PAPER Brussel, 28 maart 2012



Vergelijkbare documenten
TOEGANG TOT FINANCIERING

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Behoefteonderzoek MKB Financiering. 22 maart 2016 BCDN Werner Käller

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

Hypothecair krediet: duurzame groei

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Jouw persoonlijke financiering intake rapport

Structurele ondernemingsstatistieken

Financieringsmonitor Groei

Financiering Rudi Ceunen

PERSBERICHT Brussel, 25 januari 2012

Financiering in het MKB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

M Opleidingsniveau in MKB stijgt

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

De rol van banken in de economie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009)

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Nog meer Limburgse bedrijven willen investeren 2 op 3 bedrijven heeft dit jaar concrete investeringsplannen

Winwinlening De Vlaamse Cooreman-Declercq voor KMO s: reeds 98,4 mio leningen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT

Curatoren middag 2015

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

KMO-Barometer 100,6 100,5

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Financieringsmonitor MKB

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Resultaten van de KeFiK-enquête KMO-Financiering 2008

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Economische activiteit

EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen)

UNIZO KMO-BAROMETER. UNIZO-Studiedienst, tel fax

Samenvatting van de belangrijkste resultaten. Barometer Golf 1 Najaar 2018

ZA5211. Flash Eurobarometer 271 (Access to Finance) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Wie mag lenen of ontlenen? De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn die woont in het Vlaams Gewest. Bovendien is vereist dat die persoon:

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

DE TOP 10 ALTERNATIEVE FINANCIERINGSTIPS ALS DE BANK NIET MEEWERKT, WAT DAN?

FARMACIJFERS De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers

De regionale impact van de economische crisis

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Coen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Qredits bestaat vijf jaar. Dat is een felicitatie waard: in de eerste. plaats natuurlijk aan Qredits en haar medewerkers die deze

HANDLEIDING START-UP PLAN

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

Structurele ondernemingsstatistieken

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur

CONTROLEDIENST VOOR DE ZIEKENFONDSEN

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Persbericht. Jobcreatie in Limburgse bouwsector. Limburgse bouwondernemingen sturen positieve signalen uit

Evolutie hypothecair krediet 3de trimester 2018

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders.

Transcriptie:

PAPER Brussel, 28 maart 2012 Toegang tot financiering Het onderzoek naar de toegang tot financiering kadert in een jaarlijkse reeks over onderwerpen met betrekking tot de Europese marktwerking. Het universum van de ad hocenquête Toegang tot financiering bestaat uit kleine en middelgrote ondernemingen, opgedeeld in drie subpopulaties: de doorsnee kmo, snelgroeiende ondernemingen (HGE) en de zogenaamde gazellen (jonge snelgroeiende ondernemingen). Snelgroeiende ondernemingen (High Growth Enterprises) zijn deze ondernemingen die tussen 2005 en 2008 een gemiddelde groei van meer dan 2 kenden in hun werknemersbestand, gazellen zijn snelgroeiende ondernemingen die opgericht werden in 2003, 2004 of 2005. In België werden 6011 ondernemingen uitgenodigd om deel te nemen aan de enquête, dit leverde 1913 bruikbare antwoorden op. Het onderzoek naar de toegang tot financiering valt uiteen in twee grote blokken. In een eerste deel werd nagegaan of ondernemingen in 2010, na de economische crisis, een grotere behoefte aan financiering hadden dan aan de vooravond van de economische crisis, in 2007. In een tweede blok werden de ondernemingen gevraagd naar hun verwachtingen voor de toekomst. Hieronder vindt u de belangrijkste conclusies op een rijtje. De volledige tekst, gestoffeerd met grafieken, volgt na deze samenvatting. Vraag naar financiering kmo's is toegenomen: ο In 2010 heeft iets meer dan de helft (54,6%) van de Belgische kmo's getracht om financiering te verkrijgen. In vergelijking met 2007, de periode voor de economische crisis, blijkt dat de vraag naar financiële middelen is toegenomen met 9,. ο Gazellen en HGE hebben een grotere behoefte aan financiering, respectievelijk 65,7% en 68,1% heeft in 2010 getracht om kapitaal te verkrijgen. ο De vraag naar financiering blijft hoog, 59, van de kmo's verwacht tussen 2011 en 2013 nood te hebben aan financiering. Financiering uit vreemd vermogen belangrijk voor kmo's

2 ο Een meerderheid van de kmo's die financiering zochten doet hiervoor beroep op vreemd vermogen, zowel in 2007 ( 84,1%), als in 2010 (79,1%) wordt het leeuwendeel van de financiering langs deze weg bekomen. ο In 2010 zochten meer ondernemingen (eveneens) financiering uit eigen vermogen (+3,9%) en/of andere bronnen (+10,3%), ο Gazellen en HGE wenden zich verhoudingsgewijs meer tot het eigen vermogen en ander bronnen voor het bekomen van financiering dan doorsnee kmo's. ο Alle typen verwachtten in de periode 2011 2013 minder financiering uit andere bronnen te halen. Financiering via banken verloopt moeizamer ο De kans op succes voor het bekomen van financiering uit vreemd vermogen via de banken kent een duidelijke daling tussen 2007 en 2010, zowel bij de gazellen ( 5,1%), de HGE ( 7,1%) als de doorsnee kmo's ( 9,5%). ο De hoofdredenen die de ondernemingen aanduiden voor de afwijzing, of slechts gedeeltelijke tegemoetkoming, aan hun financieringsaanvraag zijn van tweeërlei aard. Enerzijds oordelen de ondernemingen dat de bijkomende voorwaarden die de banken opleggen onaanvaardbaar zijn (38,8%), anderzijds oordelen de banken dat de ondernemingen over onvoldoende kapitaal beschikken (37,3%) Financiering beperkt aangewend voor innovatie en R&D ο De bijkomende financiering die kmo's verwachtten nodig te hebben tussen 2011 en 2013, zal hoofdzakelijk gebruikt worden om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (58,1%) en de binnenlandse activiteiten uit te breiden (43,1%). ο Een minderheid van de ondernemingen zal de bijkomende financiering aanwenden om te investeren in innovatie en R&D (16,9%). ο Gazellen wenden extra kapitaal verhoudingsgewijs meer aan voor de financiering van de expansie van de binnenlandse activiteiten (57,9%) en minder voor innovatie en R&D (10,5%). Onvoldoende financiering meest bedreigend voor HGE ο De factoren die de Belgische kmo's als het meest bedreigend voor de economische groei beschouwen zijn de algemene economische toestand (70,4%), hoge arbeidskosten (61,1%) en de prijsconcurrentie/kleine winstmarges op de markt (49,7%). ο Gazellen vrezen daarenboven de beperkte beschikbaarheid van geschikt personeel (51,9%) voor de groei van de onderneming. ο Onvoldoende financiering vormt vooral in de groep van de HGE (9,1%) een bedreiging voor de groei

