Energie-eiland, de haalbaarheid van drie verschillende opties van energieopslag voor Nederland



Vergelijkbare documenten
In opdracht van Delta, Eneco, E.ON Benelux, EPZ, Essent, Nuon, TenneT

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag

Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen

Inleiding in de wereld van energieopslag

Financiële baten van windenergie

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

PR contouren voor windturbine Vestas V90-3.0

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding &

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gevoeligheidsanalyse hotel NH Schiphol Airport nabij gastransportleidingen A-803, A-553 en A-554 gemeente Haarlemmermeer

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening?

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Opbrengstberekening Windenergie A16

Modelering en resultaten flexibele inzet van gemalen in PPSGen voor het project Slim Malen. Symposium Slim Malen. 14 maart 2019

Inpassing van duurzame energie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Windenergie. Verdiepende opdracht

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z en Z

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Slimme netten voor fossiele centrales. Frans Rooijers directeur

Tijdelijke duurzame energie

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2013

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail :

Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016

Middels deze brochure bieden we inzicht in:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opbrengstberekening Windturbines A16

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

Gegevens stroometikettering 2004

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

Wie betaalt de rekening van de energietransitie?

Het Energieatol Energieopslag in de Noordzee

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Kwantitatieve Risicoanalyse gastransportleiding Z nabij Bosschenhoofd

Achtergrond en doel presentatie

: Nederlandse elektriciteitscentrales en onconventioneel gas

DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Notitie Petten, 15 oktober 2014

Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot

Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?

Capaciteitsplan Elektriciteit

Nordex Windturbine type

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

Factsheet: Dong Energy

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

KCD Netplanning tijdens turbulente tijden - geen sinecure! Gert van der Lee Arnhem, 4 maart 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De effecten van en oplossingen voor aanpassing van salderingsregeling op NOM-woningen in 2020

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

Onderzoek effecten Wind op Zee op recreatie en toerisme

Power to gas onderdeel van de energietransitie

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

Cogen Symposium WKK en de Handel Bijdrage: Nico Klappe Manager Dispatch en Tradesupport

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

Windenergie goedkoper dan kernenergie!

Hoe ziet de stroommarkt er straks uit?

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W Kromslootpark te Almere

Externe notitie Amsterdam, 29 augustus Bevindingen

Energietransitie en schaalvoordelen

Zon en wind: extreme prijzen op spotmarkt. Stijn Schlatmann 2 oktober 2013

De opkomst van all-electric woningen

Toekomstverwachtingen en onderzoek uitdagingen in windenergie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN

5 Opstellen businesscase

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aansluitbeleid TenneT

Is flexibiliteit het nieuwe goud?

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee

Condities voor een ideale mix aan hernieuwbare energie, en de mogelijkheden van een Belgisch energie-eiland

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W i.v.m. verlegging van de leiding

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030

Doorrekening gebouwde omgeving met het Energietransitiemodel

Blijft elektriciteit goedkoop voor WP-en? Stijn Schlatmann 30 januari 2014

Doorrekening gebouwde omgeving met het Energietransitiemodel

Energieprijzen in vergelijk

Heeft de milieubeweging een alternatief? Ron Wit, Stichting Natuur en Milieu Mini-symposium klimaat en energiebeleid 10 september 2009

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Specifieke magneetveldzones tussen de masten 115 en 122 van de 150/380 kv combinatielijn in de Gemeente Helmond

TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Corus in IJmuiden TRUST. Corus bouwt aan moderne energievoorziening voor de toekomst

Transcriptie:

Energie-eiland, de haalbaarheid van drie verschillende opties van energieopslag voor Nederland W.W. de Boer (KEMA) F.J. Verheij (KEMA) N. Moldovan (KEMA) W. van der Veen (KEMA) F. Groeman (KEMA) M. Schrijner (KEMA) D. Zwemmer (Lievense) A. Quist (Lievense) (We@Sea project 2006-010)

30620183-Consulting 07-0770 Productnummer 50631004.CL.4 06P4.7.3 Energie-eiland de haalbaarheid van drie verschillende opties van elektriciteitsopslag voor Nederland: 1. Valmeercentrale op zee 2. CAES 3. NorNed verbinding met 2 e kabel Arnhem, 14 september 2007 Auteurs: W.W. de Boer, F.J. Verheij, N. Moldovan, W. van der Veen, F. Groeman en M. Schrijner (KEMA), D. Zwemmer en A. Quist (Lievense B.V.) KEMA Consulting TSA Power Generation 2006 Opdrachtgevers: Delta (TSA) Opdrachtgevers: TenneT (Overig) Eneco E.ON benelux EPZ Essent Nuon Power Generation Subsidie: Lievense Stichting We@Sea auteur : W.W. de Boer 2007-09-14 beoordeeld : P. Ploumen 2007-09-14 B 175 blz. 16 bijl. MS goedgekeurd : F. verheij 2007-09-14 KEMA Nederland B.V. Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 9035, 6800 ET Arnhem T (026) 3 56 91 11 F (026) 3 89 24 77 contact@kema.com www.kema.com Handelsregister Arnhem 09080262

KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming van KEMA Nederland B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren (elektronische kopieën inbegrepen) van het document of een gedeelte daarvan. Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door KEMA verstrekte papieren versie, prevaleert laatstgenoemde. KEMA Nederland B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.

