Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel Toelichtingsnota Dossier ZOE136

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan TC Den Otter Toelichtingsnota Dossier ZOE01041

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

23016_D_0157_H_011_00

23016_D_0145_X_003_00

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Uitbreiding recreatiezone Kievitheide Toelichtingsnota

adviezen n.a.v. planmer-screening

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Reservering binnengebieden in woongebied Toelichtingsnota Dossier ZOE01040

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

23070_E_0141_V_000_00

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

Provincieraadsbesluit

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

GEMEENTE KORTENBERG DEEL II: GRAFISCH LUIK. Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Besluit van de Deputatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Provincieraadsbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Provincieraadsbesluit

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

Oostende - Middenkust

Omzendbrief RO/2010/01

situering en afbakening van het plangebied

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 december 2014

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan KMO-zone Heideweg Toelichtingsnota (inclusief onderzoek naar plan-mer-plicht)

Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Omgeving vliegveld Malle

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Notaris Hans Van Overloop

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Park - gedeeltelijke herziening Stedenbouwkundige voorschriften Dossier WIJ111

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Aan Federaal Aankoopcomité Kruidtuinlaan 50 bus Brussel

RUP SINT - KATHARINASTRAAT TOELICHTINGSNOTA

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

Transcriptie:

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel Toelichtingsnota Dossier ZOE136 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Zoersel januari 2015

Provincie: Gemeente Opdrachtgever: Ontwerper: Dossiergegevens: Antwerpen Zoersel Gemeentebestuur van Zoersel Handelslei 167 2980 Zoersel Tel. : 03/298.00.00 IGEAN dienstverlening Doornaardstraat 60 2160 Wommelgem Tel: 03/350.08.11 Fax: 03/353.34.10 E-mail: ruimtelijkeordening@igean.be Projectnummer ZOE136 Samengesteld volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 27.03.2009 Opgemaakt: 04.04.2014 (1 e concept voorontwerp) Aangepast: - Aan opmerkingen gemeente d.d. 12.05.2014-09.10.2014 aan opmerkingen Dienst MER d.d.30.09.2014-06.01.2015 aan opmerkingen plenaire vergadering d.d. 15.12.2014 en verzoek tot raadpleging plan-mer-plicht E. Symens ruimtelijk planner Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 2

Inhoud 1. Inleiding... 6 1.1. Situering van de opdracht... 6 1.2. Leeswijzer... 6 2. Situering... 7 2.1. Situering op macroniveau... 7 2.2. Situering op mesoniveau... 8 3. Beleidskader... 9 3.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 9 3.2. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)... 9 3.3. Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur... 9 3.4. Ruimtelijk Structuurplan van de Provincie Antwerpen (RSPA)... 11 3.4.1. Selectie en categorisering van kleinhandelsconcentraties... 11 3.4.2. Verkeers- en vervoersstructuur... 11 3.5. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Zoersel... 11 3.5.1. Ruimtelijke concepten... 12 3.5.2. Ontwikkelingsperspectieven voor deelruimten... 12 3.5.3. Deelstructuren... 15 3.5.4. Categorisering van de wegen... 18 4. Bestaande juridische toestand... 19 4.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 19 4.2. Synthesetabel bestaande juridische toestand... 19 4.2.1. Gewestplan Turnhout (KB 30.09.1977)... 20 4.2.2. PRUP Kleinhandelsconcentratie Rodendijk... 21 4.2.3. Atlas der buurt- en voetwegen... 21 4.2.4. Vergunningen... 22 4.2.5. Ankerplaats... 22 4.2.6. Relictzone... 23 4.2.7. Atlas der waterlopen... 23 4.2.8. Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk... 24 5. Bestaande ruimtelijke context... 25 5.1. Bestaande structuur... 25 6. Afwegingskader en mogelijkheden voor eventuele herlokalisatie... 28 6.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 28 6.2. Afwegingskader GRS... 28 6.3. Analyse... 29 6.3.1. Mogelijkheid tot bestendigen... 29 6.3.2. Bepalen van classificatie... 29 6.3.3. Conclusie... 29 7. Visie en gewenste ruimtelijke structuur... 30 7.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 30 7.2. Visie en doelstellingen... 30 7.3. Ruimtelijke concepten... 30 8. Lijst met voorschriften die strijdig zijn en opgeheven worden... 32 8.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 32 Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 3

8.2. Op te heffen voorschriften... 32 9. Ruimtebalans... 33 9.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 33 9.2. Ruimteboekhouding... 33 10. Watertoets... 34 10.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 34 10.2. Resultaten watertoets... 34 10.2.1. Overstromingsgevoelige gebieden... 34 10.2.2. Infiltratiegevoelige gebieden... 35 10.2.3. Grondwaterstromingsgevoeligheid... 35 10.3. Conclusie... 36 11. Register van percelen met mogelijk planbaten, planschade of bestemmingswijzigingscompensatie... 37 11.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk... 37 11.2. Grafisch register van percelen met mogelijk planbaten, planschade of bestemmingswijzigingscompensatie... 37 12. Onderzoek naar de plan-mer-plicht... 38 12.1. Plan-MER-plicht van rechtswege?... 38 12.1.1. Toetsing aan drie voorwaarden... 38 12.1.2. Conclusie... 39 12.2. Uittreksel grafisch plan... 39 12.3. Beschrijving van de alternatieven... 40 12.3.1. Redelijke alternatieven... 40 12.3.2. Nulalternatief... 40 12.4. Screening van de milieueffecten per discipline... 40 12.4.1. Effecten inzake bodem... 41 12.4.2. Effecten inzake water... 42 12.4.3. Effecten inzake verkeer en mobiliteit... 43 12.4.4. Effecten inzake geluid... 43 12.4.5. Effecten inzake licht... 44 12.4.6. Effecten inzake luchtkwaliteit... 44 12.4.7. Effecten inzake biodiversiteit, fauna en flora... 45 12.4.8. Effecten inzake onroerend erfgoed... 45 12.4.9. Effecten inzake ruimtelijke ordening... 46 12.4.10. Effecten inzake energie- en grondstoffenvoorraad... 46 12.4.11. Effecten inzake gezondheid en veiligheid van de mens... 47 12.4.12. Effecten door de samenhang tussen de disciplines of door interactie met de omgeving... 47 12.4.13. Beoordeling van grensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten... 48 12.5. Besluit... 48 13. Verzoek tot raadpleging... 49 13.1. Inleiding... 49 13.2. Adviezen... 49 13.2.1. Advies Provincie Antwerpen... 49 13.2.2. Advies Agentschap Natuur en Bos... 49 13.2.3. Advies Ruimte Vlaanderen... 49 13.2.4. Advies Onroerend Erfgoed... 50 13.2.5. Advies Departement Landbouw en Visserij... 50 13.2.6. Advies Agentschap Wegen en Verkeer... 50 13.2.7. Advies Departement Mobiliteit en Openbare Werken... 50 Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 4