3 Toegang tot financiering paper Toelichting Het onderzoek naar de toegang tot financiering kadert in een jaarlijkse reeks over onderwerpen met betrekking tot de Europese marktwerking. Een soortgelijk onderzoek wordt in alle landen van de Europese Unie georganiseerd. Deze statistieken zijn noodzakelijk om het Europese, nationale en regionale ondernemingsbeleid af te stemmen op de noden van de bedrijven. De toegankelijkheid tot financiering is immers een belangrijke factor voor economische groei in Europa. Het universum van de ad hocenquête Toegang tot financiering bestaat uit kleine en middelgrote ondernemingen, opgedeeld in drie subpopulaties: de doorsnee kmo, snelgroeiende ondernemingen en de zogenaamde gazellen (jonge snelgroeiende ondernemingen). De ondernemingen uit het onderzoek behoren tot de categorieën B tot M, uitgezonderd K, van de NACEREF 2 nomenclatuur, en omvatten de sectoren industrie (IND), bouw (CON), diensten (SRV), informatica en communicatie (ICT) en vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (PST). Alle ondernemingen in de populatie waren actief in 2005 en hadden in 2010 tussen de 10 en 249 werknemers in dienst. Snelgroeiende ondernemingen (High Growth Enterprises) zijn deze ondernemingen die tussen 2005 en 2008 een gemiddelde groei van meer dan 2 kenden in hun werknemersbestand, Gazellen zijn snelgroeiende ondernemingen die opgericht werden in 2003, 2004 of 2005. In België werden 6.011 ondernemingen uitgenodigd om deel te nemen aan de enquête, dit leverde 1.913 bruikbare antwoorden op. De populatie van 6.011 ondernemingen was verdeeld over 147 gazellen, waarvan er 56 de enquête beantwoorden, 744 High growth Enterprises (HGE), waarvan 241 antwoorden weerhouden werden en 5.120 kmo's, waarvan 1.616 ondernemingen de vragenlijst vervolledigden. Gezien het kleine aantal gazellen was het niet altijd mogelijk kwalitatieve resultaten te publiceren tot op het sectoriële niveau. Dochterondernemingen en ondernemingen met minder dan 10 werknemers in 2010 werden niet weerhouden. Het onderzoek naar de toegang tot financiering valt uiteen in twee grote blokken. In een eerste deel werd nagegaan of ondernemingen in 2010, na de economische crisis, een grotere behoefte aan financiering hadden dan aan de vooravond van de economische crisis, in 2007. Er werd gepeild naar de verschillende financieringsbronnen, zowel uit vreemd en eigen vermogen als uit andere bronnen, die werden aangesproken en naar hoe succesvol de onderneming was in de zoektocht naar financiering. In een tweede blok werden de ondernemingen gevraagd naar hun verwachtingen voor de toekomst. Er werd nagegaan welke financieringsbronnen de onderneming tussen vandaag en eind 2013 verwachtte aan te boren, voor welk doel ze deze financiering nodig zouden hebben en welke factoren de grootste belemmering voor toekomstige groei dreigden te vormen

4 Financiering 2007 2010 Vraag naar financiering Uit de studie naar de toegang tot financiering blijkt dat iets meer dan de helft van de Belgische kmo's (54,6%) in 2010 financiering heeft gezocht uit vreemd vermogen 1, eigen vermogen 2, andere bronnen 3, of uit een combinatie van voornoemde bronnen. Wanneer er vergeleken wordt met 2007, de periode voor de economische crisis, blijkt dat de vraag naar financiering toenam met 9,. De stijging van de vraag naar financiering is het sterkst in de klasse van de HGE (+11,3%), gevolgd door de kmo's (+8,9%) en de gazellen (+8,3%).(Afb. 1) Op sectorniveau is de stijging het sterkst bij de ondernemingen actief in de ICT branche (+15,4%) en de bouw (+10,5%), maar ook in de sector van de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (+9,5%), de dienstensector (+8,9%) en de industrie (+7,2%) was een sterke stijging waarneembaar. (Afb. 2) 8 Vraag naar financiering/type 6 4 2 Alle GAZ HGE KMO 2007 45,6% 57,4% 56,7% 45,1% 2010 54,6% 65,7% 68,1% 54, Afbeelding 1: Vraag naar financiering, uitgesplitst naar type onderneming 8 Vraag naar financiering/sector 6 4 2 Alle IND CON SRV ICT PST 2007 45,6% 49,6% 44,8% 44,5% 44,2% 42,9% 2010 54,6% 56,8% 55,3% 53,4% 59,6% 52,4% Afbeelding 2: Vraag naar financiering, uitgesplitst naar sector 1 Financiering uit vreemd vermogen: verwijst naar een schuld die een onderneming moet terugbetalen. Uitgezonderd zijn de rekeningcourantkredieten/kredietlijnen, leasing, bevoorrechte schulden, gesubsidieerde leningen of achtergestelde leningen. 2 Financiering uit eigen vermogen: verwijst naar geld of andere activa die in ruil voor een gedeeltelijk eigenaarschap of aandelen werden gegeven. 3 bronnen: leasing, rekening-courantkrediet, commerciële kredieten e.d.