-3-30620183-Consulting 07-0770 INHOUD blz. S Energie-eiland Management samenvatting haalbaarheidsstudie fase 1... 6 S.1 Elektriciteitsopslag en windenergie op zee is een prima combinatie... 6 S.2 Leveringstechnische analyse: 2.000-2.500 MW/30 GWh is optimale grootte opslagsysteem... 8 S.3 Economische analyse: grootschalige elektriciteitsopslag bespaart operationele kosten en reduceert jaarlijkse CO 2 -emissie...10 S.4 Drie opties voor grootschalige elektriciteitsopslag nader bekeken: Valmeercentrale, CAES en NorNed...12 S.4.1 Energie-eiland met PAC (valmeercentrale)...12 S.4.2 CAES, samengeperste lucht in een zoutkoepel...13 S.4.3 NorNed-verbinding, uitgebreid met een (fictieve) 2e kabel...14 S.4.4 Extra piekcentrale als referentie voor de drie opslagsystemen...14 S.5 Toevoegen grootschalig opslagsysteem aan centrale elektriciteits-productie is gunstiger voor de BV Nederland dan toevoegen piekcentrales...15 S.6 Energie-eiland is een aantrekkelijke optie voor elektriciteitsopslag...19 S.7 De volgende stap naar een innovatief, Nederlands product...20 1 Elektriciteitsopslag en windenergie...22 1.1 Beperkte ervaring met grootschalige opslag...22 1.2 Een innovatief concept voor elektriciteitsopslag...24 1.3 Te beantwoorden vragen...24 1.4 Leeswijzer rapport...25 2 Optimale benodigde grootte opslagsysteem in leveringstechnische zin...27 2.1 Vijf toepassingen voor opslag...27 2.2 Windenergie scenario s...27 2.3 Inzet van opslag voor de onbalansreductie van windenergie...29 2.4 Optimale grootte voor download capaciteit s nachts voor basislasteenheden gekoppeld aan extra productiecapaciteit tijdens piekbelasting...32 2.5 Optimale grootte voor download capaciteit s nachts bij veel windenergie...34 2.6 Optimale grootte voor extra capaciteit bij koelwaterproblemen...35 2.7 Optimale grootte voor het leveren van primaire actie...36 2.8 Samenvatting van de leveringstechnische analyse...37 3 Optimale benodigde grootte opslagsysteem in economische zin...40 3.1 Inleiding...40

-4-30620183-Consulting 07-0770 3.2 Uitgangspunten Prosym analyses...41 3.3 Scenario s...42 3.4 Kolen-, gas- en CO 2 -prijs...44 3.5 Resultaten Prosym analyses...46 3.5.1 Inzet opslagsysteem kwalitatief...46 3.5.2 Resultaten scenario s 2-4 en 12-14: download en RRV, zonder windenergie...49 3.5.3 Resultaten scenario s 5-10 en 15-20: download, RRV en windenergie...51 3.6 Gevoeligheidsanalyses...53 3.7 Conclusies...56 4 Kosten bepaling...58 4.1 Energie-eiland met Pomp Accumulatie centrale (PAC) in de vorm van een valmeer...58 4.2 Kosten Compressed Air Energy Storage (CAES)...59 4.3 De opslagcapaciteit van Noorwegen via een tweede NorNed kabel...60 4.4 CCGT...61 5 Waarde van een opslagsysteem, Life Cycle Costs berekeningen...62 5.1 Waarde van een opslagsysteem...62 5.2 Beschrijving toe te passen LCC-methode...63 5.3 Resultaten LCC-analyses...64 5.4 Gevoeligheidsanalyses...70 6 Conclusies: Energie-eiland is aantrekkelijke optie voor grootschalige elektriciteitsopslag...74 7 Hoe verder?...77 7.1 Energie-eiland: de volgende stap naar een innovatief Nederlands product...77 7.2 Inpassing van een opslagsysteem in de Nederlandse marktsituatie...77 8 Referenties...79 9 Lijst met afkortingen...80 Bijlage A Nadere toelichting op Energy Island met opslag in de vorm van een valmeer 81 Bijlage B Modellering windenergie...84 Bijlage C Analyse onbalans ten behoeve van benodigde dimensie opslagcapaciteit...86

-5-30620183-Consulting 07-0770 Bijlage D Grootte van de onbalans bij 6 uurs vooraf voorspelling...92 Bijlage E Impressie toe/af te voeren energie teneinde het PAC rond een goede regeltoestand te houden...94 Bijlage F Inschatting groei productie en belasting...95 Bijlage G Verloop basislasteenheden gedurende een viertal weken in 2015 en 2020...99 Bijlage H Bepaling Draaiende Reserve...103 Bijlage I Aanvullende invoergegevens Prosym analyses en afstemming benchmark gegevens...107 Bijlage J Opbrengst door opslag van windvermogen tijdens daluren...109 Bijlage K Gedrag inzet opslagsysteem...111 Bijlage L Achtergrond LCC model...114 Bijlage M Aanvullende informatie Voor de netto contante waarde analyse...123 Bijlage N Gevoeligheidsanalyses LCC...125 Bijlage O Kostenindicatie van de investeringskosten van een pompaccumulatie centrale (PAC) met valmeer...128 Bijlage P Toelichting op kostenindicatie Lievense (memo r012)...129