Figurenlijst Figuur 1: situering op macroniveau... 7 Figuur 2: situering op meso-niveau... 8 Figuur 3: herbevestigde agrarische gebieden en uitvoeringsprogramma... 10 Figuur 4: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte Westelijk Kleine Nete-gebied... 10 Figuur 5: kleinhandelconcentratie... 11 Figuur 6: secundaire wegen... 11 Figuur 7: open ruimte... 12 Figuur 8: gewenste ruimtelijke structuur van N14 en Zoersel... 13 Figuur 9: Gewenste ruimtelijke structuur van de oostelijke open ruimte... 14 Figuur 10: gewenste open-ruimte structuur... 15 Figuur 11: categorisering wegen... 18 Figuur 12: uittreksel gewestplan... 20 Figuur 13: PRUP Kleinhandelsconcentratie Rodendijk... 21 Figuur 14: Atlas der buurt- en voetwegen... 21 Figuur 15: Landschapsatlas: ankerplaatsen... 22 Figuur 16: Landschapsatlas: relictzones... 23 Figuur 17: Atlas der waterlopen... 23 Figuur 18: Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk... 24 Figuur 19: bestaande ruimtelijke structuur... 25 Figuur 20: gewenste ruimtelijke structuur van N14 en Zoersel... 28 Figuur 21: overstromingsgevoelige gebieden... 34 Figuur 22: infiltratiegevoelige gebieden... 35 Figuur 23: grondwaterstromingsgevoeligheid... 35 Figuur 24: bestemmingsplan RUP Groene Vogel... 39 Figuur 25: bodemkaart... 41 Figuur 26: zoneringsplan riolering... 42 Figuur 27 geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lden)... 43 Figuur 28: jaargemiddelde PM10... 44 Figuur 29: jaargemiddelde NO2... 44 Figuur 30: biologische waarderingskaart... 45 Tabellenlijst Tabel 1: gewenste agrarische structuur... 16 Tabel 2: synthese bestaande juridische toestand... 19 Tabel 3: Classificatie en ontwikkelingsperspectief zonevreemde bedrijven... 28 Tabel 4: op te heffen voorschriften... 32 Tabel 5: ruimteboekhouding... 33 Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 5

1. Inleiding 1.1. Situering van de opdracht Igean Dienstverlening werd door het College van Burgemeester en Schepenen van Zoersel in zitting van 13.08.2012 aangesteld als ontwerper van het RUP Groene Vogel. Het RUP heeft als doel nieuwe zonevreemde activiteiten te voorkomen en het betrokken gebied op termijn om te vormen tot een bouwvrij agrarisch gebied. In functie van het behoud van een open ruimte corridor. 1.2. Leeswijzer Het dossier bevat: een tekstbundel met de memorie van toelichting; een tekstbundel met stedenbouwkundige voorschriften; een grafisch plan met de bestaande en juridische toestand; een grafisch plan met de weergave van de verschillende bestemmingen. Inhoud van de memorie van toelichting Na dit eerste inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het plangebied gesitueerd in de ruimere context. In hoofdstuk 3 worden de relevante beleidsplannen toegelicht. Deze vormen immers het kader waarbinnen dit RUP moet worden opgemaakt. Daarna wordt in hoofdstuk 4 een overzicht van de bestaande ruimtelijke en sectorale wet- en regelgeving, die van toepassing is bij de uitwerking van dit RUP, gegeven. Daarna wordt in hoofdstuk 5 de bestaande ruimtelijke context beschreven. In hoofdstuk 6 wordt het afwegingskader voor zonevreemde bedrijven uitgewerkt. In hoofdstuk 7 wordt een visie gevormd en worden concepten uitgewerkt, wat resulteert in een gewenste ruimtelijke structuur. Zoals in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaald, moet een opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en opgeheven worden eveneens deel uitmaken van het dossier. Deze lijst is te vinden in hoofdstuk 8. In het 9 de hoofdstuk komt de ruimtebalans aan bod. In het 10 e hoofdstuk wordt de watertoets gemaakt. Hierin wordt nagegaan of het voorliggende plan (en de realisatie ervan) geen schadelijke effecten heeft op de waterhuishouding in het gebied. Eventuele maatregelen komen hier eveneens aan bod. Het 11 e hoofdstuk bevat een register van percelen waarop een bestemmingswijziging werd doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planbatenheffing, een planschadevergoeding of een bestemmingswijzigingscompensatie. Het 12 e hoofdstuk bevat het onderzoek naar milieueffecten ten gevolge van het RUP. Het verzoek tot raadpleging is opgenomen in hoofdstuk 13. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 6

2. Situering 2.1. Situering op macroniveau Figuur 1: situering op macroniveau Het RUP Groene Vogel situeert zich ten zuiden van de kern van Zoersel, langs de gewestweg Rodendijk (N14). Deze gewestweg heeft ten zuiden van het plangebied een aansluiting met de E34, een autosnelweg die Antwerpen met Turnhout verbindt. De N14 zorgt tevens voor een verbinding tussen de kernen van Zandhoven en Zoersel. Ten westen van het plangebied en van de N14 bevindt zich het Zoerselbos, Ten oosten van het plangebied ligt de Oostelijke open ruimte, een gebied dat vooral gebruikt wordt voor landbouw. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 7

2.2. Situering op mesoniveau Figuur 2: situering op meso-niveau bron: Provincie Antwerpen, eigen bewerking Het plangebied van dit RUP is gelegen langs Rodendijk, een gewestweg (N14) met voornamelijk doorgaand verkeer. Bovenstaande kaart toont lintbebouwing langs de Rodendijk ten noorden van het plangebied. Deze lintbebouwing is een uitloper van de kern van Zoersel. Ten zuiden van het plangebied is eveneens een lint aanwezig, dat bestemd is als een kleinhandelsconcentratie op provinciaal niveau. Het tuincentrum Abies ligt tussen deze twee linten. Ten westen van Rodendijk ligt het Zoerselbos. Het plangebied bevindt zich middenin agrarisch gebied. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 8

3. Beleidskader 3.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt nagegaan welke beleidsdoelstellingen op het plangebied van toepassing zijn. Deze doelstellingen zijn te vinden in de verschillende ruimtelijke structuurplannen op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau. Hiervan worden de belangrijkste relevante elementen toegelicht. 3.2. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het buitengebied De gemeenten Zoersel behoort volgens het RSV tot het buitengebied. De doelstellingen voor het buitengebied zijn: a. vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, natuur, bos en wonen en werken); b. tegengaan van de versnippering van het buitengebied; c. bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; d. inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; e. bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit; f. afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; g. bufferen van de natuurfunctie. Tegengaan van versnippering buitengebied Om het buitengebied te vrijwaren voor de structuurbepalende functies moet de versnippering van het buitengebied en de verbrokkeling van haar structuur door bebouwing en infrastructuren tegengegaan worden. Door gerichte structuurondersteunende maatregelen, zowel naar natuur, bos en landbouw als naar de woon- en werkfunctie toe, moet de eigenheid van het buitengebied gevrijwaard worden. 3.3. Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur Tussen 2004 en 2009 stelde de Vlaamse overheid een gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor dertien buitengebiedregio s. Zoersel behoort tot de regio s Neteland, waarvoor het planningsproces werd afgerond op 27 maart 2009, en Antwerpse Gordel & Klein Brabant, waarvoor het planningsproces werd afgerond op 27 maart 2009. De Vlaamse regering besliste die dag over de herbevestiging van een aantal agrarische gebieden. In deze gebieden blijft in principe de agrarische bestemming behouden. Daarnaast stelde de Vlaamse regering een operationeel uitvoeringsprogramma vast, waarin de prioriteiten en fasering voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen werd bepaald. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 9