5 Financiering uit vreemd vermogen Het aantal ondernemingen dat aangeeft in 2010 financiering uit vreemd vermogen te hebben gezocht is met 4,9% toegenomen ten opzichte van 2007. De stijging doet zich zowel voor bij de snelgroeiende ondernemingen (+6,2%) als bij de gewone kmo (+4,9%). (Afb 3) Zowel bij de HGE als bij de kmo's neemt in elke sector de vraag naar financiering duidelijk toe, in de bouwsector van de groep High Growth Enterprises is de stijging in de vraag naar financiering uit vreemd vermogen het meest uitgesproken (+24,6%) (Afb 3 & 4). Het aantal ondernemingen in de groep van HGE die geprobeerd hebben kapitaal uit vreemd vermogen aan te trekken is beduidend hoger, (gemiddeld 46,5% over alle sectoren), dan dezelfde groep bij de kmo's (gemiddeld 38,17% over alle sectoren). Bij de kmo's is een iets grotere stijging waarneembaar in de bouwsector (+7,2%) en in de IT sector (+8,8%) (Afb 4). In elke sector, ongeacht het type onderneming, uitgezonderd de gazellen actief in de dienstensector, is een stijgende trend tussen 2007 en 2010 waarneembaar in de vraag naar financiering uit vreemd vermogen. De relatief kleine stijging bij de gazellen is een aanwijzing dat de vraag naar financiering bij deze ondernemingen zich meer richt naar het eigen vermogen en/of andere bronnen van financiering. 8 7 6 5 4 3 2 1 Financiering uit vreemd vermogen/type Populatie GAZ HGE KMO 2007 38,3% 44,2% 47,2% 37,9% 2010 43,2% 44,3% 53,4% 42,8% Afbeelding 3: Vraag naar financiering uit vreemd vermogen, uitgesplitst naar type onderneming

6 8 7 6 5 4 3 2 1 Financiering uit vreemd vermogen HGE/sector HGE IND CON SRV ICT PST 2007 47,2% 54,7% 47,7% 47,5% 50, 32,6% 2010 53,4% 58,7% 72,3% 50,2% 50, 39,1% Afbeelding 4: vraag HGE naar financiering uit vreemd vermogen, uitgesplitst naar sector 8 7 6 5 4 3 2 1 Financiering uit vreemd vermogen KMO/sector KMO IND CON SRV ICT PST 2007 37,9% 44,6% 34,7% 36,3% 37,9% 37,4% 2010 42,8% 47,7% 41,9% 41, 46,7% 40,1% Afbeelding 5: Vraag kmo's naar financiering uit vreemd vermogen, uitgesplitst naar sector Bronnen De belangrijkste verstrekkers van financiering uit vreemd vermogen blijven nog steeds de banken. Van alle ondernemingen die financiering uit vreemd vermogen hebben gezocht in 2010, heeft 71,1% dit enkel geprobeerd bij een bank, 26,3% van de ondernemingen zocht financiering via een bank en minstens één andere bron. In vergelijking met 2007, toen 78,8% van de ondernemingen enkel bij banken naar financiering uit vreemd vermogen zocht, en 19,4% van de ondernemingen zowel bij banken als via een ander bron aan financiering uit vreemd vermogen trachtte te geraken, is er een diversifiëring in de verschillende financieringsbronnen op te merken. vormen van financiering uit vreemd vermogen in 2010 waren, in volgorde van belangrijkheid, de eigenaars/bestuurders (24,9%), andere ondernemingen (7,8%), familie en vrienden (5,4%), andere werknemers (3,1%) en andere bronnen (2,). Voorts wordt er een verschuiving waargenomen in de financieringsbronnen wanneer deze bekeken worden per type onderneming. In 2007 zocht nog 97,8% van de gazellen en 94,5% van de HGE financiering uit vreemd vermogen via de banken, in 2010 zakt het aantal ondernemingen die financiering uit vreemd vermogen hebben gezocht bij banken in de groep van de gazellen tot 91,5% ( 6,3%) en in de groep van de HGE tot 92,3%( 2,2%). Terzelfdertijd stijgt het aantal gazellen die financiering

7 uit vreemd vermogen hebben gezocht bij de eigenaars/bestuurders, in 2007 op 21,7%, tot 29,8% (+8,1%), en het aantal HGE, in 2007 op 14,2%, tot 23,2% (+9,). bronnen van financiering uit vreemd vermogen kennen eveneens een stijging, zij het minder sterk. Bij de kmo's is er geen noemenswaardige daling merkbaar bij de financiering gezocht bij banken( 0,1%), maar het aantal ondernemingen dat aangeeft eveneens of enkel financiering gezocht te hebben bij haar eigenaars/bestuurders stijgt sterk (+6,5%), (Afb. 6,7 & 8) bronnen Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen 2007-2010 GAZ Banken ondernemingen Familie/Vrienden WN Eigenaar/bestuurders 2010 2007 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 6: Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen, gazellen bronnen Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen 2007-2010 HGE Banken ondernemingen Familie/Vrienden WN Eigenaar/bestuurders 2010 2007 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 7: Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen, HGE

