zode toeneemt (score 1-3 met 3 als zijnde de soort die het meest aanwezig is in het stukje zode). Tabel 3: Belangrijkheidspercentage per soort en per object LCV vzw: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T: 014/85 27 07 F: 014/85 36 15 E: lcv@hooibeek.provant.be 3 / 6

object PRP Controle Engels raaigras 65 78 Kropaar 0 1 Tuintjesgras 10 6 Veldbeemdgras 4 3 Kweekgras 0 1 Witte klaver 13 4 Andere dicotylen 6 7 Totaal 100 100 Bekijken we enkel het aandeel van de grassen dan kunnen we besluiten dat het aandeel goede grassen (Engels raaigras, veldbeemdgras) t.o.v. alle grassen algemeen hoog ligt maar bij PRP iets lager ligt dan bij de Controle veldjes nl. resp. 87 en 91%. Dit wordt echter goedgemaakt door het hogere klaveraandeel bij PRP. Dit laatste zou een verklaring kunnen zijn voor de hogere opbrengst en DVE-gehalte voor PRP bij de 3 de snede in 2011 en 2012. LCV vzw: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T: 014/85 27 07 F: 014/85 36 15 E: lcv@hooibeek.provant.be 4 / 6

Bodem Metingen van de chemische bodemkwaliteit aan het einde van de proef laten een significante verhoging zien van de ph en het magnesium- en boriumgehalte in de met PRP-SOL behandelde veldjes. Tabel 4: Nutriënten van de bodemanalyse met P-waarde Zonder PRP Met PRP P-value Sig PAE 3,47 4,00 0,24 Nee PW 53,7 57,7 0,23 Nee Kali 50,7 40,7 0,16 Nee Mg 108,7 142,0 0,01 Ja Na 27 21,3 0,11 Nee B 102 120,3 0,02 Ja Cu 40 30,3 0,12 Nee Mn 2170 1730 0,06 Nee Co 15,33 8,93 0,03 Ja Zn 2737 1853 0,00 Ja S 2,3 3,57 0,32 Nee ph 5.500 5.867 0,03 Ja OS 3,23 3,73 0,30 Nee Ctot 1.567 1.767 0,37 Nee C% 0,4873 0,4714 0,41 Nee Ntot 1273 1303 0,74 Nee Het kobalt- en zinkgehalte liet een significante verlaging zien. Omdat PRP-SOL magnesium bevat en via carbonaat de ph verhoogd is dit verklaarbaar. Echter ook zonder toepassing van PRP lag de ph waarde van het proefveld met 5,5 nog steeds aan de hoge kant. Voor wat betreft nitraatgehalte in de bodem op het einde van het seizoen (nitraatrest 0-90 cm) werden algemeen zeer lage waarden en nooit een effect van PRP vastgesteld. Ook waren er geen verschillen tussen de behandelingen in de potentieel mineraliseerbare N (108 mg/kg controle- ten opzichte van 109 mg/kg met PRP-Sol). Naast bodemchemische bepalingen zijn er in het najaar 2012 ook metingen gedaan naar bodemweerstand, dichtheid van de grond, bodemstructuurbepalingen, vochthoudend vermogen (pf waarde) en waterinfiltratie. Deze parameters waren niet significant verschillend tussen de behandeling met PRP en de controle. Wel was de uitgespoelde wortelmassa significant hoger in de controle, met name in de laag 0-1 cm. In de uitgespoelde wortelmassa kan geen onderscheid worden gemaakt in levende en dode wortels. Mogelijk dat door de ph-verhoging bij PRP dode wortels sneller zijn afgebroken waardoor deze uitgespoelde wortelmassa lager is. Ook hadden de veldjes die met PRP-SOL waren behandeld in totaal 38% meer wormen dan de controle veldjes. Het gebruik van PRP-SOL laat met name een significant verschil zien in het aantal aanwezige bodembewonende regenwormen). Deze toename kan een effect zijn van het positieve effect van PRP-Sol op de ph en door de hogere beschikbaarheid van calcium. LCV vzw: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T: 014/85 27 07 F: 014/85 36 15 E: lcv@hooibeek.provant.be 5 / 6

Figuur 2: Verdeling van de het aantal strooiselbewonende en bodembewonende regenwormen bij het wel en niet gebruik maken van PRP-SOL. Besluiten Baat het niet dan schaadt het niet is misschien voor velen de slagzin wanneer ze met het toedienen van PRP starten. Kosten voor de dosis PRP die in deze proef gebruikt werd komen op 183 EUR/ha/jaar. Vierjarig onderzoek naar het effect van PRP op gemaaid grasland in drie herhalingen onder een matige N-bemesting (250-300 werkzame N) op een lichte zandgrond in de Kempen kunnen het gemeten licht opbrengstvoordeel voor PRP statistisch niet hard maken. Dit maakt het dan ook gevaarlijk om het niet significante verschil in kvem en DVE-opbrengst door te rekenen op basis van de huidige voederwaardeprijs van 11,1 eurcent/kvem met DVE toeslag van 110,8 eurocent/kdve. Dit zou dan een voordeel opleveren van 119 EUR/ha/jaar. De significante verhoging van de ph geeft wel aan dat PRP een positief effect heeft op de ph. Deze ph-verhoging kan het bodemleven (o.a. regenwormen) en het klaveraandeel hebben gestimuleerd, wat juist het significante effect op de grasopbrengst in de 3 e snede van 2011 en 2012 kan verklaren. De verhoogde ph kan ook de beschikbaarheid van kalium vanuit de bodem verhogen wat bij de PRP bemesting gebeurde, zonder een negatief effect op opbrengst en voederwaarde. In de bemestingsstrategie met PRP werd er 130 EUR/ha/jaar aan kali-kunstmest (73ct./eenh K) bespaard en 12 EUR/ha/jaar aan zuurbindende waarde (hoewel de ph van het proefveld al goed was). LCV vzw: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel T: 014/85 27 07 F: 014/85 36 15 E: lcv@hooibeek.provant.be 6 / 6