Figuur 3: herbevestigde agrarische gebieden en uitvoeringsprogramma bron: www.ruimtelijkeordening.be Het plangebied van het RUP Groene Vogel is gelegen in regio Neteland en is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Gewenste ruimtelijke structuur Op bovenstaande figuur is te zien dat het plangebied zich bevindt in het hierna besproken gebied: 1.2. Omgeving Grote Heide: Bevestigen van de gewestplannen voor de aaneengesloten landbouwgebieden rond Grote Heide Figuur 4: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte Westelijk Kleine Nete-gebied Bron: www.ruimtelijkeordening.be Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 10

3.4. Ruimtelijk Structuurplan van de Provincie Antwerpen (RSPA) 3.4.1. Selectie en categorisering van kleinhandelsconcentraties Figuur 5: kleinhandelconcentratie 3.4.2. Verkeers- en vervoersstructuur Selectie van secundaire wegen Rodendijk in Zoersel (N14) behoort tot de groep kleinhandelsconcentraties die niet ruimtelijk samenhangen met een stedelijk gebied (type IIIb) en waarvoor het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gericht is op een strikte begrenzing en een betere ruimtelijke organisatie van de concentratie. Overigens wordt gesteld dat kleinhandel in het bebouwd perifeer landschap geconcentreerd moet worden in de kernen (woonkern, hoofddorp). Alle andere handelsvestigingen worden beschouwd als solitaire vestigingen in het buitengebied. Zij komen niet in aanmerking voor ontwikkeling of herstructurering. Dit betekent dat ofwel de bestaande toestand strikt kan worden behouden ofwel afgebouwd. De N14 (tussen E34 en Hoogstraten) is geselecteerd als secundaire weg type II. De hoofdfunctie van een secundaire weg type II is verzamelen naar het hoofdwegennet op bovenlokaal niveau. Dit type heeft slechts in tweede instantie een verbindende functie. Ook het toegang geven behoort tot de functies. Meer specifiek verzorgt deze weg een verzamelende functie naar de E34 voor Hoogstraten. Figuur 6: secundaire wegen 3.5. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Zoersel Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) van de gemeente Zoersel werd goedgekeurd door de deputatie op 11.08.2005. De actualisatie en de partiële herziening van het GRS werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 20.03.2012 en definitief goedgekeurd door de Deputatie op 24.05.2012. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 11

3.5.1. Ruimtelijke concepten Ruimtelijke concepten voor het gewenste landschap De agrarische gebieden in de gemeente hebben een sterk visueel open karakter. Dit wordt ervaren als een kwaliteit en dient dan ook maximaal behouden en waar mogelijk versterkt te worden. Verdere aantasting van deze open ruimte door bebouwing moet tegengegaan worden. Veel van deze gebieden zijn nog van belang als onderdeel van de agrarische structuur. Voor de gemeente is het belangrijk dat de bestaande open ruimtecorridors worden behouden, landschappelijk beter ingericht en aan elkaar gelinkt om het oorspronkelijk open karakter van bepaalde deelgebieden in de gemeente te vrijwaren. Het behoud van de open ruimte-corridors kan worden Figuur 7: open ruimte vastgelegd, samen met andere Bron: GRS Zoersel landschappelijke maatregelen in een landschapsplan. 3.5.2. Ontwikkelingsperspectieven voor deelruimten Deelruimte 2: N14 en Zoersel-dorp Rodendijk als poort tot Zoersel Een verdere ontwikkeling van de kleinhandel is niet gewenst. Een betere organisatie moet op de verkeersveiligheid en de inpassing in de omgeving gericht zijn. De niet-bebouwde ruimte langs de N14 (vooral in het noorden tussen Zoersel-dorp en Rodendijk) moet gevrijwaard blijven, zodanig dat deze haar ecologische functie behoudt en dat de voelbaarheid van het open landschap behouden blijft. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 12

Ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde bedrijven Het bedrijf Groene Vogel (nr. 1 op kaart) is failliet gegaan. Op het perceel is nadien een nieuw tuincentrum Abies gevestigd. Gelet op de recente herbevestiging van het agrarisch gebied op het gewestplan is het niet wenselijk om in de gebouwen (vnl. serres) nieuwe zonevreemde activiteiten toe te staan. De gemeente kan hier een RUP opmaken om dit gebied bouwvrij te houden. De site is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Het planinitiatief betreft het bouwvrij houden van de site en houdt geen wijziging in van de agrarische hoofdfunctie. Figuur 8: gewenste ruimtelijke structuur van N14 en Zoersel Bron: GRS Zoersel Deelruimte 5: oostelijke open ruimte Ecologische verbindingen De gemeente zal hier onderzoeken welke maatregelen kunnen getroffen worden en welke acties kunnen ondernomen worden om hier een effectieve ecologische verbinding (bvb. onder de vorm van een boscorridor) tussen Zoerselbos en de bossen van Blommerschot te Malle te realiseren. Deze acties kaderen in een strategisch project, waarbij beheersovereenkomsten met landbouwers kunnen worden afgesloten en andere maatregelen zoals bvb. bosuitbreiding genomen kunnen worden. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 13

Figuur 9: Gewenste ruimtelijke structuur van de oostelijke open ruimte Bron: GRS Zoersel Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 14

3.5.3. Deelstructuren Gewenste open-ruimte structuur Figuur 10: gewenste open-ruimte structuur Bron: GRS Zoersel Gemeentelijke visie: differentiatie van gebieden van de agrarische structuur De gemeente opteert voor het uitwerken van een maatoplossing voor elk deelgebied van de agrarische structuur, waarbij de typische waardevolle landschapskenmerken maximaal worden behouden en het behoud en de versterking van de agrarische activiteiten voorop staan. Elementen van de gewenste ruimtelijk-natuurlijke structuur Bestuursniveau Ruimtelijke elementen ontwikkelingsperspectieven Gemeente Ecologische verbindingen: - tussen Rodendijk en Zoerseldorp behouden en versterken van ecologische en open ruimte functie vrijwaren van deze gebieden van bebouwing Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 15