8 Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen 2007-2010 KMO bronnen Banken ondernemingen Familie/Vrienden WN Eigenaar/bestuurders 2010 2007 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 8: Gezochte bronnen financiering uit vreemd vermogen, kmo Succes Terwijl de vraag naar vreemd vermogen in 2010 steeg ten opzichte van 2007, werd het voor ondernemingen lastiger om langs deze weg aan vers kapitaal te komen. De kans op succes voor het bekomen van financiering uit vreemd vermogen via de banken kent een duidelijke daling, zowel bij de gazellen ( 5,1%), de HGE ( 7,1%) als de kmo's ( 9,5%), tussen de perioden 2007 en 2010. Tevens is er in de groep van de kmo's een duidelijke stijging merkbaar in de kans op succes voor wat betreft andere vormen van financiering uit vreemd vermogen. Zo stijgt de succesgraad voor financiering verkregen via andere werknemers (+7,9%), via familie of vrienden (+7,) en via andere ondernemingen (+5,5%). Hoewel kmo's zich voor de financiering uit vreemd vermogen voornamelijk tot de banken blijven richten, is het aantal dat de financieringsaanvraag onsuccesvol afsloot meer dan verdubbeld (+3,6%), ook het aantal kmo's aan wiens financieringsaanvraag maar gedeeltelijk werd voldaan verdubbelde (+5,9%). Dezelfde trend is waarneembaar bij de andere typen ondernemingen. (Afb 9 & 10)

9 10 Succesgraad financiering uit vreemd vermogen 2007-2010, alle bronnen 9 8 7 6 5 4 3 2 1 2007 Eigenaar/ bestuurd 2010 Eigenaar/ bestuurd 2007 WN 2010 WN 2007 Familie/V rienden 2010 Familie/V rienden 2007 onderne 2010 onderne 2007 Banken 2010 Banken 2007 bronnen 2010 bronnen Niet succesvol 11,7% 10,8% 83,7% 69,3% 56,4% 47,3% 52, 26,7% 2,2% 5,7% 77,8% 39,3% Deels succesvol 14,3% 16,3% 0, 7,8% 10, 12,9% 10,9% 28,4% 5,4% 11,2% 7,9% 15,9% Succesvol 74, 72,9% 16,3% 22,9% 33,7% 39,8% 37,2% 44,9% 92,4% 83,1% 14,3% 44,9% Afbeelding 9: Succesgraad zoektocht naar financiering uit vreemd vermogen per financieringsbron 10 Succesgraad financiering uit vreemd vermogen 2007-2010, KMO 9 8 7 6 5 4 3 2 1 2007 2010 Eigenaar/ Eigenaar/ bestuurde bestuurde 2007 WN 2010 WN 2007 Familie/V rienden 2010 Familie/V rienden 2007 onderne 2010 onderne 2007 Banken 2010 Banken 2007 bronnen Niet succesvol 11,4% 10,9% 83,6% 67,1% 55,5% 45,8% 52,5% 26,7% 2,1% 5,7% 84,5% 40,2% Deels succesvol 14,9% 16,6% 0, 8,6% 9,6% 12,3% 10,3% 30,6% 5,4% 11,3% 6,9% 16,7% Succesvol 73,6% 72,5% 16,4% 24,3% 34,9% 41,9% 37,2% 42,7% 92,5% 83, 8,6% 43,1% Afbeelding 10: Succesgraad zoektocht naar financiering uit vreemd vermogen bij kmo's, per financieringsbron, 2010 bronnen

10 Redenen (gedeeltelijke) afwijzing financieringsaanvraag De voornaamste redenen die ondernemingen aanduiden voor de afwijzing, of slechts gedeeltelijke tegemoetkoming, aan hun financieringsaanvraag zijn van tweeërlei aard. Enerzijds oordeelden de banken dat de onderneming onvoldoende eigen kapitaal bezat (37,3%), te veel lopende leningen/schulden had (25,) of een te lage kredietwaardigheid bezat (21,8%). Anderzijds oordeelden de ondernemingen zelf dat de voorgestelde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld de looptijd, onaanvaardbaar waren (38,8%) of de aangeboden rentevoeten te hoog waren (23,2%). In vergelijking met 2007 valt vooral op dat de bijkomende voorwaarden opgelegd door de kredietverleners, veruit de belangrijkste oorzaak is geworden van een onsuccesvolle of slechts gedeeltelijk succesvolle kredietaanvraag (+16,2%). Daarnaast gaven de banken opvallend meer negatief advies op basis van onvoldoende kapitaal (+9,8%), een lage kredietwaardigheid van de onderneming (+9,2%) of te veel lopende leningen of schulden bij de onderneming (+9,1%).(Afb.11) 5 4 3 2 1 Lage kredietwaardigh Redenen voor gedeeltelijke of gehele afw ijzing financiering uit vreemd vermogen bankadvies Onvoldoende eigen kapitaal Onderpand/waar borgen Onvoldoende potentieel Te veel leningen Geen leningen in verleden In verleden aflossingsprobl Geen reden reden 2007 12,6% 27,5% 14,8% 8,5% 15,9% 3,5% 0, 14,6% 4,3% 2010 21,8% 37,3% 17,6% 14,1% 25, 8,5% 0, 11,8% 3, 5 4 3 2 1 Lage kredietwaardigh Redenen voor gedeeltelijke of gehele afw ijzing financiering uit vreemd vermogen advies kredietverleners Onvoldoende eigen kapitaal Onderpand/waar borgen Onvoldoende potentieel Te veel leningen Geen leningen in verleden In verleden aflossingsprobl Geen reden reden 2007 9,1% 9,2% 3, 3, 7,2% 0,4% 0, 16,6% 6,1% 2010 15,3% 19,7% 9, 11,1% 9,1% 1,5% 0,8% 19,1% 3,2% 5 Redenen voor gedeeltelijke of gehele afw ijzing financiering uit vreemd vermogen oordeel onderneming 4 3 2 1 Rentevoeten te hoog voorwaarden onaanvaardbaar reden 2007 22,6% 22,6% 9,2% 2010 23,2% 38,8% 10,9% Afbeelding 11: Redenen gehele of gedeeltelijke afwijzing financieringsaanvraag vreemd vermogen, alle ondernemingen