-6-30620183-Consulting 07-0770 S ENERGIE-EILAND MANAGEMENT SAMENVATTING HAALBAARHEIDSSTUDIE FASE 1 S.1 Elektriciteitsopslag en windenergie op zee is een prima combinatie Tijdelijke opslag van elektriciteit wordt al jarenlang toegepast. Zo zijn er goede ervaringen met stuwmeren (pumped storage) in Duitsland, Oostenrijk, Engeland, Noorwegen en de Verenigde Staten. Ook in Nederland staat elektriciteitsopslag steeds meer in de belangstelling; het is bijvoorbeeld een actueel thema van het Transitieplatform Duurzame Elektriciteitsvoorziening. Elektriciteitsopslag heeft een grote toegevoegde waarde voor de energiesector. Zo verhoogt opslag de technische betrouwbaarheid van de energievoorziening, stabiliseert het de kostprijs van elektriciteit en draagt het bij aan de vermindering van de CO 2 -uitstoot. Het toevoegen van elektriciteitsopslag in het elektriciteitsnet heeft veel milieuvoordelen voor de B.V. Nederland, vooral in combinatie met veel windenergie in het elektriciteitssysteem. Een dergelijke situatie zal naar verwachting omstreeks 2020 ook gelden voor Nederland. Elektriciteitscentrales hoeven dan vooral s nachts minder vaak te worden afgeschakeld of op een laag vermogen, met een relatief laag rendement, te draaien. Overdag kan de opgeslagen elektriciteit worden benut waardoor er geen extra piekcentrale ingezet hoeft te worden. Dit verhoogt de energie-efficiency van de conventionele centrales. De productie van windenergie kan bovendien op elk moment worden benut, waarmee de CO 2 -emissie van de totale elektriciteitsproductie in Nederland wordt gereduceerd. En, last but not least, in plaats van een bestaande piekcentrale te vervangen (of een nieuwe te bouwen) kan ook worden geïnvesteerd in een grootschalig opslagsysteem. Nederland is een land van water, wind en hoogwaardige kennis. KEMA en Bureau Lievense hebben, in samenwerking met Gebr. Das, deze kwaliteiten gebundeld. Ze hebben een eerste ontwerp gemaakt van een energie-eiland voor de Nederlande kust, een innovatief concept voor grootschalige energieopslag. Dit eiland biedt daarnaast nog vele andere mogelijkheden, variërend van kustbescherming tot havens en van aquatische biomassa tot toerisme. In opdracht van bedrijven uit de energiesector 1, aangevuld met subsidie van Stichting We@Sea, hebben KEMA en Bureau Lievense een studie uitgevoerd naar de technische en economische haalbaarheid van grootschalige elektriciteitsopslag (op zee). Daarbij is het opslagsysteem van een Energie-eiland een Pomp Accumulatie Centrale (PAC) in de vorm van een valmeercentrale vergeleken met opslag op basis van samengeperste lucht (CAES: compressed air energy storage) en een uitbreiding van de NorNed-verbinding met 1 Delta, Eneco, E.ON Benelux, EPZ, Essent, Nuon en TenneT

-7-30620183-Consulting 07-0770 een fictieve 2e kabel (waarbij de waterkrachtcentrales/stuwmeren in Noorwegen dienen als opslagsysteem). Het concept van het Energie-eiland is als volgt. Er wordt een kunstmatig eiland gecreëerd met opslagsysteem dat werkt als een omgekeerd stuwmeer ofwel een valmeercentrale. Bij een overschot aan elektriciteit wordt zeewater uit het meer in de omringende zee gepompt, bij een tekort stroomt zeewater in het meer waarmee een generator wordt aangedreven. Het basisontwerp van het Energie-eiland bestaat uit een gesloten ringvormige dijk van ca. 6 x 10 km die met behulp van bentoniet wanden waterdicht wordt gemaakt. Om te voorkomen dat het grondwater onder het eiland in het valmeer terechtkomt, dient het Energie-eiland te worden gepositioneerd op een locatie waar een kleilaag van enkele tientallen meters aanwezig is. Het niveau van het valmeer gelegen binnen de ringdijk varieert van 32 tot 40 meter onder het waterniveau van de omliggende Noordzee. Het meer heeft een wateroppervlak van ca. 40 km2. De opslagcapaciteit is ruim 20 GWh, voldoende om gedurende minimaal 12 uur een vermogen van gemiddeld 1.500 MW aan het landelijke koppelnet te leveren. Er is tevens een grotere variant met 50% meer capaciteit doorgerekend. Afmetingen: 10 x 6 km Energie-eiland Chemische industrie Capaciteit: 1.500 MW, 20.000 MWh Waterdiepte binnenmeer: -32 tot -40 m 2 Wateroppervlakte binnenmeer: 40km LNG terminal Strand Elektriciteitsopslag Kustbescherming Landbouw Aquatische biomassa Woningbouw Windparken Toerisme Viskweek Pompturbines Jachthaven Figuur S-1 Schets van het Energie-eiland Recreatie