Elementen van de gewenste agrarische structuur Volgende ontwikkelingsperspectieven werden uitgewerkt voor de gewenste agrarische structuur van de oostelijke open ruimte waarin het plangebied van dit RUP zich bevindt: Ruimtelijke samenhangend landbouwgebied oostelijke open ruimte Ontwikkelingsperspectieven - behoud en versterking van de open ruimte (bouwvrij houden van de nog onbebouwde ruimte) - nadruk op het landschappelijk waardevolle karakter - aandacht voor de verschijningsvorm, functie en karakter van gebouwen bij nieuwbouw, herbouw en renovatie - verdere aantasting door bebouwing tegengaan (géén glastuinbouw, géén grondloze veehouderij) - randvoorwaarden mogelijk ifv de nabijgelegen boscomplexen en beekvallei Uitwerking naar mogelijke gemeentelijke maatregelen Tabel 1: gewenste agrarische structuur Bron: GRS Zoersel Ecologische verbindingen De gemeente kan beheersovereenkomsten met plaatselijke landbouwers opstellen voor het beheer en onderhoud van ecologische verbindingen. Maatregelen kunnen o.a. zijn het bouwvrij houden van deze gebieden en het ondersteunen van het natuurlijk functioneren door het opleggen van randvoorwaarden aan de aanwezige ruimtegebruikers. Het gemeentebestuur duidt de verbindingen die gelegen zijn tussen Rodendijk en Zoerseldorp aan als een strategische projectzone. Er zal onderzocht worden met welke middelen er hier een effectieve natuurlijke verbinding tot stand kan worden gebracht. Zoals reeds vermeld kan dit gerealiseerd worden via het opmaken van beheersovereenkomsten met landbouwers, bvb. door het aanleggen van heggen, houtkanten, poelen of het niet bemesten van perceelsranden. Ook bepalingen in het GNOP, waar voor Zoerselbos en omgeving de stimulatie van bosuitbreiding op braakliggende gronden wordt vooropgesteld, kunnen hun bijdrage leveren tot het creëren van natuurlijke verbindingen. Gewenste ruimtelijk-economische structuur Gemeentelijke visie: een oplossing aanreiken voor de problematiek van zonevreemde bedrijven Het verder ontwikkelen van bedrijven in woonlinten, in waardevolle landschappen en in het buitengebied (agrarisch gebied) wordt in principe ontmoedigd. De bestaande, vergunde bedrijvigheid kan slechts getolereerd worden indien de impact op de omgeving beperkt is en de draagkracht ervan niet overschreden wordt en indien de schaal verzoenbaar is met de omgeving. Ook zal er rekening gehouden worden met de landschappelijke waarde en de graad van versnippering: een bedrijf in een kleine reeds versnipperde ruimte tast de draagkracht van de omgeving minder zwaar aan dan een inplanting te midden van een uitgestrekte en ongeschonden open ruimte. Uitbreidingen zijn slechts beperkt mogelijk om een gezonde bedrijfsvoering mogelijk te maken. Verweven van kleinere en niet belastende activiteiten, die omwille van hun schaal en aard verweefbaar zijn met de woonfunctie in kernen en hoofddorpen, wordt daarentegen geduld en zelfs aangemoedigd. Wonen moet wel binnen het woongebied de hoofdfunctie blijven en mag niet verdrongen of gehinderd worden. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 16

Omgevingsbelastende bedrijfsactiviteiten worden dan ook geweerd. Ieder bedrijf in of aan de rand van woongebied moet hiertoe afzonderlijk worden beschouwd. Uitwerking naar mogelijke maatregelen Opmaak van een gemeentelijk RUP voor de zonevreemde bedrijven De gemeente maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de zonevreemde bedrijven. Elk bedrijf zal daarbij afgewogen worden tegen de gewenste open ruimte structuur en de gewenste ruimtelijke structuur van de betrokken deelruimte. In het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zal deze afweging op basis van de ruimtelijke en juridische analyse antwoord geven op volgende vragen: Kan het bedrijf op de huidige locatie blijven bestaan? Kan het op de huidige locatie uitbreiden (zo ja, welke activiteiten)? Indien het bedrijf stopt, kan er dan een nieuw bedrijf op de huidige locatie? Dit resulteert in een classificatie, waarna er per geselecteerd bedrijf een perimeter zal vastgelegd worden en stedenbouwkundige voorschriften zullen opgesteld worden. In de hierna volgende tabel wordt per bedrijf reeds voorlopig aangeduid tot welke ontwikkelingscategorie het kan behoren. Eén bedrijf waarvoor een RUP kan opgemaakt worden is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied: Abies (nr. 5). Nr. Naam Adres Activiteit 5 Abies (vroeger Groene Vogel) Rodendijk 3 Bloemen en planten Bestemming volgens gewestplan Agrarisch gebied 1 Cat. Randvoorwaarde n / Opmerkingen Update 2011: het bedrijf Groene Vogel is onlangs failliet gegaan, het is niet de bedoeling om in de bestaande gebouwen (vnl. serres) nieuwe zonevreemde activiteiten toe te staan. De gemeente kan hier een RUP opmaken om dit gebied bouwvrij te houden. Elementen van de ruimtelijk-economische structuur In bovenstaande tabel wordt Abies ingedeeld in Categorie 1, met volgend ontwikkelingsperspectief: - Uitbreiden is niet toegestaan, verder werken binnen de bestaande volumes, geen nieuwe bedrijvigheid bij stopzetting, herlokalisatie op korte of middellange termijn is aangewezen. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 17

3.5.4. Categorisering van de wegen Figuur 11: categorisering wegen Bron: GRS Zoersel De N14 die grenst aan het plangebied van dit RUP is aangeduid als een secundaire weg type II. Deze weg heeft als hoofdfunctie het verzamelen naar het hoofdwegennet op bovenlokaal niveau. In tweede instantie heeft dit type ook een verbindende en ontsluitende functie. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 18

4. Bestaande juridische toestand 4.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk komen juridische plannen aan bod, die ofwel geheel of gedeeltelijk in het plangebied liggen ofwel in de nabije omgeving ervan liggen en door hun eigenheid van belang kunnen zijn bij de verdere uitwerking van het RUP. Eerst wordt een overzichtstabel getoond, waarna er een korte toelichting per relevant plan volgt. Verder komen ook een aantal plannen waarvan de juridische draagkracht nog onduidelijk is in dit hoofdstuk aan bod. 4.2. Synthesetabel bestaande juridische toestand Tabel 2: synthese bestaande juridische toestand Plan Kenmerken Gewestplan Gewestplan Turnhout (KB 30.09.1977) Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen PRUP Kleinhandelsconcentratie Rodendijk (Vl. Reg. 29.09.2006) Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen Algemene plannen van aanleg geen Bijzondere plannen van aanleg geen Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen Verkavelingsvergunningen - Gewestelijke rooilijnplannen - Provinciale rooilijnplannen - Gemeentelijke rooilijnplannen - Atlas der buurt- en voetwegen Buurtweg nr. 5 Habitatrichtlijngebieden geen Vogelrichtlijngebieden geen VEN-gebieden (natuurdecreet) geen Erfdienstbaarheden Ruilverkavelingen geen Gebieden met recht van voorkoop geen Erfgoedlandschappen (Landschapsatlas) Zie 4.2.5 Beschermde monumenten geen Beschermde landschappen geen Beschermde stads- en dorpsgezichten geen Atlas der waterlopen Dorpsbeek (3 de categorie) Beschermingszones grondwaterwinningen geen Milieuvergunningen Erkende natuurreservaten geen Centrale Archeologische Inventaris geen Bron: GRS Zoersel, gemeentebestuur Zoersel en eigen onderzoek Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 19