11 Financiering uit eigen vermogen De vraag naar financiering uit eigen vermogen nam gemiddeld met 3,2% toe tussen 2007 en 2010, in totaal gaven 8,7% van de ondernemingen aan langs deze weg financiering te hebben gezocht. Opvallend is dat de stijging veel sterker is bij de gazellen (+6,5%) en de HGE (+10,4%) dan bij de kmo's (+1,9%). In de groep van de kmo's is de stijging in de vraag naar financiering uit eigen vermogen het sterkst toegenomen in de ICT (+5%) en de dienstensector (+4,1%). De stijging in de sectoren van de vrije beroepen en wetenschap en technologie (+2,3%), industrie (+1,5%) en de bouw (+1,4%) zijn iets minder uitgesproken. (Afb.12 &13) 25% Financiering uit eigen vermogen/type 2 15% 1 5% Populatie GAZ HGE KMO 2007 5,5% 10,6% 7,1% 5,4% 2010 8,7% 17,1% 17,5% 8,3% Afbeelding 12: Vraag naar financiering uit eigen vermogen, uitgesplitst naar type onderneming 25% Financiering uit eigen vermogen KMO/sector 2 15% 1 5% KMO IND CON SRV ICT PST 2007 5,4% 5,7% 6,1% 4,6% 11,1% 7,3% 2010 8,3% 7,2% 7,5% 8,7% 16,1% 9,6% Afbeelding 13: Vraag naar financiering uit eigen vermogen bij kmo's, uitgesplitst naar sector

12 Bronnen De belangrijkste bronnen voor financiering met eigen vermogen in 2010 zijn de bestaande aandeelhouders (6) en de banken 4 (50,3%), Een minderheid van de ondernemingen heeft eveneens getracht om financiering uit eigen vermogen te verkrijgen via de overheid (12,6%). Geen van de ondervraagde gazellen geeft aan financiering uit eigen vermogen gezocht te hebben uit durfkapitaalfondsen 5, Business angels 6 of een eerste uitgifte van aandelen. In de groep van de HGE werd het meest gezocht naar deze vormen van financiering, respectievelijk 12,3% (durfkapitaalfondsen), 12,3% (Business angels) en 4,9% (eerste uitgifte van aandelen) van de ondernemingen probeerde langs deze weg kapitaal te verwerven. Ten opzichte van 2007 werd er door ondernemingen meer financiering uit eigen vermogen gezocht via derden (+7,6%), bestaande aandeelhouders (+6,2%), andere werknemers (+5,6%) en durfkapitaalfondsen (+5,6%). Daarentegen gaven minder ondernemingen aan om financiering uit eigen vermogen gezocht te hebben bij de overheid ( 1,3%). Overheid/ ondernemingen fin instellingen Banken Beursintro/beurskapitalisatie Familie/vrienden Business angels Durfkapitaalfondsen WN Nieuw e bestuurders Bestaande aandeelhouders Gezochte bronnen financiering uit eigen vermogen 2007-2010, alle bronnen 2007 2010 1 2 3 4 5 6 7 Afbeelding 14: Gezochte bronnen financiering uit eigen vermogen 4 Financiering uit eigen vermogen via de banken: vb. achtergestelde leningen 5 Durfkapitaalfondsen: fonds waarin kapitaal van verschillende investeerders samengebracht wordt, waarmee financiering aangeboden wordt aan startende en kleine ondernemingen. 6 Business angels: ondernemers (meestal individueel) die kapitaal aan startende ondernemingen aanbieden, meestal in ruil voor het eigendomsrecht van (een deel) van de onderneming.

13 Overheid/ ondernemingen fin instellingen Banken Beursintro/beurskapitalisatie Familie/vrienden Business angels Durfkapitaalfondsen WN Nieuw e bestuurders Bestaande aandeelhouders Gezochte bronnen financiering uit eigen vermogen, HGE 2007 2010 1 2 3 4 5 6 7 Afbeelding 15: Gezochte bronnen financiering uit eigen vermogen, HGE Succes De twee belangrijkste bronnen voor financiering uit eigen vermogen in 2010, de bestaande aandeelhouders en de banken, bieden nog steeds de grootste kans op succes met een slagingspercentage van respectievelijk 83,2% en 71,9% onder de ondernemingen die financiering uit eigen vermogen hebben gezocht. Er kan wel een lichte daling ten opzichte van 2007 in de succesgraad worden opgemerkt, zowel bij de bestaande aandeelhouders ( 10,3%) als bij de banken ( 14,2%). (Afb. 16) Succesgraad financiering uit eigen vermogen 2007-2010, alle bronnen 2010 Overheid/ 2007 Overheid/ 2010 ondernemingen 2007 ondernemingen 2010 fin instellingen 2007 fin instellingen 2010 Banken 2007 Banken 2010 Beursintro./beurskap. 2007 Beursintro./beurskap. 2010 Familie/vrienden 2007 Familie/vrienden 2010 Business angels 2007 Business angels 2010 Durfkapitaalfondsen 2007 Durfkapitaalfondsen 2010 WN 2007 WN 2010 Nieuw e bestuurders 2007 Nieuw e bestuurders 2010 Bestaande aandeelhouders 2007 Bestaande aandeelhouders Succesvol Deels succesvol 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Niet succesvol