-8-30620183-Consulting 07-0770 In de studie is eerst de optimale grootte van het opslagsysteem vastgesteld vanuit leveringstechnisch oogpunt. Vervolgens is voor een aantal scenario s van de te verwachten situatie in 2015 en 2020 berekend welke opslagcapaciteit de meeste kostenbesparing oplevert voor de BV Nederland en wat het milieuvoordeel is in termen van lagere CO 2 - emissies. De studie is uitgevoerd in opdracht van Delta, Eneco, E.ON Benelux, EPZ, Essent, Nuon en TenneT, een financiële bijdrage van Bureau Lievense en subsidie van Stichting We@Sea. De opdrachtgevers hadden een vertegenwoordiger in de klankbordgroep. S.2 Leveringstechnische analyse: 2.000-2.500 MW/30 GWh is optimale grootte opslagsysteem De kosten van grootschalige elektriciteitsopslag worden voor een belangrijk deel bepaald door de gewenste capaciteit en dito vermogen van een opslagsysteem. KEMA heeft de optimale grootte van dit systeem vastgesteld door de benodigde capaciteit te berekenen voor vijf toepassingsmogelijkheden van een opslagsysteem: 1. Regel- en reservevermogen (RRV) voor onbalansreductie met of zonder windenergie voor programmaverantwoordelijke partijen (PV s) en / of TenneT (variabel in te zetten), 2. Download capaciteit voor basislasteenheden gedurende de (nachtelijke) uren met weinig vraag naar elektriciteit, gekoppeld aan extra productiecapaciteit tijdens piekbelasting, 3. Download capaciteit s nachts bij veel windenergie, 4. Extra productiecapaciteit bij een tijdelijke verbod op het lozen van koelwater, 5. Het leveren van primaire actie. In de berekeningen is uitgegaan van bestaande groeiscenario s van windenergie 2 en idem voor de groei van het centraal opgestelde elektriciteitsvermogen in Nederland, uitgaande van 2% jaarlijkse groei van de elektriciteitsvraag. Ook voor andere parameters zoals gas- en kolenprijzen zijn we zoveel mogelijk uitgegaan van gegevens die ook door anderen worden gebruikt in scenariostudies. In figuur S-2 is het resultaat van de berekeningen weergegeven. Elke cirkel geeft aan wat de benodigde opslagcapaciteit is voor de aangegeven toepassing. Het simultaan optreden van twee of meerdere toepassingen kan hieruit worden afgeleid. In de figuur zijn ook de twee 2 4.600 MW opgsteld windvermogen in 2015 en 9.000 MW in 2020. Dit is het gemiddelde tussen het laag en het hoog scenario uit de Connect-II studie, in 2005 door KEMA uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.

-9-30620183-Consulting 07-0770 ontwerpen met verschillende opslaggrootte opgenomen die in deze studie zijn doorgerekend. Opslaggrootte 2 met 2.000-2.500 MW vermogen en ca. 30 GWh capaciteit de grootste van de twee ontwerpen lijkt redelijk goed geschikt voor de download capaciteit van conventionele productie (toepassing nr. 2) en zeker voor de onbalansreductie van windenergie (nr. 1). Deze toepassingen zullen naar verwachting ook veel worden gebruikt als een opslagsysteem beschikbaar is. Mogelijk zal ook toepassing nr. 3 veel worden toegepast: het opslaan van windvermogen tijdens de nachtelijke uren. Voor de andere twee toepassingen is beduidend minder opslagcapaciteit nodig. Deze zijn dus niet maatgevend voor de grootte van het opslagsysteem. Uit de economische analyse zal echter blijken dat een groter ontwerp niet rendabel is en dat opslaggrootte 1 (ca. 1.500 MW en ca. 20 GWh) economisch gezien veel aantrekkelijker is. GWh b.i. betrouwbaarheids interval Onbalans w.e. w.e. windenergie 2020 80 b.i. 90% Onbalans w.e. 60 Onbalans w.e. Onbalans w.e. Download 2020 2015 Wind G20, 6 GW 2015 b.i. 98% 40 b.i. 90% b.i. 98% Primaire actie Download 20 M 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 Koelwater G20 Download Download G15 Wind G15 MW Opslaggrootte 1 Opslaggrootte 2 Figuur S-2 Optimale grootte opslagsysteem in leveringstechnische zin (voorspelling energieopbrengst windparken 6 uur vooraf). Het benodigde vermogen is uitgedrukt in megawatt (horizontale as), de gewenste opslagcapaciteit is uitgedrukt in gigawatuur (1 GWh = 1.000 MWh, verticale as)