4.2.1. Gewestplan Turnhout (KB 30.09.1977) Figuur 12: uittreksel gewestplan bron: AGIV, eigen bewerking Het plangebied is bestemd als en omgeven door een zone voor agrarisch gebied. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 20

4.2.2. PRUP Kleinhandelsconcentratie Rodendijk Figuur 13: PRUP Kleinhandelsconcentratie Rodendijk Bron: Provincie Antwerpen Het Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplan Kleinhandelsconcentratie Rodendijk biedt een oplossing aan de bedrijvigheid die zich vestigde langsheen Rodendijk in zones die op het gewestplan aangeduid staan als een woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied. Bij de afbakening van de grens van dit ruimtelijk uitvoeringsplan werd door de gemeente bewust de keuze gemaakt om tuincentrum Abies hierin niet mee op te nemen. 4.2.3. Atlas der buurt- en voetwegen Figuur 14: Atlas der buurt- en voetwegen Bron: Agiv, eigen bewerking Voetweg nr. 54 loopt ten zuiden van het plangebied. Buurtweg nr. 5 grenst ten westen aan het plangebied van dit RUP. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 21

4.2.4. Vergunningen Volgende bouwvergunning werd afgeleverd voor het enige perceel in dit RUP: Nummer Datum Omschrijving 144.523/c 01-07-1975 Bouwen van een serre en aanhorigheden -- 16.09.2013 Aanvraag regularisatie buitenverharding geweigerd (weigering in beroep bevestigd door Deputatie op 16.01.2014) In de bouwaanvraag tot het bekomen van bovenstaande vergunning wordt een vergunning gevraagd voor: het oprichten van een bloem- en tuinbouwbedrijf en boomkwekerij. 4.2.5. Ankerplaats Figuur 15: Landschapsatlas: ankerplaatsen Bron: Agiv, eigen bewerking Het plangebied van dit RUP grenst aan de ankerplaats Zoerselbos en Hooidonkse Beemden, een compartimentenlandschap dat waardevol is omwille van de afwisseling tussen gesloten en open vegetatie, de talrijke aanwezigheid van diverse landschapselementen en de uitgestrektheid van het gebied. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 22

4.2.6. Relictzone Figuur 16: Landschapsatlas: relictzones Bron: Agiv, eigen bewerking Het plangebied van dit RUP is gelegen in de relictzone Vallei van de Tappelbeek- Hulstenbeek, kasteeldomeinen en bos-akkergebieden. Deze relictzone bevat onder meer het Zoerselbos. 4.2.7. Atlas der waterlopen Figuur 17: Atlas der waterlopen Bron: Provincie Antwerpen, eigen bewerking De oostelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de Dorpsbeek, een waterloop van derde categorie. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 23

4.2.8. Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk Figuur 18: Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk Bron: Agiv, eigen bewerking Langs het plangebied van dit RUP loopt langs Rodendijk een functionele fietsroute. Deze behoort tot het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk. Functionele fietsroutes verbinden woonkernen en belangrijke functies met elkaar. Ze zijn de kortste verbindingen en lopen daardoor dikwijls langs drukke wegen (historische steenwegen die van centrum naar centrum lopen). Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 24

5. Bestaande ruimtelijke context 5.1. Bestaande structuur Figuur 19: bestaande ruimtelijke structuur Ruimtelijke structuur Het plangebied van dit RUP bestaat uit de infrastructuur van tuincentrum Abies. Ongeveer de helft van het plangebied wordt ingenomen door glazen serres. Ervoor ligt een grote, verharde zone die deels gebruikt wordt voor het uitstallen van producten en deels dienst doet als parking. Deze verharde zone is niet vergund. De percelen ten noorden, oosten en westen van het plangebied zijn in gebruik voor landbouw. Ten zuiden grenst het plangebied aan een uitloper van het Zoerselbos. Verkeers- en ontsluitingsstructuur Het plangebied is gelegen langs de N14, Rodendijk, een secundaire weg die de kernen van Zoersel en Zandhoven met elkaar verbindt. Economische structuur De activiteiten van Tuincentrum Abies betreffen de verkoop van bloemen en planten en hieraan gerelateerde producten. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 25

Fotoreportage Foto 1 Foto 2 Foto 3 Foto 4 Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 26

Foto 5 Foto 6 Foto 7 Foto 8 Foto 9 Foto 10 Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 27

6. Afwegingskader en mogelijkheden voor eventuele herlokalisatie 6.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk Het gemeentebestuur heeft in het kader van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) een afwegingskader uitgewerkt voor de zonevreemde bedrijven. In dit hoofdstuk wordt het afwegingskader weergegeven. 6.2. Afwegingskader GRS In het GRS wordt de classificatie en het bijbehorend ontwikkelingsperspectief weergegeven zoals bepaald in de Omzendbrief RO 2000/01 over het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven: Categorie Ontwikkelingsperspectief Tabel 3: Classificatie en ontwikkelingsperspectief zonevreemde bedrijven Cat. 0 Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Herlokalisatie is gewenst Uitbreiden niet toegestaan, verder werken binnen de bestaande volumes, geen nieuwe bedrijvigheid bij stopzetting, herlokalisatie op korte of middellange termijn is aangewezen. Beperkt uitbreiden toegestaan (verbouwingen en beperkte uitbreidingen), geen schaalvergroting, nieuwe activiteiten minder storend dan bestaande (ifv dynamiek en aard). Beperkt uitbreiden toegestaan (verbouwingen en beperkte uitbreidingen), geen schaalvergroting, geen beperkingen wat betreft activiteiten. Het bedrijf kan zich verder ontwikkelen, randvoorwaarden in functie van de omgeving, nieuwe activiteiten minder storend dan bestaande (ifv dynamiek en aard). Het bedrijf kan zich verder ontwikkelen, randvoorwaarden in functie van de omgeving, geen beperkingen wat betreft activiteiten In het GRS werd voor elk zonevreemd bedrijf reeds voorlopig bepaald tot welke ontwikkelingscategorie het kan behoren. Tuincentrum Abies wordt hier voorlopig aangeduid als Categorie 1. In het GRS wordt het opmaken van een RUP als planningsinstrument voorgesteld ter vrijwaring van de open ruimte corridor. De twee zaken langs de N14 (nrs. 1 en 2 op de kaart) kunnen behouden blijven tot de stopzetting van de activiteiten. Een verdere uitbreiding van deze bedrijven zou een insnijding in de open ruimte betekenen en is dus niet meer mogelijk. De nabestemming van de terreinen zal moeten bepaald worden in het RUP voor de zonevreemde bedrijven dat de gemeente moet opmaken. Figuur 20: gewenste ruimtelijke structuur van N14 en Zoersel Bron: GRS Zoersel Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 28