14 Afbeelding 16: Succesgraad zoektocht naar financiering uit eigen vermogen, per financieringsbron Redenen (gedeeltelijk) afwijzing financieringsaanvraag De voornaamste reden waarom ondernemingen hun aanvraag tot financiering uit eigen vermogen afgewezen zagen, of slechts ten dele vervuld, waren de bestaande aandeelhouders die oordeelden niet aan de financieringsaanvraag te kunnen voldoen. (48,8%) (Afb. 17) reden(en) Redenen voor gedeeltelijke of gehele afwijzing financiering uit eigen vermogen Te veel schulden Te laag ontw potent of te risicovol Te veel concessies Te veel aandelen Aandeelhouders niet bereid 2007 2010 5% 1 15% 2 25% 3 35% 4 45% 5 Afbeelding 17: Redenen gehele of gedeeltelijke afwijzing financieringsaanvraag eigen vermogen, alle ondernemingen Financiering uit andere bronnen Het aantal ondernemingen dat financiering uit andere bronnen dan het eigen of vreemd vermogen heeft gezocht, is toegenomen ten opzichte van 2007. Zowel bij de gazellen (+13,2%) de HGE (+10,8%) als bij de kmo's (+8,3%) is er een stijging waarneembaar, ongeacht de sector waarin de ondernemingen actief zijn. In de groep van de gazellen (34,6%) werd het meest gezocht naar financiering uit andere bronnen, ook bij de HGE(31,1%) is er meer gezocht naar deze financieringsbronnen dan bij de kmo's (22,1%). (Afb.18) 4 35% 3 25% 2 15% 1 5% financiering/type Populatie GAZ HGE KMO 2007 14,1% 21,4% 20,3% 13,8% 2010 22,5% 34,6% 31,1% 22,1% Afbeelding 18: Vraag naar financiering uit andere bronnen, uitgesplitst naar type onderneming

15 Bronnen De belangrijkste vormen van financiering uit andere bronnen dan het eigen of vreemd vermogen zijn leasing (65,2%) en de rekening courant of kaskrediet (49,6%). Het aantal ondernemingen dat via een rekening courant of kaskrediet geprobeerd heeft om financiering te bekomen steeg met 9,1% ten opzichte van 2007. Zowel in de groep van de gazellen (72,2%) als in de groep van de HGE (75,7%) werd er beduidend meer gezocht naar financiering door middel van leasing dan in de groep van de kmo's (64,5%). Voor nagenoeg elke categorie van financiering uit andere bronnen was de behoefte bij gazellen en HGE groter dan bij de kmo's. (Afb.19) financieringstypes/bronnen Mezzanine/hybride financiering Finfaciliteiten int handel/export Vooruitbetalingen Commerciële kredieten Buitenlandse overheden/int org Subsidies Belgische Overheid Gesubsidieerde lening Rekening courant/kredietlijn Factoring Leasing Gezochte bronnen andere financiering 2007-2010, alle bronnen 2007 2010 1 2 3 4 5 6 7 8 Afbeelding 19: Gezochte typen financiering uit andere bronnen, alle ondernemingen Succes De twee meest voorkomende vormen van financiering uit andere bronnen dan het eigen vermogen of vreemd vermogen, leasing en rekening courant of kaskrediet, bieden nog steeds de grootste kans op succes voor de financieringsbehoefte van ondernemingen. Er is wel een daling merkbaar, zowel bij leasing ( 2,4%) als bij rekening courant of kaskrediet ( 9,7%) in de succesgraad ten opzichte van 2007. Ook bij de handelskredieten ( 9,7%) en de vooruitbetalingen door consumenten ( 16,9%) is een daling in de succesgraad zichtbaar.(afb.20) Succesgraad andere financiering 2007-2010, alle bronnen 2010 andere financieringstypes/bronnen 2007 andere financieringstypes/bronnen 2010 Mezzanine/hybride financiering 2007 Mezzanine/hybride financiering 2010 Finfaciliteiten int handel/export 2007 Finfaciliteiten int handel/export 2010 Vooruitbetalingen 2007 Vooruitbetalingen 2010 Commerciële kredieten 2007 Commerciële kredieten 2010 Buitenlandse overheden/int org 2007 Buitenlandse overheden/int org 2010 Subsidies Belgische Overheid 2007 Subsidies Belgische Overheid 2010 Gesubsidieerde lening 2007 Gesubsidieerde lening 2010 Rekening courant/kredietlijn 2007 Rekening courant/kredietlijn 2010 Factoring 2007 Factoring 2010 Leasing Succesvol 2007 Leasing Deels succesvol Niet succesvol 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