-10-30620183-Consulting 07-0770 S.3 Economische analyse: grootschalige elektriciteitsopslag bespaart operationele kosten en reduceert jaarlijkse CO 2 -emissie Uit de hiervoor gepresenteerde resultaten is een indruk gegeven van de optimale grootte van het opslagsysteem vanuit leveringstechnisch oogpunt. De economie speelt een minstens zo belangrijke rol bij het vaststellen van de optimale grootte. In onze studie is bepaald welk type opslag en welke grootte van het opslagsysteem het meest gunstige effect heeft op de totale jaarlijkse kosten van de Nederlandse elektriciteitsproductie. Onze economische analyse is feitelijk een analyse van het kostenvoordeel van een opslagsysteem ten opzichte van de situatie waarin geen opslag in het totale elektriciteitssysteem aanwezig is. De berekeningen zijn uitgevoerd met het simulatieprogramma Prosym. Daarmee kan de meest economische inzet van de beschikbare productie-eenheden worden bepaald op basis van de marginale kosten van brandstof (gas, kolen, wind etc.), de start-/stop kosten van conventionele centrales, de bedrijfsvoering en het onderhoud. Uit de berekening is op te maken wat de kostenvoordelen zijn en hoeveel CO 2 -emissie kan worden bespaard als een opslagsysteem wordt ingezet. Tabel S-1 Toegepaste kolen- en gasprijzen, incl. en excl. CO 2 Prijzen excl. CO 2 Basis prijs-scenario (prijs in EUR/GJ) Hoge prijs-scenario (prijs in EUR/GJ) Gas 5,00 7,90 Kolen 2,10 2,10 Prijzen incl. CO 2 (EUR 20/ton CO 2 ) Gas 5,56 8,46 Kolen 3,04 3,04 In de Prosym berekeningen zijn twee opslagtypes vergeleken: de valmeercentrale in twee varianten (valmeer 1: 1.500 MW / 20 GWh en een 50% groter valmeer 2: 2.250 MW / 30 GWh) en een CAES systeem van 1.500 MW / 20 GWh. Een dergelijk groot CAES systeem is ons echter niet bekend. Om een goede vergelijking te kunnen maken, zijn daarom vijf modules van 300 MW / 3-4 GWh gebundeld tot een gezamenlijk vermogen van 1.500 MW en een capaciteit van 20 GWh. Aansluitend zijn voor enkele scenario s in 2020 de Life Cycle Costs (LCC) bepaald van deze opslagsystemen. Daarin is tevens een vergelijking gemaakt met een uitbreiding van de NorNed-verbinding met een (fictieve) 2 e kabel, waardoor een opslagvermogen van

-11-30620183-Consulting 07-0770 1.400 MW beschikbaar is. In de LCC berekeningen zijn de investeringskosten van de verschillende opslagsystemen verwerkt. In totaal zijn 10 scenario s met Prosym doorgerekend voor het jaar 2015 en nog eens 10 scenario s voor 2020. Het basisscenario is de situatie zonder windenergie en zonder opslag in het Nederlandse elektriciteitssysteem. Vervolgens zijn scenario s zonder wind en met opslag doorgerekend, waarmee het effect van download capaciteit voor conventionele productie gedurende nachtelijke uren inzichtelijk kon worden gemaakt. De volgende serie van berekeningen zijn uitgevoerd met windenergie om het effect van download van windenergie s nachts en de kosten van onbalansreductie te kunnen bepalen. Aanvullend heeft KEMA nog varianten doorgerekend als gevoeligheidsanalyse, zoals lage en hoge gasprijs, verschillende prijzen voor CO 2 -emissies en varianten in het toekomstig aandeel kolen-gasvermogen in de centrale elektriciteitsproductie. Om de complexiteit niet te groot te maken, is de import van elektriciteit voor het laden van de opslagsystemen op nul gesteld. De uitgangspunten zijn in overleg met E.ON Benelux en TenneT vastgesteld. Beide bedrijven gebruiken het programma Powersym voor hun eigen scenariostudies. De belangrijkste Prosym resultaten voor het jaar 2020 zijn weergegeven in onderstaande tabellen. De waarden tonen het verschil van een elektriciteitsvoorziening met opslag ten opzichte van de referentiesituatie: een electiciteitsvoorziening zonder opslag en met een draaiende reserve van (minimaal) 1.400 MW geleverd door conventionele snelle eenheden. Tabel S-2. Méérkosten en toename CO 2 -emissie voor een elektrisch systeem met opslagcapaciteit ten opzichte van een systeem zonder opslag Basis prijs-scenario voor gas en kolen, prijs CO 2 : 20 /ton Totale méérkosten (in M /jr) Toename CO 2 -emissie (in kton/jr) CAES: 1.500 MW / 20 GWh -89-1.041 Valmeer 1: 1.500 MW / 20 GWh -77-670 Valmeer 2: 2.250 MW / 30 GWh -74-409 Hoge prijs scenario voor gas en kolen, prijs CO 2 : 20 /ton Totale méérkosten (in k /jr) Toename CO 2 -emissie (in kton/jr) CAES: 1.500 MW / 20 GWh -92-630 Valmeer 1: 1.500 MW / 20 GWh -130-544 Valmeer 2: 2.250 MW / 30 GWh -126-381