6.3. Analyse 6.3.1. Mogelijkheid tot bestendigen De gemeente maakt een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de zonevreemde bedrijven. Elk bedrijf zal daarbij afgewogen worden tegen de gewenste open ruimte structuur. Volgende afwegingen zullen daarbij worden gemaakt: Afweging Ja Nee Bestendiging Grenst het bedrijf aan woongebied, bedrijventerrein of kleinhandelsconcentratie? X Bestendiging niet mogelijk Is er een link met de landbouw? Is het gebied reeds sterk aangetast en versnipperd Is het bedrijf gelegen in een open ruimte corridor X X X Bestendiging mogelijk Bestendiging niet mogelijk Bestendiging niet mogelijk Uit deze toetsing ten opzichte van de gewenste open ruimte structuur blijkt dat een bestendiging van tuincentrum Abies niet mogelijk is. 6.3.2. Bepalen van classificatie Een bestendiging van het zonevreemde tuincentrum is niet mogelijk. Vervolgens wordt er aan het bedrijf een classificatie toegekend. In het GRS worden drie vragen opgesomd, waarvan de antwoorden zullen resulteren in deze classificatie. 1. Kan het bedrijf op de huidige locatie blijven bestaan? Uit de juridische en beleidscontext is gebleken dat het bedrijf met zijn huidige activiteiten, nl. enkel de verkoop van bloemen en planten en hieraan gelinkte producten niet op de huidige locatie kan blijven bestaan. Het is gelegen in agrarisch gebied en ligt als enige bedrijf middenin een open ruimte corridor. Tevens vormt tuincentrum Abies een hinderlijk element in de landschappelijk-ecologische verbinding tussen het Zoerselbos en de bossen van Blommerschot in Malle. 2. Kan het bedrijf op de huidige locatie uitbreiden (zo ja, welke activiteiten)? Gezien het belang van het herstellen van de open ruimte corridor wordt een uitbreiding van het tuincentrum Abies niet toegelaten. 3. Indien het bedrijf stopt, kan er dan een nieuw bedrijf op de huidige locatie komen? Het RUP verbiedt de kleinhandelsactiviteit op deze locatie. Er kan geen gelijkaardig nieuw bedrijf met een kleinhandelsactiviteit komen. Bij stopzetting van de huidige activiteit en een afbraak van de bestaande serre laat dit RUP geen bebouwing meer toe. 6.3.3. Conclusie De drie bovenstaande vragen zorgen ervoor dat tuincentrum Abies slecht ingedeeld kan worden in Categorie 1 of Categorie 0. Gezien de bestaande activiteit voor weinig overlast zorgt aan de buurt, kan het bedrijf (mits een functiewijziging) verder werken binnen de bestaande volumes en is een herlokalisatie op korte of middellange termijn aangewezen. Het tuincentrum Abies wordt definitief ingedeeld in Categorie 1 met de daarbij horende ontwikkelingsperspectieven. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 29

7. Visie en gewenste ruimtelijke structuur 7.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt de visie toegelicht en worden de inrichtingsprincipes van het RUP gemotiveerd. 7.2. Visie en doelstellingen De opmaak van dit RUP past in de visie die het gemeentebestuur in zijn Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan heeft vastgelegd. Hierin zijn vier elementen doorslaggevend bij de argumentatie van dit RUP: 1. De gemeente beoogt het behouden en versterken van de ecologische en open ruimte functie. 2. De gemeente heeft als doel het behoud en versterken van de agrarische activiteiten. 3. De gemeente wenst zonevreemde bedrijven van Categorie 1 (waartoe tuincentrum Abies behoort) niet verder uit te bouwen en te herlokaliseren op korte of middellange termijn. 4. Ten behoeve van de verkeersveiligheid stelt de gemeente tussen Rodendijk en het centrum van Zoersel geen verdere uitbouw van de kleinhandel voorop. 7.3. Ruimtelijke concepten Behouden en versterken van ecologische en open ruimte functie Tuincentrum Abies is gelegen in een open ruimte corridor waar gestreefd wordt naar een ecologische verbinding tussen het Zoerselbos en de bossen van Blommerschot in Malle. Om dit te realiseren wordt de open ruimte functie versterkt tussen beide bossen door middel van het vrijwaren van deze open ruimte van bebouwing. Tuincentrum Abies ligt middenin deze open ruimte corridor en vindt geen aansluiting bij een bestaand lint. Om deze open ruimte corridor te vrijwaren en te herstellen dient de bebouwing op de percelen van het tuincentrum zich op termijn te herlokaliseren. Behoud en versterken agrarische activiteiten Het bouwvrij houden van de open ruimte staat hier voorop. De nadruk wordt gelegd op het landschappelijke waardevolle karakter van de agrarische structuur, die een sterk visueel open karakter heeft en waarbij een verdere aantasting door bebouwing tegengegaan moet worden. Tuincentrum Abies heeft een andere functie dan de agrarische, namelijk enkel een commerciële functie (detailhandel), waardoor het ten behoeve van het versterken van de agrarische activiteiten in de oostelijke open ruimte wenselijk is dat de huidige functie van het tuincentrum zich op termijn herlokaliseert. Dit RUP voorziet als nabestemming bouwvrij agrarisch gebied, wat inhoudt dat als de huidige activiteit stopt, de serre wordt afgebroken en er niets in de plaats gebouwd kan worden. Vijf jaar na de definitieve goedkeuring van het RUP door de gemeenteraad treedt de nabestemming in werking. Herlokalisatie van zonevreemde bedrijven De huidige commerciële functie van tuincentrum Abies komt niet overeen met de huidige gewestplanbestemming, namelijk agrarisch gebied waar landbouw de hoofdfunctie is. Om de versnippering van het agrarisch gebied tegen te gaan, dient de functie van het tuincentrum zich op termijn ter herlokaliseren. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 30

De kleinhandelsfunctie (die in agrarisch gebied onder bepaalde voorwaarden mogelijk is) zal door dit RUP niet meer mogelijk worden binnen de grenzen van het plangebied. Verbeteren verkeersveiligheid van Rodendijk De gemeente wenst Rodendijk te ontwikkelen als een poort tot Zoersel. Om dit te realiseren wordt een verdere ontwikkeling van de kleinhandel tegengegaan. Er wordt een betere ruimtelijke organisatie langs Rodendijk vooropgesteld met aandacht voor de verkeersveiligheid. Rodendijk is aangeduid als een functionele fietsroute waarbij veel aandacht is voor de veiligheid van fietsers. Bij een vooral in het weekend verhoogde verkeersdynamiek aan het knooppunt van de op- en afrit van het tuincentrum met de gewestweg, is er een groter risico op ongevallen voor zwakke weggebruikers (fietsers en voetgangers). Het verbieden van de kleinhandelsactiviteit en het op termijn herlokaliseren van het bedrijf zullen dit risico sterk doen dalen. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 31

8. Lijst met voorschriften die strijdig zijn en opgeheven worden 8.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt een lijst van voorschriften die strijdig zijn met het bestemmingsplan van het RUP en derhalve opgeheven worden, weergegeven. 8.2. Op te heffen voorschriften Verordenend plan Voorschriften van het gewestplan Turnhout (KB 30.09.1977) Voorschriften van plannen van aanleg Tabel 4: op te heffen voorschriften Voorschrift 4.1. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Geen Verkavelingen Er worden geen verkavelingen opgeheven door dit RUP. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 32