16 Afbeelding 20: Succesgraad zoektocht naar financiering uit andere bronnen, per financieringstype Evolutie financiële situatie ondernemingen 2007 2010 Van alle ondervraagde ondernemingen, diegenen die geen financiering zochten in 2007 en/of 2010 inbegrepen, percipieert 8,5% een sterke verslechtering en 15,3% een verslechtering in de bereidheid van banken om financiering te verschaffen. Daarmee is de groep die een negatieve tendens ervaart groter dan deze die een positieve (12,8%) ervaart. Ook de evolutie in de last om financiering te bekomen wordt eerder negatief (19,5%) dan positief (10,2%) ingeschat. Daartegenover staat dat de algemene financiële toestand van de onderneming, in de perceptie, in 32,8% van de gevallen is verbeterd, in 7,3% van de gevallen is ze zelfs sterk verbeterd. Ook de evolutie in de kost om aan financiering te raken en de verhouding vreemd vermogen/omzet wordt eerder positief dan negatief ervaren. (Afb.21) Bij opsplitsing naar type onderneming, is er bij de gazellen een opdeling in twee min of meer evenwaardige groepen waar te nemen voor wat betreft de financiële toestand van de onderneming. Enerzijds de groep die een negatieve evolutie ervaart: 26,3% van de ondernemingen schat de toestand slechter in, 6,3% veel slechter. Anderzijds een quasi even grote groep die de evolutie als positief ervaart, hier ziet 24,2% van de ondernemingen een verbetering, 12,6% zelfs een sterke verbetering. Bij de HGE is de tendens voor deze categorie uitgesproken positief, met 38,1% van de onderneming die de toestand beter achten dan voor de crisis, en 13,4% die zelfs een sterke verbetering ervaren. Evolutie 2007-2010 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Financiële situatie Kost Verh. vr. verm./omzet vw finan. Last/inspanning fin bekomen Bereidw. banken fin versch. Bereidw. banken fin versch. Last/inspanning fin bekomen vw finan. Verh. vr. verm./omzet Kost Financiële situatie Geen mening 17,1% 18,6% 20,3% 11,9% 17,8% 4,8% Veel slechter 8,5% 5,1% 1,1% 1,6% 1,3% 3,7% Slechter 15,3% 14,4% 9,8% 13, 13, 15,5% Onveranderd 46,2% 51,7% 57,3% 39,7% 38,3% 36, Beter 9,5% 8, 9,8% 29,6% 25,8% 32,8% Veel beter 3,3% 2,2% 1,7% 4,1% 3,9% 7,3% Afbeelding 21: Evolutie financiële indicatoren tussen 2007 2010

17 Toekomstperspectief financiering Behoefte aan financiering Iets meer dan de helft van de ondernemingen (59,) verwacht tussen vandaag en eind 2013 nood te hebben aan financiering. In de groep van de gazellen (71,7%) zal de vraag naar financiering in de toekomst het sterkst zijn, gevolgd door de HGE (62,8%) en de kmo's (58,7%).(Afb.22) Financieringsbehoefte 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Populatie Ja Nee GAZ Ja Nee HGE Ja Nee KMO Ja Nee Afbeelding 22: Ondernemingen die verwachten financiering nodig te hebben tussen 2011 2013 Financieringstypen Een meerderheid (83,2%) van alle ondernemingen die financiering nodig zullen hebben in de toekomst, zal deze zoeken uit vreemd vermogen. Financiering uit andere bronnen (21,2%) en/of uit eigen vermogen (16,2%) zal slechts door een minderheid worden gezocht. De gazellen variëren het minst in hun keuze voor toekomstige financieringsbronnen: 75% zoekt het uit vreemd vermogen, 14,5% zal extra financiering zoeken via eigen vermogen en/of andere bronnen. Eén op vier HGE zal voor toekomstige financiering een beroep proberen te doen op financiering uit eigen vermogen, terwijl in de groep van de kmo's (83,4%) het sterkst gezocht zal worden naar financiering uit vreemd vermogen. (Afb.23) In de ICT sector en de sector van de vrije beroepen en wetenschap en techniek zal er meer een beroep gedaan worden op financiering uit eigen vermogen dan in andere sectoren. Deze vorm van financiering zal in deze sectoren meer gezocht worden dan financiering uit andere bronnen.

18 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Soort financieringsbehoefte/type Populatie GAZ HGE KMO Financiering uit vreemd vermogen Financiering uit eigen vermogen financiering Afbeelding 23: Vraag naar verschillende financieringstypen tussen 2011 2013,per type onderneming 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Soort financieringsbehoefte/sector IND CON SRV ICT PST Financiering uit vreemd vermogen Financiering uit eigen vermogen financiering Afbeelding 24: Vraag naar verschillende financieringstypen tussen 2011 2013, per sector Financieringsbronnen De belangrijkste financieringsbron voor ondernemingen blijven de banken (89,8%), daarnaast denken ondernemingen om financiering uit leasing (32,5%) en/of via de eigenaars/bestuurders (19,6%) van de onderneming te verkrijgen. Bij de gazellen wordt er meer beroep gedaan op financiering via de eigenaars/bestuurders (28,9%) dan bij de HGE (24,5%) en de kmo's (19,3%). Leasing is dan weer belangrijker voor HGE (43,1%) dan voor gazellen (32,9%) en kmo's (32,). (Afb.25) In de groep van de kmo's zullen de bedrijven uit de ICT sector (30,9%) en de sector van de vrije beroepen en wetenschap en technologie (35,9%) merkelijk meer een beroep doen op financiering via de eigenaars/bestuurders.(afb.26)

19 Financieringsbronnen/type Populatie GAZ HGE KMO financieringsbr. Buitenl. overh.inst./int org Binnenlandse overh.inst. Beursintro./kapitalisatie Business angels Durfkapitaalfondsen Mezzanine/hybride fin fin inst Banken Leasingmaatschappijen ondernemingen Familie/vrienden w erknemers Eigenaar/bestuurder 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 25: Vraag naar verschillende financieringsbronnen tussen 2011 2013, per type financieringsbr. Financieringsbronnen KMO/sector KMO B F G J M Buitenl. overh.inst./int org Binnenlandse overh.inst. Beursintro./kapitalisatie Business angels Durfkapitaalfondsen Mezzanine/hybride fin fin inst Banken Leasingmaatschappijen ondernemingen Familie/vrienden w erknemers Eigenaar/bestuurder 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 26: Vraag naar verschillende financieringsbronnen tussen 2011 2013, per sector