-12-30620183-Consulting 07-0770 De negatieve waarden geven aan dat het toevoegen van een opslagsysteem leidt tot besparing van de totale kosten en een reductie van de CO 2 -emissie van het totaal aan centraal opgestelde elektriciteitsproductie-eenheden. Bij lage gasprijzen (basisscenario) en een opgesteld windvermogen van 6.000 MW offshore en 3.000 MW op land zijn de kostenvoordelen voor de valmeercentrale (ca. 75 M /jr) iets lager dan voor CAES (ca. 90 M /jr). De CO 2 -uitstoot wordt significant verminderd, in de orde van 2% van de uitstoot van de centrale 3 elektriciteitsproductie in Nederland, waarbij CAES een iets grotere besparing oplevert dan de valmeercentrale. Als de gasprijs voor deze situatie volgens het hoge scenario verloopt, heeft dat nauwelijks invloed op het kostenvoordeel voor CAES. Het kostenvoordeel voor de valmeercentrale is dan echter aanzienlijk, oplopend tot 130 M /jr. De vermeden uitstoot van CO 2 is in dit geval minder dan bij de lage gasprijs, omdat het opslagsysteem s nachts naast windvermogen ook met vermogen van kolencentrales wordt geladen hetgeen de uitstoot weer doet toenemen. De reductie van CO 2 ten gevolge van opslag van windvermogen houdt echter de overhand; totale reductie ca. 1,5% van de uitstoot van de centrale elektriciteitsproductie in Nederland. S.4 Drie opties voor grootschalige elektriciteitsopslag nader bekeken: Valmeercentrale, CAES en NorNed In deze studie zijn drie alternatieven voor grootschalige elektriciteitsopslag beschreven. Als er in de toekomstige situatie (2020) in Nederland met relatief veel windenergie in het systeem geen grootschalige elektrische opslag wordt opgenomen, is extra inzet van een of meerdere snelle regeleenheden nodig. Hiervoor is gekozen voor een CCGT (Combined Cycle Gas Turbine). Deze systemen worden kort beschreven. S.4.1 Energie-eiland met PAC (valmeercentrale) De investeringskosten van het Energie-eiland met een Pomp Accumulatie Centrale zijn op te splitsen in de kosten voor het bouwen van het kale eiland (het civieltechnische deel) en die voor het opslagsysteem, inclusief installaties en netaansluiting (het energietechnische deel): baggeren aanleg van de bouwput, inclusief de bentoniet wanden 3 Eenheden behorend tot Essent, EPZ, E.On, Delta, Eneco, Nuon en Electrabel

-13-30620183-Consulting 07-0770 turbines (pompgeneratoren), inclusief de constructie en de bouw van de inlaatwerken en de 60 meter hoge waterdichte bentonietwand van circa 32 km lang diverse mechanische en elektrische componenten hoogspanningskabel, inclusief legkosten en netaansluiting. De eerste twee componenten vormen het civieltechnische deel, de laatste drie componenten vormen samen het energietechnische deel van het Energie-eiland. De kosten voor de elektrische infrastructuur zijn hoog omdat we er in onze business case vanuit zijn gegaan dat de AC-hoogspanningskabel ook op het land gedeelte ondergronds moet worden aangelegd. Tabel S-3. Investeringskosten voor de realisatie van het Energie-eiland, uitgedrukt in miljarden euro s. Kleine verschillen in de opsomming worden veroorzaakt door afronding Kostenposten (bedragen in EUR x miljard) Valmeer 1 (1.500 MW / 20 GWh) Valmeer 2 (2.250 MW / 30 GWh) Baggeren 0,65 0,80 Aanleg bouwput en bentoniet 0,15 0,20 wanden Subtotaal civieltechnisch 0,80 1,00 Behuizing pompgeneratoren 0,90 1,30 met inlaatwerken Pompgeneratoren, inclusief 0,50 0,85 mechanische en elektrische componenten HS kabel + netaansluiting 0,25 0,25 Subtotaal elektrotechnisch 1,65 2,40 Totaal 2,45 3,40 De totale bouwtijd voor beide varianten bedraagt ongeveer 6 jaar. De levensduur van het eiland is in de orde van 80 jaar. In deze studie is gerekend met 40 jaar om de vergelijking met de andere systemen eenvoudig te houden. S.4.2 CAES, samengeperste lucht in een zoutkoepel Op basis van een eerder door KEMA uitgevoerde studie naar de toepassingsmogelijkheden van CAES in lege zoutkoepels en recente prijsontwikkelingen zijn de geschatte