9. Ruimtebalans 9.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In functie van de beleidsmatige opvolging van het RSV door het Vlaams gewest wordt een ruimteboekhouding bijgehouden. Dit betekent dat voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan moet nagegaan worden in welke mate bepaalde bestemmingen werden omgezet naar andere bestemmingen. Dit gebeurt aan de hand van de oppervlaktes van de verschillende bestemmingszones, afgerond tot op 10 m². 9.2. Ruimteboekhouding Tabel 5: ruimteboekhouding Huidige bestemmingen gewestplan Oppervlakte (m²) agrarisch gebied 5.419 m² Totaal 5.419 m² Nieuwe bestemming RUP Oppervlakte (m²) Artikel 1: Agrarisch gebied 345 m² Artikel 2: Openbare wegenis 5.074 m² Totaal 5.419 m² bron: eigen verwerking Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 33

10. Watertoets 10.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat moet nagegaan worden of het voorliggende plan (en de realisatie ervan) geen schadelijke effecten heeft op de waterhuishouding in het gebied. Indien dit wel het geval is dan moeten deze effecten, indien mogelijk, zoveel mogelijk beperkt of gecompenseerd worden. 10.2. Resultaten watertoets 10.2.1. Overstromingsgevoelige gebieden Figuur 21: overstromingsgevoelige gebieden Het plangebied van dit RUP is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied en grenst in het oosten en zuiden aan een gebied dat effectief overstromingsgevoelig is. Dit laatste is te verklaren door de Dorpsbeek die in het oosten grenst aan het plangebied. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 34

10.2.2. Infiltratiegevoelige gebieden Het plangebied is niet gelegen in infiltratiegevoelig gebied. Figuur 22: infiltratiegevoelige gebieden 10.2.3. Grondwaterstromingsgevoeligheid Figuur 23: grondwaterstromingsgevoeligheid De gronden binnen het plangebied zijn zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 35

10.3. Conclusie In het RUP wordt bijkomende bebouwing niet toegelaten en er wordt minder verharding toegelaten. Het plangebied is gelegen in matig overstromingsgevoelig gebied en de gronden zijn zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Er worden daardoor geen ondergrondse constructies toegelaten. Er kan geoordeeld worden dat er positieve significante effecten inzake waterhuishouding te verwachten zijn naar aanleiding van het RUP. Bovendien is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (05.07.2013) van toepassing. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 36

11. Register van percelen met mogelijk planbaten, planschade of bestemmingswijzigingscompensatie 11.1. Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In artikel 2.2.2, 1, eerste lid, 7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is de verplichting opgenomen om in ruimtelijke uitvoeringsplannen een register op te nemen van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot planschade, planbaten, kapitaalschadecompensatie of gebruikerscompensatie. Dit hoofdstuk bevat het register van percelen waarop door de bestemmingswijzigingen van voorliggend RUP mogelijk een dergelijke regeling van toepassing is. 11.2. Grafisch register van percelen met mogelijk planbaten, planschade of bestemmingswijzigingscompensatie Binnen het plangebied van dit RUP liggen geen percelen waarop mogelijk een planschade- of planbatenvergoeding van toepassing is. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 37

12. Onderzoek naar de plan-mer-plicht 12.1. Plan-MER-plicht van rechtswege? De plan-mer-plicht voor plannen of programma s volgt uit het decreet van 27 april 2007 houdende de wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hiernavolgend DABM genoemd). Er geldt enkel een plan-mer-plicht voor plannen of programma s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-merplicht moet er aan drie voorwaarden voldaan worden: 1. In de eerste plaats moet worden nagegaan of het voorgenomen plan of programma onder de definitie valt van plan of programma zoals gedefinieerd in het DABM. 2. Daarna moet worden nagegaan of het betrokken plan of programma onder het toepassingsgebied van het DABM valt. 3. Tenslotte moet worden bepaald of het plan van rechtswege onder de plan-merplicht valt. 12.1.1. Toetsing aan drie voorwaarden Een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan valt onder de definitie van plan of programma zoals gedefinieerd in het DABM en het valt onder het toepassingsgebied ervan. Het RUP voldoet dus aan de twee eerste voorwaarden. Indien het plan of programma ook aan de derde voorwaarde voldoet, is er geen milieuscreening vereist. Er is dan een plan-mer-plicht van rechtswege en er kan rechtstreeks gestart worden met de opmaak van een plan-mer. Er worden twee groepen van dergelijke plannen of programma s onderscheiden: 1. Plannen of programma s of de wijziging ervan die tegelijkertijd: - een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor projecten die in de bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 opgesomd worden; - én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden; - én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik. 2. Plannen of programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is. Er dient derhalve nagegaan te worden of het plan tot één van deze twee groepen behoort. Toetsing groep 1 Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004,, en is dus screeningsgerechtigd. Het RUP behoort niet tot groep 1. Toetsing groep 2 De speciale beschermingszones werden aangeduid in het kader van de EU-Richtlijn Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 38

92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Deze richtlijn beoogt het waarborgen van de biologische diversiteit, door het instandhouden van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora binnen de EU-lidstaten en omvat zowel maatregelen inzake gebiedsbescherming als inzake soortbescherming. De dichtstbijzijnde speciale beschermingszone is habitatrichtlijngebied Bos en heidegebieden ten oosten van Antwerpen (code BE2100017. Dit gebied bevindt zich op meer dan 700 meter van het plangebied van het voorgenomen RUP. Er kan dan ook in alle redelijkheid gesteld worden dat er geen betekenisvolle effecten op deze speciale beschermingszone zullen zijn en dat er geen passende beoordeling vereist is. 12.1.2. Conclusie Het RUP is dus niet plan-mer-plichtig van rechtswege. Het valt echter wel onder het toepassingsgebied van het DABM en er moet derhalve onderzocht worden of er geen aanzienlijke milieueffecten zijn ten gevolge van het RUP. Dit onderzoek (= milieuscreening) is te vinden in de volgende paragrafen. 12.2. Uittreksel grafisch plan Figuur 24: bestemmingsplan RUP Groene Vogel Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 39