20 Doel van de financiering De ondernemingen die tussen vandaag en 2013 financiering nodig zullen hebben, zullen hiermee de continuïteit in de activiteiten van de onderneming waarborgen (58,1%). Voorts zullen de ondernemingen bijkomend kapitaal nodig hebben om hun binnenlandse activiteiten uit te breiden (43,1%). Om onderzoek en ontwikkeling/innovatie te financieren, zal 16,9% van de ondernemingen op zoek gaan naar vers kapitaal. Het grootste deel van bijkomende financiering bij de gazellen (57,9%), zal gebruikt worden voor de uitbreiding van de Belgische activiteiten, terwijl innovatie en O&O maar voor 10,5% van de ondernemingen een reden is om op zoek te gaan naar extra middelen. In de groep van de HGE zal een niet onaanzienlijk deel van de extra financiering nodig zijn om de export (10,) en de ontwikkeling van buitenlandse activiteiten (14,1%) te bekostigen. (Afb.27) In de groep van de kmo's bestaat in de sectoren ICT (35,3%), industrie (29,5%) en Vrije beroepen en wetenschap en techniek (22,9%) de grootste behoefte aan financiering om de activiteiten in innovatie en O&O te ondersteunen. In de ICT sector is er bij ondernemingen eveneens een behoefte aan vers kapitaal om de buitenlandse activiteiten (verder) te ontwikkelen. (Afb.28) Doel financiering/type 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Continuïteit onderneming Binnenlandse activiteiten uitbreiden Verkoop uit export fin Populatie 58,1% 43,1% 5,4% 16,9% 9,3% 7,7% 8, GAZ 56,6% 57,9% 3,9% 10,5% 13,2% 9,2% 5,3% HGE 59,3% 41,7% 10, 17,6% 12,1% 14,1% 3,8% KMO 58,1% 43, 5,2% 16,9% 9,2% 7,4% 8,2% Afbeelding 27: Doel van de financiering, per type onderneming Innovatie en R&D fin Fusies/overna mes fin Int activiteiten fin doeleinden

21 Doel financiering KMO/sector KMO B F G J M doeleinden Int activiteiten fin Fusies/overnames fin Innovatie en R&D fin Verkoop uit export fin Binnenlandse activiteiten uitbreiden Continuïteit onderneming 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afbeelding 28: Doel van de financiering bij kmo's, per sector Factoren belemmering voor groei De factoren die de ondernemingen als het meest bedreigend voor hun economische groei beschouwen zijn de algemene economische toestand (70,4%), hoge arbeidskosten (61,1%) en de prijsconcurrentie/kleine winstmarges op de markt (49,7%). Onvoldoende financiering wordt door 6,5% van de ondernemingen als een mogelijke belemmering voor hun groei opgegeven. In de groep van de gazellen wordt de beperkte beschikbaarheid van geschikt personeel (51,9%) als één van de belangrijkste obstakels voor toekomstige groei aangewezen, een beperking in de vraag op de lokale markt (12,) en noodzakelijke investeringen in uitrusting (5,6%) worden dan weer als minder gevaarlijk voor de economische groei van de gazellen, ten opzichte van HGE en kmo's, aanzien. Het verlies van bestaand personeel (7,4%) vormt voor HGE merkelijk een minder grote bedreiging voor groei dan voor de gazellen en kmo's. Het tekort aan financiering (9,1%) baart de groep van de HGE dan weer meer zorgen.(afb.29) De beperkte beschikbaarheid van geschikt personeel vormt vooral in de bouwsector een obstakel voor economische groei. Hoge arbeidskosten en prijsconcurrentie/kleine winstmarges op de markt vormen relatief gezien een kleiner probleem in de ICT (resp 57,5% en 36,5%) en de sector van de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (resp. 39,7% en 36,4%) dan in andere sectoren.(afb.30)

10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Factoren die de groei belemmeren/type Alg economi sche Bep vraag lok/binne Bep vraag buitenl Bep beschikb. personeel verlies huidig personeel Probl. overn. ond/opvo Hoge arbeidsko sten Noodz. Invest. uitrusting Verouder de produkte Populatie GAZ HGE KMO Populatie 70,4% 24,6% 9,9% 29,3% 11,8% 6, 61,1% 13,8% 1,7% 4, 13, 49,7% 20,6% 17,3% 0,1% 1,6% 6,5% 3,8% GAZ 69,4% 12, 3,7% 51,9% 13,9% 1,9% 65,7% 5,6% 0, 0,9% 14,8% 50, 24,1% 21,3% 0, 0, 4,6% 3,7% HGE 72,6% 26,7% 6,7% 24,1% 7,4% 2, 60, 13, 3,3% 4,6% 13,5% 50,9% 20,2% 14,3% 0, 1,1% 9,1% 1,3% KM O 70,3% 24,6% 10,1% 29,3% 12, 6,1% 61,1% 14, 1,6% 4, 13, 49,7% 20,6% 17,4% 0,1% 1,7% 6,4% 3,9% Techn. concurre ntie Afbeelding 29: Factoren die een bedreiging vormen voor toekomstige groei, per type Nieuwe spelers op markt Prijsconc./kleine marges Wetgevin g Gebrek aan fiscale M oeilijke toeg. Informati tekortko mingen Onvoldoe nde financieri Geen belemmer ingen 8 7 6 5 4 3 2 1 Factoren die de groei belemmeren/sector IND CON SRV ICT PST Alg economische toestand Bep vraag lok/binnenl markt Bep vraag buitenl markt Bep beschikb. personeel verlies huidig personeel Probl. overn. ond/opvolging Hoge arbeidskosten Noodz. Invest. uitrusting Verouderde produkten Afbeelding 30: Factoren die een bedreiging vormen voor toekomstige groei, per sector Techn. concurrentie Nieuwe spelers op markt Prijsconc./kleine marges Wetgeving Gebrek aan fiscale voordelen Moeilijke toeg. Informatietechn. tekortkomingen infra. Onvoldoende financiering Geen belemmeringen