-14-30620183-Consulting 07-0770 investeringskosten voor een 300 MW / 3,6 GWh eenheid met een eenvoudige compressor EUR 180 miljoen (EUR 600 per kw), exclusief de elektrische infrastructuur. De totale kosten van vijf CAES modules komen daarmee op ongeveer EUR 910 miljoen (5 x EUR 180 miljoen plus EUR 10 miljoen voor de kosten van de elektrische infrastructuur en netaansluiting). De totale bouwtijd van dit systeem wordt geschat op 3 tot 4 jaar. In onze berekeningen hebben we geen herinvestering meegenomen binnen de 40 jaar, omdat de praktijk reeds heeft aangetoond dat een CAES systeem minimaal 30 jaar mee kan gaan. S.4.3 NorNed-verbinding, uitgebreid met een (fictieve) 2e kabel De in aanbouw zijnde NorNed-kabel is een 580 kilometer lange, onderzeese, kabel die de Noorse en de Nederlandse elektriciteitsnetten met elkaar verbindt. De transportcapaciteit is ten minste 700 Megawatt (MW). De totale kosten bedragen EUR 600 miljoen. Voor de tweede NorNed kabel à 700 MW worden dezelfde kosten aangenomen. Het is lastig deze optie goed te vergelijken met de twee andere opslagsystemen. Ten eerste omdat we niet weten wat eventuele (extra) kosten voor de hydrocentrales zijn en ten tweede omdat niet bekend is hoe de kosten en opbrengsten tussen Noorwegen en Nederland worden verdeeld. We hebben aangenomen dat de investering beperkt is tot de kosten van de kabel (dit is waarschijnlijk een te positieve aanname) en dat het kostenvoordeel gelijk is aan dat van valmeer 1. Tevens veronderstellen we dat de investering en het kostenvoordeel evenredig wordt verdeeld tussen Noorwegen en Nederland. We nemen aan dat de levensduur van deze kabels minimaal 40 jaar bedraagt. S.4.4 Extra piekcentrale als referentie voor de drie opslagsystemen De hiervoor beschreven opslagsystemen worden vergeleken met een snelle eenheid. Hiervoor wordt een Combined Cycle Gas Turbine (CCGT) gekozen. Als investeringskosten wordt hiervoor EUR 500 per kw aangenomen. Om de vergelijking met valmeer 1 en met valmeer 2 te kunnen maken, zijn twee CCGT varianten met verschillende grootte gekozen: 1.500 MW en 2.250 MW (modulair op te bouwen).

-15-30620183-Consulting 07-0770 De kosten voor de netaansluiting van beide varianten is ongeveer EUR 10 miljoen. Dit leidt tot de volgende investeringskosten voor de CCGT centrale: EUR 760 miljoen (1.500 MW) respectievelijk EUR 1.135 miljoen (2.250 MW). Omdat de gemiddelde levensduur van een CCGT wordt ingeschat op 30 jaar en omdat de belasting van deze CCGT hoger is door het vele regelen ten gevolge van de onbalansreductie van windenergie, is in deze studie uitgegaan van volledige herinvestering van een CCGT-eenheid na 20 jaar. S.5 Toevoegen grootschalig opslagsysteem aan centrale elektriciteitsproductie is gunstiger voor de BV Nederland dan toevoegen piekcentrales Het toevoegen van opslagcapaciteit kan aantrekkelijk zijn voor het elektriciteitssysteem in Nederland. In deze studie is dat onder andere uitgedrukt in de hoeveelheid bespaarde kosten ten opzichte van een systeem zonder elektriciteitsopslag. Deze waarde is verschillend, afhankelijk van het gezichtspunt dat wordt gekozen: Voor de consument / de BV Nederland worden zowel de totale kosten als de totale CO 2 -emissie van de elektriciteitsproductie lager, De PV s (programma-verantwoordelijke partijen) hoeven minder draaiende reserve achter de hand te houden, hebben lagere start/stop-kosten voor hun conventionele centrales, beschikken over een extra piekeenheid en over extra download capaciteit gedurende de nachtelijke uren en kunnen hun primaire bijdrage vervangen, Netbeheerder TenneT kan gebruik maken van extra regel- en reservevermogen. Het voordeel voor de BV Nederland diende als uitgangspunt voor de LCC berekeningen. In alle berekeningen is de situatie in 2020 aangehouden met daarin 9.000 MW aan opgesteld windvermogen. De LCC berekeningen zijn uitgevoerd voor de drie genoemde opslagsystemen op basis van de investeringskosten, de bouwtijd, levensduur, rekenrente, jaarlijkse exploitatiekosten en het jaarlijkse kostenvoordeel. Om de resultaten te kunnen vergelijken, is de Netto Contante Waarde (NCW) van elk systeem berekend over de levensduur van 40 jaar uitgaande van een minimaal rendement op de investering 4. 4 Gemiddelde nominale WACC na belastingen van 6,43%, waarbij is aangenomen dat de BV Nederland de investering doet. Participatie door bedrijven resulteert in hogere rentabiliteitseisen.