12.3. Beschrijving van de alternatieven 12.3.1. Redelijke alternatieven Dit RUP, in uitvoering van het GRS, biedt een specifieke oplossing voor de zonevreemde activiteit binnen het plangebied en zorgt voor het behoud en de versterking van de agrarische activiteit. Alternatieven zijn hier aldus niet van toepassing. 12.3.2. Nulalternatief Het nulalternatief houdt in dat geen RUP wordt opgemaakt en dat de huidige juridischplanologische situatie van het plangebied gehandhaafd zou blijven. Dit zou betekenen dat de kleinhandelsactiviteit verder kan blijven bestaan. Zonder dit RUP zou het tevens onmogelijk zijn om het plangebied van dit RUP op termijn bouwvrij te maken en op die manier de open ruimte corridor te versterken. 12.4. Screening van de milieueffecten per discipline Te screenen disciplines In het hiernavolgende onderzoek naar milieueffecten worden achtereenvolgens volgende disciplines gescreend: 1. bodem; 2. water; 3. mobiliteit; 4. geluid; 5. licht; 6. luchtkwaliteit; 7. biodiversiteit, fauna en flora; 8. onroerend erfgoed; 9. ruimtelijke ordening; 10. energie- en grondstoffenvoorraden; 11. gezondheid en veiligheid van de mens; 12. samenhang tussen de genoemde factoren. Werkwijze Bij deze screening wordt steeds vergeleken met de referentiesituatie; dit is in principe de juridische toestand volgens het geldende gewestplan, zoals beschreven in paragraaf 4.2.1. Deze juridische toestand wordt echter aangevuld door de beschrijving van de bestaande toestand die eerst in beeld wordt gebracht, voor zover dat nog niet is gebeurd in paragraaf 5.1. Indien wel, wordt hierop niet meer teruggekomen, maar wordt naar deze paragraaf verwezen. Vervolgens worden de ingrepen op deze referentiesituatie besproken, samen met de mogelijke effecten ervan. Daarbij wordt niet alleen de aard, maar ook de omvang van de ingreep in beschouwing genomen. De mogelijke effecten worden eventueel gevolgd door milderende maatregelen. Indien er leemten in de kennis zijn, worden deze vermeld. Tot slot wordt in dit hoofdstuk ook nagegaan of het voorgenomen plan grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 40

12.4.1. Effecten inzake bodem Bestaande toestand Figuur 25: bodemkaart Bron: Agiv, eigen bewerking Het gehele plangebied van dit RUP is gelegen in zeer natte licht zandleembodem zonder profiel. Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte termijn Het RUP laat geen uitbreidingen van bebouwing en verhardingen toe. Ruimtelijk zijn er aldus geen veranderingen. De toegelaten verhardingen dienen uitgevoerd te worden in: - ofwel waterdoorlatende materialen; - ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater infiltreert naast de verharding of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken en als zodanig gebufferd wordt. Op lange termijn Het plangebied heeft als nabestemming bouwvrij agrarisch gebied, wat inhoudt dat de bestaande bebouwing en verharding zal verdwijnen. Na een termijn van 5 jaar na de goedkeuring van het RUP treedt de nabestemming in werking. Conclusie Op korte termijn zijn geen significante negatieve effecten op de bodem te verwachten. Er zijn op lange termijn positieve effecten op de bodem te verwachten. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 41

12.4.2. Effecten inzake water Bestaande toestand Figuur 26: zoneringsplan riolering Bron: Vlaamse milieumaatschappij Er is geen aansluiting op een operationele afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het afvalwater zal moeten gezuiverd worden door een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). Voor de bestaande toestand inzake water wordt verwezen naar hoofdstuk 10. Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte termijn Het RUP laat geen bijkomende bebouwing en verharding toe. De toegelaten verhardingen dienen uitgevoerd te worden in: - ofwel waterdoorlatende materialen; - ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater infiltreert naast de verharding of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken en als zodanig gebufferd wordt. De bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater zijn van toepassing. Bovendien dient ten minste aangesloten te worden op een septic tank en/of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in waterlopen is verboden. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 42

Op lange termijn Het plangebied heeft als nabestemming bouwvrij agrarisch gebied, dat in werking treedt 5 jaar na de goedkeuring van het RUP, wat inhoudt dat de bestaande bebouwing zal verdwijnen. Dit heeft een positief effect op de waterhuishouding van het gebied. Conclusie Op korte termijn zijn geen significante negatieve effecten op het water te verwachten. Op lange termijn zijn significante positieve effecten te verwachten op de waterhuishouding. 12.4.3. Effecten inzake verkeer en mobiliteit Bestaande toestand Het plangebied is gelegen langs de N14, Rodendijk, een secundaire weg die de kernen van Zoersel en Zandhoven met elkaar verbindt. De detailhandelszaak in het plangebied genereert een beperkte hoeveelheid verkeer. Ter hoogte van het plangebied is de kans op kop- en staartaanrijdingen groter, aangezien voertuigen dienen te vertragen om het tuincentrum op te rijden. Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte en lange termijn Het niet meer toelaten van de kleinhandelsactiviteit zal voor een sterke daling zorgen van het aantal bezoekers, waardoor de kans op kop- en staartaanrijdingen zal verminderen. Conclusie Er zijn significante positieve effecten inzake verkeer en mobiliteit te verwachten. 12.4.4. Effecten inzake geluid Bestaande toestand Figuur 27 geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lden) Bron: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, eigen bewerking Het plangebied ligt langs de N14, een weg die geluidsoverlast genereert. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 43

Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte en lange termijn De uitvoering van dit RUP zorgt niet voor geluidsoverlast. Conclusie Er zijn geen significante negatieve effecten inzake geluid te verwachten. 12.4.5. Effecten inzake licht Bestaande toestand Er zijn geen specifieke gegevens inzake licht aanwezig. Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte en lange termijn Algemene milderende maatregelen zijn: - verlichting tot een minimum beperken; - enkel het doelgebied aanstralen en zo overbodige verlichting vermijden; - de tijdstippen van verlichting beperken; - opwaarts licht vermijden; - de hoeveelheid weerkaatst licht tot een minimum beperken; - rekening houden met de best beschikbare technieken inzake verlichting. Conclusie Er zijn geen significante negatieve effecten inzake lichthinder te verwachten. 12.4.6. Effecten inzake luchtkwaliteit Bestaande toestand Figuur 28: jaargemiddelde PM10 Bron: VMM, eigen bewerking Figuur 29: jaargemiddelde NO2 Bron: VMM, eigen bewerking Volgens het geoloket van de VMM zijn er in het gebied geen belangrijke knelpunten inzake luchtkwaliteit. Vanaf een jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m³ is de norm voor PM10 en NO2 overschreden. Er zijn geen overschrijdingen van de belangrijkste parameters voor lucht, nl. PM10 en NO2. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 44

Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte en lange termijn De uitvoering van het RUP veroorzaakt geen significante effecten inzake luchtkwaliteit. Conclusie Er zijn geen significante negatieve effecten inzake luchtkwaliteit te verwachten. 12.4.7. Effecten inzake biodiversiteit, fauna en flora Bestaande toestand Figuur 30: biologische waarderingskaart Bron: Geopunt Vlaanderen, eigen bewerking Er zijn geen gronden binnen het plangebied van het RUP aangeduid als biologisch waardevol op de biologische waarderingskaart. Mogelijke effecten en milderende maatregelen Op korte termijn Het RUP veroorzaakt geen significante effecten inzake biodiversiteit, fauna en flora. Op lange termijn Het verdwijnen van de bebouwing en verharding kan een positief effect hebben op de biodiversiteit. Conclusie Er zijn geen significante negatieve effecten op de biodiversiteit, fauna en flora te verwachten. 12.4.8. Effecten inzake onroerend erfgoed Bestaande toestand Voor de bestaande toestand betreft ankerplaatsen wordt verwezen naar paragraaf 4.2.4. Er zijn binnen het plangebied geen beschermde monumenten, dorpsgezichten of landschappen. Toelichtingsnota voorontwerp januari 2015 45