-16-30620183-Consulting 07-0770 Om een kostentechnische analyse te kunnen maken, worden de hiervoor beschreven opslagsystemen als onderdeel van de elektriciteitsvoorziening vergeleken met een CCGT (Combined Cycle Gas Turbine) centrale. Om een eerlijke vergelijking van de opslagsystemen te kunnen maken zijn de baggerkosten van het Energie-eiland (het eerste deel van de civieltechnische werkzaamheden, feitelijk de investeringskosten voor de aanleg van het kale eiland) in eerste instantie niet meegenomen in de berekening. Uitgangspunt is dat dit deel van de kosten moet worden terugverdiend door het toevoegen van andere functies aan het eiland, zoals een alternatief voor (extra) kustbescherming, havens, opslag van gevaarlijke stoffen of andere risicovolle industriële activiteiten, toerisme, aquatische biomassa en/of windturbines op en in het eiland, verkoop van uitgebaggerd zand etc. Het maken van de bouwput en de aanleg van de bentoniet wanden worden wel toegerekend aan het opslagsysteem. Tabel S-4. Kostenvoordeel van een opslagsysteem ten opzichte van een snelle regeleenheid (CCGT) over een periode van 40 jaar, uitgaande van basis- en hoge prijs-scenario voor gas (en kolen). Voordeel is netto contant gemaakt en uitgedrukt in miljarden euro s. De investeringskosten voor de valmeercentrale zijn exclusief baggerkosten Kostenvoordeel van opslagsysteem ten opzichte van CCGT-centrale(s) (NCW over 40 jaar in miljarden euro s) Basis prijs-scenario (lage gas-kolen prijs) Hoge prijs-scenario (hoge gas-kolen prijs) CAES +1,3 +1,3 Valmeer 1 (1.500 MWe / 20 GWh) +0,0 +0,8 Valmeer 2 (2.250 MWe / 30 GWh) -0,4 +0,3 NorNed uitbreiding met 2 de kabel +0,9 +1,3 Uit de berekeningen blijkt dat het vervangen van een of twee snelle regeleenheden met een gezamenlijk vermogen van 1.500 MW (resp. 2.250 MW) door een groot opslagsysteem in de geprognosticeerde situatie in 2020 duidelijke kostenvoordelen heeft, met name in het hoge prijs-scenario (hoge gas-kolen prijs). Voor de valmeercentrale is de kleinere uitvoering van 1.500 MW / 20 GWh duidelijk gunstiger dan de grote variant. CAES en NorNed zijn het meest aantrekkelijk, al wordt het verschil met de valmeercentrale snel kleiner als de gasprijs stijgt. Gezien de grote onzekerheid over de gasprijs (en de prijs voor CO 2 -emissie) voor de wat langere termijn, dienen deze berekende kostenvoordelen als indicatieve resultaten te worden beschouwd.

-17-30620183-Consulting 07-0770 Het kostenvoordeel blijkt erg gevoelig voor parameters zoals investeringskosten, jaarlijkse kostenvoordeel en rekenrente (WACC). Er is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor het jaar 2020 waarbij deze parameters met ±20% zijn gevarieerd voor de 1.500 MW / 20 GWh valmeercentrale (valmeer 1). De netto contante waarde wordt groter naarmate: de investeringskosten dalen er een lagere WACC kan worden toegepast het jaarlijkse kostenvoordeel toeneemt. Het resultaat van de toegepaste variaties is in tornadodiagrammen weergegeven. Tornado valmeer1 met lage gasprijs exclusief baggerkosten (middenwaarde is 23 MEUR) NCW na 40 jaar (MEUR) -1200-1000 -800-600 -400-200 0 200 400 600 800 1000 Investering (MEUR) is 1820 2184 1456 WACC (%/a) is 0.0643 0.07716 0.05144 Jrl. Kostenvoordeel (MEUR) is 77 61.6 92.4 Figuur S-3a Variaties in de NCW (netto contante waarde) van het kostenvoordeel van de 1.500 MW / 20 GWh valmeercentrale ten opzichte van een CCGT centrale indien de investeringskosten, de WACC of het jaarlijks kostenvoordeel met ±20% wordt gevarieerd voor het lage gasprijsscenario. De NCW is berekend over een periode van 40 jaar, bedragen zijn in miljoenen euro s. Resultaten voor een lage gasprijs-scenario

-18-30620183-Consulting 07-0770 Tornado valmeer1 met hoge gasprijs exclusief baggerkosten (middenwaarde is 779 MEUR) NCW na 40 jaar (MEUR) -1200-900 -600-300 0 300 600 900 1200 1500 1800 Investering (MEUR) is 1820 2184 1456 WACC (%/a) is 0.0643 0.07716 0.05144 Jrl. Kostenvoordeel (MEUR) is 130 104 156 Figuur S-3b Variaties in de NCW (netto contante waarde) van het kostenvoordeel van de 1.500 MW / 20 GWh valmeercentrale ten opzichte van een CCGT centrale indien de investeringskosten, de WACC of het jaarlijks kostenvoordeel met ±20% wordt gevarieerd voor het hoge gasprijsscenario. De NCW is berekend over een periode van 40 jaar, bedragen zijn in miljoenen euro s Omdat de relatieve afwijking voor elke invoerparameter hetzelfde is, geeft de breedte van het balkje de mate van invloed aan op de totale NCW (gevoeligheid). In de tornadodiagrammen is te zien dat in beide gasprijs-scenario s, de investering de grootste invloed heeft op de NCW van de valmeercentrale en het kostenvoordeel de laagste invloed.